ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Dooi liefde overwonnen,
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per post f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels ^5 cent
Elke regel meer 15 cent. lngez. Meded. 30 ct. p. regel.
Telefoon
No. 21
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
BRESKENS
Postgiro
17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
33e Jaargang
Woensdag 20 Augustus 1924
Nummer 2954
Het Packtvraagstuk.
Hoewel het pachtvraagstuk uit
den aard der zaak slechts een
deel van het volk de pach
ters en verpachters meer in
't bijzonder raakt, is toch ook
het algemeen belang daarbij
zoozeer betrokken, da) het alles
zins gewenacht ia, de/ openbare
aandacht op dit vraagstuk ge
vestigd te houden. Het onlangs
verschenen rapport 'der Staats
commissie vooi het pachtvraag-
8tuk, geeft daarvoor thans nog
te meer aanleiding.
Vooral dient de vraag onder
oogen te worden gezien, waar
om voor de regeling der pacht
wettelijke voorziening noodig
wordt geoordeeld en hier niet,
zooals op meenig ander gebied,
de bepaling van den prijs en
andere voorwaarden aan de vrije
concurrentie, aan de werking
van vraag en aanbod, kan wor
den overgelaten. Het antwoord
op deze vraag moet in hoofd
zaak gezocht worden in de om
standigheid, dat de grondeigen
dom een min of meer monopo
listisch karakter draagt, wijl de
grond slechts in beperkte mate
aanwezig is. Hieruit valt af te
leiden, dat het aanbod van te
verpachten landerijen min of
meer co: slant is. Was dit met
de vraag naar deze landerijen
ook het geval, dan ware het wel
licht mogelijk hoewel zulks
geenszins als vaststaand is aan
te nemen daar de pachter als
maatschappelijk zwakkere altijd
in ongunstiger positie is geplaatst
als de verpachter zonder een
ingrijpen van overheidswege een
zoodanig evenwicht in de be
langen van pachter en verpach
ter te verkiijgen, dat bijde par
tijen bevredigd konden zijn. De
vraag naar pachtgronden is in
werkelijkheid echter in ons land
verre van constant en, wat in
dezen vooral van belang is, bo-
fBtflïsïsBTeN.
15.
(Slot.)
,Gij kunt mij niet misleiden,
mevrouw 1 Ik weet dat uw lieve
dochter zich vrijwel bevindt, en
ik weet ook, dat de dokter ge
zegd heeft, dat hij volstrekt geen
vrees meer koestert voor eene
geheele en spoedige herstelling".
„Maar, professor 1" aldui bracht
mevrouw Huubner aarzelend en
met een diepen zucht nog in
het midden, „mijne dochter heeft
mij zoo dringend gebeden, om
u vriendelijk te verzoeken, u
niet bij haar toe te laten niet
dat zij uwe belangstelling niet
waardeert, maar als de verhou
ding tusschen u en haar
„Nog dezelfde was gebleven
als voorheen, wilt gij zeggen",
aldus viel de heer Hufschmidt
haar in de rede. Maar bedenk
eens, mevrouw, dat ik haar juist
persoonlijk wilde spreken, om
eene andere verhouding in het
leven te roepen, en wel eene
Verhouding, welke alleen gevon
den wordt tusschen
Nog voordat hij den volzin
had kunnen voleindigen, werd de
deur van een aangrenzend ver
trek opengedaan en Ottillia stond
in persoon voor zijne oogen en
mocht ook al haar hoofd nog
geheel en al omzwachteld zijn,
vendien sterk toenemend. Onze,
ook ten plattelande, snel aan
groeiende bevolking maakt, dat
het aantal gegadigden bij land
verhuringen dikwijls groot, men
kan gerust zeggen, te groot is.
Een gevolg van deze toene
mende vraag is immers, dat men
bij het nagaan van pachtvoor-
waarden niet genoeg rekening
meer houdt met de gebruiks
waarde van het aangeboden land,
maar gedreven door de nood
zakelijkheid om aan den kost te
komen, dikwijls veel te bezwa
rende voorwaarden accepteert.
Hiertegenover zou kunnen wor
den opgemerkt, dat het voor de
gegadigden dan toch beter zou
zijn, in een ander beroep of el
ders hun geluk te beproeven in
plaats van zich bij voorbaat
zulke zware lasten op te leggen.
Men bedenke evenwel, dat het
voor hen, die in het landbouw
bedrijf zijn opgeleid uiterst
moeilijk is op lateren leeftijd
zich in een ander vak nog zoo
darig te bekwamen dat zij daarin
een behoorlijk bestaan kunnen
vinden, terwijl de gelegenheid
voor emigratie op zichzelf
bovendien voor velen een be-
zwarenden stap waartoe alleen
in de uiterste noodzakelijkheid
wordt overgegaan tegenwoor
dig zeer b-perkt is.
Waar aldus de werking van
vraag en aanbod ten onzent ver
stoord is en geen waarborg meer
biedt voor het verkrijgen van
goede pachtvoorwaarden, mag
een wettelijke regeling achter
wege blijven. En zulks volstrekt
niet alleen in 't belang van den
pachter zelf, al lijdt hij uit den
aard der zaak tengevolge van
de geschetste misstanden, de
grootste schade. De verpachter
zal eveneens de nadeelige ge
volgen ondervinden, wanneer hij
zijn landerijen op voor den pach
ter te bezwarende voorwaarden
verhuurt. De laatste zal min of
meer worden gedreven tot het
toch was er in de uitdrukking
van haar gelaat niets ziekelijks
te lezen. Mevrouw Huubner ver
wijderde zich, en onze professor
bevond zich met de patiënt al
len in de kamer.
„Beste Ottillia 1" aldus ving hij
aan, „het onverwachte, ondubbel
zinnige en onbaatzuchtige bewijs
van toegenegenheid, hetwelk gij
mii giiteren hebt gegeven, doet
mij met grond hopen, dat gij
mij geen gunst zult weigeren,
die u door mij met de grootste
bescheidenheid wordt gevraagd.
Ottillia werd bloedrood, zocht
eerst naar woorden, begon toen
irts te prevelen, maar de heer
Hufschmidt liet haar niet aan 't
woord komen, en vervolgde on
middellijk
„En die gunst is, mejuffrouw,
om uwe genegenheid voor mij
plaats te doen maken voorliefde
jegens mij, nameliik eene liefde,
die tusschen twee personen een
band smeedt, die slechts door
den dood verbroken wordt".
Ottillia kon hare eigen ooren
niet gelooven, en hare sidderende
hand zocht een steunpunt, om
niet van ontroering ter aarde te
vallen.
„Daar boven in den koepel
van den schouwburg", aldus ging
hij met geestdrift voort, „lacht
u de beeltenis toe van eene
vrouw, eene beeltenis, welke u
een geheim verraden zal, het
welk aanvankelijk voor mij zelf
een raadsel was. Die beeltenis
Zal u zeggen, dat de innigste
plegen van z.g. roofbouw en in
elk geval niet die zorg aan het
gepachte besteden, welke voor
een behoorlijke instandhouding
noodig is.
Ook op het loonpeil moeten
dergelijke pachtvoorwaarden on
gunstig werken. De pachter, die
op te zware lasten zit, zal na
tuurlijk een sterke neiging heb
ben, de loonen zooveel mogelijk
te drukken de positie van den
landarbeider wordt dientenge
volge nauw bij het vraagstuk
betrokken.
Het is verder duidelijk, dat
van de ongunstige positie, waarin
zoowel de pachter als de land
arbeider, door ondeugdelijke
pachtvoorwaarden worden ge
bracht, andere bevolkingsgroepen
den terugslag moeten ondervin
den zoodat wel vast staat, dat
ook het algemeen belang in hoo-
ge mate bij deze aangelegenheid
is betrokken.
Alleszins verklaarbaar is het
derhalve, dat ook buiten de
kringen der direct belanghebben
den belangstelling voor het vraag
stuk is ontstaan en dat verschil
lende politieke partijen daaraan
aandacht hebben geschonken.
Het gevolg van een en ander is
geweest, dat in 1919 de boven
genoemde Staatscommissie is in
gesteld met het doel te onder
zoeken of een wettelijke regeling
van de pachtovereenkomst wen-
schelijk moet worden geacht. In
geval deze vraag door haar in
bevestigenden zin 2 0u worden
beantwoord, kreeg de commissie
tevens tot opdracht, de noodige
voorstellen daarvoor te ontwer
pen welke dan zouden bestaan
in wijzigingen van den zevenden
titel van het derde boek van het
Burgerlijk Wetboek, waarin eeni-
ge algemeene regelen inzake de
pacht worden aangetroffen.
Bij de beoordeeling van de
vraag, wat te dezer zake ge
daan moet worden, dient nadruk
kelijk vooropgesteld, dat bij een
aandoeningen mijner ziel, die ik
eerst nu voor u blootleg, reeds
langen tijd de gevoelens waren
van een hart, dat uitsluitend klop
te voor u. Luister nu maar eens
toe. Ik wilde eene muze schil
deren naar een oorspronkelijk
ideaal, door mijzelf bedacht
maar hoe verbaasd, hoe verstomd
en hoe verbijsterd zag ik op,
lieve Ottillia 1 toen ik na de vol
tooiing er van, in die beeltenis
u aanschouwde en niemand an
ders. Werktuigelijk had de hand
de trekken voortgebracht van
eene vrouw, welker gansche
wezen dag en nacht, en reeds
zoolang, voor mijn geest had
gezweefd".
Met een hartstochtelijken uit
roep„Beste Ottillia I ik heb u
lief', greep hij nu hare hand,
en smeekte haar om voor eeuwig
de zijne te willen wezen.
„Och, professor 1 riep zij toen
schreiende uit, „het is zelfbedrog,
niets anders dan zelf bedrog, het
welk u in uwe opgewondenheid
aldus doet spreken".
„Neen, neen, liefste 1 in de
verste verte is geen zelfmislei
ding de bron mijner ontboeze
mingen, maar dezelfde liefde,
welke zonder dat ik 't wist
werktuigelijk de hand be
stuurde, die mijne ideale muze
moest schetsen, diezelfde liefde
beheerscht ook thans mijne woor
den, welke van die liefde op
rechte tolken zijn. Ja, ja, beste
Ottillia 1 ik heb u lief; maar gij
bemint ook mij. Lees ik di;
pachtovereenkomst niet alleen het
bepalen van den prijs van belang
is de voorwaarden, waaronder
het gepachte aan den pachter
in hebruik wordt gegeven, spe
len eveneens een belangrijke rol.
Het doel van een wettelijke
voorziening moet verder zijn
een zoodanige regeling van het
pachtvraagstuk te verkrijgen,
waarbij het algemeen belang het
meest gebaat is. Dit brengt mede,
den pachter een positie te ver-
schaden die hem een behoorlijk
bestaan waarborgt en in staat
stelt het gepachte op rationeele
wijze te exploiteeren en in stand
te houden en een redelijk loon
aan zijne arbeiders uit te keeren.
Uitgaande van dit standpunt,
moeten de wettelijke voorschrif
ten de mogelijkheid openen
dat de pachter een zoo volle
dig mogelijk gebruiksrecht over
het gepachte verkrijgt
dat hij, wanneer de gebruiks
waarde der gepachte gronden
blijvend wordt verhobgd, voor
door hem aangebrachte verbe
teringen vergoeding van den
verpachter kan erlangen,
dat hij, wanneer door buiten
gewone omstandigheden de op
brengst van het bedrijf belang
rijk lager is dan waarop bij het
aangaan van de pacht redelij
kerwijs kon worden gerekend,
aanspraak verkrijgt op \ermin-
dering der pachtsom
dat hem een langdurig gebruik
van den grond wordt verzekerd.
Aan deze eischen komen de
voorstellen der Staatscommissie,
die de haar gestelde vraag over
de wenschelijkheid eener wette
lijke regeling in bevestigenden
zin heeft beantwoord, een heel
eind tegemoet. Alleen ten op
zichte van het laatstgenoemde
punt, de continuatie van de pacht,
geven zij geen bevrediging, ter
wijl ook wat betreft het tweede
punt hare voorstellen positiever
konden zijn.
Een zeer belangrijk, maar te
niet in den blik uwer oogen, en
voel ik dit niet in den druk
uwer hand
Toen waren hare krachten uit
geput. De betoovering zijner
woorden was haar te sterk ge
weest. Haar hoofd zonk op zijne
borst, en een hartelijke kus legde
het zegel op dat tweevoudig
verbond.
„De algemeene Morgenpost"
bevatte nog heden, noch in het
vervolg het voorspelde artikel
van den heer van Glietz maar
wel kon men in de ochtend
editie van den volgenden dag
lezen, dat professor Leopold
Hufschmidt op zijn atelier een
bezoek had van den koning, en
daarna met Zijne Majesteit in
een galarijtuig een rijtoer ge
maakt had door de stad.
Op hen, die reeds bekend
waren met de afgesprongen ver
bintenis tusschen den neer Huf
schmidt en Jonkvrouw Alice von
Steinar, maakte de bovengenoem
de mededeeling een eigeuaar-
digen indruk in verband met het
volgende bericht, hetwelk men
dien dag in hetzelfde dagblad
lezen kon: „Men zegt, dat de
baron von Steinar voornemens
is een geruimen tijd met zijn
gezin in het Zuiden door te gaan
brengen, De gezondheidstoestand
van zijne eenige dochter Alice
schijnt dit verblijf aldaar voor
haar noodzakelijk te maken".
Ingewijden beweerden, dat de
reis naar Nizza ging. Wellicht
aldus gisten sommige achter
ver.s uiterst moeilijk te regelen
punt vormt natuurlijk de vraag,
of de pachtprijs naar wettelijk
voorschrift zal worden vastgesteld
Dit zou dan moeten gebeuren,
door aan doorvoor in 't leven
te roepen organen commissies
van deskundigen de bevoegd
heid te geven die prijs te be
palen in de gevallen, dat de
partijen zelf niet tot overeen
stemming kunnen komen.
Het zal aanbeveling verdieuen
thans te streven naar hetgeen
bereikbaar lijkt, te weten, den
pachter recht te geven op ver
goeding van door hem aange
brachte verbeteringen, hem recht
op schadeloosstelling toe te ken
nen in geval de opbrengst van
het gepachte door buitengewone
omstandigheden belangrijk be
neden de normale blijfc en hem
zooveel mogelijk een langdurig
en volledig gebruiksrecht te ver
zekeren.
Van overwegende beteekenis
bij de regeling van het pacht
vraagstuk blijft de instelling van
zoogenaamde pachtcommissies.
Zonder aan een deskundig en
onpartijdig orgaan in pachtaan-
gelegenheden ruime wettelijke
bevoegdheden te geven is een
goede regeling zelfs niet denk
baar. Het kan immers moeilijk
uitblijven, dat bij de uitvoering
van wettelijke voorschriften pach
ter en verpachter dikwijls van
gevoelen verschillen en dan kan
slechts de uitspraak van onpar
tijdige personen, die zoo moeten
worden gekozen dat zij ook door
hun persoonlijkheid het noodige
gezag weten uit te oefenen, een
bevredigende oplossing geven.
Een gelukkig verschijnsel is het
in dit verband, dat verschillende
landbouworganisaties reeds tot
de instelling van deze pacht
commissies zijn overgegaan.
De taak van den wetgever
moet thans zijn, dit in het vrije
maatschappelijke leven opgeko
men instituut verder uit te bou
dochtige betweters omdat
daar ter plaatse sedert eenige
weken een jonge graaf vertoefde,
en wel een zeer aanzienlijke
graaf, een der vurigste voor
malige vereerders van de Jonk
vrouw, en die toen hem hare
betrekkingen met den kunst
schilder waren bekend gewor
den uit vertwijfeling het land
had verlaten, omdat hij zijn eigen
geboortegrond niet met zijne
tranen wilde doorweken.
De feestelijke heropening van
den koninklijken schouwburg
was voor den kunst- en historie
schilder Leopold Hufschmidt een
dag uit duizenden. In de konink
lijke loge en naast Zijne Majes
teit, daar was dien avond zijne
plaats, eu mocht er ook al bij
dezen of genen uit de hoogere
kringen iets uitgelekt zijn van
de oulhullingeu van een van
Glietz, dan werden deze verre
weg overschaduwd door de meer
dan buitengewone bewijzen van
belangstelling, die onze profes
sor dien avond mocht onder
vinden. In de loges om hem
heen zou een ingewijde en fijne
opmerker wel enkele lange, af
getrokken gezichten gezien heb
ben, die wel een weinigje ja-
loerschheid verrieden, maar de
meeste dragers der St. Georgius-
orde pronkten desniettegenstaan
de met huune ridderteekens met
niet minder trots.
Onze psofessor zou dit niet
eens opgemerkt hebben, als hij
door zijne Ottilia, die hem in