ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Overzicht.
Het Slot Dymeck,
gggILLSTeN,
Engeland's
Protectionisme,
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per post f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo,(2Ïn BRESKENS p°787§4°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
33e Jaargang
Zaterdag 5 Januari 1924
Nummer 2891
We zijn een nieuw jaar inge
gaan. Een nieuw jaar, dat is een
nieuw leven. Och ja, natuurlijk,
wij weten wel, dat iedere vol
gende dag zich rijt aan den
voorafgaanden als een zelfde
gelijkvormige schakel in den
tijd, waaraan geen begin schijnt
en geen einde, dat dit het leven
is van 1923 en van de tallooze
jaren, die voorafgingen, dat we
in 1924 voortzetten en dat het
hopeloos is te denken aan een
vernieuwing, omdat wij den druk-
kenden last der eeuwen blijven
torsen en wij in den dag van
morgen de resultaten van giste
ren en eergisteren beleven.
Mair wellicht juist daarom, om
dat het hopeloos is, spreken we
van vernieuwing, denken we aan
een nieuw leven, als konden we
het oude alleggen en opnieuw
beginnen.
We weten wel, dat het niet
gaat. Maar we spelen verstop
pertje met ons zeiven, zooals we
het altijd en overal doen. Spre
kende van een nieuw jaar geloo-
ven we, dat we iets nieuws be
ginnen, dat we werkelijk opnieuw
kunnen beginnen ot doen we
tenminste, alsof men het geloofde.
Het heeft zijn goede zijde.
Een mensch heeft maar al te
vaak de plechtigheid van een
oogenblik noodig om zich te be
zinnen en zich rekenschap te
geven. En wanneer hij opnieuw
begint, wanneer hij een nieuw
jaar begint, voelt hij zich gedron
gen de rekening op te maken
van het verleden en de ver
wachtingen voor de toekomst.
Op den oudejaarsavond sluit hij
de boeken van het verleden af
en op den Nieuwjaarsmorgen
begint bij een schoone bladzij.
Zoo staan we dus stil voor een
nieuw leven, immers voor den
toekomst, die het nieuwe, het
onbekende is. En starend in de
duisternis van het onbekende,
trachten we te raden, wat zich
in die duisternis beweegt en de
vormen te ontraadselen van de
vage gedaanten, die we nu en
2.
DOOR
ILZE DORE TANNER.
En het scheen wel, of zij
werkelijk onontbeerlijk was een
ieder mocht haar graag lijden
en ieder beschouwde haar als
een goede kameraad. Het kon
in het huis van den professor
niet weelderig toegaan, hij zoo
wel als zijn vrouw waren geheel
zonder vermogen geweest, toen
zij in het huwelijk traden. Toni
von Orlenhaus, een dochter van
een kinderlijke officiersfamilie,
was gouvernante geweest bij
den directeur van de school,
waaraan König zijn proefjaar
doorbracht en toen hij nu zijn
aanstelling kreeg van het gym
nasium in een aardige Noord-
duitsche provinciestad, leidde hij
zijn bruid naar de meer dan
bescheiden leeraarswoning.
Behalve zijn betrekking aan
school, hield König zich bezig
met boeken schrijven, terwijl
zijn vrouw met onvermoeid ge
duld voor man, kinderen en kost
gangers zorgde. Toni König
dan meenen te zien schemeren
in het onbekende land. Maar we
weten toch, dat die vormen niet
vanzelf ontstaan zrjn, maar de
toekomst, de vrucht van het
verleden zijn. En daarom is het
niet zonder angst, wanneer we
thans aan de poort van het
nieuwe jaar 1924 kleinmoedig
vragen Wachter, wat is er van
den nacht
We hebben het zelf gedaan,
niet in den oorlog alleen, maar
in de vele jaren ook, die vooraf
gingen. Maar erger nog we gaan
voort het te doen. En zoo wij
het niet zijn, zijn het onze buren,
onze naasten. Wie wind zaait,
zal storm oogsten. Zij hebben
de storm geoogst. Maar ze gaan
nog voort wind te zaaien. Want
wat is het anders? Voor 1914
was Europa in groote vijandige
kampen verdeeld, die zich om
het hardst toerusten tot den strijd.
Dat zou na 1918 anders worden.
Velen predikten de broeder
schap de volken en den Volken
bond. En nu Nieuwe vijandige
kampen vormen zich. En het
verschil is alleen, dat het eene
weerloos gehouden wordt, im
mers ongewapend onder den
dwang der overwinningvan 1918.
Het laatste groote politieke,
nieuws, waarmee 1923 besloot,
was dat van het verbond tus-
schen Frankrijk en Tsjecho
Slowakije. Zijn beteekenis krijgt
het vooral als schakel in den
keten. Voor 1914 spraken de
Duitschers van een omsingelings
beweging. Maar zoo er ooit een
dergelijke beweging heeft plaats
gehad, is het wel op het oogen
blik.
De rij van bondgenootschap
pen door Frankrijk met de kleine
staten van Midden-Europa ge
sloten trekt een ring om Duitsch-
land, waarvan de beteekenis en
de bedoeling niet meer als vóór
1914 ontkend wordt.
De kleine Entente en Polen
sluiten Duitschland in het Oosten
en Zuid-Oosten af en vinden in
het Westen bij België en Frank
rijk aansluiting. Maar in het
Oosten ontbreekt feitelijk Rus
land nog. Want zoolang Rusland
had voor haar Henny een ander
leven gewenscht en zij had
daarover dikwijls met haar man
gesproken.
Zij ging anders nooit des
namiddags de studeerkamer van
haar man binnen zij wist, dat
wanneer hij geen correctie had,
hij zich aan zijn wetenschappe-
lijken arbeid wijdde en dat alle
stoornis hem dan zeer onaan
genaam was. Er moest dus wel
iets heel buitengewoons zijn, dat
haar aanleiding gaf, thans de
deur zachtjes te openen. Profes
sor König keek van zijn schrif
ten op, bijna verschrikt en staarde
zijn vrouw een oogenblik aan.
.Herbert, heb je een oogen
blikje tijd voor me
Er lag een eigenaardige be
koring in Toni's stem, een be
koring, die den jongen leeraar
indertijd dadelijk betooverd had
en die ook nu nog de snaar van
teedere genegenheid voor zijn
trouwe levensgezellin opnieuw
deed trillen. Hij streek met zijn
hand over het voorhoofd alsof
hij al zijn schoolgedachten wilde
wegvagen.
,Maar natuurlijk Toni, wat is
er dan
Zij ging naast zijn schrijftafel
zitten en het volle licht viel op
haar gelaatstrekken, de trekken,
een onzekere factor blijft, kunnen
Polen en de kleine Entente zich
nooit volkomen veilig in den rug
voelen. Daarom moest Tsjecho-
Slowakije dienst gaan doen als
schakel tusschen Moskou en Pa
rijs. De Tsjechen zijn altijd Rus
senvrienden geweest en zijn het
nog.
Met hun hulp kan wellicht op
den duur de vriendschap tus
schen Rusland en Frankrijk weer
hersteld worden. En daarmee
zou de insluiting van Duitsch
land volkomen zijn.
Waarvoor Poincaré het noodig
acht, waar Duitschland toch ont
wapend en machteloos is? Het
is het slechte geweten, dat Frank
rijk plaagt. In 1918 had het zich
van den last der vrees kunnen
bevrijden, die een overwonnen,
maar sterker Duitschland het
onwillekeurig moest inboezemen.
Maar in plaats van naar de
woorden van verzoening te luis
teren, die Wilson sprak heeft
het er de voorkeur aangegeven
den sterke te spelen. Het heeft
aan de wellust van de wraak en
het oogenbllkkelijk machtsgevoel
niet kunnen weerstaan, maar
Duitschland willen laten boeten
voor zijn eigen vernedering in
'71 en zijn voortdurende angst.
Zij zijn de overwinnaars, hebben
de Franschen. tot uit den treure
herhaald. Ze hebben het te lang
gedaan. En zoo ontstond er
werkelijk nieuwe reden voor de
vrees, die het thans niet meer
met rust laat. Dat is het nood
lot van het slechte begin. Thans
is Frankrijk op den weg, waar
op het niet meer terug kan. En
het verbond met Tsjecho-SIo-
wakije is er een nieuw noodza
kelijk gevolg van.
Maar Poincaré vergeet in zijn
politieke berekening één ding.
De overwinning van 1918 is
alleen mogelijk geworden door
de hulp der Angelsaksische
volken. En zoolang hij deze niet
in den afsluitingsring betrekt,
zal die nooit afdoend werken.
Juist daarom is 1923 ondanks
alle succes voor Frankrijk 'n nood
lottig jaar geworden. Toen einde
in Januari van dit jaardeFran-
die hij toenmaals zoo vurig
beminde, ondanks dat zoo menig
andere trek zich daartusschen
vertoonde, kleine rimpels van
doorgestane zorgen en fijne
teekens van geleden leed.
.Kijk maar eens, dezen brief
heb ik vandaag ontvangen. Zij
reikte hem een velletje papier
toe, dat met gekrulde, onregel
matige letters beschreven was.
„Van?" Bijna aarzelend kwam
de vraag over zijn lippen.
„Van mijn oude tante Klarissa,
de gravin Dymeck".
„Niet mogelijk gravin Dy
meck schrijft aan jou, een van
de familieleden, die je indertijd
je huwelijk beneden je stand
met den armen schoolmeester
niet kon vergeven.
„Zij was altijd eenigszins zon
derling".
„Ja, en wij behoeven met
zonderlinge menschen niet om
te gaan Maar wat schrijft ze
eigenlijk
„Het gaat over Henny, luister
maar
„Waarde nicht Tonil
Toen ik vandaag in oude pa
pieren rondsnuffelde, kreeg ik
de aankondiging van de geboorte
van je oudste dochter in handen.
Ik zie, dat de kleine nu een
schen zonder hun Engelsche
bondgenooten naar den Roer
gingen, heeft zich den kloof
tusschen de twee landen voort
durend verbreed.
Baldwin's regeering had nog
opofferingen over, voor de po
ging deze kloof te overbruggen.
Maar het is niet waarschijnlijk
dat ook Mac Donald's ministerie
daartoe bereid zal zijn. En met
dat ministerie zal Poincaré toch
te doen krijgen. Na Asquith's
uitlatingen is de arbeiderspartij
de aangewezene als regeerings-
partij. Niet het minst zal Frank
rijk de gevolgen daarvan onder
vinden.
De verbreeding der kloof is er
door verzekerd. Tegen dit na
deel voor Frankrijk kunnen geen
successen, als het jongste ver
bond met de Tsjechen, opwe
gen. Maar bovendien moet dit
Fransche streven, om zich op
het Europeesche vasteland een
hegenomie te verzekeren op het
restant der Fransch-Engelschen
vriendschap, nog uitermate ver
koelend inwerken. En 't lijkt niet
onmogelijk, dat tegenover deze
Fransche poging, Engeland toe
nadering zal zoeken tot het
Italiaansch-Spaansche tweemin
schap, dat zich in Mid-Europa
aan het Fransche streven ergert.
Tegenover Frankrijk met zijn
sectellisten van België tot Polen
vormt zich dan een nieuw ver
bond. En tusschen deze beide
in komen Duitschland, Hongarije
Bulgarije, Turkije en wellicht
ook Oostenrijk met Rusland als
gevaarlijke toeschouwers. Wer
kelijk het uitzicht is niet roos
kleurig. En al angstiger moet de
vraag klinken, die aan den aan
vang van het nieuw jaar op de
lippen komt. De wachter zegt
nog is er duisternis. Maar het
licht, komt het eenmaal nog
Wanneer we terugzien over
het verleden, over 1923 aller
eerst, dan is er weinig hoop. En
bang, onzeker staren we de
duistere toekomst in. Eens zal
hetlicht komen misschien Maar
het zal nog een heftigen strijd
met de duisternis te voeren heb
ben.
volwassen meisje moet zijn. Ik
begin nu toch te merken, dat ik
wat ouder wordt en alvorens ik
naar een vreemde jonge hulp en
gezelschapsdame uitzie, wilde ik
toch eerst vragen of jij en je
man mij haar Henny heet zij
immers niet voor korten of
langeren tijd hier heen zoudt
willen zenden?
Misschien zijn mijn dagen ook
gauw geteld en dan behoeft ze
natuurlijk maar heel kort bij
haar oude tante te zijn. Het
spreekt vanzelf, dat het niet in
haar nadeel zal zijn, als zij bij
mij blijft en mij goed weet op
te passen. Zij moet echter goed
bedenken, dat het hier erg een
zaam is en zij geen omgang
heeft met vriendinnen van haar
leeftijd, aangezien ik gefieel op
mijzelf leef en mijn levenswijze
niet meer veranderen kan en wil.
Zij moet alles nauwkeurig
overwegen. Als zij niet wil,
schrijf mij dan een kort en
bondig neen, als zij wel wil
komen, dan moet zij ook van
ganscher harte komen. Ik zal
voorloopig maandelijks een klein
salaris geven.
Ik verzoek je waarde Toni,
met je dcchter de zaak ernstig
te bespreken en mij binnen vier
dagen een stellig antwoord te
De uitslag der Engelsche ver
kiezingen heeft bewezen, dat de
groote massa van Engeland's
bewoners niet terug wil naar de
handelsregelingen van vroeger
tijden.
Zooals zooveel andere Euro
peesche landen, was Engeland
door de veranderde productie
vormen eerst in het midden van
de vorige eeuw tot 't aanvaar
den van de beginselen van den
vrijen handel overgegaan. Dit
land, dat dikwijls als de baker
mat van den vrijhandel wordt
genoemd, was in 't begin van
de vorige eeuw nog zeer pro
tectionistisch gezind. Nadat het
mercantilisme, voortgesproten uit
de onjuiste beschouwing van
het geld als hoofdbestanddeel
van den nationalen rijkdom, een
stelsel waardoor de buitenland-
sche handel sinds de 16e eeuw
beheerscht werd, langzamerhand
aan het afnemen was, ging ook
Engeland, zooals de meeste an
dere landen, over tot het in
voeren van sterk protectionisti
sche maatregelen. Zoo vond in
1814 de invoering van schaal-
rechten op granen plaats, een
belasting op den invoer van
granen, waarvan het bedrag
hooger of lager wordt gesteld
naar gelang de graanprijs in
het binnenland daalt of stijgt.
Het doel hiervan was den grond
eigenaars een vasten graanprijs
te verzekeren. Een belasting op
graan, onverschillig in welken
vorm ook geheven, betsekent
feitelijk meestal een verhooging
van de graanprijzen. Het is een
van die nadeelige heffingen,
waardoor in den regel het brood
duurder wordt en waardoor naar
verhouding de minder gegoede
klassen zwaarder worden belast
dan de andere. Immers is bij
eerstbedoelde klassen het brood
in veel hoogere mate een le
vensbehoefte dan bij de meer
welgestelden. Ook de bewering,
dat de kleine landbouwers daar
van profijt zullen trekken is on-
geven. Op nadere voorwaarden
ga ik niet in.
Met vele groeten je tante
Gravin KLARISSA DEYMECK
In de oogen van den profes
sor las men een steeds groeiende
verbazing.
„Ik had al sinds jaren niet
meer aan de oude gravin ge
dacht", bekende hij eerlijk, „ik
dacht, dat zij al lang dood was",
„Maar hoe denk je over Hen
ny vroeg 'toni zachtjes.
„Ja dat moet Henny voor
zichzelf beslissen, zij is daar
toch oud en wijs genoeg voor".
„Maar de huishouding, Her-
bert
De professor zuchtte „Ja, de
huishouding" zonder de lasten
daarvan nauwkeurig te overzien,
zei een blik op de teedere ge
stalte van zijn echtgenoote hem
toch, dat zij deze met alleen zou
kunnen dragen. Toen viel hem
een oplossing in; „Weet je, als
Henny wil dan kan mijn
zuster Erna komen, die haar
betrekking bij den dokter, die
gaat hertrouwen, verliest. Je
kent Erna's bescheidenheid wel
en zij zou daardoor ook weer
geholpen zijn.
(Wordt vervolgd.)