ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Beroepseenzijdigheid, Het Slot Dymeck. Gemeenteraad BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. 1 TNo.1'BRESKENS x Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 33e Jaargang Woensdag 9 April 1924 Nummer 2918 En een dominé kan zich, waai hij altijd ala een voorbeeld ge zien wordt, vaak maar moeilijk in zijn volle natuurlijkheid laten gaan. Ook de opvattingen on dergaan veelal den invloed van het beroep. Zoo ia de dokter, die hoofdzakelijk met de licha melijke dingen te maken heeft en ook in zijn atudie vooral de tastbare feiten onder de oogen heeft te zien, allicht geneigd tot materialistische wereld- en le vensbeschouwing. Maar het is natuurlijk niet noodig, dat men zoo beslissend den invloed van zijn beroep on dergaat en tot beroepseenzijdig heid vervalt. Wie krachtig is van lichaam en geest en een natuurlijke belangstelling heelt voor het leven in al zijn uitingen en voor de synthese van het leven, dat wil zeggen voor dat, wat dat leven als tot een ge heel samenbindt, wat boven de onderscheidene deelen het een heidsbegrip, de eenheid van alle leven handhaaft, die zal zich boven deze bewustzijnsveren ging, die de beroepseenzijdig heid is, wel weten uit te hellen. Vooral ook op die belangstel ling komt het aan. Want deze beroepseenzijdigheid ontstaat ten slotte uit het inschrompelen van de belangstelling in het leven tot die in een bepaald levens gebied, dat voor den beroeps- eenzijdige als 'tware het ge- heele leven wordt. Bezit men nu van nature een sterke belang stelling in allerlei richtingen en in het leven, als geheel gezien, dan bestaat er voor die ineen- schrompeling natuurlijk niet zoo groot gevaar. Maar die natuur lijke belangstelling kan men aankweeken en versterken. En juist waar het gevaar voor het ontstaan van beroepseenzijdig heid groot is, is het noodig, dat te ijveriger en bewuster te doen. Het zal onze persoonlijkheid rij ker maken, ruimer en vrijer en meer open voor alle indrukken en zoo tot ons levensgeluk bij dragen. Maar het zal ons bo vendien ook in ons beroep ten goede komen, waar we als krach tiger persoonlijkheid een voller men8chelijkheid aan de uitoefe ning van dat beroep kunnen wijden. En het zal ongetwijfeld den invloed, dien we in dat be roep op onze medemenschen kunnen uitoefenen, ongemeen versterken. ,Hij is geen dominé", de hemel zij geprezen, Voor velen is men 't best, door 't ganschelijk niet te wezen" dichtte de Génestet al. En zoo als het met den dominé is, is het ook met den onderwijzer, den dokter en met iedereen. Men wil niet den uitoefenaar van een beroep maar den mensch zien. En het is deze mensche- lijkheid, die door de beroeps- eenzijd'gheid in verdrukking komt en tot een dorre abstrac tie, een doode machine dreigt ineen te schrompelen. BIERVLIET. In de Vrijdag gehouden ver gadering van den Gemeenteraad waren alle leden tegenwoordig. De notulen der vorige zittiDg worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Worden gelezen en voor kennis geving aangenomen de volgende ingekomen stukken a. Een schrijven van den Heer Commissaris der Koningin in Zeeland, houdende benoeming van W. J. Talsma, arts te IJzendijke, als lid van de Ge zondheidscommissie te Oostburg. b. Proces-verbaal van de op 22 Maart jl. gedane opneming van kas en boeken van den Gemeente-Ontvanger dezer ge meente. c. Verslag van de verrichtin gen van de commissie van toe zicht op het correspondentschap der Arbeidsbemiddeling en van den toestand en de werkzaam heden van het correspondent schap, gedurende het jaar 1923. In den oorlog is het woord bewustzijnsverenging gemeen goed geworden en waarschijn lijk is toen ook het begrip den meesten menschen eerst duide lijk geworden. Ze openbaarde zich zoo algemeen en op zoo hevige wijze, dat we haar wel moesten waarnemen, 't Was of de menschen niet buiten een be paalde gedachtensfeer konden raken en daardoor hun levens bewustzijn binnen engere gren zen inschrompelde. Dat we haar niettemin ook voor den oorlog wel kenden, zal duidelijk wor den, wanneer we haar opmer ken in een der vormen, waarin ze zich altijd reeds aan ons ver toonde. Want de beroepseenzij digheid, die wij allen kennen, is ook bewustzijnsverenging, en wordt door soortgelijke redenen veroorzaakt, als de bewustzijns verenging, waarvan we in de oorlogsjaren praatten. Het is volkomen duidelijk, dat het uitoefenen van een bepaald beroep, dat beteekent immers ook het voortdurend verkeeren in eenzelfde gedachtensfeer, op iemands geestelijk leven een buitengewonen invloed oefent. En het is daarom dan ook be grijpelijk, dat deze invloed ie mand meer en meer afsluit van de wereld buiten die gedach tensfeer, die aan zijn beroeps wereld inhaerent is, dat zijn gedachten en neigingen, dat heel zijn geestelijk leven zich in meerdere of mindere mate ontwikkelt in betrekking met dat beroepsleven en zoo de be roepseenzijdigheid ontstaat, die zich veelal ook in onze uiterlijke gedragingen openbaart. Onder wijzers houden zich juist, als ze goede onderwijzers zijn, zeer ijverig en intensief vaak bijna uitsluitend met onderwijszaken bezig. Ze lezen vakbladen en tijdschriften en bij voorkeurook buiten deze bladen over onder werpen, die op -de school be- 29. DOOR ILZE DORE TANNER. Nog eenmaal genoot zij van het schoone, verre uitzicht over de pi achtige omgeving en keek nog eens rond in het kleine ver trek, dat haar dadelijk zoo goed bevallen was, toen tante Klarissa het haar voor de eerste maal had laten zien. Maar wat was dat Henny bevond zich heel dicht bij een der muren en ging met haar hand langs de steenen. Dat was zoowaar een steen vooruitgeschoven, en toen zij hem aanpakte, liet hij gemakkelijk van de anderen los. Tot haar grenzenlooze verbazing keek zij in een nis, en daarin stond een klein, ijzeren kistje, gelijk aan dat, waaruit tante Klarissa het sieraad had genomen, dat zij haar geschonken had. Met van opwinding bevende handen nam Henny het kistje op en bekeek het van alle kan ten, Het was opvallend licht, en er stak geen sleutel in, maar toen zij het deksel aanpakte, liet zich dat heel gemakkelijk oplichten, en tot haar verwon- trekking hebben. Doktors zijn den heelen dag bezig met de toestanden van het menschelijk lichaam en speciaal met de ziek tetoestanden. Zij bestudeeren ziektegevallen bij hun patiënten en 's avonds thuis nog in hun vakblad. Ze moeten zich op de hoogte houden van den voort gang der medische wetenschap en houden nauwelijks nog tijd over om aan het leven, dat zich buiten het medische gezichts veld en den eigen persoonlijken levenskring uitstrekt, ernstige aandacht te schenken. Is het wonder dat hun belapgstelling zich gemakkelijk beperkt tot dit levensterrein en hun bewust zijn van andere levensgebieden langzamerhand afsterft Natuur lijk leidt het eene beroep ge makkelijker tot deze beroepseen zijdigheid dan het andere. Het eene legt veel meer beslag op den geheelen mensch dan het andere. Maar bovendien beperkt de werkzaamheid van het eene zich ook veel meer tot een ge heel afgezonderd levensgebied. En ten slotte drukt het een door de bijzondere positie, waarin het iemand tegenover het leven en zijn medemenschen brengt, veel meer zijn eigenaardig stem pel op de persoonlijkheid. We weten allemaal, dat we een on derwijzer en een dominé veel gemakkelijker herkennen dan een dokter of een advocaat en deze laatsten weer gemakkelijker dan bijvoorbeeld een timmerman of een handelsman, die zich van beoefenaren van een ander am bacht of een fabrikant niet of niet noemenswaardig onderschei den. Het altijd tegenover je me demenschen staan als een meer dere, alt iemand, die een be paald gezag heeft en anderen heeft te leeren of te vermanen, geeft gemakkelijk een eigen aardige plooi aan iemand's we zen en een eigenaardigen vorm aan zijn gedragingen. De school meester komt er licht toe ook tot anderen dan de kinderen van zijn klas onderwijzend en met zekere autoriteiten op te treden. dering zag Henny er niets in dan oude, vergeelde papieren met groote, stijve letters. Hoofdschuddend wilde zij het deksel weer sluiten en het kistje op zijn plaats zetten, toen haar oog viel op een duidelijk en goed geschreven naam ,Jürgen von Wackerath". Henny trilde van opwinding. Wat was dat? Wat hield zij hier in handen Was dat iets, wat de Wackerath's betrof? Zij moest lezen wat daar stond, tot iederen prijs. Zij was op het punt, het bo venste papier uit het kistje te nemen, toen zij duidelijk geratel van wielen hoorde een wagen reed het voorplein op. Zou dat graaf Roleneck al zijn Het was in ieder geval een rijtuig, dat daar juist stil hield en geen boerenwagen. Henny gooide het deksel dicht, zette den steen op de ledige plaats in den muur en haastte zich, het kistje onder haar doek verbergend, naar haar kamer terug. Zij had nauwelijks tijd, om haar vondst onder haar linnen goed in de kast te verstoppen, toen zij ook reeds Koenraads schreden de trap op hoorde ko men, en dadelijk klopte hij aan haar deur; „Mevrouw de gravin laat de freule verzoeken, direct beneden te komen". Toen Henny door de prachtige gangen liep, de trap afdalende naar de laagste verdieping, om zich naar de kamer van haar tante te begeven, wist zij dat er nu een ingrijpende ommekeer in haar leven zou plaats vinden. Om nu nog vluchtig te over- leggen, hoe zij zich houden zou, daartoe ontbrak haar de ge wone kalmte, want de twee laatste dagen had zij te veel opwindende dingen beleefd. Zij wist alleen, dat zij nu weer geheel en al zich zelf was, dat aanstonds ook tegenover haar tante en graaf Roleneck, zij al leen haar eigen gevoel zou laten spreken en stellig zou handhaven. Ze was nu weer Henny Kónig, niet hef schuchtere meisje, dat afhankelijk was van een rijke tante, die voor de verwezen lijking van haar plannen haar achternicht had uitverkoren, maar de vrije HenDy. die niets verder bezat dan haar eigen persoonlijkheid. De zwakheid, die haar voor korten tijd nog zonder strijd de verloofde van graaf Roleneck deed worden, was nu overwon nen door een onzichtbare, ver lossende macht, en aan het een zame meisje, dat haar eigen toekomst ging redden, verscheen op dit oogenblik een visioen. Een visioen van twee trouwe oogen in een energiek bruin gezicht, waarvan zij de smarte lijke, geringschattende uitdruk king maar niet vergeten kon. En direct daarop zag zij een ander beeld voor haar oogen, een armelijk en toch vriendelijk landgoed, een rustige, zonnige kamer en daarin een eenvoudige, fijne, sierlijke vrouwengestalte met vroeg grijs haar en lijdende, verouderde trekken. Eckart von Wackerath's moeder. Als een vredig toevluchtsoord voelde zij dit beeld naast de koude pracht van het slot Dymeck. Zonder aarzelen, als gevrijwaard tegen alles, wat komen moest, legde zij haar hand op den deurknop en stond direct daarop tegenover tante Klarissa, die geelachtig bleek en met vau toorn fonke lende oogen in haar leuingstoel zat. De gravin vergat zelfs in de opwinding van het oogenbliik, Henny eerst door haar lorgnet te bekijken, zooals anders haar gewoonte was. Achter den stoel van de gravin stoi d graaf Role neck en ouder gewoonte, reikte Henny hem, nadat zij „goeden morgen, tante Klarissa", gezegd had, met een zacht, „goeden Ingezonden Mededeeling. ZIJN UW HANDEN EN LIPPEN pijnlijk, schraal of gesprongen door de koude, gebruik dan de heerlijk verzachtende en snel ge nezende Purol. In doozen van 30, 60 en 90 ets. Bij apoth. en drogisten. d. Verslag van de Commissie tot wering van schoolverzuim over het jaar 1923. e. Een schrijven van de P. Z, E. M, te Middelburg, betreffende tarief stroomverbruik in de zomermaanden. Eene uitnoodiging van het bestuur van den Elisabethpolder te Biervliet, tot bijwoning eener buitengewone vergadering in zake al of niet aansluiting bij het Waterschap voor de uit watering van de polders te Biervliet. De voorzitter, die deze vergadering zal bijwonen, wordt gemachtigd voor de aanslui ting bij genoemd Waterschap te stemmen. De VOORZITTER zegt, dat er nog een drietal adressen zijn ingekomen, (die niet op de agenda konden worden geplaatst, omdat ze te laat werden ont vangen), waaronder een verzoek van het Bestuur der Muziek- verecniging „Harmonie" alhier, om eene hoogere subsidiein de andere twee adressen wordt verzocht om geschiktere plaat sen beschikbaar te stellen voor de vuilnisbelten. Besloten wordt deze adressen in handen van B. en W. te stellen, met verzoek om in een volgende vergadering den Raad van advies te willen dienen. Goedgekeurd wordt het door B. en W. vernuurde perceel weiland, groot ongeveer 1 H.A., aan Th. Üracke alhier, tegen een jaarlijkschen huurprijs van 1 79 per Gentsch geniet, Het schoonhouden van school B. te Driewegen wordt opge dragen aan Wed. A. Cornelis, tegen eene jaarlijksche vergoe ding van f 100. morgen graaf Roleneck", haar hand, die zoo koud als ijs was. Het gezicht van den graaf was nog een weinig bleeker dan anders, zijn oogen hiogen met verteerenden gloed aan de be vallige meisjesgestalte, terwijl zijn verstand hem toch eerlijk toefluisterde: „Hoe kón je er zelfs toch aan denken, dit on schuldige meisje na je woeste leven, tot je vrouw te willen maken? Is Henny König niette goed om de vriendin en geliefde te ziju van een ouden man, die het leven genoten heeft, kon zij haar vriendschap voor je, in het huwelijk bewaren, wanneer ze je ware leven kende, en was 't niet je plicht geweest, haar dat voor de verloving te vertellen Maar dat was toch ook niet mogelijk. Zelfs de lichtzinnigste man liet zulke reine meiajesoogen niet graag in de diepten van het leven kijken. Graaf Roleneck, die reeds veel minnaressen ver loren en zonder treuren opge geven had, voelde een zeldzame smart bij de gedachte, dat Henny werkelijk voor hem verloren was, en zijn eergevoel als man, kon niet toelaten dat hij haar door overtreding van meening deed veranderen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1924 | | pagina 1