DE GALEISLAAF. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijksch Üveizichi. Weeldebelasting* BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK T5o.,020in BRESKENS P,07s$4r0 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 34e Jaargang Zaterdag 14 Maart 1925 Nummer 3012 Moeders! Als uw Kinderen zich bezeerd hebben, gebruik dan onmiddellijk PUROL. Doos 30 cent. Ingez. Med. het Wetten alleen een oorzaak tot nieuwen twist kunnen worden, wanneer Frankrijk daarop be slag wilde leggen. Maar in het Oosten staat het anders. Daar is het Duitsche land ernstig ver minkt door het toekennen van Duitsche gebieden aan Polen en Tsjecho-Slowakije, de vorming van de vrijstaat Dantzig en de Poolsche corridor naar die ha ven, die teneinde Polen een uit gang naar zee te geven, Oost- Pruisen van het vaderland af sneed en Duitich gebied onder Poolsche heerschappij bracht. Bovendien dreigt daar nog al tijd de Tsjechische en Oosten- rijksche kweste, waar millioenen Duitschers aansluiting bij het Duitsche Rijk vragen. Deze kwesties bedreigen niet de vei ligheid van Frankrijk zelf maar de integriteit van zijn vasallen Polen en Tsj -cho Slowakije wier macht het tot handhaving van zijn huidige hegemonie op het Europeesche vasteland noodig heeft en dreigen bovendien met de vergrooting, dus versterking van DuitichDnd met Oostenrijk en een deel van Bohemen, waar door eveneens Frankrijk's opper heerschappij in het gedrang kan komen. En het is hierom, dat Frank rijk niet enkel de veiligheid van zijn eigen grenzen, waar ook die van Tsjocho Slowakije wil ge garandeerd zien en dat het geen enkele grensverandering in het Oosten, ook niet door aanhech ting van Oostenrijk aan Duitsch- land wil toelaten. Het vindt daarin natuurlijk steun bij Polen en Tsjecho-Slowakije. Maar het schijnt, dat Engeland een ga- rautieverdrag, dat ook de veilig heid van Polen en Tsjecho-Slo wakije garandeerd wel wat veel gevraagd vindt, omdat hierbij niet meer Frankrijk's veiligheid, maar Frankrijk's suprematie in het geding komt, bij welker handhaving Engeland niet zoo onmiddellijk belang heeft. Zal Chamberlain zich desniette min door Herriot laten bepra ten De Engelsche minister van buitenlandsche zaken behoort tot die partij in het Engelsche mi nisterie, die er wel voor voelt Frankrijk terwille te zijn. Maar het lijkt niet waarschijnlijk, dat hij zijn collega's en het Engel sche publiek mee zal krijgen. Daarmee is de kans op een ver drag tusschen Duitschland, Frank rijk, Belgie, Italië en Engeland wel uiterst gering geworden. Tenzij dan dat Duitschland om der lieve vrede wil, ook van iedere verandering in het Oosten wil alzien en Polen's en Tsje- cho Slowakije's grenzen in hun tegenwoordigen vorm garandee ren. Wanneer de Duitsche regee ring daarmee een spoedige ont ruiming van de Rijnprovincie kan krijgen, zou ze er wellicht over kunnen denken. Want een der gelijke ontruiming zou voor haar een persoonlijk succes zijn. En mocht de overeenkomst daar omtrent officieus haar beslag kunnen krijgen voordat over het rijkspresidentschap wordt beslist, dan zou dit de kansen der rech terzijde bij die verkiezing zeker enorm verhoogen, waar het tot stand komen van een verdrag met de vroegere vijanden op zichzelf die kansen al ten goede moet komen. Nu de Beiersche Vorkspartij en Oeconomische vereeniging zich voor deze verkiezing bij het rechter blok hebben aange sloten, staan trouwens die kan sen niet slecht, vooral nu de Re- publikeinsche partijen blijkbaar ieder een eigen candidaat willen stellen bij de eerste stemming. Bij de verkiezing voor een Prui- sischen minister-president gaan ze daarentegen weer samen. Marx is opnieuw hun candidaat. Het getuigt van meer politieke handigheid dan de houding bij de verkiezing voor rijkspresident, die opnieuw het Duische gebrek in herinnering zou kunnen bren gen. Door den Minister van Finan ciën is ingediend een wetsont werp tot heffing eener belasting op weelde-artikelen. Het is dus een belasting op weelde-vertering. Deze belasting is feitelijk niets nieuws, daar wij reeds tal van verteringsbelastingen hebben. Immers zijn tal van artikelen, ook niet direct weelde-artikelen, doch van dagelijksch gebruik reeds belast en offeren wij bij veel wat nu eenmaal gebruikt moet worden onze penningen aan den fiscus. Wij herinneren in dit verband slechts aan de belasting op den accijns, zooals suiker, bier wijn, zout, gedistil leerd en geslacht. En veel van deze artikelen toch zijn geen weelde-artikelen, doch eenvou dig artikelen welke tot de eerste en meest noodige levensbehoef ten behooren. In een huisgezin kunnen artikelen als zout, suiker en geslacht niet ontbeerd worden. Alleen voor een vegetariërs gezin zou het laatste vervallen, daar in die gezinnen geen vleesch gebruikt wordt. Maar de aanhangers van 't vegetarisme zijn in ons land nu niet zoovele, dat hiermee practisch rekening is te houden. Ook de personeele belasting is feitelijk een verteringsbelas ting, daar deze toch af hankelijk is van het woonhuis, het meubi lair, de bediening, de paarden die men er op nahoudt, de mo tor-rijtuigen of de pleizier-vaar tuigen die men gebruikt of ook wel de biljarten, waarop men de verloren oogenblikken zoek brengt. Tot de weeldebelasting zijn voorts ook al te rekenen de rijwielbelasting, de belasting op gouden en zilveren werken, op openbare vermakelijkhden, ter wijl men ook nog als weelde belasting zou kunnen aanmerken die op artikelen welke in ons land niet geproduceerd worden, zooals bijv. de thee. Wanneer wij zoo alles be schouwen, dan zien wij, dat reeds bijna alles belast is en dan moe ten wij feitelijk de energie en 't De Duitschers hebben niet al tijd blijk gegeven van handig politieK overleg en juist politiek inzicht. Wanneer thans pas Fran- sche rechtvaardigheidszin bij monde van Victor Marguerite in verzet komt tegen het be faamde ait. 251 van het verdrag van Versailles, waarin Duitsch land zijn uitsluitende schuld aan den oorlog belijdt en onder de erkentenis, dat alle volken aan de schuld deel hadden, open baarmaking der Fransche ar chieven eischt, dan is dat voor een niet gering deel aan deze Du'tsche eigenaaardigheid te wijten. Het mag daarom ver wonderen, dat het kabinet-Lu- ther van een helderziendheid en een tact blijk geeft, die men van dit onder rechtschen invloed staand ministerie waarschijnlijk alleminst zou verwacht hebben. Heeft de zorg voor het eigenbe lang, die toch immers een vorm van nood is, het helderziend ge maakt Want het kon zeker geen be ter oogenblik uitgekozen hebben voor de voorstellen, die het aan de Er.gelsche en andere regee ringen gedaan heeft dan het oogenblikkelijke. De Engelsche politiek staat in min of meer aarzelende houding op een tweesprong. De richting van Mac Donald, die de inter nationale verzoening en den in ternationalen vrede zocht, met roorbijgaan zoonoodig van de eigen onmiddellijke belangen, is resoluut verloren. De belangen van het Britsche imperum zijn zeer beslist op den voorgrond getreden. En de gedachte dat die door handhaving van de Britsche he gemonie van het oogenblik in samenwerking met Frankrijk het best gediend konden worden, heeft de overheid gekregen. Maar niettpmin bleef men niet blind voor de schade en de ge varen die uit een al te sterk neerdrukken van Duitschland en een verbittering van het Duitsche volk voor de rest van Europa 55 De oogen, die Sorège naar gewoonte neergeslagen hield, richtten zich doordringend op de jonge vrouw, en de uitdruk king van gehuichelde zachtzin nigheid, die zijn gelaat bood, verdween plotseling. Hij richtte zich op, vastbesloten, dreigend Wat beteekent dat? zei hij ruw. Twijfel Wroeging mis schien Wordt ge mal? Ver geet gij, in welke omstandig heden ik tusschenbeide kwam om u te redden, toen gij krankzinnig werd van angst Mijn waarde, wordt ge ondankbaar Dat zou een groote zwakheid en zeer onvoorzichtig zijn. Ik zal u niet verraden. Wat duivel, ik had u meer flinkheid toegeschreven. Hebt ge vergeten. Hebt ge ver geten, wat Jacques had durven doen en ook wat de andere had gedaan Neen 1 dat heb ik niet. Maar ik heb vreeselijke nachten door gebracht met het verschrikkelijk tafereel van de doode vrouw voor oogen, en daarom ook, al zou het mo gelijk blijken door Fransch-En gelsche samenwerking die ver bittering iedere geweldadige uiting te beletten, voor de En gelsche belangen dreigden. Da Eigelsche regeering aar zelde daarom nog omtrent den vorm van samenwerking en de wijze, waarop men Frankrijk's veiligheid zou verzekeren. En de oud-minister van bui tenlandsche zaken, Lord Grey, had al gewaarschuwd, dat men door een verbond tusschen En geland, Frankrijk en België te sluiten Duitschland in Rusland's armen zou drijven en een Ja- pansch verbond voorbereiden. Uit deze moeilijkheid biedt het Duitsche voorstel de Engel sche regeering een uitweg en dat wel op het oogenblik waar op een beslissing drong. Nog voor Chrmbe lain te Parijs de mogelijkheid en den vorm van een veiligheidsverdrag ging bespreken, heeft de Duitsche regeering een verdrag voo'ge- steld, waarbij ook Duitschland de Fransche veiligheid en de vrede in West-Europa zou ga randeeren en dat dus wederkee- righeidsverdrag tusschen Enge land, Duitschland, Frankrijk, België en zoonoodig Italië ge sloten werd, den West-Europee- sche vrede en de Fransche vei ligheid gelijkelijk zou b ;scherm en. Ongetwijfeld heeft de Engelsche regeering hier wel ooren naar. Het zal alleen de vraag zijn of dit met Frankrijk evenzeer het geval is. Er is reeds herhaalde lijk de aandacht op gevestigd, dat de vrees voor zijn veiligheid, waaraan Frankrijk zoo telkens uiting gaf, feitelijk de vrees voor behoud van zijn huidige machts positie is. Een aanval van Duitsch land op Frankrijk is voorhands en in een verre toekomst niet te duchten, wanneer Frankrijk niet al te zeer door zijn druk en zijn uitdagende houding het Duitsche nationalisme prikkelt. Met het verlies vanElzas-Lo- thaiingen heeft de groote meer derheid van het Duitsche volk zich ongetwijfeld al verzoend. Het Saargebied zou dus in Zij was zachter gaan spreken en intusschen wierp Sorège een snellen blik om zich heen, als wilde hij zich verzekeren, dat niemand had kunnen luisteren. Hij liep sluipend als een kat naar de deur, opende haar zacht jes, keek in het aangrenzend vertrek, verzekerde zich dat het ledig was en kwam weer met denzelfden fluweeligen stap bij de vrouw terug. Je moet vooral niet dom han delen, zei hij vriendelijk. Kom, Leatje, maak je niet overstuur. Ik ben er om je te verdedigen, als het noodig is. En als Tra- gomer je plaagt, zal ik hem wel tot rede brengen. Kom bij mij, denk niet meer aan je succes en kijk me eens lief aan. We zien elkaar niet zoo dikwijls. En je weet, hoeveel ik van je houd. Hij greep haar hand en kuste die. Zij weerde hem ruw af. Kom, geen huichelarij. Ver geet gij, dat gij binnen eenige weken gaat trouwen Hij begon t« lachen. Wat bewijst dat? Wil je soms beweren, omdat ik ga trouwen met de banknoten-plank, die miss Harvey heet, niet meer van je houd Ik sluit maar een koop, lieveling, dat weet je toch ook wel. En als ik getrouwd ben en erg rijk, zul je gemakkelijk het huwelijk vergeten, als je mijn rijkdom deelt. Jenny Hawkins bewaarde een oogenblik het stilzwijgen, en zei toen ernstjg en ferm Luister, Sorège, het uur is gekomen, dat wij vrij uit kunnen spreken. Wij weten veel te goed wat wij aan elkander heb ben dan dat wij trachten zouden elkander zonder met eenig nut te bedriegen. Gij hebt mij be mind, dat is waar, maar met welk een treurige en schande lijke liefde. Ik heb uw wil onder gaan toen ik in doodsgevaar verkeerde. Gij zijt barbaarsch geweest. Herinner u den eer sten nacht, te Bologne, toen ik naar Engeland vluchtte onder den naam van Jeanne Baud. Gij bedreigde mij, verlamde mij van schrik, en als ooit een man een vrouw misbruikte, deed gij het dien avond 1 En gij waart in staat geweest, mij aan te klagen. Tandenknarsend van woede, 't gelaat nat van tranen van angst, door afschuw en haat bevangen, leverde ik mij over. En gij, monster, gij scheen opgezweept te worden door mi]n trillingen van schrik en toorn. Men zou gezegd hebben, dat gij van mijn tegenstand hield en dat gij meer van die overwinning genoot dan van uw liefde. Hij antwoordde, onverstoorbaar kalm en de oogen, met een koud lachje Daar is wel waars in, maar je overdrijft. Ik ben wel geen ba naal minnaar, maar evenmin een sadist. Maar ik zal me veroor loven, Leatje, je te doen op merken, hoe weinig slim je in je redeneeren bent, als je, na me eerst alle goedheid van jou kant ontzegd te hebben, mij bewijst begrepen te hebben, tot welk een duivelachtige energie ik in staat ben. Wel, kindlief, als ik zoo'n vreeselijke kerel ben, ge lijk je zoo pas zei, dan ben je wel onverstandig mij te trotseeren. Zij keken elkaar ditmaal stout moedig aan, als tegenstanders, die hunne krachten meten. Maar Lea sloeg het eerst de oogen neer, en hetzij uit berekening, hetzij waarlijk onderworpen, zei- de zij Dreig mij niet. Gij weet dat ik dat het minst kan verdragen. Ik misken de diensten niet, die gij mij hebt bewezen, maar her inner ze mij niet op zoo'n harde wijze, AU gij u ten taak gesteld had mij tot tegenstand te drij ven, kondt gij niet anders han delen, tenzij die wijze een terugkeer zij van uw vroegere wreedheid, die er u toe brengt om mij te streelen, zooals tijgers doen, met de klauwen. Zij glimlachte thans, maar het lachje beefde op haar lippen, Sorège antwoordde Heel goed 1 lieve, gij bedaart. Dat is heel verstandig. Ik ben van morgen gekomen om u al leen te spreken over de ontmoe tingen, die gij kunt hebben. Van avond zal ik u voor iets anders bezoeken. Hij stond op en nam zijn hoed, als een bezoeker, gereed om heen te gaan, Maar bij hem was altijd het laatste oogenblik het belangrijkste en de laatste zin, die het meeste waarde had. O I ik vergat nog te zeggen, waarom ik vooral bij u ben ge komen. Master Julius Harvey kiijgt overmorgen eenige vrien den te dineeren. Hij had graag dat gij kwaamt zingen, 's avonds. Jenny Hawkins verbleekte en met trillende stem vroeg zij Welke vrienden ontvangt hij Welken strik spant gij mij Welke wreede beproeving wilt gij mij nog opleggen? iVtordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1