ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Bezuiniging.
Ontwikkeling
Vakorganisaties.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per post f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 rebels 75 cent
Elke regel meer 15 cenL Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo'°20in BRESKENS
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
33e Jaargang
Woensdag 28 Mei 1924
Nummer 2931
3P«tfIï,Ï.B¥eï*.
2.
De oorlog en de daaruit voort
gekomen viedestractaten hebben
in hunne uitwerking ook hier te
lande een toestand van econo
mische en maatschappelijke ont
reddering en tevens van ont
wrichting der financieele politie
van staat en gemeenten doen
ontstaan, die de taak van hen,
die, hetzij in het bedrijfsleven
hetzij als overheid geroepen zijn,
mede leiding te geven aan her
stel, buitengewoon moeilijk doet
zijn.
Het bedrijfsleven lijdt onder
verlies aan afzetgebieden, als
gevolg van de sterk vermin
derde koopkracht van vele vroe
gere afnemers en van een ver
scherpte concurrentie van bui-
tenlandsche voortbrengselen, mo
gelijk worden door de waarde
vermindering van het ruilmiddel
in verschillende landen ValT
Europa. Er beginnen zich echter
meer en meer teekenen te ver-
toonen die er op wijzen, dat het
ergste op dit gebied geleden is.
In ons land kan als zoodanig
aangemerkt worden de gunstiger
resultaten van vele Indische on
dernemingen, terwijl ook som
mige takken van industrie en
een enkel onderdeel van het
landbouwbedrijf de tuinbouw
eenige herleving te zien ge
ven. Al is dit nog slechts een
begin van een moeilijk en waar
schijnlijk langdurige periode van
wederopbouw, toch geven deze
verschijnselen aanleiding voor
de veronderstelling, dat een be
tere toekomst in zicht is.
Moeilijk is en blijft echter de
taak van hen, die de verant
woordelijkheid hebben te dra
gen voor het herstel van onze
btaats- en gemeente tinancien.
Het in evenwicht brengen der
begrooting is een gebiedende
noodzakelijkheid laat men dit
na, dan kan inflatie met al de
ellendige gevolgen, daaruit voort
spruitende, niet uitblijven.
Onze Staatsbegrooting ver
toont thans een reusachtig te-
(Belangwekkende processen in
den loop der tijden).
EEN GEVAARLIJKE GIFTMENG-
STER DE MARKIEZIN DE
BRINVILLIERS (1676).
Zijnerzijds trachtte St. Croix
zich door middel van vergit te
ontdoen van de vrouw, die van
hem te veel wist. Het drinken
van melk redde de markiezin
de Brinvilliers toevalligerwijze.
Wellicht echter zou de waak
zaamheid van Mevr. Artoine d'
Aubray vergeefs zijn geweest,
wanneer haar het toeval niet te
hulp was gekomen. Op den
ochtend van een Julidag in 1672
ten tijde dus, dat Lodewijk
XIV zijn leger tegen Nederland
aanvoerde werd St. Croix
plotseling dood gevonden op
zijn bed. Het kwartier, waarin
hij woonde hetzelfde, waarin
de Brinvilliers woonden als zij
des winters te Parijs waren
kende hem als een man van
goede afkomst en goeden smaak,
die gescheiden van zijn vrouw
leefde Deze deed haar recht ?n
gelden, en haar vertegenwoor-
kort. De rente en aflossing van
de leeningen, die in oorlogstijd
ter bestrijding van de mobilisatie,
voedselvoorziening enz. moes'ten
worden aangegaan alsmede de in
de oorlogsperiode en de daarop
onmiddellijk gevolgde jaren van
hoogconjunctuur veel te hoog
opgezette Staatshuishouding heb
ben op ons Staatsbudget een
druk gelegd, die niet meer is
af te wentelen, te minder, nu
tengevolge van de economische
moeilijkheden, de inkomsten uit
de belastingen belangrijk zijn
gedaald.
Wel hard en betreurenswaar
dig is het, bij de beschouwing
van dezen desolaten toestand
van 's lands financiën te moeten
bedenken, dat het tekort bij een
voorzichtiger en doelmatiger re-
geeringsbeleid in de oorlogspe
riode en onmiddellijk daarna,
niet zoo hoog had behoeven op
te loopen. Er is tijdig en er is
krachtig gewaarschuwd. Het is
met name de verdienste der
Vrijzinnig-Democratische partij
geweest, die zij eerst bij het voor-
stel-dr. Bos voor de z.g. hef
fing-ineens en later herhaaldelijk
bij de behandeling van verschil
lende belastingontwerpen heeft
beproefd in een tijdperk, toen
de draagkracht der bevolking
nog ongeschokt en sterk wss,
de torstand van de rijksmidde
len te versterken en daardoor
de voor later dreigende tekor
ten te beperken.
Men heeft naar deze waar
schuwende stemmen echter niet
willen luisteren evenmin als men
heeft willen luisteren naar de
zelfde 9temmen, toen deze aan
drang gingen uitoefenen tot be
zuiniging op het Staatsbudget
door inperking van het in en
tengevolge van den oorlogstoe
stand veel te sterk gestegen
aantal overheidsambtenaren. De
daarbij aanbevolen oplossing was
uiterst doeltreffend en raakte
bovendien niet aan de positie
der ambtenaren men wenschte
enkel voor een zeker tijdsver
loop de aanstelling van nieuwe
ambtenaren stop te zetten be-
digers waren aanwezig, toen in
den aanvang van Augustus werd
overgegaan tot het verwijderen
van de zegels, die onmiddellijk
door het gerecht op de deuren
van het huis van den gestorvene
waren geplaatst. Men vond een
geschreven bekentenis van de
St. Croix, die heel watlichthad
kunnen verspreiden, doch die
men om begrijpelijke godsdien
stige redenen in het vuur wierp.
Maar men vond ook een casette,
waaraan het schriftelijk verzoek
gehecht van den overledene, dat
deze in handen zou worden ge
steld van de markiezin de Brin
villiers, daar zij slechts voorwer
pen bevatte, die haar aangingen,
met uitzondering van één pakket,
dat aan den heer Penautier,
destijds generaal-ontvanger van
kerkelijke inkomsten, diende te
worden afgestaan. Nu was in
middels aan de schuldeischers
en aan de weduwe van St. Croix
duidelijk geworden, dat er weinig
bezittingen waren nagelaten zij
vreesden nu, dat wellicht in deze
cassette zich voorwerpen van
groote waarde bevonden, en zij
verkregen tengevolge van hun
aandrang, dat de casette onder
bewaking werd gesteld om ge
rechtelijk te worden geopend.
Bij deze opening bleek, dat
daarin enkele schuldbekentenis-
halve natuurlijk wanneer het
heel nieuwe takken van dienst
betrof.
Intusschen staan we thans voor
de taak het tekort op de Staats-
begrooting weg te werken.
Deze taak zon eenvoudig zijn,
wanneer het enkel gold een stel
selmatige vermindering van de
Staatsuitgaven dver de geheele
lijn, een systetm, t welk wel
eens als een bezuiniging door
het domme potlood genoemd is.
Maar zoo staat de zaak niet.
Het probleem, waarvoor de re
geering zich geplaatst ziet, is
niet enkel het verminderen der
uitgaven zonder meer, maar t«-
vens moet er nauwlettend voor
gewaakt worden, dat daarbij
geene beperkingen in de staats
taak worden aangebracht, welke
de levens- en ontwikkelingsvoor-
waarden van ons volk in ernstige
mate zou.Jen aantasten. Dit zou
beteekenen een geestelijke en
maatschappelijke inzinking, met
als gevolg een daling van de
voortbrengende kracht der be
volking, een daling ook van de
financieele draagkracht. Een ver-
laging der uitgaven als hier be
doeld zou dus tevens een ver-
laging der inkomsten door
verminderde belastingopbrengst
tengevolge hebben en daardoor
het beoogde doel missen. In
plaats van het economisch her
stel te bevorderen zou dit wor
den belemmerd.
Daarom moet als eerste eisch
bij eiken bezuinigingsmaatregel
gesteld worden, dat wordt na
gegaan, welken invloed deze in
zijne gevolgen, hetzij direct, hetzij
indirect, zal hebben. Hieruit
blijkt tevens, dat de bezuiniging
hoe noodzakelijk ook, niet een
werk is, dat in kort tijdsbestek
tot uitvoering kan worden ge
bracht. Het is ook een der groot
ste fouten van de tegenwoordige
regeering, dat zij meent op kor
ten termijn tientallen millioenen
te kunnen besparen. In dit sy
steem is het onmogelijk de ge
volgen der getroffen maatrege
len nauwgezet te overwegen.
Zeer sterk is dit b.v. aan den
sen waren, waarvan de inhoud
niet volkomen duidelijk was.
Tegelijkertijd echter kwamen
uit de casette verschilende pak
ketten te voorschijn, die vreemd
soortige poeders inhielden; een
dezer pakketten brak en het
poeder viel onder de tafel; de
aanwezige dokter Moreau wierp
dit poeder in den brandenden
kachel, waar de vlam zich on
middellijk violet kleurde. Men
onderzocht toen de overige pak
ketten de meest bedenkelijke
vergiftstoffen werden aangetrof
fen en de zaak werd voor de
justie verdacht. In onze dagen
zou men er ongetwijfeld toe zijn
overgegaan om èn de markiezin
de Brinvilliers èn Penautier in
hechtenis te nemen het feit op
zichzelf dat deze cassette en
verderen inhoud voor hen waren
bestemd, was bedenkelijk genoeg.
Maar beiden namen een hooge
positie in en om het hot in
men ving dus aan met hen te
dagvaarden, waaraan zij, na ten
tweede male opgeroepen te zijn,
beiden slechts vol leden door
een juridischen vertegenwoordi
ger te zenden. Deze bestreed
natuurlijk elke band, die er
tusschen hen en de St. Croix
zou hebben bestaanbewijzen
vielen moeilijk alleen te putten
uit het feit, dat deze cassette
dag getreden bij de aangekon
digde regeling ten opzichte van
het lager onderwijs de verhoo
ging van den leeftijdsgrens voor
de toelating van leerlingen en
de uitschakeling van het zevende
leerjaar tot 1930. De eerste
maatregel heeft men reeds weer
moeten opschorten wel een be
wijs, op welk eeu lichtvaardige
wijze hier met het domme pot
lood aan de bezuiniging is ge
werkt. Een ander voorbeeld
op geheel ander terrein liggend
vindt men in de ruwe wijze
waarop in den dienst der pos
terijen ten platte lande wordt
ingegrepen en welke deze tak
van staatsdienst min of meer
ontwricht, terugbrengt op het
peil van 50 jaren geleden. De
regeeriug schijnt niet te besellen,
dat deze maatregel de bestaans
voorwaarden voor het kleinbe
drijf in handel en industrie zoo
danig moet belemmeren, dat
deze zich op het platteland niet
zullen kunnen handhaven met
als gevolg, dat de uit een eco
nomisch en maatschappelijk oog
punt thans geheel verkeerde trek
naar de steden toeneemt.
Uit deze enkele voorbeelden
moge blijken, dat niet iedere
beperking der Staatsuitgaven
ons voert naar een economisch
eo maatschappelijk Eerstel-
Maar ook kan als vaststaand
worden aangenomen, dat de be
zuiniging, wanneer men niet aan
de levensbelangen van ons volk
wil raken, niet in de gewenschte
omvang is door te voeren, zon
der daarbij tlink het mes te zet
ten in de improductieve staats
uitgaven, waaronder in de eer
ste en voornaamste plaats ge
noemd moeten worden de uit
gaven voor leger en vloot.
Zoolang men, op grond van de
naai on ie meening dooi de er
varing van den laatsten oorlog
onhoudbaar gebleken stelling,
dat onze onafhankelijkheid door
militaire machtsmiddelen in stand
kan worden gehouden, voortgaat,
uitgaven tot de tegenwoordige
hoogte voor mil.taire doeleinden
toe te staan, komt men er niet.
en een gedeelte van haar inhoud
aan hen beiden was geadres
seerd. Weliswaar kwamen zoo
wel van de zijde van de weduwe
van St. Croix als van die van
mevrouw d' Aubray overvloedige
verhalen, die erop zouden wijzen,
dat de markiezin de Brinvilliers
groote belangstelling had be
toond voor de casette die zij
reeds lang in veiligheid meende
te zijn gebracht, maar ook in
die dagen ging de justitie op
verhalen slechts zeer gedeeltelijk
af. Merkwaardiger is het nog,
dat de bedoelde casette zoo
slecht werd bewaakt, dat men er
in slaagde, haar uit de woning
van de weduwe St. Croix te
verwijderen. Toen zij later bij
medeplichtigen werd terugge
vonden, bevatte zij niet anders
dan een paar kleedingstukken
en eerst na lang zoeken vond
men enkele schriftelijke aanwij
zingen, betredende de werking
en het gebruik der aanvankelijk
aanwezige vergiften, die de
medeplichtigen bij het ledigen
blijkbaar niet hadden bemerkt.
intusschen wie gedacht had
dat de zaak aldus zou aüoopen,
vergiste zich. Want onder dege
nen, die bij het gerechtelijk
openen dsr casette aanwezig
waren geweest, was een zekere
Cluet, sergeant en deurwaarder,
De voorstellen der regeering ten
opzichte van den verderen vloot-
bouw zijn in dit opzicht teleur
stellend en wisschen den guusti-
gen indruk, die de in uitzicht
gestelde bezuiniging van 12l/j
millioen op de oorlogsbegrooting
had doen ontstaan, weer geheel
uit. Wanneer men met de eene
hand terugneemt wat men met
de andere hand heeft gegeven,
komt men niet verder.
Alleen een sterke inperking
van de militaire uitgaven, ge
paard gaande met een doelma
tige en wel overwogen reorga
nisatie en versobering van den
Staatsdienst kunnen de bezuini
ging brengen op een wijze, die
de levensbelangen van ons volk
in voldoende mate ontziet. Zijn
peil van geestelijke en maat
schappelijke ontwikkeling en
daarmede tevens de voortbren
gende kracht in stand houdt.
De bezuiniging mag niet lei
den tot afbraak, zij moet ons
voeren tot herstel en opbouw.
Het mag niet ontkend worden,
dat de taak der arbeiders-vak
organisaties niet een van de
gemakkelijkste is. De tallooze
conflicten, welke vooral in de
laatste jaren zich voordoen tus
schen kapitaal en arbeid, maken
het optreden der leiders verre
van gemakkelijk.
Het goed recht van het be
staan der vakvereenigingen zelf
zal wel door weinigen meer
betwist worden. Onze maat
schappij ondergaat nn eenmaal
een groeiproces en vooral in de
laatste jaren verkeeren wij fei
telijk in een tijdperk van over
gang. Nieuwe toestanden en
nieuwe vormen zijn bezig zich
te ontwikkelen. De maatschap
pelijke evolutie staat niet stil en
in dien ontwikkelingsgang wor
den nieuwe vormen aangegeven.
Ook het wezen der vakorgani
saties verandert in den loop der
die aan mevrouw Antoine d'
Aubrauy nauw was verbonden
door het feit, dat hij een harer
vertrouwde kameniers wenschte
te huwen. Hij bracht uit, dat
de knecht, die aan den echt
genoot van Antoine d' Aubray,
het doodelijk glas drank had
gebracht, in diens dienst was
gekomen dank zij eene aan
beveling van de markiezin de
Brinvillers. Dat gaf een spoor
en aanleiding om dien knecht,
een zekeren La Chaussée, op te
sporen. Betrekkelijk zonder
moeite vond men hemhij
leidde op dat oogenblik op het
Parijsche plaveisel een vage
bondsleven. Hij ving aan met
alles te ontkennen en ten einde
toe heeft hij, schoon met het
schavot en den dood door rad
braken bedreigd, de markiezin
de Brinvilliers niet beschuldigd.
Wellicht ook, omdat hij niets
wist. Want, al was de band
tusschen haar en de St. Croix
jaren blijven bestaan, juist in de
laatste jaren was deze aanmer
kelijk verslapt en zagen zij elkan
der slechts zelden, zoodat La
Chaussée, wiens verblijf ten huize
van St. Croix van den laatsten
tijd dateerde, niet heel veel meer
vertellen kon dan een ieder
reeds wist. (Wordt vervclcd.)