ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIE^ AD VOOR H VLAANDEREN WekelIJksch Overzicht De Ministeiieele Crisis. Het Slot Dymeck, VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN AJLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK tno'°2T breskens p°7'$;° 33e Jaargang Zaterdag 12 |anuari 1024 Nummer 2893 Ingezonden Mededeeling. BRESKENSCHE RANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. lngez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Geld is de ziel van den oor log. Daarmee is niet bedoeld, dat het innerlijk wezen de kern is9 waarom het oorlogsgebeuren zich voltrekt, dat om geldelijk voordeel de oorlog begonnen en gevoerd wordt. Dergelijke waarheden pleegt men niet zoo openlijk uit te spreken in korte gezegden, die ze tot pasinnnt maken in den volksmond. Maar geld is ook de ziel van den oor log in dien zin, dat het er de onontbeerlijke voorwaarde van is, de motorische kracht, die hem niet veroorzaakt, maar gaande moet houden en alleen kon houden. Dat hebben gene raals voor en na Moltke begre pen. En de groote oorlog, al scheen hij met alle linantieele eischen te spotten, heeft het niettemin wel bewezen. Zou l'oincaré het ook begrij pen Wij leven niet meer in een ofliciëelen, maar niettemin in een oorlog. Het vredesver drag van Versailles heeft de voortzetting van den grooten oorlog in een andere vorm mo gelijk gemaakt. Maar ook voor deze vorm blijft de waarheid van kracht. Het moet ook de Franschen tot nadenken stem men. Want zoomen met kunstig in elkaar gezette begrootingen het Fransche volk al een rad voor de oogen kan draaien, de werkelijkheid kan men het niet. En de verontrustende daling van de franc bewijst het. De Franschen meenen, dat er Duitschers achter zitten, zooals ze achter elk gevaar een loe rende Duitscher vermoeden, of doen teminste, alsof ze het mee nen. Het is wellicht ook het slechte geweten, dat hen plaagt. Ën om het tot rust te brengen, willen ze nu maatregelen be denken om de helsche manipu latie van Duitsche bankiers te gen te gaan. Het zal niet hel pen. Niet de Duitsche bankiers maar de Fransche generaals en politici hebben het Franschen BfiUBFHsLBTON. DOOR ILZE DORE TANNER. Den doorslag gaf voor de aan rustelooze werkzaamheid gewen de en steeds tot hulp bereide Henny vooral het vooruitzicht, dat zij misschien de oude dame werkelijk van nut en van dienst kon zijn en dus ging den avond van den volgenden dag de ant woordbrief aan tante Klarissa in zee, die Henny'» kom»t aan kondigde. Henny König aan haar ouder». Slot Dymeck. Lieve ouder» 1 De kaart, die mijn behouden overkomst meldde, zult u wel ontvangen hebben en nu zal ik u alles eens uitvoeriger vertellen. Feitelijk is het mij toch heel zonderling te moede, zoo voor de eerste maal van mijn leven heel alleen ver van u verwijderd te moeten zijn en u zult me naar ik hoop niet al» een dwaas meisje geweten verontrust en helpen nu de franc aan haar minimale waarde. Frankrijk leeft ver bo ven zijn financieele krachten. Het tracht dat feit te verbergen door reusachtige uitgaven als verhaalbare op een bijzondere begrooting te brengen. Maar, juist dit verduidelijkt de wereld, hoe slecht Frankrijk iinantieel er eigenlijk voorstaat en hoe weinig kans er is, dat het zich voorloopig herstellen en zijn schulden betalen kan. Want van al die verhaalbare uitgaven kaïi Duitschland waarschijnlijk nog geen tiende part betalen. En dit beneemt de wereld haar vertouwen in de franc. De Fran sche regeering begrijpt het on getwijfeld. In elk geval begrijpt ze de noodlottigheid der ge volgen. En dit is waarschijnlijk ook een van de oorzaken der grootere plooibaarheid, die Poin- caré den laatsten tijd toont en van de nog aarzelende neiging om aan de voorstellen van den Duitachen industrieel Zechberg het oor te leenen. De houding der Franschen aan de Roer, en tegenover het vraagstuk om de Roer bezetting haar storende invloed op het oeconomisch leven in het Roer gebied zooveel mogelijk te doen verlichten, is onmiskenbaar ver anderd. Natuurlijk willen ze de Roer niet loslaten. Maar ze be grijpen, dat in het Roergebied voor een groot deel het schade- vergoedingsgeld moet komen, dat ze zoo broodnoodig hebben, en dat het dus in hun belang is den Duitschers het leven daar wat te vergemakelijken en de Duitschers wat verzoenlijk te stemmen. De toon hunner nota's bewijst dat al. Maar ze trachten ook aan de Duitschen menschen in het Roergebied een beetje te gemoet te komen. Bovendien toonen zij een bijzondere aan dacht voor het plan-Zechberg, dat hun een betaling in uitzicht- stelt, die hun tevens een niet geringen invloed op Duitsch- land's oeconomisch leven ver zekert en voor Duitschland's beschouwen, als ik u zeg, dat ik mij iederen avond in slaap ween. Maar wecst u maar niet bezorgd over mij, lieve allemaal, dat zal wel gauw over gaan en ik ben immers al lang een volwassen, verstandig meisje anderen pres- teeren op mijn leeftijd misschien al veel meer en hebben een zwaren strijd te voeren, terwijl ik hier een leventje als een prinses lijd. Overdag heb ik ook steeds zoo veel nieuws, zoo veel inte ressants te zien gehad, dat ik in 't geheel nog geen heimwee heb gevoeldalleen moet ik er vaak aan denken, hoe mooi of 'het zou zijn, als u dat alles eens zoudt kunnen zien of dat de jongens hier konden wezen of de kleintjes hier in den heer lijken, ouden tuin, die eigenlijk meer van een park heeft, een» echt konden stoeien I Maar ik zit maar te zwammen en toch heb ik zooveel te vertellen, dat ik hem in één avond niet klaar kan krijge Nat fadat vfdertje mij naar het station had gebracht en afscheid van mij had genomen, vloog ik heel alleen in mijn damescoupé voort tot aan ons station Roden- stein. Toen ik onder het binnen rijden in het kleine, eenvoudige stationnetje uit het raampje keek, gedeeltelijke herstel, wat voor betaling der schadevergoeding onvermijdelijk is, look hun ten goede doet kom 'i'. en er - o zijn gevaarlijken kant voor een groot deel berooft. Wanneer ze nog twijfelen is het waarschijnlijk omdat het procent der aandeelen in de be langrijkste Duitsche ondernr ming hun nog niet het over wicht verzekert en omdat het hoogst twijfelachtig is ot de Duitsche regeering van een der gelijke oplossing al willen we ten. Maar hun aandacht bewijst al de veranderde houding. De Fransche politiek is er tot nu toe op uit geweest iedere oplossing te verhinderen, zoodat ze Frankrijk'» greep om Duitsch land noodzakelijk losser moest maken en Duitschland's herstel tot voorwaarde had. En dit is wat vooral de Engelschen haar zoo kwalijk genomen hebben. Maar of daarom deze Engel schen de oplossing volgers het plan-Zechberg, die een oeco- nomische belangengemeenschap schept tu88chen Duitschland en Frankrijk, zoo zeer toejuichen, blijft niettemin een open vraag. Engeland kan van een derge lijke Fransch-Duitsche oecono- mische hegenomie op het vast»- land alleen de kwade gevolgen eener overmatige 01 urret ondervinden. En ook een regee ring uit de arbeiderspartij zal voor dat gevaar wel niet onge voelig blijven. Het kan haar dringen nog ernstiger naar an dere oplossing te streven. Maar juist dit moet l'oincaré voor de Duitsche voorstellen toeganke lijker stemmen. En demogelijk heid van haar aanvaarding moet hem nog ijveriger in de weer brtngen om Frankrijk'» positie in Midden-Europa op andere wijze te versterken. De waarschijnlijkheid van Duitschland's herstel, zoodra de schadevergoedingskwestie, zij het dan maar gedeeltelijk en onder ze«r bezwarende- voor waarden, is opgelost, maakt het vormen van een tegenwicht, waardoor Frankrijk's oppermacht ontdekte ik dadelijk een heel ouden bediende in zeer voorname bruine livrei en toen ik mij voor overboog en probeerde 't portier open te maken was hij direct bij mij en hielp mij. Zolder een woord te zeggen, nam hij toen mijn bagage op en liep voor mij uit naar den uitgang. Ik moet eerlijk zeggen, dat- hij een kolossalen indruk op mij maakte en er wilde mij ook maar niets te binnen schieten, dat ik hem zou kunnen zeggen, en ook nu nog heb ik, openlijk gezegd, een zeker ontzag voor den ouden Koenraadhij zitt er zoo on beschrijfelijk gesloten en indruk wekkend uit met zijn lange, magere gestalte, met zijn baarde loos, scherp geteekend gezicht en 't sneeuwwitte haar precies zooals ik mij een diplomaat had voorgesteld, heelemaal niet als een bediende. Buiten wachtte een uiterst voorname equipage op mij met een witharigen koetsier, die bij mijn nadering zijn hoed lichtte een paar boerenkinderen, die er omheen stonden, knikten. Nu moet ge uw dochter voorstellen alleen in het achterste gedeelte van het rijtuig zittend, met een koetsier en een bediende in livrei op den bok, nu en dan gehandhaafd kan blijven, nog noodzakelijker. En het is dan ook allerminst te verwonderen dat Frankrijk's verzoenende stemming aan de Roer en zijn streven om op eenigerwijze een oplossing der schadevergoedingskweste te for ceert, samen gaan met een nog actiever politiek in Midden- Europa. Op de aanstaande conferentie der kleine Entente zal een ver drag met Frankrijk overeenkom stig het Fransch-Tsjechisch ver drag overwogen worden. Maar bovendien wil men zoowel inet Bulgarije als met Rusland de vriendschappelijke betrekkingen trachten te herstellen. Achter een verdrag tu:schen Frankrijk, de kleine Entente, Polen en België, zou dan de vriendschap van Rusland en Bulgarije lct>men te staan als beschermende bar rière. Het Fransche streven toont zich al duidelijker. En zoo al het uitzicht op een regeling der schadevergoedings-kwestie, die Europa's oeconomisch leven blijft verlangen, eehige hoop geeft, de vestiging eener Fran sche hegemonie kan zeker aller minst den toekomstige vrede goede kans en een langen duur waarborgen. De oorlog blijlt nog in zicht, tot dat eindelijk, de normale evenwichtstoestand kan terug- keeren, die ieder volk en iederen staat de positie verzekert, die zijn natuurlijke kracht hem als van zeiven aanwijzen. Onder het opschrift „In de klem" schrijft de Hoefijzer-cor respondent van het Alg. Han delsblad Niemand, noch de regeering, noch het partement komt uit deze crisis zonder kleerscheuren terug. Er is echter één partij die thans in een wel heel eigen- aardigen toestand schijnt te zijn geraakt. Dat is de Christelijk Historische. minzaam naar links of rechts groetend, wanneer eenige land lieden of a-beiders hun mutsen afnamen. Het landschap, waar door wij reden, was geheel vlak; ik zou graag geweten hebben, aan wie de landerijen aan weers zijden van den weg toebehoor den, maar ik durfde het niet te vragen. Eindelijk kwamen wij in een schaduwrijke kastanjelaan en spoedig daarop lag het slot voor on»; dreunend reden wij over de brug, terwijl mijn hart plotseling uit louter angstige spanning geweldig begon te kloppen. Boven aan de trap stond een oude vrouw in «en zwarte japon, met een klein -wit mutsje op en een zwartzijden schort. Het eerste oogenblik dacht ik, dat het zeker tante zelf was, maar ook slechts een heel klein oogen blikje, want zelfs voor mijn on geoefend oog had zij toch veel te weinig grafelijks over zich en nadat ik tante eerst had leeren kennen, scheen mij mijn eerste gedachte zelfs kwetsend voor tante Klarissa toe. De oude maakte een soort buiging en zei; ,Ik ben juffrouw Schroth, de intendante. Mevrouw de gravin heeft mij opgedragen u te ont vangen en u naar uw kamer te Bij hoest of keelpijn gebruikt men het beste Terino- Tabletten. Doozen 400 Tabl. 80 ct. en 200 Tabl. 45 ct. Bij apoth. en drogisten. Aanvankelijk bleef deze groep geheel buiten schot. Aan de oneenigheid tusschen anti-revo- lutionnairen en Roomschen had den de Chr. Historischen geen pa t of deel. Aan het mirluk- k- ;i van de opdracht-Kooien hebben zij dan ook niet de minste schuld. Zij hielden zich achteraf zóó zorgvuldig achteraf dat we wel eens gevraagd hebben zouden de Chr. Historischen nu niet als bemiddelaars kunnen optreden Deze houding veranderde echter na het intermezzo-Beelaerts. Toen kreeg men de poging- Colijn-met-een R. Wie die R., die Roomsche, zou wezen ia dezer dagen gepubliceerd in „De Tijd" het was de heer Ruys, en nu die naam eenmaal is ge publiceerd, vinden wij vrijheid om er aan toe te voegen, dat een der twee bezwaren van de C. H. tegen een form atie-Colijn- met een-R. de politieke figuur van den heer Ruys betrof, die huns inziens te veel pi estige had verloren. Van de andere be denking kunnen wij voorhands alleen zeggen, dat zij niet ging tegen den heer Colijn. Maar in het licht van het later gebeurde, van hetgeen „De Nederlander" schreef over „nieuwe mannen" en over een finantieel program, dat niet als eisch door een partij mocht worden gesteld, voorts in het licht van wat o ize -|- -collega mededeelde en van bijzonder heden die ons bekend zijn dunkt het ons onbetwijfelbaar dat de heele verijdeling, door de C. II.. van een meervoudige kabinets formatie inderdaad hoofdzake lijk was gericht tegen den heer Colijn. De mjdedeeling van on zen collega over de gezindheid der C. H. jegens den heer Colijn zegt dat de Chr. Hist, diens wederoptreden als Minister „niet geleiden". Ik gaf haar een hand en stotterde iets, want ik kan het niet helpen, jullrouw Schroth heeft precies als Koen- raad een zoo merkwaardig stroef, koud gezicht, dat ieder vriende lijk, vertrouwelijk woord mij op de lippen bestierf. Wij gingen door de groote, hooge met hertengeweien ver sierde hall, toen de steenen trap op en door een lange, breede gang met verbazend veel deuren, waarvan juffrouw Schroth de laatste opende en mij het eerst liet binnengaan. Ik kon een uitroep van blijde verrassing niet bedwingen en ik voelde, dat ik direct daarop purperrood werd, omdat het mij leek, alsof juf- I frouw Schroth spottend glim lachte. De kamer is echter in een woord schitterend en zoo prach- tig ingericht, als voor een echte prinses. Sofa's, leunstoeltjes, kussens, alle» m»t roode zijde overtrokken. Maar hoe luxueus ook gemeubileerd, het mooiste van alles is toch het heerlijke gezicht uit mijn vensters! Ik kijk namelijk vlak op het prachtige, dichte, eenigszins verwilderde park, dat zoo echt romantisch is, als voor een droomenland ge schapen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1924 | | pagina 1