ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Een Pudding- Wekelijksch Omzicht. w Puddingen Het Slot Dymeck. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per poet f 1,40 A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1—5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK BRESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 33e Jaargang Zaterdag 29 Maart 1924 Nummer 2915 Ingezonden Mededeeling is in de meeste ge zinnen een waardig besluit van den maal tijd. Het is echter lang niet hetzelfde welke pudding. De lekkerste zijn jé Honig's Gefabriceerd met Honig's Maïzena. Wij leven nu in een jaargetij van voortdurende onzekerheid en blijde afwachting. De onze kerheid toonen ons de grillige Maartsche buien, die in ruste- looze ongewisheid haar dónkere schaduwen werpen over het lichtende vlak van tintelende zonneschijn om het volgend oogenblik weg te trekken ver langs den hoogen hemel, maar even later neer te kletteren in voortgezwiepte regenbuien. En de verwachting toont ons ons eigen hart, dat hunkerend uit ziet naar de eerste bloemenkleur en onderwijl al droomt van nieuwe zomerweelde en nieuw geluk. Als ons gaat het Europa. Het heeft al zoo lang uitgezien naar de eerste kleur op het somber droefgeestig schilderij van haat en strijd en economische ont reddering. Maar nu is het, of het iets van den adem der na derende lente voelt over de ijzige doode velden van zijn te leurgestelde vei wachtingen. En met de lente schijnt de onzeker heid gekomen, maar ook de blijd schap. Wij behoeven nu geen illussies te maken. En wij weten alle maal wel, dat we nog ver van den zomertijd af zijn en er nog een lange weg zal zijn naar den vrede en het herstel. Maar het is wel, of de strakheid van den winter gebroken is in de voor jaarsbuien, die nu eens een dag van zonneweelde dan weer win- tersche guurheid schijnen te be loven. En als alle voorjaarsbuien brengen ook deze ons ondanks alles de hoop en de blijde ver wachting der nieuwe geboorte. Een week, misschien twee we ken geleden lsek de zaak al voor elkaar. De commissies heette met haar arbeid gereed en de overeenstemming bereikt. En Frankrijk, eenstemmig met de andere mogendheden, was evenzeer als Duitschland be reid de voorgestelde oplossing S»S «lïsïaBïeN. 26. DOOR ILZE DORE TANNER. Eckardt Wackerath had iemand haar zijn naam toe gefluisterd stond hij daar niet met zijn reuzengestalte, zijn energiek, doch goedhartig ge zicht en zijn verstandige, trouwe, blauwe oogen Henny schrok 1 Zij, de ver loofde van graaf Roleneck, dacht aan Eckart Wackerath. Maar ten slotte hinderde dat dan iets? Was Wackerath niet haar neef? En mochten neef en nicht niet onschuldig met elkaar praten? Toen zij op den eersten zon- nigen dag, die aanbrak na lange mist- en regendagen, weer door het boschje ging, stond Wacke rath plotseling voor haar, en het was, alsof er een bijzondere uit drukking op zijn gelaat ver- scheen, toen hij haar zag. .Goeden dag, juffrouw Künig, zei hij verheugd, ik heb u in lang niet gezien het weer was al dien tijd zoo treurig," maar nu schijnt de zon weer". „Ja, gelukkig wel, antwoordde te aanvaarden. Maar nieuwe buien hebben plotseling het zon nig uit icht verduisterd. De franc is gestegen en het Hitler-proces heeft den geallieerden nieuwe angsten aangejaagd. En we we ten ineens niet meer of het zo mert dan wel wintert. Zooveel is alleen zeker, dat de overeen stemming in de commissies van deskundigen nog niet bereikt is en dat het nog zeer twijfelachtig lijkt, of ze wel binnen afzienba- ren tijd, of ze wel ooit bereikt zal worden. De Engelse e vertegenwoor digers zijn naar hun land ver trokken en de Franschen be schuldigen Bradbury.de Engel- sche afgevaardigde in de com missie van herstel, van spelbre- kerij. Het is dus weer de oude kwestie. Zal ze op de oude ma nier opgelost worden We hebben het al eens meer beleefd, dat de Engelschen naar huis gingen. Toen deden de Franschen hem te Parijs zeer beletf J uitgeleide en wandelden van het Parijsche station regel recht naar de Roer. Het gaat er feitelijk om de Franschen tot een wandeling in tegengestelde richting te bewegen. Dat wil zeggen, dat ze niet alleen de Roer zouden moeten verlaten maar ook terugkeeren tot de onderhandelingen en de voor waarden, die destijds de Engel schen te Parijs stelden, toen ze ook den Duitschers een langdu rige moratorium zonder of met internationale leening wilden toe staan. Het gaat er dus om door de geschiedenis vanaf Januari 1923 een streep te halen en op nieuw te beginnen, waar men te Parijs is blijven steken. Dat is vooral voor de Franschen een moeilijk werk. Want het betee- kent de erkenning, dat door hun onverzettelijkheid en dwaasdrij verij meer dan een jaar kost bare tijd met al zijn arbeid en energie vruchteloos is verloren gegaan niet alleen, maar schat ten zijn verloren geraakt, nieuwe vijandschap is aangekweekt en de oplossing van het probleem oneindig veel moeilijker is ge Henny, maar het ontging hem niet, dat er iets it; haar gezichtje ontbrak wat hij tot nu toe daarin steeds zoo gaarne had gezien de zonnige kinderlach ze zag er ernstiger en niet vroolijk uit. Nadat zij hem naar zijn ouders en broers gevraagd had, zei hij; „Juffrouw Kö.ffg, wees niet boos, wanneer ik u vandaag een vraag stel. Maar zegt u mij eerst hebt u vertrouwen in mij Hij vroeg het ernstig en kortaf, met dezelfde woorden, waarmede graaf Roleneck het haar ge vraagd had. Ze antwoordde, hem verwonderd aanziende .Zeker, in een neef moét men toch vertrouwen hebben". Hij schudde echter het hoofd: .Dat moéten is overbodig, nicht Henny, hier komt het op het willen en kunnen aan. Ik bedoel, heb je vertrouwen in me, zoo ongeveer als in een vriend, laten we zeggen, een oprechten en besten vriend Henny voelde een hevige angst bij deze ernstige vraag, haar hart klopte met snelle slagen, het was alsof er een donkere zwarte wolk den helderen lachen den herfsthemel verduisterde. Een pijnlijk gevoel kwam in haar op, het was, alsof hier naast haar de beste, trouwste mensch worden. Toch zal die erkenning moeten volgen. En ei schijnt wel alle kans, dat ze volgen zal. De onzekerheid van het oogen blik beteekent ook de hoop en de mogelijkheid van verwachting. De Franschen hebben geleerd. En wellicht de Duitschers ook. Poincaré hoopt, nu de Roer bezetting zonder rechtstreeksch resultaat is gebleven en straks wellicht roemloos eindigen zal, dat ze blijkbaar de Duitschers gewillig heeft gemaakt, hun ver plichtingen na te komen. Het is niet onmogelijk. De commissie van deskundigen moet zich ook in dezen geest hebben uitgelaten. En ongetwijfeld zijn de Duit schers beter gaan begrijpen, dat ze, hoe dan ook, moeten trach ten een oplossing van het scha- devergoedingsvraagstuk te krij gen en dat ze zich daarvoor de zwaarste opofferingen moeten laten welgevallen. Maar daar staat tegenover, dat de Roerbe zetting een nieuwe geest van haat tegen Frankrijk heeft ge kweekt en aan het Duitsche na tionalisme een buitengewoon krachtigen ruggesteun heeft ge geven. Het proces tegen Hitier, Ludendorff en consorten te Mun- chen gevoerd, is in dit opzicht wel bijzonderleerzaam, niet zoo zeer om de voortdurende ma- chinatien tegen het rijk en de nieuwe orde van zaken, die het aan het licht heeft gebracht als wel om de algemeene instem ming, die deze geest van ver zet tegen het nieuwe Duitsch land scheen te vinden. Het wel sprekendst is wel de eisch tegen de beklaagden die zich aan hoogverraad hadden schuldig gemaakt en den vergelijkenden vorm, waarin de officier van justitie dezen eisch meende te moeten kleeden. Het ia duide lijk. Er bestaan in Duitschland niet alleen tal van bonden en vereenigingen, die zich tegen de nieuwe orde van zaken, maar vooral tegen de buitenlandschen politiek der regeering en dus tegen de Entente keerener zijn, niet enkel overheidsperso nen en generaals, die met deze stond, die haar troost en hulp kon en wilde zijn, die ze vast en zonder schroom vei trouwen kon en toch moest er een hooge, onoverkomelijke scheidsmuur tusschen hen zijn. Zij was de verloofde van graaf Roleneck, en haar verloofde was nu haar naaste vriend, en moest haar vertrouwde, haar raadgever zijn. Zij huiverde licht, ineens had zij het koud, ofschoon de middag zon bijna warm neerscheen. Ze waagde het niet, Wacke rath aan te zien, maar gevolg gevend aan een dwingend ge voel, dat sterker was dan de overweging, dat ze de verloofde van graaf Roleneck was, ant woordde zijJa mijnheer Wackerath". Eckart Wackerath was tevre den met dit beslist uitgesproken ja. Wat hij nu tot Henny wilde zeggen en waarover hij met haar wilde spreken, kwam niet alleen voort uit de belangstelling, die hij voor haar gevoelde, het was meer de wensch, de plicht, haar te ontrukken aan de haar, in haar onervarenheid omstrikkende en verwarrende omstandigheden. .Geloof me, juffrouw Henny", zijn stem beefde in het begin, kreeg echter later weer haar gewon* vastheid, .geloof me, bonden sympathiseeren, maar een groot deel van het Duitsche volk beschouwt deze bonden en de met hen sympathiseerende autoriteiten als een vaderlands lievend werk en staat dus fei telijk achter deze bonden. En dat is voor een groot deel het gevolg van de Entente-politiek gedurende de laatste jaren en de ellende en de vernederingen, die er voor Duitschland het ge volg van zijn geweest. Is dan voor een dergelijken prijs de Duitsche gewilligheid, waarop Poincaré zich beroept, niet te duur gekocht? Te duur ook voor Frankrijk Het Berliner Tageblatt heeft dezer dagen een verdrag gepu bliceerd tusschen Frankrijk en Tsjecho-Slowakije. Het schijnt een mistificatie te zijn. Maar zoo al zoo'n verdrag niet bestaat, de geest, die er uit zou spreken bestaat wel. In onze Tweede Kamer heeft dezei dagen nog een der poli tieke leiders, ik meen de heer Nolens, gezegd, dat de garantie- verdragen, die de Volkenbond voorstelde, maar waar onze regeering niet aan wou, feitelijk tegen Duitschland gericht waren. En is deze vrees van Frankrijk eo de anderen voor het ont wapende en machteloos gesla gen Duitschland, waartegen ze zich zelfs met hun millioenen legers niet veilig achten, niet welsprekend Bewijst hij niet, hoe de Entente mogendheden zelf voelen, dat de toestand van het oogenblik, waarbij het sterk ste volk van Europa als een onwillige in den hoek wordt ge duwd, onnatuurlijk is en niet kan blijven en een nieuwe ge weldige oorlog tenslotte nog eens de eindrekening moet vaststellen. Maar wanneer dat zoo is en ze van de herstelde Duitsche kracht een schrikkelijke afreke ning vreezen, was het dan niet voorzichtiger overeenstemming en verzoening te zoeken Duitschland's genoegdoening moet een sterke waarborg voor Frankrijk zijn dan garantie-ver- dragen. Etns, over jaren of dat ik voor allerlei praatjes, zooals er hier in de buurt altijd rondgestrooid worden, niet vat baar ben. Daarvoor ben ik veel te druk met mijn werk en ik heb erva- ring genoeg, om boven zulke rondvertelde dingen te staan. Hier is het echter een ander geval, het betreft u, juffrouw König, en nu zou ik u om het voorrecht willen vragen u een broederlijken raad te mogen geven. Er wordt hier verteld, dat Gravin Dymeck met alle geweld wil zieD, dat gij u met uw beschermeling, graaf Role neck zult gaan verloven Henny wilde roepen Ik bén immers met hem verloofd", maar een onverklaarbaar gevoel ver lamde haar tong, en Wackerath scheen ook geen antwoord te verwachten.„Graaf Roleneck of hij mij sympathiek is of niet, komt hier in het geheel niet in aanmerking is onge twijfeld een heer, zooals men in deze kringen iemand een heer noemt, hij heeft onberispelijke manieren en heeft steeds aan de wetten van eer goed voldaan, maar zijn leven is toch niet van dien aard geweest, dat hij nu reeds op hoogeren leeftijd zijnde, de man kan worden van eeuwen most het toch tot een oplossing en een vergelijk komen. En de gebeurtenissen van thans bepalen, hoe dat zal uitvallen. Is het wellicht in dit opzicht het voorjaargetij, dat we thans beleven De hoop is sterk ge weest in het menschelijke hart en misschien zijn de laatste jaren nog maar de Maartsche buien der onzekerheid. Want ze drij ven overal. Boven Bessarabie, waarover Rusland en Roemenie twisten, boven Ierland, waar mui tende soldaten Engelsche sol daten hebben doodgeschoten, ja waar al niet. Maar hoop blijft in hst men- schenhart op een nieuwe lente en een nieuwe wereld. een reine, jonge vrouw, zooals zooals gij zijt, juffrouw König. Ik kan u de bijzonderheden van den slechten naam, dien de graaf heeft, met betrekking tot zijn omgang met vrouwen ook met vrouwen uit andere kringen dan de zijne, niet uiteenzetten want daarvoor is mijn hoog achting voor te groot, maar ik zijn oorspronkelijke kalmte scheen hem te veriaten, en een kleur van verontwaardiging be dekte zijn verbrand gezicht, .maar ik, anders de vredelievend beid en voorzichtigheid zelve, ik schoot hem hem liever met een goedgensikten kogel neer, dan dat ik hem als uw echtge noot zag. Het zou voor mij een smart zijn, Henny een diepe, levensvernietigende smart, u in uw onschuld en reinheid als jonge vrouw van dien man te zien, in wiens leven vrouwen en meisjes van iederen stand haar rol hebben gespeeld voor kor- teren of langeren tijd. Vandaag werd er een bemind en morgen vergeten, enkelen kunnen mis schien ook wat langer met zijn liefde verblijd geworden zijn daarom Henny, waarschuw ik u, vergooi uw leven niet aan den graaf uw hart kan immers toch nooit van hem zijn", (Wordt vervolgd,

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1924 | | pagina 1