ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Overzicht.
Het Slot Dymeck,
Werkloosheid*
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per post f 1,40
Advertentieprijs vin 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo'T BRESKENS p°»$f9
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
33e Jaargang
Zaterdag 19 Januari 1924
Nummer 2895
van den vrede door den Vol
kenbond tegen.
Maar de Engelschen glim
lachen fijntjes en zeggen, dat
ze het al lang begrepen hebben
en dat het de Franschen om
den Rijngrens en de verzwak
king van Duitschland te doen
is en dat zij daarom niet alleen
het separatisme berschermen,
maar feitelijk de beweging zelf
in het leven roepen. Het zou
voor derden moeilijk kunnen zijn
daarin partij te kie'.en. Maar
de onwilligheid der Franschen
om een onderzoek van Engel
schen of neutralen in de Palts
toe te laten, maakt hun meening
wel een beetje verdacht.
De Engelschen zijn trouwens
de eenigen niet, die het begrij
pen. .Nadat de groote indu
strieën van Opper-Silezië van
Duitschland afgescheiden en met
geweld aan Polen toegevoegd
was, na de bezetting van het
Roergebied, die tot de feite
lijke heerschappij van hetFran-
sche kapitaal aan Rijn en Roer
geleid heeft, is Frankrijk thans
belangrijk dichter gekomen bij
zijn doel„de oeconomische en
tegelijk ook politieke oppei-
heerschappij in Europa", schreef
onlangs de Econom.-Bjisn.
Het Russische blad gebruikte
die inleiding om aan te toonen,
dat Frankrijk, dat g,;en petro
leum heeft, ter wille van dit
doel wel toenadering tot Rus
land moet zoeken, dat het aan
petroleum en graan kan helpen.
Maar de erkenning blijft er
niettemin even duidelijk om. En
het is dit doel, dat het niet al
leen werkelijk naar die toena
dering tot Duitschland doet
trachten, waartoe het nu door
bemiddeling der kleine Entente
hoopt te geraken, maar die het
ook tot de verdere verzwakking
van Duitschland en daarom tot
de separatistische beweging in
de Palts en het Rijnland dringt.
Maar het is ook dit doel, dat
Engeland in den weg staat en
dat de Engelschen zich niet al
leen tegen de separatistische
beweging in de Palts, maar te
gen de geheele Franschen poli
tiek aan Rijn en Roer steeds
beslister in verzet doet komen.
Wanneer dan ook Ramsay
Macaonald, de nieuwe eerste
minister in Engeland, van mis
verstand spreeat, dan zal dit
wel niet zoo bedoeld zijn, dat
de twee het in den grond eens
zijn, maar zou het alleen kun
nen beteekenen, dat zij omtrent
het doel, dat met de bezetting
van Duitsch gebied en met de
regeling van het schadevergoe-
dingsvraagstuk worden nage
streefd, nu eens tot een zuivere
uiteenzetting moeten komen.
Het zal niet gaan. De Fran
schen weten wel, dat ze bij een
dergelijke uiteenzetting alleen
den beslisten tegenstand van
Engeland kunnen winnen en dat
ze daarvan nog heel wat last
zouden kunnen ondervinden.
De stemming in Engeland
wordt er tegenover Frankrijk
niet beter op. De motie door
het bestuur van de Britsche
Kamer van Koophandel in zake
de geallieerde schulden aan
genomen, is er een bewijs van.
En het is begrijpelijk. Frankrijk
heelt geen geld om van zijn
schulden aan Engeland rente te
betalen, maar laat tezamen met
Italië en andere landen den
Engelschen belastingbetaler een
schilling meer in het pond
betalen.
Maar wel heeft het geld om
aan Polen en de staten der kleine
Entente millioenen voor te schie
ten voor het aanschaffen van
wapentuig, dat enkei dienen
moet om Frankrijk's hegemonie
op het Europeesche vasteland te
bevestigen en dus in zekeren
zin ook tegen Engeland dienst
moet doen. Dat doet ook den
Engelschen zakenman de gal
oveiloopen, die even goed als
ieder ander de zaak van zijn
kant en dat is wel van dien van
zijn portemonuaie bekijkt.
Het kan niet langer worden
ontkend, dat het vraagstuk der
werkloosheid met den dag van
Ingezonden Mededeeling.
Rheumatiek en spierpijn
Spoedige verlichting van de pij
nen en weldra genezing door
Sanapirin-Tabletten (Mijnhardt)
Koker 75 ct. Bij apoth. en drog.
grooter beteekenis wordt en
meer en meer de aandacht
vraagt.
De berichten uit de pers kun
nen ons doen zien hoe in alle
landen der wereld dit vraagstuk
naar voren komt en hoe overal
getracht wordt dit kwaad te
ondervangen.
Het is een feit, dat vooral dit
jaar de werkloosheid ernstig is
toegenomen. De oorzaken hier
van moeten niet alleen gezocht
worden in de gewone verschijn
selen van onze huidige industri-
eele samenleving, doch meer in
de buitengewone verschijnselen
als gevolg van een uiterst ab
normaal verloop. Vandaar dan
ook de enorme toeneming van
het aantal werkloozen en het
sterk internationaal karakter van
dit maatschappelijk verschijnsel.
Het ligt niet in onze bedoeling
thans over dit laatste iets te
zeggen> doch meer en uit
sluitend over de gewone oor
zaken.
De hoofdoorzaak der werk
loosheid moet worden gezocht
in het moderne industriewezen.
Wil deze industrie normaal wer
ken, dan moet het aantal arbei
ders, als gevolg van het onregel
matige der productie, kunnen
worden vermeerderd of vermin
derd. Bij die op- en neergaande
beweging van den arbeid, welke
bij de groot-industrie onzer dag. n
periodiek voorkomt, zoekt de
arbeider gedurende de dalende
periode tevergeefs naar werk.
Het zijn deze arbeiders, die het
zoogenaamde reserveleger uit
maken. Vandaar dat in landen
met centra van sterk ontwikkelde
industrie de werkloosheid steeds
van grooter omvang is dan in
landen waar midden- en klein-
industrie nog overwegend zijn.
De oorzaken der werkloosheid
Elke zaak heeft verschillende
kanten. Maar de mensch ziet ze
gewoonlijk niet alle. De groote
oorlog heeft opnieuw ons ge
leerd, dat dat maar al te vaak
een gevolg is van onwil. Het
oordeel over de meeste zaken
wordt niet gevormd door en na
nauwkeurige waarneming, maar
de waarneming wordt veelal
aangepast aan het oordeel, dat
reeds door sympathieën en over
wegingen aan het eigen belang
ontleend, gevormd is. Dat wil
zeggen, de menschen bekijken
vaak opzettelijk dien kant van
de zaak, die bij hun vooropge
zet oordeel past en zijn er dan
nog vaak niet schuw van dien
kant cp een heel bizondere ma
nier naar het licht toe te draaien.
Toch is er ook een niet kunnen
zien.
De blik van ieder mensch,
ook van den ruimst ziende, is
beperkt. Hij overziet dus maar
een deel van het geheel. En wat
hij ziet, hangt af van de plaats,
waar hij staat. Zoo wordt het
begrijpelijk, dat de Roerbezet
ting er heel anders uitziet, of
men er vanaf het Westen dan
vanaf het Oosten naar kijkt.
Het is nu ruim een jaar ge
leden, dat Franschen en Belgen
naar de Roer gingen. En zoo
wel de Franschen als de Duit-
schers maken nu de rekening
op. De eersten zien, hoe de
Duitschers, nu eindelijk het lij
delijk verzet is opgeheven, be
reid zijn tot eerlijke samenwer
king en de betaling der scha
devergoeding.
De laatsten herinneren zich
hoe de bezetting vier milliard
goudmark heeft gekost, hoe
honderd twee en dertig men
schen zijn gedood, 39524 amb
tenaren, beambten en arbeiders
met gezamelijk 106124 familie
leden verbannen zijn, 2021
Duitschers nog in de gevangenis
smachten en 209 scholen voor
127900 leerlingen in beslag zijn
genomen en hoe in het eens
6.
DOOR
ILZE DORE TANNER.
Achter tante's stoel Koenraad,
op den kleinsten wenk van haar
nauwkeurig lettend en ons de
schotels aanreikend, die hij van
de dientafel nam. En er waren
vier gangen, een werkelijk diner,
maar toch heb ik louter uit
verlegenheid niet genoeg gege
ten, maar dat zal wel gauw
anders worden. Aan tafel was
tante Klarissa zeer spraakzaam
en vertelde mij de geschiedenis
van den burcht. Morgenochtend
zal zij mij het inwendige laten
zien daar verheug ik mij al
op. Maar nu valt de pen mij
van vermoeidheid haast uit de
hand. Ik groet u allen en voor
u en de zusjes veel kussen en
ik verzoek u heel gauw te schrij
ven aan uw dankbare dochter
HENNY.
e
Henny Künig had zich met de
elasticiteit der jeugd reeds den
derden dag van haar verblijf op
zoo bloeiende industriegebied
honger en ellende heerschen.
En het is deze verschillende be
oordeeling, die een werkelijk
eendrachtige samenwerking en
den eindelijken vrede in den
weg blijft staan.
Dat geldt niet alleen tusschen
Franschen en Duitschers. Zelfs een
bondgenootschappelijken strijd
in een gruwelijken wereldoorlog
blijkt niet in staat een gelijk
oordeel te waarborgen. Zoolang
de strijd duurde ging dat goed.
Men stond toen gezamelijk aan
denzelfden kant en keken dus
de zaak van denzeltden kant
aan, namelijk van dien van het
gevaar der Duitsche machtsont
wikkeling en van de noodza
kelijkheid van Duitschland's ver
nietiging. Maar sindsdien is ieder
weer op zijn eigen nationale
plaats gaan staan. En van daar
uit gezien ziet de wereld er
een beetje anders uit en ziet
ieder alleen den kant van zijn
eigen nationaal belang. De Fran
schen en Engelschen zijn er
leelijk door verdeeld geraakt.
En al doen den laatsten tijd de
Franschen, wat geschrokken van
de positie, waarin ze door de
onwil geraakt zijn, pogingen die
verdeeldheid weer wat te min
deren, telkens blijkt opnieuw
dat de bondgenooten van voor
heen, de zaken der wereld en
in de eerste plaats de zaak van
Duitschland's ineenstorting en
van de mogelijkheid van zijn
herBtel ieder van een anderen
kant, immers van hun eigen
plaats af bekijken.
Voor de Franschen is daarom
het separatisme in de Palts
een vrijheidsbeweging, waarom
de Duitsche Paltsbewoners het
Duitsche juk trachten af te
schudden. En het is heelemaal
niet waar, dat de Fransche ge
neraals en andere autoriteiten
het separatisme beschermen en
de bevolking verhinderen zich
van de separatisten te bevrijden.
Wanneer de Engelschen dat
zeggen, dan is het alleen om
de Fransch-Duitsche amositeit
gaande te houden en werken
zij het ideaal van het vestigen
het slot Dymeck aan de nieuwe
omstandigheden aangepast.
Weliswaar was zij nog dik
wijls met haar gedachten bij
haar vroegere werkzaamheden
thuis, of de jongens het met hun
drukte het moeder niet al te
lastig maakten en of tante Erna
het ook goed met de twee klein
sten kon vinden, maar de nieuwe
indrukken, die zij bij tante Kla
rissa opdeed, verdreven die ge
dachten al vrij spoedig.
Juffrouw Schroth had volgens
den uitdrukkelijken wensch van
de oude gravin Henny's haar
anders gekapt en Henny vond
deze verandering nu niet bepaald
onvoordeelig. Zeer zeker vor
derde het veel meer tijd, eer
het kapsel nu gereed was, maar
aan tijd, waaraan het haar thuis
altijd had ontbroken, was hier
geen gebrek. Henny was wel
eenigszins verwonderd, dat de
zwijgzame juffrouw Schroth, die
overigens ook, toen zij Henny's
haar friseerde, haar stroeve ge
laatsuitdrukking niet aflegde en
geen ander woord sprak dan
alleen ter verduidelijking van
het nieuwe kapsel noodzakelijk
was, zoo handig en flink kamer
meisjesdiensten wist te verleenen,
„Zoo zie je er beter uit, Hen-
riëtte", zeide de gravin Dymeck,
toen Henny voor het koffie
drinken in de eetzaal verscheen.
Ik heb ook naar Stralsund ge
schreven en een paar elegante
toiletjes voor je besteld, ik krijg
dikwijls gasten voor het diner
en dan moet jij andere kleeren
dragen".
„Ik heb
Henny had willen zeggen ik
heb immers mijn beste kleeren
hier maar de oude dame
sneed haar met rustige beslist
heid het woord af: „Ik weetal,
wat je zeggen wilt, je hebt voor
je verblijf hier allerlei nieuwe
dingen gekregen, maar dat zijn
Zondagmiddagkleeren voor een
provinciestadje, geen toiletten
voor de nicht van gravin Dymeck.
Henny was natuurlijk eeniger-
mate onthutst door dit gesprek
met haar tante, ze zei echter
niets, omdat zij het zonderlinge,
heerschzuchtige karakter van de
oude dame reeds kende.
„Kom nu maar mee wij
zullen nu het slot eens bekijken",
sprak de gravin Dymeck, zoodra
de lunch geëindigd was. Zij
fingen nu door de prachtig en
ehaaglijk ingerichte vertrekken
van het nieuwe gedeelte, dat
door de gravin werd bewoond,
eerst naar de zaal der voor
vaderen, etn half tot den nieu
wen aanbouw, half tot den ouden
burcht behoorende, enormgroote
ruimte, waarvan de wanden met
schilderijen van voorouders en
graven en gravinnen Dymeck
bedekt waren. Het daglicht viel
slechts gedempt door vier hooge
gewelfde vensters, die in bonte
kleurschakeeringen het telkens
weer verschijnende wapen der
Dymecks en ook de wapens der
families, die met de Dymecks
verwant waren, vertoonden. Op
een van deze wapens wees de
gravin met haar stok, waarop zij
gewoon was op haar wandelin
gen te steunen Dat wapen ken
je toch", niet waar, het is dat
van je moeder, van de familie
von Orlenhaus toch jammer,
dat
De gravin voltooide haar zin
niet het baatte nieu om nu
nog het huwelijk beneden den
stand van haar nicht te beklagen
en zij was rechtvaardig genoeg
om te bedenken, dat Henny
daaraan toch in 't geheel geen
schuld had.
Toen opende zij met een groo-
ten sleutel een heel gewone, met
zware ijzeren versieringen be
slagen deur en zij stonden in
een lange, vervallen ruimte, die
veel van een zaal had, en die
van twee zijden licht ontving;
aan den eenen kant door lang
werpige gleuven in den muur,
dus door z.g. schietgaten en
aan den anderen kant door
glazen vensters, waarvan de
dolfe ruitjes onregelmatig in
lood gezet waren. Het muurwerk
was zwaar beschadigd en in den
vloer gaapten spleten.
„Dat was de oude zaal", zeide
tante ter opheldering, ,de feest
zaal van de stichters van dezen
burcht".
„Waren dat ook Dymecks
vroeg Henny met snel ontwaakte
familiebelangstelling.
„Vermoedelijk ja, want de
Dymecks zijn van Wendsche
afstamming, zooals de laatste
lettergreep van hun naam aan
duidt en het staat vast, dat dit
slot door Wenden werd gesticht.
Het ligt namelijk in het dal
Duitsche ridders bouwden zich
hun burchten altijd op hooge
punten en bergen".
Tante en nicht liepen de zaal
door, daarna opende de gravin
een deur, die uitkwam op een
lange, smalle, door ronde gaten
in de muren verlichte gang; aan
het einde daarvan werd een
smalle, houten wenteltrap zicht
baar.
(Wordt vervolgd.)