Vrede op aarde.
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Weldoen.
Harten Vrouw.
Zeelandia te
Rotterdam,
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per post f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
BRESKENS
'Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
33e Jaargang
Woensdag 12 December 1923
Nummer 2885
We leven nu wel in een idialen
tijd voor menschen die behoeften
hebben re zijn er ook om
te geven en wel te doen.
Geen dag bijna gaat voorbij, of
we lezen een ot anderen oproep,
die ons den feilen nood van het
Duit8che volk teekent en ons
vraagt die te helpen lenigen. In
Rusland lijden nog bevolkingen
van uitgestrekte gebieden hon
ger. In Oostenrijk en Hongarije
is de toestand nog altijd ver
beneden het normale. En dich
terbij, om ons heen, dreigt de
toenemende maatschappelijke ma
laise den aangevangen winter
tot een kommervollen tijd te
stempelen. Er komen handen
te kort om te geven. En de
menschen, die aan helpen een
behoefte hebben, en die altijd,
al zijn ze er dan, in de minder
heid zijn, kunnen het werk niet
meer af.
Anderen, wij allen moeten het
ook leeren. Het is wellicht een
geluk, een zegen voor ons. En
het klinkt misschien wat para
doxaal, maar het is niettemin de
uitdrukking van een eeuwen
oude waarheid, wanneer we
zeggen, dat dit de weldaad is
van de ellende, dat ze de beur
zen niet zoozeer, maar de har
ten van de menschen open sluit.
Want daarop komt het aan.
Niet op het geven zelf, hoe
veel waarde dit ook voor de
lijdenden soms moge hebben,
maar op het opengaan van onze
harten voor wat anders dan voor
onze eigene belangen. Dat is de
weldaad, die heerschende ellende
ons bewijzenkan, dat een vreemd-
warme aandoening over ons
meester wordt, en iels losweekt
in de hardheid van ons hart en
dat deze onze innerlijke bewo
genheid als een licht wordt,
dat een vreemde nooit ge
ziene, maar verrukkende glans
uitschijnt over de wereld en
de menschen en dingen in
de wereld. Maar daarvoor is het
noodig, dat we niet alleen leeren
geven op den oproep om hulp,
HEU.MUTH MIELKE.
UIT HK"f DUITSCH VERTAALD.
(Nadruk verboden).
44.
De directeur Leitner, die in
den loop van den morgen op
het bureau verscheen, bevestigde
met eenige korte woorden het
treurige nieuws. Toen wenkte
hij Alsen, dat hij bij hem op
zijn privé-kantoor moest komen.
„Ik heb wederom een nieuwe
opdracht voor u. U moet weer
naar Brupsel. Onze nieuwe
hoofdvertegenwoordiger daar,
beantwoordt in geen enkel op
zicht aan onze verwachtingen
vanmorgen is er bericht van
hem ingekomen, dat hij deze
functie niet meer wenscht te
vervullen. Ken contract was er
met hem nog aiet afgesloten en
onder deze omstandigheden
hm kunnen wij niets anders
doen, dan u voorloopip in zijn
plaats aan te stellen. kent de
toestanden daar en u hebt trou
wens reeds bewezen, dat deze
maar dat we gaarne leeren ge
ven, dat het geven ons ook een
behoefte wordt.
Het geven niet alleen. Vooral
wanneer er veel materiêele el
lende heerscht, als op het oogen-
blik, maar anders immers ook
wel, denken we zoo gemakkelijk,
dat weldoen alleen in geven be
staat, omdat we zoo licht ver
geten, dat met geven alleen zelfs
materiêele ellende niet te lenigen
is en dat er naast die materieele
ellende nog zooveel andere ge
leden wordt, die vaak nog veel
zwaarder te dragen valt. Maar we
vinden geven, het geven van
geld of van brood of kleeren,
eigenlijk ook zooveel gemakke
lijker dan het helpen, dat onze
persoon opeischt. Het met de
hand in de zak tasten is, hoe
moeilijk het vele ook moge val
len, toch altijd nog een makke
lijker bezigheid Jan het geven
van zijn volle, liefdevolle aan
dacht, het zich inleven in de
omstandigheden, de zorgen en
nooden en moeiten van anderen,
niet voor een oogenblik, maar
durend, en het dan als naast zijn
medemensch blijven gaan om
hem te steunen, te raden, te
helpen ook met zijn liefde, zijn
vertrouwen, de warmte van zijn
hartelijke genegenheid.
Weldoen is wel te doen, het
goede te doen. En het goede
is dat wat noodig is. Wat dat
zal '.ijn, hangt van de omstan
digheden af. En er kunnen
omstandigheden zijn, waarin het
allernoodigste en het allereerst
noodig is zijn naasten geld of
eten of onderdak te geven.
Maar ook wanneer dat zoo is,
komt het er nog in de eerste
plaats op aan, hoe men geeft,
of men in en bij dit geven tevens
het duidelijk geschenk van zijn
liefde en genegenheid voegt, of
de hand, die de gave reikt, ook
den druk geeft, waaruit het mede
lijden en de wensch om te hel
pen en te steunen spreken. Want
daaraan immers heeft de arme
en wie in zorg en kommer zit,
evenzeer en vaak nog het meeste
behoefte. Ook hier geldt het,
dat het ten slotte niet om het
lichaam, maar om de ziel gaat
betrekking bij u in goede han
den zal wezen. De betrekking
wordt goed gesalarieerd en het
is niet uitgesloten, dat u met
deze functie voor goed wordt
belast. Wij hebben nu werkelijk
pech. Mijn arme collega Dehn-
hardt hm."
De anders zoo joviale heer
slaakte een diepe zucht. Men
kon hem duidelijk aanzien, dat
het lot van zijn collega hem na
aan het hart ging. Alsen waag
de een toespeling op de famlie.
„Mevrouw Dehnhardt is buiten
zichzelf van \^rdrietde eenige,
die het hoofd nog niet verloren
heeft, dat is jufTrouw Ottilie",
zei de heer Leitner op mede
lijdenden toon.
- Zoo had hij zich haar voor
gesteld moedig, ook in deze
ongelukkige omstandigheden I
En nu moest hij haar weer ver
laten voor onbepaalden tijd. Hoe
gaarne zou hij naar haar toe
gesneld zijn, om haar te troos
ten, haar leed met haar te dra
gen. Maar hij was toch immers
slechts de ondergeschikte amb
tenaar, de plicht ging voor.
Hij vroeg, of hij nog eenige
dagen in Berlijn mocht blijven.
De directeur schudde echter
ontkennend hst grijze hoofd.
en dat men alleeh het lichaam
wil behouden om de ziel te be
houden.
Ik geloof, dat het Ruskin was,
die eens gezegd beeft, dat het
hierom ging, bij den arme en
ellendige te zorgen, dat de lamp
van zijn ziel niet uitgaat, dat
daarbinnen altijd iets van het
licht blijft gloren, dat de mensch
boven het dier zijn beteekenis
geeft.
Daarom is het weldoen in
dieperen en breederen zin ook
niet het ophelfen van lichame-
lijken nood, maar het opheffen
van den mensch uit de diepte,
waarin materiêelen nood, maar
meer nog vaak leed en misken
ning en het verlies van geloof in
eigen kracht en in de menschen
hem neerdrukt. Maar dit weldoen
eischt hoogere en sterkere in
spanning dan het geven van een
aalmoes. Het vraagt niet onze
beurs, maar onze persoonlijkheid.
Wie in dit leven door het dal
der schaduwen des 'doods gaat,
die heeft niet allereerst behoefte
aan geld en goed, maar aan de
warme genegenheid van een
mensch, die naast hem gaat, wil
in dit donkere dal het licht van
zijn ziel i.iet uitdooven. Maar
ook alleen, wie zoo zijn persoon
geeft, kan van hef "weldoen een
geluk-brengenden invloed op zijn
persoonlijkheid verwachten. Elke
daad, die wij met het hart ver
richten, oefent zijn invloed op
ons uit, heft ons op en doet ons
ruimer uitzien over een lichtere
en zonniger wereld.
Maar wie zoo ook -in de diep
ste donkerte het licht brandende
zal weten te houden, dat in de
ziel van zijn naaste dreigt uit te
dooven, die zal in eigen ziel het
licht zien aangroeien tot de vlam,
waaraan eigen en anderer leven
zich warmen en die over de
wereld en de menschheid den
gloed legt, waarin zij hem als
verheerlijkt verschijnen..
Steunende zal hij eigen kracht
voelen aangroeien. En het is dit
gevolg, dat de aarzelende, wie
zich afvraagt, ot hij wel in staat
is te helpen of ook wie bang is,
dat hij aan zich zelf meer dan
genoeg zal hebben, moed kan
„Hoogstens tot morgen. Dus
u gaat met mijn voorstel accoord.
Al het overige tusschen ons zal
schriftelijk geregeld worden".
Toen Alsen 's middags het
bureau verliet, begaf hij zich óp
weg naar de Königgrützer straat.
Hij wilde tenminste Ottilie nog
eenmaal spreken. Maar hij werd
niet toegelaten. De hesren ont
vingen niemand.
Thuis gekomen vond hij een
brief van luitenant van Villessen.
„Beste Alsen 1
Ben vandaag met den graaf
samen bij den directeur geweest,
doch wij kwamen in een sterf
huis. Onder deze omstandig
heden gaven wij er de voorkeur
aan niet op ons bezoek aan te
dringen wij zullen afwachten en
zoodra zich een geschikte gele
genheid voordoet, de aangelegen
heid schriftelijk in orde maken.
Met beste groeten,
Van Villessen".
Wie wist, hoe alles thans zou
loopen Alsen pakte zijn koll'er
en daarna schreef hij een langen
b ief aan Ottilie.
Zijn deelneming zou zij toch
tenminste niet afwijzen.
geven. Wie anderen helpt,
wordt zelf sterker. En verwon
derd zal hij in zich de macht
voelen groeien, die hem zelf en
anderen 't geluk verzekeren kan.
Bede voor Duitschland,
De waanzin, die 't in veertien won
En leed slecht bracht den
[menschen,
Liet ons van wat beschaving
[bracht,
Niets over dan verwenschen.
En toen dat jaar het Kerstfeest
[kwam,
En nog de dood rondwaarde,
Ontvlood ons zuchtend uit 't
[gemoed,
Weemoedig: „Vrede op aarde 1"
Als dan de oorlog was gedaan,
En rust weer tot ons keerde,
Bespeurde 't menichdom al heel
[ras,
't Was niet de lang begeerde.
Slechts als de mensch de vrede
[kreeg,
Die zich aan liefde paarde,
Alleen dan kon de juichkreet zijn:
„Nu is het Vrede op aardfe
Maar nu de wraakzucht over-
[heerscht
En ten verderve voert de volken,
Nu d' armoe nijpt, de honger
[snijdt.
De hemel zich nog dekt met
[wolken,
Nu wille elk menschlievendzijn.
En geven iets van wat hij spaarde;
Dan zal er in zijn harte zijn
De echte „Vrede op aardel"
J-
Ingezonden Mededeeling.
Doop de koude
worden Uw handen ruw en ge
sprongen Uw gezicht en lippen
pijnlijk schraal. Purol maakt ze
spoedig beter. In doozen van
30, 60 en 90 ets. Bij apoth. en
drogisten.
X.
Twee jaren waren verloopen.
Op zekeren morgen las Alsen,
toen hij zjch op zijn bureau te
Brussel bevond, den volgenden
brief, die tegelijk met een groot
aantal zakenbrieven was aan
gekomen
„Beste vriend 1
Nadat ik zoo'n langen tijd
niet geschreven heb, kom ik nu
eens met iets extra's, zooals onze
Paula gewoon is te zeggen. Met
een uitnoodiging aan u, om uw
zomervacantie bij ons door te
komen brengen, of tenminste
eenige dagen, h <ewel bij ons het
parool luidthoe langer, hoe
liever, en eens een echt prettigen
tijd met ons mee te maken on
danks de Berlijnsche stof. De
Brusselsché stol zal anders wel
niet veel beter zijn. Maar om
u niet langer in de onzekerheid
te laten, zal ik het 11 nu maar
ineens zeggen Klaartje en Ma-
rietje gaan bruiloft vieren 1 De
commies bij de posterijen en de
koopman waren zoo verstandig
om in te zien, dat door het lange
wachten hun jonge bruidjes er
niet mooier op zouden worden
en zoo zullen zij dan met Gods
hulp door den huwelijksband
De Zeeuwsche Vereeniging
Zeelandia te Rotterdam vierde
Dinsdag 4 December haar Sint
Nicolaasfeest in de groote Nut
zaal oppert 81, voor de kinde
ren der leden en Donateurs. Na
dat den Voorzitter de Heer S.
Blaas om pl.m. 7 uur allen van
harte welkom heette en onder
't zingen van 't Zeeuwsch Vlaam-
sche Volkslied door de aanwe
zigen, zat er de goede stemming
al spoedig in. Het optreden van
Mr. Burton en het kleine Chi
neesje bracht de kleinen reeds
in verrukking. De Zangvereeni-
ging Zeelandia gaf vóór en na
de pauze eenige nummers ten
beste. Daarna de Poppenkast,
vanzelf juist iets voor de kin
deren doch de Clou van den
avond: St. Nicolaas komt binnen.
Vooraf de kinderen, pl.m. 135,
op 't podium opgesteld en na
dat de leider van dit kinder
feest den Heer K. Koets de
kinderen er had op gewezen,
thuis nog eens 't bekende liedje
te zingen waar in voorkomt
Hoe klopt ons het hart
,Wy of er zal krijgen de
[koek of de g a r t,
dan zullen ze bij goed opletten
direct hooren of ze nog echte
Zeeuwtjes zijn, bij 't uitspreken
van h en g. Na 't zingen der
twee laatste regels als
Weldra zullen wij hem zien
Want hij komt per vliegma-
[chien.
komt St. Nicolaas met zwarte
Piet binnen. Met een oorverdoo-
vend „hoera" werden beiden be
groet. Na verschillende toespra
ken werd zoo waar een Stow
away ondekt, die vanzelf den
zak in ging en onder uitbundig
gejuich door zwarte Piet naar
buiten gebracht. Zeer aardig
werd door 'n Hongaarsch meisje,
ook op 't feest aanwezig,
een liedje gezongen, in haar moe
dertaal voorgedragen. Hierna
volgde uitreiking der cadeautjes,
die in grooten dank werden
aanvaard. Hoe spontaan klonken
verbonden worden, wat volgens
mijn bescheiden meening toch
nog altijd maar het beste is dat
er op aarde bestaat, wat ook de
beide onderwijzeressen Anna en
Sophie daartegen te zeggen
hebben. Gij echter, beste vriend,
bent tot bruidsjonker uitverkoren,
opdat ook gij hieraan eens een
voorbeeld zult nemen. Afschrij
ven is verboden. Wij hebben
elkander al zoo lang niet gezien,
dat wij ook bij u wel een heel
klein beetje verlangen naar ons
mogen veronderstellen. Mijn
meisjes hebben u ook een bijzon
der knappe dame toebedacht.
Raad u eens wie U kunt het
nooit raden en daarom moet ik
het u wel zeggenjuffrouw
Dehnhardt, de dochter van onzen
voor twee jaar overleden direc
teur. Zij isnog steeds niet ver
loofd de adellijke bruidegom
van toen heeft zich sinds den
dood van den directeur terug-
fetrokken en is volkomen onzicht-
aar geworden. Men beweert,
dat zij hem daarvoor reeds zijn
congé had gegeven en dat hij
alleen pas de toestemming van
haar vader had gehad hij moet
ook een schurk en een speler
geweest zijn.
(Wordt vervolgd.)