DE GALEISLAAF. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijkscb Overzicht, VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 33e Jaargang Zaterdag 27 September 1924 Nummer 2965 fBBFILLBTeN. Vakopleiding. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNo,020in BRESKENS p°'$4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Hoe ook ten slotte de beraad slagingen in de derde commissie van den Volkenbond, die het vraagstuk van ontwapening en arbitrage onder handen heeft, moge afioopen, dit schijnt wel zeker, dat deze vijfde volken bondsvergadering voor het vraag stuk van den blijvenden vrede een buitengewone beteekenis zal krijgen. Tot nu toe is het altijd een beetje gebleven bij het er omheen praten. Nu worden ein delijk definitieve en vaste rege len overwogen en een procedure vastgesteld, die in de plaats van het geweld van den oorlog de geschillen zal beslechten, welke ieder oogenblik tusschen de sta ten reizen kunnen. Deze geschillen kunnen van verschillenden aard zijn. En wan neer men het ergens nog niet over eens is geweest, dan is het wel in de eerste plaats, of niet alleen juridische, maar ook po litieke geschillen voor beslechting door arbitrage in aanmerking zullen komen. Maar dit geschil lijkt thans finail uit den weg geruimd, doordat men alle geschillen aan arbitrage wil onderwerpen. De vraag blijft alleen op welke wijze de procedure gevoerd zal wor den en voor welk lichaam. En een tweede, nog belangrijker vraag misschien is, of altijd ar bitrage noodig zal zijn. Het is toch mogelijk, dat de eene staat de andere aanvalt zonder dat er feitelijk een geschil bestaat. In dit geval zou dus de Volken bondsraad feitelijk niets anders hebben te doen dan de aange sloten staten, die zich tot hulp verplicht hebben, op te roepen, ten einde de vastgestelde sanc ties toe te patsen en kan dus feitelijk van arbitrage geen sprake zijn. Maar er zijn er die meenen, dat ook dan nadat de aanval ge stuit is, nog de zaak zelf aan arbitrage zal moeten worden on derworpen. Het verschil is duidelijk, maar zal toch in de piactijk wel tot proporties worden teruggebracht. Wie een ander wil aanvallen, doet dat gewoonlijk onder een of ander voorwendsel en fanta seert of schept dus zelf een ge schil, We hebben dat gezien, toen indertijd Engeland de Zuid- Afrikaansche republieken be geerde. De aanvallende staat zal zich dus altijd wel op een ge schil beroepen, dat voor arbi trage vatbaar is En zal dan het bevoegde college dezen eisch van arbitrage zonder meer kun nen afwijzen f Men voelt oogen- blikkelijk hoe gemakkelijk het zich door zijn sympathieën of antipathieën zal laten leiden. En hier teekent zich dus al dade lijk de beteekertis af, die het voor den toekomstigen wereld vrede en voor de positie van allen volken hebben moeten, hoe dat arbitrage college is samen gesteld. De bedoeling is, dat de Vol kenbondsraad bet eerste woord krijgt, dat wil zeggen, dat de geschillen in eerste aanleg van dezen Raad zullen gebracht wor den en dat ook deze raad zal beslissen wie aanvaller is. Maar er openbaart zich in de derde commissie ook een sterk streven om den Raad niet het laatste woord te laten en voor wat de beslissing in zake het geschil betreft, beroep op het Hof van Internationale Justitie in Den Haag of op een voor de gelegenheid opzettelijk samen gesteld college van arbiters, open te laten. En de wensche- lijkheid springt onmiddellijk in het oog. De samenstelling van den Volkenbondsraad maakt het tot een politiek college. En het is al erg genoeg, dat ee i der gelijk college een zekere beslis sing in eerste instantie kan ge ven door vast te stellen, wie aanvaller is. Maar de duidelijke bepaling, dat de Staat, die arbitrage wei gert aanvaller is, ontneemt dit gevaar zijn scherpen kant. Wan neer echter de Raad een defi nitieve beslissing kan geven in 10 Want hij, verstaat gij wel, was te San Francisco, en bij is de schuldige. Ik zal bet bewijzen, met moeite, maar, ik twijfel er niet aan, op een onweerlegbare wijze. Om de schuld van een ver dachte vast te stellen, zijn tal rijke en duidelijke aanwijzingen van die schuld noodig. En hier hebben wij niet alleen een schul dige te vervolgen, wij hebben de onschuld van een veroordeel de te bewijzen. Er is driemaal zooveel zekerheid noodig als voor een gewone zaak. Dat moet ons in vuur en vlam brengen, Marenval. Want, hoe moeilijker de taak is, des te schitterender zal het succes zijn. Zijt gij nog steeds bereid om mij te helpen Ja, zei Marenval, ondanks alles 1 De Breton keek zijn metgezel aan met vasten blik Dat is goed 1 Gij zijt de man, dien ik mij dacht. Wij zullen slageu. Hij nam zijn horloge 't Is nu een uur in den morgen. Genoeg gepraat, voor een eerste maal. Ons verbond is gesloten. Mijn woord erop. Als er wat uitgegeven moet worden, gaat dit mij aan. En als er gevaar is Dan belast ik mij er mee, zeide Tragomer. Zij drukten elkaar de hand, en door de binnendeur, gingen zij de sociteit weer binnen. II. Den dag na Kerstmis, hield het rijtuig van Cyprien Maren val vroeg in den morgen stil voor de buitendeur van het som bere, stille huis in de rue des Petits Champs No 47bis. Op een gewichtigen toon zei de bezoeker tot zijn koetsier Pierre, laat het paard een kwartiertje stapvoets loopen, het is erg warm Ik moet hier een poosje blij ven, en er is werkelijk een schrikkelijke tocht in deze straat. Hij zette den kraag van zijn pels op en ging de binnenplaats over. Daar achter verhief zich een huis van een kloosterachtig aanzien, met een gevel, zwart van ouderdom, met vensters, door blinden gesloten een stoep de gerezen geschillen, dan is er alle kans, dat de gerechtigheid daarbij wel eens in het gedrang kan komen. We hebben tot nu toe van de Volkenbondsrecht spraak niet veel fraais beleefd. Mac Donald zelf heeft daaraan nog herinnerd door op de beslis sing in zake Opper-Silezie te wijzen, waar toen de volkstem ming die beslissen zou, ten voor- deele van Duitschland uitviel, de vroegere uitspraak werd te niet gedaan en een nieuwe pro cedure aangespannen om Polen althans nog een deel van het betwiste gebied te kunnen toe stoppen. In de kwestie tusschen Lithauen en Polen, dat de Lithausche hoofdstad eenvoudig inrekende, hebben de rechters van de Volkenbond zich al even min roemrijk gedragen. En dat kan ook niet anders, omdat de Volkenbond zelf, maar vooral zijn raad, veel te veel het lichaam was, dat, zooals de Amerikaansche senator Johnson het uitdrukte, den buit der over winnaar had te verzekeren. Maar dat maakt dan ook den Volkenbondsraad ongeschikt om als rechterlijk college te fungee- ren. Reeds buitendien is zijn in vloed veel te groot. Wanneer het Volkenbondsverdrag thans gewijzigd wordt overeenkomstig de voorstellen, die in de derde commissie aanhangig zijn, dan wordt wel de internationale vre destoestand veiliger verzekerd, maar feitelijk ten koste van de onafhankelijkheid en souvereini- teit der kleine staten. De Vol kenbondsraad wordt een soort van politiemacht boven de sta ten, die allerlei maatregelen kan bevelen bij meerderheid van stemmen althans in eerste instan tie verschillende arbitrale beslis singen nemen,internationale com missies benoemen en aan de staten hun gedrag voorschrijven. Maar in den Volkenbondsraad hebben de groote mogendheden de beslissing en een vasten ze tel, terwijl er uit de kleinere een paar vertegenwoordigers worden-bijgekozen. Wanneer men dat bedenkt, dan wordt het ook van vier treden, door den regen uitgebeten, voerde naar den in gang. Marenval schelde, en het schel len weerklonk door het huis, de stilte als met een heiligschennend geluid verbrekend. Na een oogenblik bemerkte de bezoeker, door de ruiten heen, een oude bediende, die haastig aan kwam loopen, en de deur werd geopend. De bediende scheen vroolijk verbaasdge dienstig trok hij Marenval zijn jas uit en zei op gemeenzamen toon Ja, meneer, de dames zijn thuis... Zij zullen blij zijn meneer te zien. Meneer is in lang niet geweest. Ze zijn zoo bedroefd, beste Giraud. Zoo bedroefd, dat het moeilijk is in gelijke stemming te geraken. Hoe droevig men zich ook zelf te moede voelt, men vreest, als men tracht ze te troosten, hare smart te belee- digen. Ja, meneer, dat is wel waar I zei de bediende, terwijl hij het hoofd boog. Haar smart ia on troostbaar. Maar hoe maken zij het met haar gezondheid Goed, meneer. O, als het met den geest net zoo was. duidelijk, waarom China een ze tel in dien raad opeischt en waarom Duitschland alleen tot den bond wil treden, zoo het eveneens toegang krijgt tot den raad. De eenige billijke en juiste regeling zou natuurlijk zijn, dat de Volkenbonds-aad telkens op nieuw door de Volkenbondsver gadering werd gekozen, zonder dat bij de samenstelling met groote en kleine mogendheden rekening werd gehouden. Maar dan zouden de groote mogend heden zich natuurlijk beslist en unaniem verzetten. Het spant er nu al om, of ze zich, zoodra het haar eigen aangelegenheden raakt, aan de beslissingen van den Raad willen onderwerpen. Het geschil tusschen Griekenland en Italië indertijd heeft dat wel allerduidelijkst getoond en voor het richlig werken van de rege ling, die men thans uitdenkt, niet al te veel hoop gegeven. Misschien valt het nog mee. Er dreigt nu weer een geschil waarin Italië betiokken is. En we zullen dus w.llicht kunnen vergelijken. Maar heel zuiver is die vergelijking niet. Achter- Egypte, van wie Italië een baai aan de Noord-Afrikaansche kust eischt, staat Engeland, achter Griekenland stond destijds nie mand. Dat maakt wel eenig ver schil. Maar voor den raad wordt het geval er niet gemakkelijker door. Dan kan ze allicht meer ple zier beleven van de Marokkaan- sche affaire. Het heet, dat de Spanjaarden vrede willen sluiten met de Rifbewoners, die hen zoo in het nauw brengen en die dan hun land grootendeels te rug zouden krijgen. Maar de Spaansche officieren schijnen zich daardoor in hun krijgsmans eer aangetast te voelen. En er is daarom wel kans, dat ze het vredebegeerend directorium weg jagen. In dat geval zou de Raad wellicht, wanneer het tusschen Marokko en Spanje niet noodig is, tu.schen het Spaansche direc torium en de Spaansche offi cieren kunnen arbitreeren. Dat Maar dat is zoo niet. Neen, dat is zoo niet I Maar als meneer zoo goed wil zijn binnen te komen, zal ik de dames waar schuwen. Marenval trad een grooten salon binnen, ietwat sober, van ouderwetsche meubels voorzien. Aan de muren hingen eenige schilderijen van waarde, over blijfselen van een merkwaardige verzameling, waarvan de kost baarste doeken achtereenvolgens verkocht waren. In de hoeken stonden leege glazen kasten. Het was gemakkelijk te zien, dat de bewoonster van het huis zich gewoonlijk niet in dit ver trek ophield. Niets was er in aanwezig van de voorwerpen, die twee intelli gente en werkzame vrouwen gewoonlijk hebben. Alles was netjes, koud en somber. Eene deur werd ge opend, en de oude bediende verscheen weer. Als meneer zoo goed wil zijn mij te volgen, mevrouw verzoekt meneer, boven te komen. Marenval besteeg de steenen trap met gesmeed ijzeren leuning, en op den overloop van de eerste verdieping, kwam een jong meisje, geheel in het zwart, den bezoeker tegemoet, hij zich met binnenlandsche aan gelegenheden niet zou bemoeien, weerspreken toch, zeggen de Russen, de Zijdelingsche be moeiing van den Volkenbond met den opstand in Georgie. Een der gevolgen van de Fransche Revolutie was de op heffing der gilden. Ofschoon de wijze, waarop deze opheffing plaats vond, niet bijzonder sym pathiek was volgens de aan- teekeningen zouden zij eenvou dig zijn weggevaagd werd toch algemeen begrepen, dat hier instellingen verdwenen, die op zijn zachtst gezegd uit den tijd waren. En hoezeer men ook moge erkennen, dat de gilden destijds een sociale en een economiiche taak te vervullen hadden, thans is toch zeker ook genoegzaam bewezen, dat de taak van de gilden tot het ver leden behoort en dat deze door andere instituten en onder gansch andere omstandigheden dient te worden voortgezet. Het economisch doel der gil den mag als bekend worden geacht. Het kwam in hoofdzaak hierop neer, den verbruikers te verzekeren, dat de leden der gilden waren uiterst bekwame vakliedendat zij waar zouden leveren, die wel tot de beste kwaliteit gerekend kou worden en eindelijk den leden van het gilde een behoorlijk bestaan te verzekeren. Het eerste bracht mede een behoorlijke en technisch uiterst ontwikkelde vakopleiding. In den regel mochten de gildebroeders hoogstens twee leerlingenhebben, daar een grooter aantal toch moeilijkheden zou opleveren voor de wijze, waarop het ambacht moest worden uitgeoefend. Gemakkelijk hadden deze leer lingen het dikwijls niet. Als regel waren zij bij den meester in den kost, .terwijl in de keu ren" (voorschriften) soms ook geregeld was wie hun eenlicha- Marenval stond, een weinig verlegen, tegenover mejuffrouw deFréneuse. Zij reikte hem glimlachend de hand. Maar welk een troostelooze malancolie in de uitdrukking van dat schoone gelaat 1 In die-fijne trekken lag een smartelijke ernst uitgedrukt. Om de zachte, diepe, zwarte oogen, verzwakt door tranen, lagen kringen/ Een bewonderenswaar dig voorhoofd, met golvend blond haar gekroond, dat achter het hoofd was opgeknoopt, zonder coquetterie, verleende dit fiere gelaat een onvergetelijke no blesse.' Marenval keek een oogenblik zijn schoone bloed verwante aan, schudde droevig het hoofd, en zeide op vriende lijken toon Wel juffrouw Marie, altijd nog even onredelijk Altijd nog even ongelukkig, meneer Marenval. En uw moeder U zult haar aanstonds zien. Zij geleidde Cyprien in een klein vertrek, in een soort heilig dom, waar mevrouw de Fréneuse alles bijeen had gebracht wat haar aan haar zoon herinnerde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1924 | | pagina 1