DE GALEISLAAF. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijksch Omzicht. vsmhhwsei*. 1RESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. E. BOOM—BLIEK TNo'T BRESKENS p°78$4ro Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 34e Jaargang Zaterdag 4 October 1924 Nummer 2967 Het valt zoo ontzettend moei lijk eigen «chuld te erkennen. En daarom zoeken we de oorzaak van al het onaangename, van onze zorgen en onze droefheid, van onze fouten en de rampen, die ons en anderen treffen, zoo voortdurend buiten ons. Onge twijfeld hebben ook de omstan digheden schuld. Wanneer de gebeurtenissen anders verliepen, zou wellicht ook onze persoon lijkheid anders daartegen uitko men Maar dat ze zoo verloo- pen en niet anders, dat is voor een deel want voor een an der deel gebeurt er natuurlijk veel waarop wij riet influencee- ren toch onze eigen schuld. Maar we weten dat veelal niet. En zoo we het weten, willen we het nog maar zelden erkennen. We beseffen te weinig dat het leven, ons en aller leven, groo- tendeels van binnen uit bepaald worden, en daarom zoeken we het herstel, het wegnemen van de fout in de verandering der uiterlijke omstandigheden en de veranderingen van den vorm. Dn t doen feitelijk ook de mo gendheden, groote en kleine, die thans te Genève bezig zijn maat regelen te nemen ter voorko ming van den oorlog. Verplichte arbitrage wordt vastgesteld, sanc ties worden bepaald tegen den snooden aanvaller, die het in de toekomst wagen mocht den vre de der menschheid te verstoren. Het lijkt allemaal heel mooi. En het is ook wel mooi. Mits men maar bedenke, dat het het mooiste en het belangrijkste niet is Zoo nu en dan blijkt dat de een of andere staat het wel wat anders zou willen hebben dan bepaald is. Dan dreigt soms plotselinge mislukking van het werk. Dat is, wanneer oude kwesties om den hoek van de vergaderzaal komen kijken en de heeren opnieuw het wantrou wen doen voelen, dat toch hei melijk in aller gemoed leeft. Engeland is bang, dat zijn vloot onder het commando van Zijt gij vandaag alleen geko men, hernam zij, om voor mij een geloofsbetuiging af te leggen, die mij zeer treft Ik zou u daar zeer dankbaar voor zijn. Sympathiën zijn des te kost baarder naarmate zij zeldzamer zijn. En ik zou u van ganscher harte er voor danken, dat gij ons niet verlaat. U verlaten 1 riep Marenval uit. Acht gij mij daartoe in staat Ik zal u bewijzen, dat ik ge trouw ben, en moedig, en Hij werd in zijn ontboezeming gestuit door een gebaar van mejuffrouw de Fréneuse. Kalmer dan haar moeder, had ïij van 't begin der samenkomst af de houding van haar bloed verwant bestudeerd en zij was getroffen geworden door het gedwongene er van. Tusschen de verzekeringen van den Maren- val van nu en de terughouding van den Marenval van toen, was zoo weinig overeenkomst, dat er heel wat woorden noodig waren om ze met elkaar in overeen stemming te brengen, de Volkenbondsraad zal komen. Kleine staten protesteeren tegen het verplicht stellen van deelne ming aan militaire sancties. En Japan herinnert zich zijn kwestie met Amerika over de Japansche emmigratie en wil, dat het Internationaal Hof be slist, alhoewel dat punt van ge schil behoort tot de binnenland- sche wetgeving van een der par tijen, niettemin de Volkenbonds raad moet voortgaan met zijn pogingen de partijen te verzoe nen. Het heeft allemaal dezelfde oorzaak. En het is deze oorzaak, die moet worden weggenomen, wil het werk van Genève succes hebben. Maar dat wegnemen ligt niet in de macht van de Vol kenbondsvergadering het ligt ook niet eens in den macht der afzonderlijke staten en volken. Egoisme, haat en vertrouwen zijn gewoonlijk onze eigen wil te sterk. En wanneer we ons zelf willen vrij maken, kan dat alleen voetje voor voetje gaan. De geestelijke ontwapening kan niet gecommandeerd worden. Maar alleen wanneer zij tot stand gebracht is, kan het werk van Genève zijn volle beteeke- nis krijgen. Nu is het nog zoo ver niet. En waarom Het is niet onze schuld, wan neer het pessimisme ons de vreugde vergalt over de suc cessen, die de vredesgedachte te Genève schijnt te behalen. De feiten spreken te duidelijk. Maar schalk Foch heeft gezegd, dat in den Volkenbond nog twee dingen ontbreken, namelijk, dat de naties, die bij de handhaving van den vrede in Europa en de behandeling van de Europeesche aangelegenheden het meeste be lang hebben, een beslissende stem in den Volkenbondsraad hebben, en dat materieele mid delen ter beschikking van den Volkenbond worden gesteld, om zijne beslissingen te laten eer biedigen. Men ziet wel het addertje, dat hier in het gras schuilt. De naties, die bij de handhaving van den vrede en de behandeling Maar gelukkig voor Marenval hadden moeder en dochter van wat hij gezegd had, alleen het vuur van zijn taal onthouden. Een heimelijke vreugde had haar doordrongen. Beiden hadden er een reeds verdwenen hoop in teruggevon den, en in enkele woorden, resu meerde mejuffrouw de Fréneuse den toestand Waarde neef, vroeger hebt ge niet aan de onschuld van mijn broer geloofd, en nu gelooft gij er wel aan, om een reden, die mij ontgaat. Marenval zag de beide vrou wen met een geëxalteerden blik aan en met een uitdrukking in zijn stem, die haar tot tranen roerde, sprak hij Het is waar. Ik geloof thans dat Jacques onschuldig is. Maar het is niet voldoende het te ge- looven, men moet het bewijzen. Dat wij onder ons elkander troosten met goede woorden, geeft niets j laat ons niet ver- feten dat een schitterende reha- ilitatie het eenig doel moet zijn van ons pogen. Gij hebt er toch zeker aan gedacht, die te ondernemen Mevrouw de Fréneuse boog ootmoedig het hoofd. van de Europeesche aangelegen heden het meeste belang heb- ben, dat zijn de groote mogend heden en in Foch's oog onna tuurlijk de groote Entente-staten bijzonderlijk Frankrijk en Enge land. En aan deze staten zou hij dan bij algemeene ontwapening door middel van den volken bondsraad waarin zij immers de beslissende stem moesten hebben een leger en vloot en luchtmacht ter beschikking willen stellen, teneinde de wereld naar hun inzichten en belangen te regeeren. Maarschalk Foch is daarbij waarschijnlijk wel te goeder trouw. Hij meent in gemoede, dat de wereld er het best aan toe zou zijn, wanneer ze zich onder Fransche of Fransch-En- gelsche heerschappij stelt. Maar hoe staat deze opvatting tegen over de vredes- en ontwapenings gedachte Is dat het doel, dat te Genève wordt nagestreefd Dan doen de kleine staten in de eerste plaats het verstandigst zoo spoedig mogelijk hun vertegen woordigers vandaar terug te roe pen. Maar het is de oorlogsge dachte, die zich in deze woor den van den generalissimes uit spreekt. Foch ziet de volken niet als een eenheid, maar zijn geest leeft nog in de tegenstellingen, die in den oorlog tot uitdruk king kwamen. En hij wil de overmacht, die de groote En tente-staten zich door en in den oorlog veroverden, bestendigen. Dat is niet, omdat Foch een ge neraal maar omdat hij een Franschman is. Herriot den mi nister-president zegt het wat an ders. Maar wanneer het aan de Vorwürts, het Duitsche sociaal- Democratische blad, verklaart, dat de Franich-Duitsche toena dering niet te verwezenlijken is, zoolang de Fransche democratie niet als maar een republikeinsche meerderheid in Duitschland vindt en dat Duitschland maar ver trouwen moet stellen in de goede bedoelingen van Frankrijk, dat rechtvaardigheid wil betrachten zonder zwakte, dan is dat waar schijnlijk goed gemeend, maar, het gevoel van Frankrijk's over- heerschende machtspositie komt En hoe konden wij daaraan denken Het grootste ongeluk is, dat men zich onmachtig ziet, ik zeg niet om de werkelijkheid van een feit aan te toonen, waaraan men gelooft gelijk men aan God gelooft, maar reeds om de moge lijkheid er van te betwisten. Wij zijn nu reeds twee jaar als ver pletterd onder den verschrikke- lijken last der veroordeeling. En, durf ik het u te bekennen, Marenval, als ik nooit getwijfeld heb aan de onschuld van mijn zoon, heb ik af moeten zien van het onderzoek der beschuldigin gen, die op hem rustten, want, als ik ze een voor een beschouw de, waren ze zoo zwaar, zoo vreeselijk, zoo zeer bewezen, dat ik er toe kwam de duide lijkheid ervan te ontkennen, en dat was voor mij een ontzet tende marteling. Ik heb mij dus bepaald tot een soort fanatieke ontkenning, die alle redeneering buitensluit en die de kreet is van mijn moederhart. Ik geloof niet aan de schuld van Jacques, omdat hij mijn kind is, en mijn kind de misdaad niet heeft kunnen plegen, die men hem verweet. Op alles wat men heeft kun- er duidelijk in tot uitdrukking. En het is juist een dergelijke machtspositie, die moet worden opgegeven. Natuurlijk zullen nooit alle volken gelijken invloed in de volkerensamenleving kunnen oe fenen. Naarmate ze grooter en sterker, begaafder en energieker zijn, zullen ze voor de wereld meer beteekenis hebben. Maar juist daarom is Frank rijk's huidige positie onnatuurlijk en kan niet gehandhaafd blijven dan door overmacht van wape nen. Want de toestand, die we zoeken en die alleen bestendig kan blijven en door den blijven- den vrede verzekerd, is de na tuurlijke evenwichtige toestand. Daarom had ook Zabowsley, de vertegenwoordiger der Sowjet- regeering, gelijk, toen hij de her ziening der verdragen een der voorwaarden voor ontwapening en algemeene vrede noemde. Maar het is juist deze herzie ning, die de Entente-staten in geen geval willen. De wensch, door Roemenië in de eerste commissie tot uiting gebracht, dat de arbitrage-ver plichtingen geen betrekking zou den kunnen hebben op een ge schil, voortkomend uit den wensch tot wijziging van bestaande ver dragen, spreekt dat nog eens duidelijk uit. De Entente staten hebben door de vredesverdragen een bijzonder bevoorrechte po sitie gekregen, die zij natuur lijk niet wenschen op te geven. De Amerikaan Johnson heeft wel gezegd, dat de Volkenbond ner gens anders toe diende dan om die positie te verzekeren. Het is zeker wat kras uitge drukt. Maar niettemin is duide lijk, dat de bepaling in het Vol kenbondsverdrag, volgens welke de bestaande toestand moet ge handhaafd blijven en alle toe tredende staten dien moeten er kennen van den blijvenden vrede niet moet bemoeilijken en dat alleen wanneer de geestelijke ontwapening het schrappen de zer bepaling mogelijk zal maken, het Geneefsche werk voor den vrede een duurzaam succes kan hebben. nen aanvoeren, bewijzen, heb ik altijd geantwoord met zelfbe wustheid Hij is mijn zoon. Hij is onschuldig 1 Maar als ik die onschuld moest aantoonen, hoe zou ik dan moeten doen Waar zou ik de noodige geestkracht vinden om den bun del bijeengevoegde bewijzen te verbreken Hoe zou ik de rech ters overtuigen De advocaat van Jacques zelf, meester Durant, die den armen jongen met zoo'n hartstochtelijke welsprekendheid verdedigde, zei mij na de ver oordeeling, toen ik hem onder vroeg: Ik weet het niet. Als ik hem hoor roepen, dat hij niet schuldig is, geloof ik het. Als ik hem hoor roepen, dat hij niet schuldig is, geloof ik het. Als ik het dossier bestudeer, twijfel ik. Waarde nicht, de aangebrachte bewijzen waren glashelder. Ik zelf werd er door verblind. Maar sedert gisteren ben ik geheel en al veranderd, en ik bevestig thans met even veel overtuiging de onschuld van uw zoon, als ik bereid was zijn schuld aan te nemen. En waarom juist sedert gis teren vroeg mejuffrouw de Fréneuse, Welke ommekeer heeft teiliitemrttoilt. Wanneer een menschelijk lichaam volkomen wil function- neeren en voldoen aan alle ge stelde eischen, zal het niet alleen normaal, d. w. z. volkomen ge zond moeten zijn, doch ook een zoodanige regeling bezitten, dat die gezondheid behouden wordt. Daartoe is noodig een geregelde toevoer en vooral een geregeld verwerken van de benoodigde stoffen. De daarvoor bestemde organen behooren geregeld te werken en mag die regelmatige werking vooral niet gestoord worden óf door te veel óf door te weinig aanvoer. Evenals voor het menschelijk lichaam, bestaat de gezondheid van het sociale lichaam in een goed geregeld even» icht tus schen voortbrenging en gebruik. Wanneer niet genoeg werd voortgebracht, zou dit de ellende van een hongersnood kunnen beteekenenwordt echter te veel voortgebracht, dan is er eveneens ellende, namelijk die van werkloosheid. Want iedere overproductie brengt niet alleen een verkwisting van rijkdom, doch ook een groot verlies van krachten. Het sociale lichaam behoort, evenals welk levend lichaam dan ook regelmatig van toevoer te worden voo zien, of beter gezegd, regelmatig in wat voor de menschheid noodig is, te voorzien. Het vraagstuk van de voort brenging was het gemakkelijk ste toen de zoogenaamde familie nijverheid nog bestond. Dat was het tijdvak toen ieder afzonder lijk of in kleine groepen in eigen behoeften voorzag. Men bouwde dus niet alleen den grond of fokte vee, doch verwerkte de producten voor eigen gebruik door het voor de groep of stam benoodigde brood te bikken, 't 1) In eenige op zich zelf staande artikelen hopen wij van zuiver economisch standpunt den oorsprong en de gevolgen van het huidige maatschappelijke stelsel te bezien. er in uw geest plaats gehad Hebt gij kennis gekregen van een feit, dat een nieuw licht op de zaak kan werpen Wat mij betreft, ik ben altijd getrouw gebleven aan de zaak van den armen jongen, toen iedereen hem verliet. Ik tracht nog te verklaren wat voor mij een ondoordringbaar geheim blijft. Gij kunt dus vrijuit spreken. Marenval zag het meisje met verteedering aan. Ja, ik weet, Marie, zei hij, dat gij niet hebt getransigeerd en allen, die geen gemeene zaak met u schenen te maken, uit uw hart hebt gebannen. Gisteravond bevond ik mij nog in gezelschap van een man, die u teeder beminde, en die gij van van u verwijderdet, zonder mede lijden Het gelaat van mejuffrouw de Fréneuse bertrok. Haar lippen trilden, maar zij zweeg. Ik bedoel Christian de Tra- gomer, voegde Marenval er bij. Ik dacht wel, dat er van Tra- gomer sprake was, zei mej. de Freneuse koel. Weinul waarde neef, als jij mij een genoegen wilt doen, spreek dan nooit over hem. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1924 | | pagina 1