DE GMSIAAF. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Zeventig maal zevenmaal. De Tariefwet. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprys per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNo.f02°in BRESKENS Abonnements-Advertenties zeer biliyk tarief. Advertenties worden aangenomen tot ulteriyk Dinsdag- en Vrydagraiddag 1 uur 34e Jaargang Woensdag 8 October 1924 Nummer 2968 die blijkt, teleurgeiteld in die eenen mensch, die ons misdeed, en in de menschen in 't alge meen. Maar wanneer we met ona zeiven heelemaal eerlijk zijn, moeten we gewoonlijk wel er kennen, dat er wel degelijk wre vel, verbittering, haat in ons hart is tegen den peraoon van den dader en dat dan ook, hoe we het ook te verbloemen trach ten, wraakzucht ons beweegt. Het is volkomen natuurlijk. Het zeventig maal zevenmaal verge ven ligt niet in den aard der menschen; het éénmaal niet eens. Tot dat éénmaal kunnen we mis schien nog wel komen. In den strijd met onze oorspronkelijke wraakzucht kunnen we er vaak wel in slagen, niet alleen de da den van wraakzucht na te laten, maar ook die wraakzucht en den haat, zelfs den lichtsten wrevel ten slotte uit ons hart te bannen Maar kunnen we 't de zevende maal doen, die de apostel Pe trus noodzakelijk vond Kunnen we zevenmaal denzelfden mensch vergeven, wanneer hij telkens opnieuw ons onrecht doet? Dit wil niet zeggen, of we zevenmaal onze hand kunnen terughouden van iedere daad van wraak, maar of we ook ze venmaal ons hart volkomen vrij kunnen maken van elk gevoel van haat of bitterheid en ook dezen naaste kunnen liethebben alt ons zeiven Er zijn er wellicht, die het kunnen, maar het zijn de uit zonderingen. En wie zullen dan het .zeventigmaal zevenmaal" in praktijk kunnen brengen Maar weten we ook, waarom wel het niet kunnen Het is toch zoo eenvoudig. Want het is tenslotte alleen, omdat we tekort schieten tegenover het tweede gebod .onzen naasten lief te hebben als ons zeiven". Een bekende vrouw heeft eens gezegd „Alles begrijpen is alles vergeven. Liefhebben is alles be grijpen". Begrijpen we nu, waar om we tegenover de Wijchen- sche moordenaars alleen wraak zucht voelen We begrijpen niet. En dat we niet begrijpen, dat komt, omdat we ons niet kunnen indenken, inleven in het leven van anderen. Die anderen staan als vreemden tegenover onswe geven ons geen moeite hen te kennen, te begrijpen. En dere den daarvan is, dat we hen niet liefhebben, dat we den mensch niet liefhebben. We kunnen niet zeventigmaal zeven maal ver geven, omdat de liefde ontbreekt, de liefde niet zoozeer, niet al leen tot dien eenen mensch, die tegen ons misdeed, maar de liefde tot den naaste. Want deze liefde alleen is het, die ons den mensch kan doen begrijpen in al zijn schakeerin gen, al zijn afdwalingen, al zijn zonden, en, hem begrijpende, kan doen vergeven. Het zeven tigmaal zeven maal kan eerst werkelijkheid worden, wanneer het groote gebod werkelijkheid wordt, dat we onzen naasten liefhebben als ons zeiven. Is het eigenlijk niet een andere uit drukking voor dit gebod An ders gezegd, wanneer Jezus leert, dat we niet zevenmaal maar zeventigmaal zevenmaal den broeder moeten vergeven, die tegen ons zondigde, zegt hij dan niet in andere woorden op nieuw, dat we onzen naasten moeten liefhebben als ons zeiven. Aan de Tweede Kamer heeft het Bestuur der Kalkzandsteen- Vereeniging een zeer uitvoerig adres gezonden, waarin o.a. wordt betoogd, dat, daar het bestaande tarief, op sommige fabrikaten van toepassing, zwak beschermd is, een verhooging de bescherming vergroot. In het vigeerende tarief is metselsteen niet belast. In het nieuwe tarief ontbreekt het wederom. Het is niet aan twijfel onder hevig, dat metselsteen in ons land in ruim voldoende mate en uitnemende qualiteit wordt ge- procudeerd, voorts dat de con currentie in dat artikel hevig is. Ingezonden Mededeeling. MIJNHARDT's Staal-Tabletten v. 90ct Maag-Tabletten 75 Zenuw-Tabletten 75ct Laxeer-Tabletten 60ct Hoofdpijn-Tabletten 60« Bij Apoth. en Drogisten. De steen-industrie was en is met dat al een marginale in dustrie en niettegenstaande het totale productievermogen kan voorzien in de Nederlandsche behoeften, wordt tegenwoordig een zeer belangrijk quantum steen uit België ingevoerd. De Belgische fabrieken waren vioeger en zijn thans grooten- deels gesyndiceerd, handhaven prijzen in het binnenland en werpen de overproductie naar ons land vrij op de markt, door welke overproductie hare al- gemeene kosten dalen. Niettegenstaande lage produc tie-kosten, door j*oede outillage, hebben de baksteen voor haar .rood" en „boerengrauw" en de kalkzandsteen voor haar product wegens de hier te lande zooveel hooger productie-kosten, zwaar te kampen tegenover de „belgen" die minder belast zijn met sociale wetten. Nu treft het als een grievende onbillijkheid, dat diverse indu- striën hier te lande thans wel bevoorrecht worden met een tarief van 5 pCt. en dat dit wordt verhoogd tot 8 pCt. ter wijl andere waaronder de steenindustrie niet onder de beschermde industrieën zijn op genomen, terwijl de algemeene verzwaring van lasten ontstaande door hooger tarief en daardoor ontstaande tendenz naar alge meen hooger loonen, haar wel alle nadeelen daarvan brengt maar niet de voordeelen en haar dus dubbel treft. Het gevolg van een en ander is uiteraard nog ernstiger ver zwaring der positie voor indu- stritn wier artikelen niet tot de bevoorrechte behooren. Een invoerrecht van 5 pCt. zoude voor metselsteen reeds Toen Petrus, een van Jezus' discipelen, op de vraag die hij zelf stelde „Hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven 7" zelf het antwoord gaf: .Zeven maal?" meende hij ongetwijfeld zich al zeer vergevensgezind uit te spre ken en de liefde tot den naasten te toonen, die de meester als het tweede gebod, aan het eerste gelijk, dei menschheid had voor gehouden. Hij wist, dat de oude leer van het ,oog om oog en tand om tand" had afgedaan, en de nieuwe leer alle wraak zucht niet alleen uitsloot, maar zelfs met het vergeten en ver geven van een enkele tegen ons misdreven misdaad geen genoe gen nam. En hij meende al ge heel overeenkom itig die nieuwe leer te handelen, waar hij niet één, maar tot zevenmaal toe zijn broeder wilde vergeven. Maar Jezus wees hem terecht. .Niet zevenmaal, maar zeventig maal zevenmaal". Dat wil zeggen al tijd weer opnieuw. Zijn er wel heel veel onder ons, die dat be grepen hebben En is er wel een enkele, die daarnaar han delt We behoeven maar te luisteren naar de gesprekken, die de menschen naar aanlei ding van de behandeling der Wijchensche moordzaak voor de rechtbank te Arnhem voerden, om ons opnieuw te herinneren, dat wraakzucht een van de meest elementaire eigenschappen van den mensch is. Het „oog om oog, tand om tand" is vrijwel ieder onzer uit het hart gegrepen. We zeggen het zoo niet meer. We spreken liever van een voldoe ning voor het beleedigd rechts gevoel van een herstel van het geschonden recht. En wanneer we de beestialiteit zien, waartoe menschen als de moordenaars te Wijchen kunnen afzinken, dan begrijpen we zeker, dat er een verzoening noodig is en tegen over dergelijke daden een straf geëischt moet worden, die het verbroken evenwicht herstelt. Hij heeft, toen wij al onze vrienden noodig hadden, het voorbeeld gegeven van afvallig heid. Hij was mijn vei loofde. Hij heeft zich over mij ge schaamd. Ik kende hem niet meer. Hij bemint u nog altijd, zei Marenval haastig. Dat doet mij genoegen, ant woordde mejuffrouw de Fréneuse met klem. Maar zich tot haar moeder wendende, zeide zij Vergeef mij. Ik heb Maren- val afgehouden van het doen van de vertrouwelijke mededeelingen, die u met ongeduld wachtte, om over nietsbeduidende dingen te spreken, Lief kind, zei Marenval goed hartig, wij zullen gelegenheid hebben elkaar dikwijls te zien, want wij gaan een campagne ondernemen, die lang kan zijn. Zeer veel vreemde zaken zullen dan tot klaarheid komen. Gij wilt niet, dat ik u op dat oogen- blik spreek ovei Tragomer. Later zult ge mij misschien vragen, hem bij u te brengen. Wanneer Maar we denken ons geen oogen- blik in in de mentaliteit, de psyche van zulke menschen. We vragen niet hoe dergelijk af zinken van menschen mogelijk en of ten slotte wij allen niet eenigszins daaraan mede schul dig staan. We voelen naast de zen drang om te straffen niet tevens een oogenblik de deernis met den mensch, die zoozeer tot onmensch kan worden, met de vreeselijke psychische ellende, die er achter schuilt. Integen deel we voelen de neiging om zelf te dooden. .Zulke menschen moesten ze in stukken hakken". ,Ik zou met pleizier tegenover zulke menschen fungeeren". Deze en dergelijke uitdrukkingen too nen, dat het het instinctieve wraakgevoel is, dat in ons wak ker geroepen is en waaraan we, onder den schijn van het voor het beleedigd recht op te ne men, veelal den vrijen teugel laten. Maar wanneer dit gevoel zich reeds zoo sterk laat gelden, waar we zelf niet debeleedigde partij zijn, waar tegenover ons persoonlijk geen misdaad be gaan is, dan is het begrijpelijk, dat we aan het zeventig maal zevenmaal moeilijk toekomen, zoodra ons eigen belang, ons eigen recht, onze eigen persoon lijkheid in het gedrang raakt. Onze eerste indruk, wanneer een ander iets tegen ons mis doet, is er een van felle erger nis en toorn en van verbittering. We voelen een plotselinge, on beredeneerde haat en een on weerstaanbare neiging om ons te wreken. Het kan zijn, dat we daaraan niet toegeven, dat wil zeggen, dat we geen daad van wraakzucht begaan. Maar in ons binnenste nemen we wraak. Zijn we gewoon ons van onze daden en gevoelens rekenschap te ge ven en ons zeiven zedelijk eischen te stellen, dan beredeneeren we het daarbij gewoonlijk wel zoo, dat het niet het schenden van ons belang, ons recht, onze per soonlijkheid is, dat ons zoo op windt, maar dat we verbitterd zijn over het onrecht, dat zich openbaart over de slechtheid, gij eens weet, wat hij reeds ge daan heeft en wat hij bereid is te doen om u dienstig te zijn, zult gij toegevender worden. In elk geval weet ik, dat als ik hier ben, dit door zijn toedoen is. Ik dacht er niet aan om iets te ondernemen voor Jacques, toen Christian is aangekomen met zóó onverwachte inlichtin gen, dat ik onmogelijk onver schillig kon blijven. Maar wat heeft hij dan in Gods naam ontdekt vroeg mevr. de Fréneuse met zoo'n angst, dat haar dochter haar in de armen nam en trachtte te kal- meeren. Waarde nicht, antwoordde Marenval, vraag mij niets, ik mag niet spreken. Een enkel onvoorzichtig woord kan alles bederven. Wacht af. En stem er in toe, blindelings den weg te volgen, dien wij zullen banen. O, als er redding mogelijk is tot dien prijs, stem ik toe in al de beproevingen, die gij mij zult willen opleggen. Sedert twee jaar leef ik als in een graf. Een zwakke lichtstraal dringt er nu in door, dank zij u. Als ik u niet kan spreken over onze nieuwe verwachtingen, waarde nicht, zijn er toch din gen, waaromtrent ik bij u in lichting moet vragen. En in het belang van ons succes, verzoek ik u mij zonder terughouding te antwoorden. Onder de vrienden van uw zoon was er een, intie mer dan de andere, en die met hem was opgevoedgraaf Jean de Sorège. Mevrouw de Fréneuse ant woordde haastig Ja, Jean de Sorège Het was een aardige jongen, van zeer .goede familie. Ik heb veel van zijn moeder gehouden Hij verloor haar te jong, tot zijn ongeluk. Hij was met Jacques opgegroeid. De twee kinderen verlieten elkaar niet in hun jeugd. Er waren nieuwe relaties noodig, die mijn zoon veel kwaad heb ben gedaan, om hen te scheiden.- Gij beschouwt de Sorège dus als 'n goeden vriend van Jacques? Als den besten, dien hij kon hebben. Was die jonge man rijk? Neen I En juist daarom heeft hij zich van mijn zoon verwij derd, daar hij niet dezelfde ver teringen kon maken als hij en omdat hij zich niet in schulden wilde steken om ook zoo'n leven te leiden, heeft hij met Jacques gebroken. Vergeef mij, als ik op een bijzondere wijze blijf aandringen, maar het is allernoodzakelijkst. Toen uw zoon de ongelukkige vrouw kende, die hem tot dwaas heden vervoerde die Lea Perelli, was toen de Sorège nog in relatie met hem Zeker. Er was zelfs wel eens heftige ruzie tusschen deSoiège en Jacques over die vrouw. Graaf Jean heeft alles gedaan om hem over te halen, met haar te breken. Hij heeft hem zelfs geschreven, dat zij hem bedroog en gebood hem de middelen om haar te betrappen. Bestaat die brief, waarvan gij mij spreekt Hij werd door mij aan de justitie afgegeven en moet in 't dossier voorkomen. Hij was door onzen ouden bediende gevonden, toen hij de kamer van Jacques binnentrad. Het gevolg was een heftige woordenwisseling tusschen mijn zoon en zijn viiend. Ze hadden haast geduelleerd Gemeen schappelijke vrienden hebbende zaak geschikt. Heeft uw zoon nooit eenig gevoel van vijandschap geopen baard tegen zijn gewezen vriend, sedert de noodlottige gebeurte nis. Heeft hij hem nooit ver dacht van slechte bedoelingen ten zijnen opzichte Voor zoover ik weet niet. Maar als het vertrouwen, dat ik in de Sorège had, volkomen was, als ik nooit anders dan symphatie voor hem heb gehad, moet ik toch erkennen, dat in mijn huis niet iedereen er zoo over dacht. Wie was hem dan niet gunstig gezind Vooreerst mijn dochter, wien hij steeds mishaagde, en dan de oude Giraud, mijn bediende, die hem nooit heeft kunnen lijden. 01 mejuffrouw Marie vond, dat de vriend van haar broeder wantrouwen verdiende Laat mij niet iets zeggen, wat ik niet denk, antwoordde mej. de Fréneuse haastig. Onder geen voorwendsel zou ik graaf de Sorège bij u in een kwaad dag licht willen stellen. Hij had een karakter, dat mij niet beviel, dat is alles. En welk karakter had hij naar uw meening, juffrouw Marie Hij toonde zich hooghaitig en spotziek, en dat kan ik niet verdragen. Hij berekende alles koel en handelde pr> ,it licht vaardig. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1924 | | pagina 1