ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Het jaar 1924.
BERICHT.
N ieuwj aarswensclien
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per po»t f 1,40
A d v e r t e n 11 e p r Ij s v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
Telefoon rdpqkpnq Postgiro
No. 21 DKEölVIlINj, j7704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
34e Jaargang
Woensdag 24 December 1924
Nummer 2991
Hierbij behoort een Kerstnummer.
Uit hooide van het KERST
FEEST zal ons blad van Vrijdag
26 December niet verschijnen.
Het nummer van 31 December
zal verschijnen op 1 Januari.
Hieiin worden
opgenomen. Vroegtijdige toe
zending is zeer gewenscht.
DE UITGEVER.
Het leven is in beweging,
voortdurende, rustelooze bawe
ging. En deze beweging moet
voortdurend verandering tot
noodzakelijk gevolg hebben. Het
is de verandering, die wij van
dag tot dag in eigen en anderer
leven bij voortduring waarnemen
en die aan dat leven zijn ruste
loosheid, zijn vaak beklemmen
de onzekerheid geeft. Maar nooit
worden we ons van die veran
derlijkheid duidelijker bewust,
dan wanneer we, stilstaand op
den weg, die voor ons uit zich
in het donker der toekomst ver
lies, achter ons zien naar wat
geweest is en om ons heen naar
wat is geworden. En wanneer
we op den dag, dat een oud
jaar wegzinkt in den nacht der
vergetelheid en een nieuw zijn
intrede doet, ons van het leven,
zooals het was en is, rekenschap
trachten te geven, dan treft het
ons wel het eerst, hoe telkens
opnieuw een andere vorm zich
aan ons vertoont, zonder dat we
altijd begrijpen kunnen, waaruit
die ontstaat en waarheen die
groeien zal.
Want nietwaar het is vooral
een vormverandering, die wij
waarnemen. Zoo ook het wezen
veiandert, die verandering gaat
te geleidelijk, dan dat we haar
altijd kunnen volgen. En het
lijkt ons daarom vaak, of het
leven telkens slechts een ander
van zijn vele facetten naar ons
toekeert. Maar we dienen ons
bewust te blijven, dat in deze
wisseling ook de groei tot uit
drukking komt, dat de verande
ring meer beteekent dan een spel.
En zoo we dat bewustzijn hou
den, dan is het zeker niet zonder
innerlijke vreugde en groeiende
hoop, dat we gisteren en vandaag
vergelijkende, heenzieode over
het jongste gebeuren en zijn
gevolgen en resultaten, het jaar
1924 als
Een vredesjaar
meenen te kunnen zien. Neen,
dat wil niet zeggen dat we in
dit jaar eindelijk den droom
der menschheid in vervulling
hebben zien gaan, waarvan nu
wijlen president Wilson ons de
spoedige verwerkelijking meen
de te kunnen verzekeren, een
overtuiging, waaraan hij, uitge
put en ontzenuwd in langen, ver-
geefschen strijd, zijn leven heeft
moeten offeren. Het wil ook niet
zeggen, dat we den vrede ge-
Vonden hebben, waarnaar sinds
1918 de menschheid tevergeefs
verlangd heeft. Maar het betee
kent wel, dat we naar dezen
Vrede, den vrede, dien het v e-
desverdrag van Verailles niet
brengen kon, eindelijk op weg
zijn geraakt.
Het is heel goed mogelijk,
dat we weer van dien weg af
raken. Maar dit kan aan het
feit, dat we erop geweest zijn,
noch zijn beteekenis, noch ook
zijn waarde voor de toekomst
onti emen. Een eenmaal begane
weg lokt gemakkelijker tot nieuw
betreder.
Het schadevergoedings-
vraagstuk.
kon alleen worden opgelost in
een geest, die de wereld sinds
lang al als de eenige mogelijke
en de eenig noodzakelijke tot
herstel van den vrede had er
kend.
In den aanvang van 1924 leek
de mogelijkheid van een derge
lijke oplosting en van een der
gelijke samenwerking nog ver
der af dan ooit. De opheffing
van het lijdelijk verzet in het
Roergebied bracht niet de door
Duitschland gehoopte wijziging
in de Fransche politiek. En de
strijd door Frankrijk, door mid
del van de separatisten in de
Paltz gevoerd, tot afscheiding
van dit gebied van Duitschland,
verbitterde niet alleen nog feller
de Fransch-Duitsche verhouding,
maar dreigde ook tengevolge
van het onderzoek, dat Enge
land door zijn Münchenschen
consul-generaal, Clive liet in
stellen en dat een verni:tigend
rapport tengevolge had, de
Fransch-Engelsche tegenstelling
nog scherper te zullen toespit
sen. Deze tegenstelling scheen
zelfs in openlijke vijandigheid
te zullen overslaan, toen Frank
rijk de Engelsche zóne in het
bezette gebied feitelijk blok
keerde.
Gelukkiger dan met hun ver
zet tegen de eischen der bankiers
waren de F'ranschen met hun
tegenstand tegen de Duitsche
eischen tot ontruiming van het
Roer-gebied. Een oogenblik
scheen het, ot op deze tegen
stand de conferentie stranden
zou. Maar de tusschenkomst
van Engeland en Amerika noop
ten Duitschland tot toegeven,
dat nog een jaar het Roer gebied
bezet bleef. En door de tege
moetkomendheid van Herriot, die
al dadelijk enkele steden liet
ontruimen en reeds vroeger am
nestie aan de uit het Roer-ge
bied gezette Duitschers had
verleend, bleef de slechte invloed
van deze bepaling en den ge-
oefenden dwang op de Duitsche
stemming grootendeels uit.
En dit vredeswerk heeft nog
bijzondere beteekenis en een
eigenaardig relief gekregen door
de volkenbondsvergadering, die
er op gevolgd en
Het protocol van Genève,
dat uit die verklaring voortge
komen is.
De redevoeringen door Mac
Donald en Herriot ter opening
van deze Volkenbondsvergade-
ring gehouden, voorspelden reeds
de bizondere beteekenis, die de
vergadering krijgen zou, en we
zen op de plannen, die men ten
opzichte van arbitrage en ont
wapening zou trachten te ver
wezenlijken.
Maar dit protocol is van de
groote mogendheden nog slechts
door Frankrijk geteekend. In
Engeland is nog al verzet daar-
tegen gebleken. En ook de on-
derteekening van
Nederland
schijnt nog niet vast te staan.
Over 't algemeen zijn we voor
den Volkenbond niet zoo bijster
geestdriftig gestemd en wan
trouwen we een beetje de vredes
beweging. Ai neemt dan ook de
drang tot ontwapening snel toe,
waarvan het debat tusschen prof.
Van Embden en generaal Snij
ders en andere dergelijke debat
ten het bewijs leverden, toch
zijn we nog allerminst geneigd
ons weerloos te maken. De oor
zaak van de ministerieele crisis,
die het afgeloopen jaar van 1923
had overgenomen, bewees dit
reeds voldoende. En de plannen
van het nieuwe ministerie Ruys
de Beerenbrouck, na een ver-
geefsche poging ook van de drie
rechtsche leiders tot vorming
van een ministerie, toonen, dat
daario nog geen verandering is
gekomen. Want ondanks de
noodzakelijkheid vanbezuiniging,
waaraan we o.a. het veel be
streden plan-Colijn, de salaris
verlaging der ambtenaren en 't
gebaar der Koningin, om een
deel van haar inkomsten ter be
schikking der schatkist te stellen,
danken, is blijkens de jongste
Troonrede een nieuwe Vlootwet
te wachten. Die noodzakelijkheid
van bezuiniging en van vermeer
dering van inkomsten, die feite
lijk ons heele publieke leven
beheerschte, had naast de ge
noemde natuurlijk nog tal van
andere gevolgen. Zoo dankten
de nieuwe tariefwet, de belasting
op rijwielen, de opheffing van
het Hoog Militair Gerechtshof,
de wijziging der Arbeidswet, de
verhooging van de tabaksaccijns
en de verlenging van 't schoenen
wetje daaraan haar ontstaan.
Bovendien noodzaakte de toe
stand onzer geldmiddelen ons
tot een nieuwe leening van 40
millioen dollars te New-York.
Maar het succes van deze maat
regelen bleef gelukkig niet uit.
Onze begrooting is thans ten
naastenbij in evenwicht, onze
gulden lijkt veilig en nieuwe
vooruitzichten schijnen zich,
dank ook het langzame herstel
van het oeconomisch leven der
wereld, ook voor ons land te
openen.
De verhouding tot de andere
staten, zoo verklaarde ook dit
jaar de Troonrede, blijft vriend
schappelijk. Maar niettemin zul
len tal van Nederlanders wel
eens moeite hebben vriendschaps-
gevoelens te bewaren voor
Belgie,
waar nog telken» de gedachte
aan annexatie van een deel van
ons grondgebied blijkt rond te
spoken en waar de behandeling,
die er de Vlamingen ondervin
den, getuige het weerzinwek
kende optreden van de Gent-
sche politie bij de begrafenis
van Dr. Meert, de behandeling
van den Waalschen student, die
ter gelegenheid van het groot-
Nederiandsch studentencongres
te Leuven een Vlaamsch stu
dent neerschoot, in tegenstelling
met die van den Vlaming De
Man, die in zelfverdediging te
Brussel een Waal doodde, nog
weinig sympathie en achting
voor het Nederlandsche zich uit
spreekt.
Toch toont de verwerping van
het Fransch-Belgische handels
verdrag, dat het verzet tegen
een achternaloopen van
Frankrijk
zich er beslister begint te open
baren.
In Frankrijk voelde men deze
verandering des te pijnlijker,
omdat in het afgeloopen jaar
Frankrijk's machtspositie onge
twijfeld verzwakte, zoowel door
de gewijzigde verhoudingen aan
den Rijn als door de nieuwe
verhoudingen in Midden-Europa
en de verzwakking van het
Fransche crediet, die van de da
ling van de Iranc het natuurlijk
gevolg werd. Deze daling noopte
tot de ingrijpende financieele
maatregelen ter bezuiniging, ver
meerdering van inkomsten door
nieuwe belastingen en tot tegen
gaan van speculatie, welke Foin-
caré ondanks heftig verzet wist
door te voeren en tot het aan
vaarden van een Engelsch-Ame-
rikaant crediet.
Poincaré's opvolger, Herriot,
volgde van den aanvang al een
tegemoetkomende politiek te
genover Duitschland en wist ook
de verhouding tot
Engeland
aanmerkelijk te verbeteren. Daar
was in het begin van het jaar
de arbeiderspartij aan het be
wind gekomen. Maar de afhan
kelijkheid van de liberalen, zon
der wiens steun het in de min
derheid bleef, hield het nieuwe
ministerie zwak. En herhaalde
lijk moest het dan ook van een
voorgenomen maatregel afzien
en ecu nederlaag in het Lager
huis tt achten te verduwen.
De uitslag der gehouden ver
kiezingen waarop waarschijnlijk
de brief van Zinonjef, welks
echtheid door de Russen ont
kend wordt, niet zonder invloed
is gebleven, beteekende een
schitterende overwinning voor
de conservatieven, die inet een
groote meerderheid in het La
gerhui» terugkwamen. In
Duitschland
bleek men met deze conserva-
tieve overwinning in Engeland
maar matig ingenomen, daar men
er een minder tegemoetkomende
houding van vreesde, welke
vrees zich tot nu toe niet be
waarheid heeft.
De stemming in Duitschland
zelf onderging trouwens ook een
merkbare verandering. De ge
weldmethode van Foincaié had
de nationalistische strooming bij
zonder versterkt, zoodat de Kijks-
dagverkiezingen aan de volk-
schen 32 zetels opleverden en
aan Duitsch-nationalen en com
munisten, die eveneens tegen de
vervullingspolitiek in verzet zijn,
een winst respectievelijk van 40
en 43 zetels. Niettemin aan
vaardde ook de uit deze ver
kiezingen voortgekomen Rijksdag
de overeenkomsten te Londen.
Ingezonden Mededeeling.
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75
Laxeer-Tabletten 60 f
Hoofdpijn-Tabletten 60<«-
Bij Apoth, en Drogisten
Met
Rusland
had Duitschland een plotseling
conflict, tengevolge van het
binnendringen der Berlijnsche
politie in het gebouw van de
handelsafdeeling van het Sowjet-
gezantschap.
De erkenning van Engeland,
Italië, Frankrijk en kleinere sta
ten, verzekerde de Russische
regeering een vastere positie,
hoewel in het land zelf de tegen
stelling tusschen Trotzki en de
doctrinaire bolsjewisten onder
Zinowjef zich na den dood van
Lenin bedenkelijk toespitste.
Het conflict met Roemenië
over Bessarabië bleef na de mis
lukking van de Weensche con
ferentie slepende en schiep een
nieuw gevaar in het Zuid Oosten.
Op den Balkan
zelf wilde de rust ook nog niet
terugkeeren. Roemenië had zijn
antisemistische troebelen. In
Zuid-Slavië duurde de strijd met
de Kroaten, die meerdere cen
tralisatie verlangden, voort. En
Griekenland zette koning George
II buiten de landsgrenzen. Ook
in Albanië bleef het onrustig.
Italië,
dat nog altijd streeft naar ver
sterking zijner positie op de
Oostkust der Adriatische Zee,
bleef deze onrust met bizondere
aandacht gadeslaan. Het land
herbergde de marine-conferentie,
die een voortzetting derWas-
hingtoniche zou zijn, maar zonder
succes verliep, en de vergade
ring van den Volkenbondsraad.
De positie van Mussolini bleef
uiterlijk dezelfde, maar verloor
door den toenemenden tegen
stand tegen het fascisme, die
zich vooral na den moord op
het socialistisch Kamerlid Mat-
teotti zoo sterk openbaarde, on
getwijfeld aan innerlijke kracht.
Nog in sterkere mate geldt
dit voor het directorium in
Spanje
dat ook met het verzet van het
leger te kampen kreeg en
op welks prestige de ongelukkige
afloop van den veldtocht tegen
de Rif Kabielen in Marokko een
allerongunstigsten invloed uit
oefende.
De roerigheid der Arabieren,
die zich in dezen opstand uit
sprak, toonde zich overal in de
Arabische wereld, ook vooral in
het nabije Oosten, waar
Turkije
ze met leedvermaak gadesloeg
niet alleen, maar de nationalis
tische Turksche regeering, die
o.a. het kalifaat ophief en den
laatsten kalief het land uitzette,
ze ook zooveel mogelijk tot haar
voordeel trachtte aan te wenden
bij haar streven naar herstel der
vroegere Turksche macht. Dit
streven bracht haar met de Fran-
schen in botsing in Syrië en met
de Engelschen over Mosoel en
had een algemeene onrust in 't
nabije Oosten tengevolge.
Maar ook in het verre Oosten,
met name in
China
was het het afgeloopen jaar on
rustig. In den strijd, die er op
nieuw tusschen Woe-pei-foe en
Tsjan-tso-lin uitbiak, werd de
eerste, tengevolge van het ver
raad van generaal Feng, ver
slagen, De Japansche regeering
zag ongetwijfeld dezen uitslag
met genoegen. En het is daar
om zeer waarschijnlijk, dat