DE GALEISLAAF. ALGEMEEN NIEUWS- FN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wetelijksch Overzicht. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK BRESKENS 34e Jaargang Zaterdag 28 Februari 1925 Nummer 3008 Het Solistenconcoui's te Oostburg. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur De vrede van Versailles is een beetje anders uitgevallen dan de bedoeling was, de bedoeling wel te verstaan van nu wijlen president Wilson, die door zijn veertien punten als de auctor intellectualis, de geestelijke va der van die vrede beschouwd zou kunnen worden, van de vol ken van Europa, die toezagen en van Duitschland, die zich ia die veertien punten gewonnen had gegeven en de wapens neer legde. De gedachte, die presi dent Wilson als de grondge dachte vooropstelde en die ook zijn landgenooten schenen aan vaard te hebben,geen over winnaars en geen overwonnenen" is absoluut losgelaten, zoo abso luut, dat men thans, bijna zes jaren na het tot stand komen van dien vrede zelfs in den Vol kenbond nog van de overwon nen staten spreekt en hun den druk der nederlaag nog in ziin volle gewicht laat voelen. En waarin dit vredesverdrag zoo geheel anders dus aan de over wonnenen, krachtens de gege ven beloften hadden kunnen ver wachten, nog de gedachte tot uiting komt, dat het een voor bereiding van een weg zou zijn naar den algemeenen vrede, waar de bedoeling zich uitspreekt, ook de overwinnaars van dit oogenblik de macht uit handen te nemen, die zij zich verover den, dat althans in de toekomst geen overwonnen en of overwin naars over den tekst zoo non chalant heengelezen, dat zij zich de verplichtingen niet meer her inneren, die die tekst ook hun oplegt. De weigering om de Keulsche zóne te ontruimen heeft de al- gemeene aandacht weer nadruk kelijk bepaald bij de ontwape ning van Duitschland. Blijkbaar zijn de geallieerden van oordeel, dat die verplichting niet is na gekomen. Een Engelsch gene raal heeft dezer dagen nog een ontzagwekkende lijst samenge- Van dien dag af, nam ik het vast besluit Lea te verlaten. Jeanne was een bekoorlijke maitresse, veel meer vrouw dan de Italiaaosche. Zij bekende mij, dat zij mij sinds lang be minde en dat ze dikwijls last had gehad, het mij te zeggen. Ik maak geen enkele toespeling op haar verhouding tot Lea, maar zonderling genoeg, het denkbeeld, dat zij zich aan Lea overgaf, was mij ondragelijk. En ik besloot haar bijeenkomsten te vei hinderen. Ik werd de Bartholo dier vreemde Rosines. Overigens kon ik zeer goed merken, dat Jeanne thans alles aan Lea weigerde. Haar woede, bitterheid en ruwheid openbaar den zich met een ongelooflijke vrijheid. Zij kreeg opnieuw hartstocht voor mij. Ik zag mij verplicht haar te troosten voor het ver raad, waarvan ik het voorwerp Was. Ik verwijderde mij dage lijk» al meer van haar. Ik be sloot mijn laatsten troef uit te spelen om mij tegenover haar steld van Duitschland's tekort komingen in dit opzicht. De schupo, de Duitschï oorlogsbe- grooting, het behoud van al lerlei militaire inrichtingen en van een o. rvloedig aantal ge neraals geiden als bewijs, dat Duitschland riet ontwapent en niet ontwapenen wil. Maar hoe het in dit opzicht met de geal lieerden staat, vermeldt de ge neraal wijselijk niet. Want niet waar het vredesverdrag, dat deze geallieeideu zoo geheel ten hunnen voordeele wiiten in te richten, bepaalt dan toch maar, dat de Duitsche ontwapening het begin zou zijn van de algemeene ontwapsning en dat de gealli eerden op zich namen 'tDuit6che voorbeeld te volgen. Hoe staat het nu met de nakoming van die verplichting, die de overwinnaars niet gedwongen als de overwon nene, maar vrijwillig op zich genomen hebben en waarin nog eenigjzine Wilson's gedachte zich uitsprak, dat deze vrede iets anders moest zijn dan een vrede, waarbij de overwinnaars zich de meest mogelijke voor- deelen verzekerden, dat ze de voorbereiding was voor den al gemeenen vrede, het einde van alle oorlogen. Te Genève heeft het nu bijna een jaar geleden geschenen, of men naar die ont wapening ernstig een goede weg zocht. De Engelsche verklarin gen hebbep getoond, dat het niet anders beteekend dan het pogen van enkele welmeenende idealisten. Nu glimlacht men een beetje over die poging. En de p-aktijk maakt het pro tocol van Genève het oorlogen niet onmogelijk, hebben de En gelsche deskundigen van de de partementen van oorlog en ma rine verklaard, maar het erkent den oorlog alt een voornaam instrument bij internationale be trekkingen en moedigt hem aan, doordat het een staat, die lie ver neutraal zou blijven, beveelt tegen een anderen, vroeger be- vrienden staat te vechten. Het klinkt prachtig en zou als een uiting van verregaande vredes gezindheid en idealisme opgevat vrij te maken. Ik had een aan zienlijke som noodig om mijn passief te dekken en Lea, ais ik haar verliet, genoeg over te la ten, om tenminste een jaar te kunnen leven. Ik kon er niet meer aan denken, mijn toevlucht te nemen tot crediet. Er bleef mij slechts éen middel omuitdi verlegenheid te geraken. Dat was te gaan spelen en een be- slisienden slag te slaan. Ik bracht al het geld bijeen, dat ik beschikbaar had, verkocht mijn laatste juweelen en twee nafchten lang speelde ik in de sociteit. Ik won honderdtachtig duizend francs. Ik was evenwel niet voldaan eo, zoo goed be handeld door het geluk, besloot ik het nog eens te beproeven. Een derden nacht ging ik weer aan de bank. Ik had voor mij alles wat ik in achtenveertig uur had gewonnen. Maar ik had 't dubbele noodig. Had ik toen nog den moed gehad terug te treden, dan had al het rampzalige, dat mij heeft getroffen, vermeden kunnen wor den. Maar hoe had ik zoo'n verstandig besluit kunnen nemen? Mijn geweten scheen geheel tot zwijgen gebracht, ik had niets dan slechte neigingen meer in mij. Ik had mijn moeder ver- kunnen worden, wanneer het niet van de departementen van oor log en marine kwam, die ook als een der bezwaren tegen het protocol opgegeven, dat-het de oorlogsbureaux belemmert in de vervulling van hun plicht, name lijk verdedigingsplannen voor zekere gebeurtelijkheden uit te werken en dat het een duide lijke strekking vertoont de rech ten van legeraanvoerders, vloot voogden, regeeringen en parle menten over hun eigen strijd krachten te beperken. Blijkbaar is de gedachte aan oorlogvoeren aan deze heeren dus toch nog niet zoo vreemd, als ze het willen doen voorko men. En dit feit is het, dat niet enkel de onderteekening van het protocol van Genève als alge meene ontwapening tegenhoudt. In het Lagerhuis heeft een der leden gevraagd, hoe het nu stond met de internationale ont wapeningsconferentie, die in Juni zou gehouden worden. En mi nister Chamberlain heeft daarop zeer ter snede geantwoord, dat die conferentie alleen gehouden zal worden, wanneer voor 1 Mei ten minste tien leden van den Volkenbond en de meerderheid van den Bondsraad hetGeneefsch protocol zouden hebben getee- kend ei dat die voorwaarde waarschijnlijk wel niet vervuld zou zijn. Zou de minister er erg rouwig om wezen En zou de wensch om deze ontwapenings conferentie te ontloopen wellicht niet een der redenen geweest zijn waarom de Engeliche regee ring niet teekende Er komt nu toch een ontwapeningsconfe rentie, zeker. Maar dat is er een van een gevaarlijker soort. Daar zullen niet alle volken over be raadslagen, maar zullen enkel de belanghebbenden nagaan, hoe ze de bewapening ter zee bij af spraak kunnen beperken, zonder eigen positie te verzwakken. De bewapening ter land blijft er dus heelemaal buiten. Amerika, dat in de tweede helft van dit jaar de conferentie wil bijeen roepen, heeft verklaard, dat het bij een beperking van de be- geten, die weende, mijn zuster, die tot mij smeekte. De voldoe ning mijner grillen, de bevredi ging mijner ellendigste harts tochten was mijn eenige wet. Ik was een zeer verachtelijk en zeer laf wezen. Ik heb mijn arme moeder voor mijn voeten zien liggen, mij smeekend tot haar terug te keeren, haar niet te verlaten, haar ouderdom niet te onteeren. Ik bleef doof voor haar gebeden, ik lachtte met haar wanhoop. Den derden nacht, alsof het lot mij met woede vervolgde en mij de gunsten wilde laten be talen, waarmee ik niet tevreden had weten te zijn, verloor ik alles weer wat ik gewonnen, plus nog veertigduizend francs, die de bankhouder mij voorschoot op mijn handteekening. Ver nietigd, geheel verslagen kwam ik op den dag bij Lea aan en het was voor haar gemakkelijk te zien, dat ik onder den indruk verkeerde van een ramp, die ik onherstelbaar oordeelde. Inder daad was alles wat ik bezat in handen van woekeraars. Mijn moeder had voor mij belangrijke sommen betaald. Mijn vrienden, moede mij geld te leenen, dat ik hun niet teruggaf, begonnen mij te vermijden. Ik had in de wapening te land geen belang heeft en dit een Europeesch vraagstuk is. Maar Europa, dat wii zeggen de groote Europee- sche mogendheden maken er zich liever niet druk over en doen haar best zoo goed moge lijk te vergeteo, dat het een vraagstuk is, waarvan het ver drag van Versailles haar de op lossing beveelt. Zoo lang men zich nog bezorgd maakt over de beperking van de macht der oorlogsbureaux om verdedigings plannen uit te werken, is men aan de ontwapeningsgedachte nog lang niet toe. En eerlijk gezegd, de toestand van Europa schijnt een ontwapening ook r.og allerminst aan te bevelen. De oorlog werkt nog altijd uit en de oorlogstoestand is te Ver sailles feitelijk maar in naam op geheven. Dat bewijst niet alleen het geschil tusschen Duitschland en Roemenie, dat van Duitschland buiten de Dawes-rapporten om nog de nakoming van allerlei finantieele verplichtingen eischt. Is de weigering om de Keulsche zóne te ontruimen niet zelf een bewijs En is in deze omstan digheden het succes ook van een conferentie voor de ontwa pening ter zee wel erg waar schijnlijk Amerika wenscht vooral een stopzetten van den internatio nalen wedstrijd in het bouwen van kleine oorlogschepen, die op het oogenblik door Frankrijk in groote getale worden ge bouwd. Maar ook Japan heeft al ver klaard, dat het niet zal kunoeD toestemmen in een groole be perking van het aantal duikbo ten en torpedojagers. Dat be looft dus niet veel goeds. En het wordt steeds duidelijker, dat men met het verdrag van Ver sailles allerminst op den weg naar den algemeenen vrede is geraakt. x crisis, die ik doormaakte, slechts de keus tusschen twee besluiten: mij dooden of vertrekken. Mij dooden, daar dacht ik niet aan. Maar vertrekken kwam zeer goed met mijn plannen overeen. Ik moest echter, voor de eer van mijn naam, mijn speelschuld voldoen. Ik moest noodzakelijk veertigduizend francs zien te krijgen. Lea bood mij haar ju weelen aan om ze te beleenen. Ik nam dit aanbod aan. Haar paarlen, safieren, diamanten, ik nam alles mee, en Iet wel, met de vaste bedoeling, niet meer voor haar te verschijnen. Ik kreeg tachtig duizend francs van de bank van leening, Ik zond het pandbriefje aan Lea, opdat zij met het geld, dat ik haar voor den vervaltijd dacht te zenden, hare sieraden kon lossen en ik ging mijne schuld betalen. Ik ging bij Jeanne Baud aan, die zich had voorbereid om mij naar Londen te vergezellen en ik kreeg van haar gedaan, dat zij den volgenden dag in Havre bij mij zou komen. Ik ging Sorège vragen om bij hem te mogen dejeuneeren, den eenige mijner vrienden, in wien ik ge noeg vertrouwen had, om hem alles te onthullen. Zijn verbazing scheen buiten- In aansluiting op ons verslag van dit concours in ons vorig nummer waarin geen plaats meer was voor de Openingsrede van den Eere-Voorzitter, meenenwij in het belang der vele muzi kanten, deze rede alsnog op te nemen. Te 5.30 uur werd dit con cours geopend door den Edel- achtb. Heer Erasmus als Voor zitter van het eere-comité, met de volgende woorden Als voorzitter van het eere comité voor het solistenconcours te houden door den Bond van Muziekgezelschappen in Weat- Zeeuwach-Vlaanderen heb ik het genoegen wederom hier in deze zaal U te mogen toespreken. Ik heet U dan ook allen welkom. Was het de vorige maal het tweede gewone concours, nu hebben we voor het eerst iets nieuws. Uw Bond heeft zich niet langer tevredengesteld om de verschillende gezelschappen in zijn geheel met elkander te la ten kampen, nu zal hij aan de Jury de muzikanten individueel naar voren brengen. Ik heb de taak om dit eerste solistenconcours te openen, dank baar aanvaard. Het is iets nieuws, wat nog meer dan de vorige concoursen de studie zal aan moedigen. Bij de uitvoering van een muziekstuk is het de kunst om gezamenlijk iets goeds naar voren te brengen, hier zal ieder voor zich de toehoorders moeten meenemen in zijn muzikale ge dachte. Wanneer we juist bij de uitvoering gezamenlijk iets goeds moeten doen hooren, zouden we zeggen, dat dit moeilijker zou zijn dan wanneer men een instrument alleen bespeelt. Ge achte toehoorders het is juist andersom. Daarom dient het ook te worden geprezen, dat reeds zoovelen zich hebben bereid verklaard om aan dit eerste con cours deel te nemen. Het is eene goede gedachte van den Bond geweest, om ook eens een gewoon, toen hij vernam, dat ik tot zoo'n uiterste was gekomen. Hij laakte het, dat ik iets van Lea had geleend, stelde zijn beurs tot mijn beschikking, maar hij had niet genoeg fortuin om mij afdoend te helpen. Zeer vriendschappelijk nam hij het op zich, mij tot tusschen- persoon te dienen bij mi]n mai tresse, teneinde haar mijn vertrek mede te deelen. Hij merkte op, dat het gevaarlijk voor mij kon zijn Lea in te lichten omtrent het land, waar ik heen ging. Hij bracht mij naar den trein, om helsde mij hartelijk, liet mij be loven hem te schrijven, als ik het een of ander noodig had. En de trein vertrok. Ik zag hem eerst terug voor het Hof van Assises, toen hij er kwam getuigen met een gematigdheid en een handigheid, die gunstig voor mij waren. Gij weet nu al wat er gebeurd is, aÜes wat ik verborgen heb voor den rechter van instructie, voor de gezworenen, voor mijn advocaat, zelf» voor mijn moeder. Daar ik plotaeling in de gevan genis werd geworpen en vandaar in het graf, dat bagno heet, weet ik niet wat er van Jeanne Baud is geworden. (Wordt vervo 'gd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1