ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Dooi liefde overwonnen, Het overheidslediïjf. Kleinhandel. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK tno,02°n breskêns Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 33e Jaargang Woensdag 9 Juli 1924 Nummer 2942 Zij, die met onbevangen, niet verpolitiekt oordeel de vele vraagstukken beschouwen, naar welker oplossing onze moeilijke tijd heeft te streven, zullen vooral in de Gemeentepolitiek hun aandacht hebbtn te wijden aan het overheidsbedrijf. De tijd, waarin de meest vooruitstrevende raadsleden toen maals vertegenwoordigd in de Radicale Partij het pioniers werk verrichten, ligt nog niet zoo verre, dat onze lezers zich de wording van het overheid bedrijf niet zullen herinneren. De monopolistische bedrijven waren in handen van conces.io- nari)8en, die, in het bezit der alleenheerschappij, hun winst cijfer opvoerden, zonder rekening te houden met de belangen der gemeenschap en der gemeente naren. Het besef drong door, dat de gemeente zelve dergelijke be drijven behoorde te leiden en de tarieven zoodanig behoorden herzien te worden, dat zoowel de gemeenschap als de gemeente- naren erbij gtbaat werden. De geschiedenis heeft onweder- legbaar aangetoond, dat de overheidsbedrijven zeer behoor lijk konden fuuctionneeren .in handen der gemeenschap. Tot voor korten tijd was er dan ook geen polieke partij, zoowel van links als rechts of zij hadden op hun gemeenteprogram een paragraaf gewijd aan de bevor dering van het monopolistisch overheidsbedrijf. Algemeen was men van oor deel, dat het overheidsbedijf op commerciëelen leest behoorde geschroeid te zijn. Heeft nu de loop, die de ge schiedenis van het overheidsbe drijf heeft genomen, beantwoord aan de betrekkelijk eenvoudige eischen, die bij het beheer moe ten vervuld worden r Wij durven deze vraag niet bevestigend beantwoorden. Met de vooruitschrijdende de mocratie heeft ook de politiek, 4. „Wel de tweeduizend mark, die eens mijn gansche vermogen uitmaakten, waren op den duur niet toereikend tot dekking der onkosten voor de wetenschap pelijke vorming van Ottilia Ik heb daarom schulden moeten maken; ik heb geld op moeten nemen, met de verzekering het te zullen voldoen, als mijne doch ter de beloofde betrekking zou krijgen. En nu werpt gij zoo in eens maar alles in duigen want blijft gij bij uw besluit, dan ontgaat haar de betrekking, en ik ben raefr-niijne dochter dood-arm". fGij dwingt mij bijna" voegde haar toen de professor gramstorig toe om mijn hei ligste overtuigingen met de voe ten te treden, uit medelijden met uwen benarden toestand. Van mijne opvatting betreffende de schilderkunst hebt gij niet het minste verstand, en alles wat gij zegt, bewijst slechts, hoe juist ik de opvatting der kunst door uwe dochter beoordeeld heb. Weet gij wel, wat ik mij afkeurenswaardigste partij politiek haar intrede gedaan in de gemeenteraden. D^ politi ke partijen boden tegen elkaar op bij de b-pajing der arbeidsvooi waai den, zoodat de positie der werknemers in het gemeentebedrijf een zooda nige ui zonderingspositie werd, dat de bedrijven niet meer loo- nend konden gedreven worden, zoodat van een commercieel be heer niet meer kon gesproken worden. Wat bij de groote vraagstuk ken in het staatsleven het stand punt der partijen beheerscht, behoeft allerminst bij de prac- ti9che gemeentevraagstukken be slissend te zijn. De p-actijk be wijst, dat van de honderd vraag stukken er zeker negen en ne gentig zijn, die niets te maken h*bben met partijpolitiek en die, zonder eenig vooroordeel be schouwd, niet van het stand punt der partijpolitiek mogen bezien worden. Inderdaad, zoo is hethet zal eenigen tijd vorderen, dat de politiek aangelegde figuren, die in de eerste plaats door het al gemeen kiesrecht in de gemeen teraden zijn gebracht, ervan doordrongen worden, dat de be handeling d*r practitche vraag stukken buiten het politiek ver band behoort plaats te vinden. De partijpolitiek komt in den scherpsten vorm naar voren, wan neer het vraagstuk der arbieds- loonen aan de orde komt. Bij het overheidsbedrijf geldt vrij algemeen de stelling, dat de werknemer een betere positie mag innemen dan zijn collega in het particulier bedrijfmaar dit verschil mag niet zoodanig zijn dat er verhoudingen zijn aan te wijzen van 95 en 60 cent per uur. Wij zien in den allerlaatsten tijd, nu de prijzen der grond stoffen zich weer tot normale getallen neigen, alleen die be drijven weer een behoorlijk ren dement geven, welke niet in hooge mate afnangen van een groot personeel. De Electrische Centrale rendeeren, terwijl de tot taak gesteld heb, toen ik mijn leeraarsambt aanvaardde Wel nu om alle krukken met de zweep van de loopbaan af te jagen, die zij zich voorgesteld hadden te bewandelen. En nu hebt gij mijn laatste woord „Ik kan u niet helpen". Mevrouw Huubner wankelde naar hem toe, greep hartstoch telijk zijne hand en poogde deze aan hare lippen te brengen. Toen rukte zij zich los, snelde de kamer uit naar zijn atelier, smeet de deur achter zich toe, en viel in zijn studeersalon gekomen op een aldaar staan- den Ooster8chen divan neder. ,Doe het niet, Hufschmidt J Doe het niet 1" zeide hij over luid tot zich zelf „Compro mitteer u zeiven niet, en stel u niet voor een gansche wereld ten toon". Daarop keerde hij naar de spreekkamer terug maar zag met heel veel genoe gen, dat mevrouw Huubner ver trokken was. Toen ging hij naar een aangrenzend vertrek, zette zich aan zijne schrijftafel, trok er eene schuiflade uit, deed een biljet van duizend mark in eene enveloppe, schreef er in haast een paar regels bij, sloot alles naar behooren dicht en adres trambedrijven door het overheer- ■chende van de leyende werk krachten met gioote verliezen te kampen hebben. Al deze moeilijkheden kunnen alleen opgelost worden, wanneer de vroede vaderen in de ge meenten zullen leuren publiek rechtelijk te denken. Men ver» geet hoeveel schade er al reeds is toegebracht aan de eenmaal reeds vastgewortelde gedachte, dat het monopolistisch bedrijf behoort te zijn in handen der gemeente. En wat zim wij nu gebeuren. Men tracht, nu gebleken is, dat het onverstand der partijpolitiek hoogtij viert in de gemeente raden, het overheidsbedrijf om te zetten in het z.g. gemengd bedrijf, waarin zoowel de ge meente als de deskundig parti culier deel in kunnen hebben. Men beweert wel, dat de overheid het bedrijf niet kan voerenr maar het tegendeel is reed9 lang bewezen. De geheele moeilijkheid draait om het arbeidersvraagstuk en "zoolang de leiders hun volgelin gen niet kunnen overtuigen van de noodzakelijkheid, dat een uitzonderingspositie ten opzichte van het particulier bedrijf de dood beteekent van alle eigen beheer der gemeente, zoolang zal de ellende in het overheids bedrijf blijven bestaan, trots alle pogingen tot economiseeiing der bedrijven. Het overheidsbedrijf zal er door uitsterven en ten slotte zal dan blijken, dat de partijpolitiek heeft geleid tot de wederop standing van den reeds ten doode opgeschreven concessionaris. Het kan moeilijk worden ont kend, dat de ontwikkeling van de hedendaagsche nijverheid nu eenmaal gaat in de richting van het grootbedrijf. Wie studie maakt van de maatschappelijke vraagstukken, zal al hïel spoe dig die verschijnselen van het economisch leven leeren kennen. seerde het aan Mevrouw de weduwe Huubner, Tegen den avond van dien zelfden dag overhandigde hem de brievenbode, juist op het oogenblik, dat hij nog eens een luchtje wilde gaan scheppen, twee brieven tegelijk, waarvan er een prijkte met het wapen der Stfinars. De andere brief was van de weduwe Huubner, die hem onder de hartelijkste dankbetuigingen de duizend mark terugzond, waarmede hij haar ten deele ten minste had trachten te redden. ,Zij neemt ze niet aan", b omde hij in zich zelfgeld en brief op de schrijftafel neder- werpende. Ik had het toch in derdaad goed bedoeld. Toen maakte hij voorzichtig de sierlijke enveloppe, die naar zijne meening den tweeden brief zou bevatten los doch in plaats van een brief, kwam er een fijne kaart uit, omgeven met een gouden rand en van den vol genden inhoud .Jonkvrouw Alice von Steinar heeft de eer den Heer Professor Leopold Hufschmidt uit te noo- digen, om morgen avond ten haren huize te komen soupeeren. Toen de kunstschilder over eenkomstig de uitnoodiging den Dit wil volstrekt niet zegger, dat men daarom ook met wis kunstige zekerheid de maat schappelijke ontwikkelingslijnen kan aangeven. Zelfs verre van datl Het economiiche leven leert men niet zoo gemakkelijk ken nen en zelfs m-nig bekwaam econoom staat soms plotseling voor ernstige problemen, die hij met al zijn economische ot sociologische b ?kwaamheden niet kan oplossen. Evenals op alle terrein en op dat van de Staat huishoudkunde wel niet 't minst, zijn verrassingen niet buiten gesloten en is het niet zoo ge makkelijk de maatschappelijke ontwikkelingslijn uit te stippen. Bovendien kemt daar ook nog bij de politieke gezindheid, waar van men de voorkomende ver schijnselen beziet. Zoo wordt voor de verschillende politieke partijen de economische struc tuur der huidige samenleving ook geheel verschillend bekeken. Voornamelijk komt dit tot uiting bij de beschouwing over den kleinhandel. Bezien wij deze groep van kleine middenstanders van 't Marx'stisch standpunt, dan kan het oordeel niet anders luiden dan ten doode opge schreven. Deze opvatting is een ontwikkelingsverschijnsel volgens het communistisch manifest. Vol gens dit manifest toch zou de kleine middenstand, de kleine industrieelen, kooplieden en ren teniers, de handwerkslieden en de boeren, kortom al deze stan den afdalen tot het proletariaat. Wanneer ooit een vergissing is gemaakt door eenige groep ten opzichte van maatschappe lijke verschijnselen, dan is het door deze. Ook aan de ambachts nijverheid, de heerachende be- drijf.vorm der middeleeuwen, die, wij moeten het eerlijk be kennen, in onze dagen een on dergeschikte lol speelt, wordt in bedoeld manifest het dood vonnis aangezegd. Wel een beetje al te snel, want de execu tie is nog steeds niet voltrokken. Ofichojn niemand met besliste zekerheid zeggen kan of de economische ontwikkeling der volgenden av.ond ten huize van den ba-on von Steinar verscheen, werd hij door den bediende in de receptiekamer gelaten, met het vriendelijk, om eenige oogen- blikken te willen wachten, om dat de Jonkvrouw nog een paar kleinigheden, waarbij nogal haast was, had te verrichten. Genoemde Jonkvrouw Alice was voor oozen kunstschilder in geenen deele eene onbekende. Hare bekwaamheid in 't pastel schilderen had zij aan hem te danken, en zóó ver had zij het reeds in deze kunst gebracht, dat hare schilderstukken op buitenlandsche tentoonstellingen reeds tweemaal de gouden me- daile hadden verworven. Van lieverlede was de professor een huisvriend geworden van den baron en de barones. De goede man, die allesbehalve een ge- dachtenlezer was, vermoedde in de verste verte niet, dat het publiek ook hem reeds gerang schikt had onder het aantal mededingers naar de hand van de schoone, jonge en rijke Jonk vrouw Alice, de eenige dochter van den baron en de barones von Steinar. Wel hoorde hij dus vreemd op, toen hij ook kennis kreeg van zulke praatjes; maar het zaad dier losse gezegden Ingezonden Mededeeling. MIJNHARDTs Staal-Tabletten 90" Maag-Tabletten 75ct Zenuw-', abletten 75" Laxeer-Tabletten 60ct Hoofdpijn-Tabletten GO" Bij Apotli. en Drogisten. maatschappij absoluut in de richting van het grootbedrijf zal blijven gaan, is het toch een feit, dat de kleinhandel juist door de reeds bestaande groot industrie in niet al te gunstigen toestand verkeert. Toch is het kleine, zelfstandige beiriif nog lang niet verdwenen en heeft ook het kleine ambachttbedrijf zich nog steeds een plaats weten te veroveren. Zoo heeft b v. de groot industrie zelfs verschillen de kleine bedrijven doen ont staan. Men denke b.v. maar eens aan rijwielherstellers, enz., die juist aan het grootbedrijf hun ont staan te danken hebben. Of die kleinere bedrijven ech ter van diepgaande economische beteekenis zijn, is een andere vraag. En dan kan het antwoord niet anders luiden dan dit: de economische beteekenis van den kleinhandel en van de ambachts- en kleine bedrijven wordt inder daad geringer. Waarin vindt men bij voor keur het kleinbedrijf? Indeeerste plaats in de groepen van voe- dings- en genotmiddelen, zooals bakkers, slagers, sigarenmakers en tabaksverkoopersin de tweede plaats in de groepen der weefnijverheid en stoffei berei ding, zooals kleermakers en mo- disten. Voorts vindt men deze nog in de groepen van leder en houtindustrie, in de bearbei ding van edele metalen hor logemakers en ten slutte in heel den handel, vooral in de groote industriesteden. Om misverstand te voorkomen, moeten wij echter opmerken, dat de kleinhandel van grootere beteekenis is dat het kleirbedrijf. Beiden hebben van het grootbe drijf, hun natuurlijken vijand te had waarlijk wortel gevat in zijne ziel, en de vrucht er van was de moed, die hem bij een zekere gelegenheid bezield had, om haar zijn hand en hart voor eeuwig te verpanden. En waar lijk de Jonkvrouw nam het aangeboden pand aan, schonk hem wederkeerig, zooals zij zich uitdrukte, hare gansche ziel en met een hartelijken kus werd het zegel gelegd op de weder- zijdsche gedane beloften. Nog niet zoo heel lang had de Heer Hufschmidt gewacht, of de deur der spreekkamer werd geopend, en eenejongeschoone maagd trad binnen. Als oude bekenden drukten zij elkander hartelijk de hand en de blikken hunner oogen zeiden in die oogenblikken eindeloos meer, dan hunne enkele fluisterende woorden. ,Maar hoe staat het met die daar binnen vroeg hfi haar eindelijk, naar de deur wijzeod van een aangrenzend vertrek. „Stil toch 1 fluisterde zij hem toe, tegelijk den vinger op den mond leggende. „Zij weten nog van niets, en mogen dan ook nog van niets weten. Gij hebt u immers nog niet verklaard. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1924 | | pagina 1