ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelljkscb Overzicht.
Harten Vrouw.
Bezuiniging op
Onderwijs.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
franco per poat f 1,40 BOO MB L I E K Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. T*l«'1lj°n BRESKENS p,°'$4ro Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
33e Jaargang Zaterdag 25 November 1923 Nummer 2880
maar het vinden van schade
vergoedingsbetaling, voorop staat
De EngeUche algevaardigde in
de commissie van herstel heeft
er zich dan ook ten felste te
gen gekeerd. En het lijkt haast
onmogelijk, dat de heeren der
commissie het hierna toch nog
eens zullen worden. Komt de
commissie van onderzoek als
Poincaré wenscht, dan geschiedt
dit onderzoek niet alleen zon
der Amerika's, maar ook zonder
Engeland's steun en waarschijn
lijk zelts zonder Italië'* mede
werking. Het wordt dus een
Fransch-Belgische commissie.
Zou Poincaré er daarmee mis
schien in slagen nog een uit
gebreider onderzoek tegen te
houdén, de publieke opinie der
wereld kan hij nu moeilijk een
rad meer voor de oogen draaien.
En waar hij er de Engelsche
vriendschap mee op een ge-
duchten proef stelt, is het een
nieuwe uiting van de handigheid,
die hem noodlottig kan worden.
Baldwin, door de arbeiders
partij uit zijn tent gelokt, heeft
verklaard, dat het geduld van
het Engelgelsche volk niet on
uitputtelijk was en dat de Fran-
schen druk bezig waren de mo
gelijkheid van blijvende samen
werking met Engeland af te
snijden. Het is niet de eerste
maal, dat de Engelsche premier
deze dreigende waarschuwing
aan het Fransche volk en de
Fransche regeering richt. En
deze herhaling kan zeker den
indruk niet versterken, dien hij
er mee wenscht te maken. Poin-
caré's rede, in antwoord op deze
waarschuwing onder de toe
juichingen der Kamer gehouden,
toont wel dat noch Poincaré
noch het Fransche volk zich
door haar laten gezeggen. Maar
de kruik gaat zoo lang te wa
ter, tot zij breekt. Tegen deze
voortdurende ruzie kan de
Fransch-Engelsche vriendschap
onmogelijk lang bestand blijven.
En Baldwin zou eindelijk uit
Frankrijk's houding de conse
quenties moeten trekken, die
het Engelsche volk verlangt. En
het is niet heelemaal onmo
gelijk, dat zijn langdurige aar
zeling zijn ministerschap en de
conservatieve partij de regeer
macht gaat kosten.
De Engelsche verkiezingen
hebben wel in de eerste plaats
protectie of vrijhandel tot inzet.
Baldwin's verklaring maakt, dat
de Engelsche kiezers zich
daarover thans zullen hebben
uit te spreken. De heerschende
werkeloosheid, waarvan de pro
tectie de opheffing belooft, is
zeker een sterke kaart in Bald
win's hand. Maar het Engelsche
volk is tot nu toe steeds van
protectie afkeerig gebleken. En
zelfs een deel der conservatieve
partij staat er vijandig tegen
over. Maar de liberalen en ar-
beidersparij, deze zullen zeker
niet nalaten ook de zwakke bui-
tenlandsche politiek dezer re
geering eens nadrukkelijk onder
de aandacht der kiezers te bren
gen. Lloyd George is er al mee
begonnen en heelt daarbij han-
dig gespeculeerd op den Brit-
8chen trots, door op te merken,
dat Engeland niet meer metelde
in den raad der mogendheden.
Het fataalste voor Baldwin is,
dat hij hierin in zoovere gelijk
heeft, dat Frankrijk de onbe
twiste leiding heeft der Euro-
peesche politiek en dat de een
voudigste Engelsche kiezer zich
daarin ook nauwelijks meer ver
gissen kan. De EugeisChen ver
zetten zich daar erg tegen Brad
bury's aanval in de commissie
van herstel en de ruzie's in den
gezantenraad zijn de symptonen
van dit verzet. Maar Jiet helpt
niet. Zoolang de Engelsche re
geering aan het behoud der
Fransche vriendschap alles op
offert, blijft Poincaré de baas.
Hij weet dat en rekent daarop.
Maar het is niet heelemaal on
mogelijk, dat de uitslag der
Engelsche verkiezingen hem zal
toonen, dat hij zich hierin gaat
verrekenen.
Dat zou dan tevens een ver
zekering van Baldwin zijn. Wan
neer de vrijhandel alleen het
niet doen kan, kan ook de
tegenzin de huidige „.Engelsche
politiek het conservatieve kabi-
Wanneer handigheid de eenige
eigenschap was, die iemand tot
een groot staatsman maakt, dan
was Poincaré van dat staats
manschap zeker niet al te ver
af. Herhaaldelijk reeds heeft hij
zich ,in handigheid de meer
dere getoond van de Engel
sche ministers. Alleen met Lloyd
George had hij moeite. En dat
is zeker wel een van de rede
nen, waarom Poincaré en de
Franschen Lloyd George niet
kunnen hooren noemen en bloed
zweten, nu de Engelsche ver
kiezingen opnieuw de kans ge
opend hebben, dat Lloyd Ge
orge in den een of anderen
vorm weer deel zal gaan uit
maken van de Engelsche re
geering. Maar Poincaré's han
digheid is te bekend en te door
zichtig dan dat het die van een
groot staatsman zou kunnen zijn.
Zelfs een leek, die een beetje
aandachtig toekijkt, ziet wat hij
voorheeft. En wanneer hij, na
de Amerikaansche weigering om
aan een internationale conferentie
deel te nemen, wier onderzoek
aan de door Frankrijk gestelde
restrictie gebonden zou zijn, op
zijn beurt een onderzoek voor
stelt door deskundigen, die de
commissie van herstel zal be
noemen, dan begrijpt ieder, dat
het er hem om te doen is den
slechten indruk weg te nemen,
die Frankrijk's houding, waarop
de Amerikaansche weigering
iedereen opmerkzaam heeft ge
maakt, in de wereld heeft ge
wekt en tevens de Engelsche
pogingen om een onderzoek zon
der Frankrijk te doen plaats
hebben, den wind uit de zeilen
te nemen en zoo mogelijk te
voorkomen dat het onderzoek
niet naar Engelsch en Ameri-
kaansch plan gebeurt, maar het
te laten geschieden op de wijze,
die hij, Poincaré, wenscht. Dat
wil zeggen onder de beperkende
voorwaarde, dat het zich niet
verder zal uitstrekken dan de
eerstvolgende jaren en niet het
herstel van de Duitsche tinantien
fBtflïaïaBYeN.
DOOK
HELLMUTH MIELKE.
tl IT HBT DUITSCH VERTAALD.
(Nadruk verboden).
39.
Zij waren in de bewuste straat
aangekomen. Hij was geheel en
al ontwapend door haar ant
woord juist nu, terwijl zij hem
de hand ten afscheid reikte.
„Vaarwell" zei zt koel en
rustig.
.Juffrouw Ottilie", smeekte hij,
,mag ik u morgen nog weer
zien
,Neen. Het was vandaag voor
den laatsten keer. De reden
waarom heb ik u reeds gezegd.
,Ja, omdat u spoedig uw
verloving viert", antwoordde hij
bitter. ,Ik weet het. Maar u
weet niet, dat ik voor alles u
graag gelukkig zou zien, en dat
ik daarvoor mijn leven zou willen
opofferen. U weet niet, dat u
de beschermengel van mijn be
staan, dat op dwaalwegen geleid
was, bent geweest, die mij een
positie, ja, mijn kracht en mijn
zelfvertrouwen hebt teruggege
ven en mijn dank voor datgene
wat u mij geschonken hebt, kan
ik niet anders uiten dan in de
oprecht gemeende waarschuwing
om u nu, terwijl uw levensgeluk
op het spel staat, niet door
oppervlakkigen, valschen schijn
te laten verblinden, maar den
man, dien u zich tot echtgenoot
kiest, ook op de proef te stellen,
ten einde te kunnen constateeren
of hij werkelijk de man is, zooals
u zich dien voorstelt. Ik be
zweer u, doe geen beslissenden
stap, alvorens u hem aan deze
proef hebt onderworpen".
„Vaarwel 1" Het klonk als
daar straks en zij wendde zich af.
Treurig keek hij het vertrek
kende jonge meisje na.
Alles voorbij 1 Zij dacht
natuurlijk, dat hij dien anderen
slechts verdacht had willen ma
ken.
IX.
Alsen was op dien bewusten
avond nog naar de schouwburg
gegaan, alleen om maar aflei
ding te zoeken. Toen hij na
afloop een bekend restaurant in
de Leipziger straat binnenging,
ontdekte hij aan een tafeltje den
heer van Villessen in gezelschap
van een anderen piepjongen
officier.
Ook van Villessen had hem
dadelijk herkend en zwaaide
ijverig met een krant, die hij in
de hand had, ten teeken dat hij
aan hun tafeltje plaats zou ne
men. Zij begroetten elkarder
zooals altijd heel vriendschap
pelijk.
„Ik heb daar net het proces
Richod in de krant gelezen",
zei de luitenant, nadat hij zijn
kameraad als een zekeren mijn
heer von Zrinskowski had voor
gesteld, een naam, waarvan Al
sen het ernstig betwijfelde, of
hij dien ooit wel goed zou kun
nen uitspreken. „Reusachtig in
teressant I Alle duivels, wat is
me dat een vrouw 1 Je hebt me
zl dikwijls van haar verteld.
Maar ze weert zich dapper, en
ze probeert zich overal uit te
draaien. Maar, het heeft haar
gelukkig niets geholpen".
„Is het vonnis dan al uitge
sproken?" vroeg Alsen, plotseling
een en al belangstelling.
„Hier dat vet gedrukte onder
de rubriek telegrammen. De
rechters hebben haar schuldig
bevonden. Ter dood veroor
deeld". Hij gaf het blad aan
Alsen, die het snel doorlas.
„O.-.danks dit doodvonnis brengt
zij het leven er toch wel af. In
net ten val brengen en de plaats
doen ruimen voor ean ministerie
uit de liberale en de arbeiders
pirtij. Want van deoorspronke-
lijke vriendschap voor Frankrijk,
dien het op de been zou kunnen
houden, is in Engeland al heel
wat afgebrokkeld. En de oogen-
blikkelijk: tegenstelling in com-
missiën en gezantenraad is zeker
weinig geschikt om de stemming
ten gunste van Frankrijk te doen
keeren. Ten slotte voelt ook de
Engelsche kiezer, dat het niet
enkel om Duitschland's belang
gaat, maar niet het minste ook
om het verzet tegen de Fransche
hegonomie, wanneer Engeland
zich in den gezantenraad zoo
beslist tegen nieuwe sancties in
verband met de terugkeer van
den gewezen Duitschen kroon
prins in zijn vaderland en de
militaire controle der geallieer
den in Duitschland verzet, en
dat dit verzet in Engeland's en
Europa's belang noodig is, om
dat Frankrijk's politiek steeds
verder naar den chaos voert.
Poincaré schijnt het eindelijk
ook te begrijpen. En zijn voor
stel in de commissie van herstel
lijkt wel een laatste poging om
de wereld voor Frankrijk te
winnen en Frankrijk tevens een
taktischen vooi sprong te geven
in den strijd die tusschen Enge
land en Frankrijk dreigt. Bald
win hoeft er niet meer aan te
herinneren. Poircaré's jongste
rede in de Fransche Kamer
spreekt onduidelijk het bewust
zijn uit, dat Frankrijk en Enge
land van nu af aan hun eigen
wegen zullen gaan. Maar het
bewustzijn ontbreekt van de
beteekenis. die dit voor Europa
maar zeker ook voor Frankiijk
heeft I Wanneer de Engelsche
verkiezingen liberalen en arbei
ders aan het bewind brengen,
kan dit de scheiding slechts ver
haasten. Maar ook het geduld
van Baldwin's regeering nadert
zijn einde. Poincaré weet, dat
zijn handigheid den toestand
niet meer redden kan. Hij tracht
alleen nog Frankrijk er mee in
de gunstigste positie te brengen,
zoo tegenover Engeland als
België heeft geen terechtstelling
meer plaats'-.
„Wat? Een doodvonnis, dat
niet voltrokken wordt
Zoo is het. In België wordt
de doodstraf geregeld in levens
lange gevangenisstraf veranderd.
„Levenslang Dat beteekent
zooveel als een heel langzame
dood: Maar dat heeft ze ver
diend. Ondanks alle aanwijzin-
fen, die je vriend, die mijnheer
rémoire, overigens werkelijk
een slimme baas, erbij heeft
gehaald, heeft zij tot het aller
laatste hardnekkig alles ontkend,
't Is jammer, dat men haar
medeplichtige Pichet heeft laten
ontsnappen. Het zou een waar
genot voor ze geweest zijn, als
die beiden tezamen hun huwe
lijks-reis in de gevangenis had
den moeten beginnen".
Met deze kwaadaardige scherts
besloot de luitenant het Brus-
selsche proces. Men ging op een
ander onderwerp over, terwijl
Alsen ondertusschen iets at.
Tegen twaalf uur stapten alle
drie op. Alsen wilde afscheid
nemen, maar van Villessen liet
hem zoo niet gaan.
„Wij gaan eerst nog een beetje
verder, beste Alsen", zei hij
gemoedelijk.
„Maar waarheen dan Ik voel
tegenover Duitschland, voor de
openlijke breuk onherstelbaar
geworden is.
Ingezonden Mededeeling.
Zijn Uw handen en lippen
pijnlijk, schraal of gesprongen
door de koude, gebruik dan de
heerlijk verzachtende en snel ge
nezende Purol. In doozen van
30, 60 en 90 ets.
Bij apoth. en drogisten.
Blijkens het Voorloopig ver
slag op de Onderwijs-begrooting
vestigden vele leden der Tweede
Kamer de aandacht op de hoogst
belangrijke stijging van het be
drag, dat jaarlijks door het Rijk
voor het onderwijs wordt uit
gegeven. Zij achtten die stij
ging bedenkelijk en betoogden,
dat maatregelen moeten worden
beraamd om daaraan een einde
te maken. Deze leden meenden,
dat belangrijke vermindering der
kosten van het lager ouderwijs
slechts is te verkrijgen door wij-
ziging van de Lager Onderwijs
wet 1920.
Sommige leden spraken den
wensch uit dat de Regeering
zou overgaan tot de benoeming
eener Staatscommissie, teneinde
haar van advies te dienen om
trent de wijzigingen, welke in
de Lager Onderwijswet 1920
behooren te worden aangebracht
om de lasten, welke die wet aan
de natie oplegt, in die mate te
verminderen, dat zij door het
volk kunnen worden gedragen.
Het onderwijs zal over de ge-
heele lijn moeten worden vereen
voudigd.
De voornaamste oorzaak, waar
door het onderwijs hier te lande
zoo zware eischen stelt aan de
openbare kas, is volgens vele
leden hierin gelegen, dat in de
wetgeving het openbaar onder
wijs nog te veel als regel geldt.
Het Rijk. en de gemeente gaan
er nog al te spoedig toe over,
zelf scholen van allerlei aard te
er niets voor om nog naar een
café te gaan".
„Dat gaan wij ook niet. Daar
is het vreeselijk vervelend. Ik
heb nog een uitnoodiging bij
mevrouw Halbach. Je zult zien,
dat het daar heel wat interes
santer is".
„Op dit uur te midder
nacht
De lnitenant lachte. „Dat is
juist het echte ontvanguur. Ga
maar mee".
„Maar ik heb geen uitnoodi
ging ik ken die dame heele
maal niet".
„Introducé's van goede vrien
den zijn altijd welkom. Je behoeft
niet bang te wezen. Je behoeft
daar niet in avondtoilet te ver
schijnen. Het gaat daar heel
gemoedelijk toe".
Eenigszins tegen zijn zin sloot
Alsen zich ten slotte bij de beide
officieren aan. Zij sloegen te
zamen een der groote zijstraten
in en na eenigen tijd bleef van
Villessen voor een hoog gebouw
staan, waar op de eerste étage
de vensters helder verlicht waren.
„Hier woont de geachte mevr.
Halbach".
Hij zei het lachend, bijna
overmoedig en ging hen voor
op de helder verlichte trap.
(Werdt vervolgd))