ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelljksch Omzicht,
Bord Pap
f0
Honig's
Maïzena
Het Slot Dymeck.
Medezeggenschap,
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per poet f 1,40
A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Ultgever
E. BOOM—BLIEK
TNo.'°2T BRESKENS p,0#!!,ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
33e Jaargang
Zaterdag 12 April 1924
Nummer 2919
Den socialist Varenne heeft
Poincaré toegegeven, dat de
Roerpanden niet voldoende zijn
voor de betaling der Duitsche
schuld, maar dat ze een uitste
kend'dwangmiddel is. En die
socialist heeft daarop zijn va
derlandsliefde willen toonen door
te verzekeren, dat ook zij, de
socialisten den Duitschers geen
penning van de schadevergoe
ding willen schenken.
Het belooft weinig goeds voor
succes van de arbeid der des
kundigen. Maar het is toch vooral
de tweede bedoeling die Poin-
cai met de Roerbezetting heeft,
maar die hij voorzichtig den
heer Varenne niet voor oogen
stelde, waardoor het succes het
ernstigst wordt bedreigt.
De soep wordt nooit zoo heet
gegeten als ze wordt opgediend.
En van h -t schadevergoedings
bedrag zal ondanks de vader-
landslievenheid der Fransche so
cialisten nog wel wat af te pin
gelen zijn, wanneer de deskun
digen een spoedige betaling in
uitzicht kunnen stellen. Maar
wanneer Frankrijk Rijn en Roer
loslaat, dan verliest het ook een
stuk van zijn macht in west-
Europa en de kans op neutra
lisatie van het Rijngebied en is
Duitschland in staat zich poli
tiek en oeconomiscb te herstel
len. En dat heeft Frankrijk ze
ker zelfs voor de commirsie van
deskundigen niet over.
De Belgische afgevaardigde
kan er gemakkelijk over praten.
Voor België beteekent het alles,
wanneer de schadevergoeding
betaald wordt, al is het dan na
een moratorium van 20 jaar. En
de Belgen kunnen dus met de
regeling, die Duitschland weer
de vrije beschikking geeft over
zijn nijverheidsgebied, zijn spoor
wegen en douanen en na de
eerste 10 jaar de Duitsche be
talingsannuïteiten met 125 mil-
lioen pondsterling, laat beginnen.
Maar de Franschen letten op
de ontruiming van Rijn- en
Roerstreek, die het rapport der
commissie beslist noodzakelijk
acht. Op den duur moet het
toch gebeuren, troost het Fran
sche blad l'Oeuvre. Want immers
art. 429 van het vredesverdrag
bepaalt, dat, wanneer Duitsch
land gedurende 5 jaar de bepa
lingen aan dit verdrag getrou
welijk nakomt, de geheele lin
ker Rijnoever, ten noorden van
een lijn, die van de Roer naar
de samenvloeiing van Aar en
Rijn tusschen Bonn en Koblensz
loopt, ontruimd zal moeten wor
den. En die ontruiming zal het
onmogelijk maken de Koer vast
te houden wanneer men dan
geen verbinding meer heeft.
Maar is het niet juist deze
bepaling van het vredestractaat,
die Frankrijk er toe brengt de
nakoming van het tractaat voor
Duitschland zooveel mogelijk te
bemoeilijken En is zij dus niet
een nieuwe reden, om zich in
de netten van de commissie van
deskundigen niet te laten ver
strikken De Fransche regee
ring weet wel, waarom zij zoo
onverzettelijk aan het verdrag
van Versailles vasthoudt. En het
was waarlijk niet zonder reden,
dat de Engelsche minister Hen
derson indertijd de herziening
bepleitte. Maar juist die pleit
rede heeft de Franschen achter
dochtig gemaakt tegenover alle
Engelsche voorstellen. Zij weten,
dat zij de onverkorte handha
ving moeten blijven eischen, wil
len ze hun sterke en bevoor
rechte positie behouden. Maar,
evengoed weten de Duitschers,
dat de herziening hun verlich
ting en herstel kan waarborgen
en weten alle Europeesche vol
ken, dat deze herziening de on
vermijdelijke voorwaarde is voor
herstel van een gezonde Euro
peesche toestand. Het is werke
lijk niet alleen de schadevergoe
dingskwestie en de ineenzinking
van Duitschland, die nu in den
weg zit. Te Parijs en Versailles
is in 1919 op een wijze met
Europa omgesprongen, waarvan
de gevolgen zich nu aan dat
Europa wreken. De rapporten
van de commissie van deskun
digen kunnen een eerste stap
zijn op den weg naar herstel,
maar meer ook niet. Er valt nog
heel wat te redeneeren, wil
is altijd een ge
zond voedsel voor
de kinderen en de
meeste zijn er erg
op gesteld.
Geeft hen dan
bij voorkeur pap
van de zuivere,
voedzame en toch
licht verteerbare
Let op de sluit zegels
a's kenrn-yck van
echtheid
Wat men wenscht, gelooft men
graag. En het is daa om vol
komen onbegrijpelijk, dat de
Franschen volhouden, dat de
Roerbezetting hun ook gelde
lijke voordeel oplevert.
Poincaré heeft dat nog on
langs in den breede uiteengezet
en de Kamerleden hebben hem
toegejuicht. Maar nu heeft Dr.
Hanm, de Duitsche minister voor
economische zaken erop gewe
zen, dat Frankrijk weliswaar in
1923 600 millioen franken, dat
ii 130 mil ioen goudmatk uit
de Roer heeft getrokken, maar
dat het daarvoor voor 420 mil
lioen goudmark meer steenkool
uit Amerika en Engeland moet
betrekken dan in 1922 en dat
van de geschatte 600 millioen
goudmark voor 1923 Frankrijk
toch altijd nog maar 12 procent
krijgt en dat daar tegenover
Duitschland's leveringen in na-
tura aan de andere geallieerden
370 millioen goudmark hebben
bedragen, zoodat Frankrijk op
zijn best in 1924 een bedrag
zou kunnen krijgen, gelijk aan
dat, dat Duitschland in 1923 vrij
willig aan zijn andere schuld-
eischers betaald heeft. Daar
komt nu nog bij, dat de over
eenkomst met de mijn-onderne
mingen in de Roer waaruit
Frankrijk zijn profijt hoofdza
kelijk trekt, wel nauwelijks meer
goedschiks verlengd zal kunnen
worden, omdat de ondernemin
gen daar geld op zouden toe-
leggen en wel 8 mark op eiken
ton kolen.
Het voordeel van Frankrijk
begint dan vrij problematiek te
worden. En wanneer dit niet
temin de Roerbezetting niet wil
opgeven, dan zal dit wel wezen,
omdat het in die bezetting een
middel tot pressie of Duitsch
land in handen heeft en omdat
het niet enkel aan de betaling
der schadevergoeding, maar
meer nog aan de verzekering
van zijn huidige machtspositie
denkt.
fKtflïaïaBYeN.
30.
DOOR
ILZE DORE TANNER.
De gravin hield Henny's brief
aan den graaf in haar smalle,
gele hand. Haar stem klonk
wreed en heesch, toen zij vroeg:
,Is dat je ernst, wat ik in dezen
brief gelezen hebt, Henny 1 Ant
woord slechts een woord: ja of
neen".
„Ja, tante Klarissa 1 Zonder
aarzelen, zonder beven kwamen
deze woorden van Henny's lippen.
„En waarom zeide je dat dan
niet dadelijk, toen graaf Role-
neck om je hand vroeg en zich
tot je ouders wendde
Een vluchtige blos bedekte
een oogenblik Henny's bleek
gezicht: „Omdat ik zoo zwak
was, dat ik mij door allss, wat
mij toen zoo plotseling overviel,
liet overwinnen. Ik kwam er
niet toe, mijn eigen, ware ge
voelens te laten spreken. Dat
was een groote onrechtvaardig
heid tegenover graaf Roleneck,
maar tevens een onvergeeflijke
fout, die ik zelf bewerkt heb
maar nu ik tot inzicht ben ge
komen, dat ik uit overijling een
misstap begaan heb, wil ik deze
weer goed maken.
„Een misstap I Hoor toch eens,
graaf Roleneck mijn nichtje
noemt het een misstap, wanneer
zij de erfgename wordt van mijn
bezittingen, en de vrouw van een
haar liefhebbenden man, met
een ouden, deftigen naam, een
misstap, die ze kan goedmaken".
Haar stem klonk luid en onna
tuurlijk, haar gedwongen lachen
akelig schril I „Wat zeg je daar
op, Henny
Ze waaide zich met haar zak
doek wat koelte toe.
„Deze misstap zou mijn on
geluk geworden zijn, tante Kla
rissa en ik ben nog zoo
jong ik ik wilde toch zoo
graag gelukkig zijn".
Graaf Roleneck's oogen lieten
de gestalte van het meisje niet
los hoe weinig moest zij an
hem houden, wanneer zij de ver
breking harer verloving als een
geluk beschouwde.
Zij sloeg de oogen op en gaf
graaf Roleneck nogmaals de
hand „Ik kan niet anders, graaf
Roleneck ik moet toch de
waarheid zeggen, ik ik kan
niet anders".
„Je kan niet anders nu
goed dan ontgaat je ook
mijn erfdeel er zijn gelukkig
nog inrichtingen en gestichten,
aan wie de rijkdommen van
gravin Dymeck, als erfdeel heel
welkom zullen zijn en jij
jij kunt dan weer in huis het
onderwijzersdochtertje zijn, dat
moet stoppen en koken en de
kostgangers voor het examen
voorbereiden. Je kunt dan na
tuurlijk ook met een onderwijzer
trouwen, voor een klein onder
wijzershuishouden zul je wel
goed zijn, voor een grafelijk huis
heb je je onwaardig betoond, ik
zal aan je moeder schrijven, dat
je de volgende week thuiskomt;
nadat je je hier zóó gedragen
hebt, zul je wel inzien, dat je
hier niet langer blijven kunt".
„Zeker, tante Klarissa, ik zal
uw gastvrijheid niet langer aan
nemen".
Voor het eerst sprak nu de
graaf: „Mevrouw de gravin moest
Diet zoo streng voor juffrouw
Henny zijn ik mag hier toch
wel een goed woordje doen voor
juffrouw König wat een
mensch niet kan nu, dat kan
hij niet", hij slikte een paar keer
krachtig, want hij dacht er in
eens aan, hoe vurig zijn gestor
ven moeder, 15 jaar geleden
gewenscht had, dat hij aanzoek
gedaan had om een aardig
Europa weer in een natuurlijk
evenwicht geraken. Ze letten
onwillekeurig alleen of voorna
melijk op het grootste gezwel,
met welks bestudeering zich nu
de deskundigen hebben bezig
gehouden en welks operatie ze
aan den geallieerde regeeringen
zullen overlaten. Maar overal
vertoonen zich de stoornissen
der ziekte, die Europa's leven
bedreigen. Nu pas weer hebben
we er een in het Oosten kunnen
waarnemen.
Rusland en Roemenie waren
overeengekomen hun onderlinge 1
geschillen te gaan regelen en
hadden daartoe te Weenen een
conferentie belegd. Zij heeft niet
lang geduurd. Het eerste on
derwerp, dat aan de orde kwam,
heeft de heeren afgevaardigden
ter conferentie, alweer uiteenge
jaagd. Het was wel het voor
naamste van de geschillen, die
tusschen de beide landen han
gen. En men kan er zich alleen
over verwonderen, hoe de res
pectieve regeeringen tot een
conferentie konden besluiten,
terwijl ze toch wisten, dat dat
geschil als een onoverkomelijk
beletsel op den weg naar over
eenstemming stond. Of zou Roe
menie werkelijk een oogenblik
gedacht hebben, dat Rusland
zijn verzet tegen de inlijving
van Besarrabiën op zou geven
dan wel Rusland dat Roemenie
van dit hem door de Entente
toebedeelde gewest afstand zou
doen f
Natuurlijk, wat men wenscht
gelooft men graag. Maar een
dergelijk geloof zou toch al te
naïef zijn geweest. En waoneer
men weet het daarover toch niet
eens te kunnen worden, dan was
het verstandiger en voorzichti
ger geweest de conferentie ach
terwege te laten. Nu is het oude
zeer opnieuw opengescheurd.
En de open wonde, daardoor
ontstaan, bedreigt ook Europa's
gezondheid.
Zeker zal Rusland zich oogen-
blikkelijk nog niet bij machte
voelen tegenover Roemenie en
Polen en de groote Entente mo-
gendheden zijn wil door te zet-
baronesje dat hem toentertijd
beminde met zoo'n dwepende
liefde, zooals dikwijls heel jonge
meisjes die voor oudere, door
vrouwen verwende mannen ge
voelen toen hij zijn moeder,
die hij zoo ongaarne pijn deed,
ook had gezegd„ik kan het
niet", en geweten, dat dit ,ik
kan het niet" zijn recht was,
dat niemand hem bestrijden kon.
„Dat gij voor uw vrosgere
verloofde spreekt, graaf Role
neck, doet uw grootmoedigheid
en uw edel karakter alle eer
aan I" zeide gravin Dymeck koud
„maar Henny is deze groot
moedigheid niet waardig zij
heeft toch uw aanzoek aan
genomen
Een fel rood kwam op Hen
ny's wangen„Ik heb in de
vriendelijkhedenen opmerkzaam
heden van graal Roleneck geen
aanzoek gezien", zeide zij met
besliste stem. „Ik ik wist
niet, daten wanneer ik dat
vermoed had, zou ik niet zoo
zoo vertrouwelijk met den graaf
gepraat hebben want aan de
mogelijkheid, dat graaf Role
neck met mij zou kunnen trou
wen, heb ik nooit gedacht ik
ben mij niet bewust, mij hierin
ongepast gedragen te hebben.
Want in uw huis, tante Klarissa,
ten. Maar het wacht ongetwij
feld op een gelegenheid. En in
een nieuwe Europeesche oorlog
zal ook. de Bessarabische kwes
tie ongetwijfeld een rol spelen.
In ons vorig artikel wezen wij
er reeds op, dat door de com
missie, samengesteld door de S.
D.A.P. en hetN.V.V. als middel
om te komen tot de socialisatie
der bedrijven waren aangewezen
de medezeggenschap en de be
drijfsorganisatie.
Hoe dit laatste instituut door
de commissie werd gedacht,
hebben wij reeds aangegeven.
Rest ons thans nog de beschrij
ving van de technrsche samen
stelling der medezeggenschap.
Al dadelijk wenschen wij de
aandacht te vestigen op het
dacht ik, tegenover uw vriend,
toch geheel gewoon te zijn ge
weest".
„Juffrouw Kónig heeft gelijk,
gravin, ik moet haar hier tegen
uw verwijt verdedigen, want zij
heeft mijzelf gezegd, en haar
uiterlijk heeft het bevestigd, dat
mijn vraag aan haar om mijn
vrouw te worden, haar zeer
overi ompelde".
„Voelt gij het zóó, beste graaf",
zeide gravin Dymeck, „maar ik
kan mij niet met uw zienswijze
vereenigen, ik heb nu eenmaal
mijn eigen meening over deze
zaak, die mij weer, zooais al
zoo dikwijls het geval is geweest,
het bewijs geeft van volstrekte
ondankbaarheid voor bewezen
weldaden de Königs en Or-
lenhaus hebben zich ook niet als
steekhoudend doen kennen
en zijn vanaf heden eveneens
voor goed van de lijst mijner
bloedverwanten geschrapt".
De gravin was nu seer op
gewonden, sij stond op en liep
met groote schreden in de kamer
op en neer, haar gezicht was
door woede bijna onherkenbaar.
(Wordt vervolgd.)