ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Omzicht
gBEFILitgYeft.
Harten Vrouw.
Geestelijk verweer.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per post f 1,40
A d v e r t e n t i e p r (j s v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNO.,02°" BRESKENS
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur i
33e Jaargang
Zaterdag 10 November 1923
Nummer 2876
Wij weten allemaal, dat, wan
neer een verlegen mensch, be
schaamd over zijn eigen ver
legenheid en die verlegenheid
plotseling brusqueerend, zich in
eigen vrijheid en zelfstandigheid
gelden laat, hij vaak de bru
taalste en meestgedurfde dingen
kan doen. De Belgen waren ook
een beetje beschaamd geraakt
over hun eigen afhankelijkheid.
Ze trachtten nog wel net te
doen of ze uit eigen wil achter
Poincaré's politiek aanliepen,
maar de spottende glimlach op
aller gezicht toonde hen te dui
delijk, dat niemand dan zij zei
ven van deze poging de dupe
werden. En toen hun mededee-
ling, dat ze de Rijnlandsche
separatisten met geen gendarme
steunden, alleen een spottend
gelach als antwoord wekte, zijn
ze, in plotselinge balssturigheid
hun eigen souvereinen wil wil
lende bewijzen, tot een daad
overgeslagen, waarvan ze, een
maal volbracht, wel niet zullen
begrijpen, hoe ze er den moed
toe hadden.
Het is mogelijk dat de Britsche
aansporing al te duidelijk is
geweest. Poincaré moge er met
juridische flauwiteiten op ant
woorden, minister Theunis en
zijne collega's voelen zich toch
bij lange nog geen Poincaré's
en schrikken onwillekeurig nog
een beetje van het grommen van
den Britschen Leeuw. En ze
voelden zich schuldig, schuldiger
nog wellicht dan Poincaré, die
in het groote belang, dat het
steunen van het Rijnlandsche
separatisme voor Frankrijk heeft,
zijn verontschuldiging kan vin
den. Want België's steun be-
teekende alleen een steun aan
Frankrijk. Voor dit land zelf
kan het geen belang hebben,
moet het integendeel schadelijk
zijn, wanneer zich langs den
Rijn een staat vormt, die onder
Frankrijk'sleiding.denFranschen
invloed in de geheele Rijn
streek overheerschend maakt en
de omklemming van België door
DOOR
HELLMUTH MIELK.E.
UIT HET DUITSCH VERTAALD,
(Nadruk verboden).
35.
,Dat is tenminste een stand
punt, dat alle achting verdient.
Werkelijk Maar dat een mensch
zoo'n ingrijpende verandering
kan ondergaan. Duivels, ik zou
het niet klaarspelen. Dus je was
toen werkelijk zoo goed als
platzak
.Volkomen juist 1 U had de
weinig eervolle gesprekken, die
aan mijn nagedachtenis gewijd
zijn geweest, gerust kunnen
gelooven, mijnheer v. Villessen",
,Wat een mensch al niet be
leven kan 1 Dus je hebt onze
lijfspreukmorgen weer even
vroolijk I natuurlijk ook vaarwel
gezegd, niet waar Nou, beste
Alsen, je weet dat ik het altijd
goed met je gemeend heb. Het
zou me dan nu ook recht genoe
gen doen, als je je als verzeke-
rings-mensch goed op je plaats
voelde 1"
,1k dank u zeer, mijnheer van
het Fransche land nog verder
voltrekt. En het is dan ook wel
waarschijnlijk, dat de Belgi
sche neutraliteitsverklaring den
wensch en deh wil van de Bel
gische regeering dichter bena
derde dan de soortgelijke Fran
sche, dien van Poincaié. Maar
de Belgische generaals wisten
wat ze er van te denken had
den. En openlijker bijna nog
dan hun Fransche collega's, die
het over 't algemeen laten bij
een ontwapening van de tegen
standers der separatisten en een
arrestatie van de politie, steun
den ze daadwerkelijker de af
scheidingsbeweging in het be
zette gebied, dat onder hun
macht stond. De daad van Rolin
Jacquemgus, den Belgischen
hoogen commissaris, heeft er
een plotseling einde aan gemaakt.
De separatisten zijn er van ver
schrokken, maar de Franschen
nog meer. Zij waren zoo aan
de Belgische volgzaamheid ge
wend geraakt, dat ze zich ver
baasd de oogen wreven toen ze
de uit Aken uitgezette separa
tisten het door Frankrijk be
zette gebied weer binnen zagen
marcheeren. Een oogenblik moe
ten ze gedacht hebben aan een
plotselinge werking van den
„furor Teutonicus" en het los
breken van den eindelijken daad
werkelijken tegenstand der Duit-
schers, die hun nog begrijpe
lijker leek dan de Belgische
ongehoorzaamheid. Tot ze plot
seling achter deze ongehoor
zaamheid den Engelschen tegen
stander ondekten, die hen uit
Rijn en Roerstreek zou willen
manoeuvieeren. Hun bereidwil
ligheid ten opzichte van de ont
worpen internationale conferentie
moet er bij die ontdekking niet
op vooruitgegaan zijn. Groot
was ze toch al niet. Wanneer
de groote vriend aan de over
zijde van den Atlantischen
Oceaan hun niet zoo ernstig en
belangstellend op de handen had
staan kijken, die het Britsche
voorstel aannamen, dan is het
wel waarschijnlijk, dat ze het
beleefd glimlachend, maar hoofd
schuddend onmiddellijk hadden
Villessen. Ik weet, dat u noch
op geld noch op iemands klee
ding let en daarom wil ik u nu
ook eerlijk bekennen, dat het
mij buitengewoon verheugt u
weer eens ontmoet te hebben.
Hetzelfde zou ik stellig niet tot
ieder van mijn vroegere kennissen
kunnen zeggen".
„Ik kan me levendig voorstellen,
dat je gevoelens ten opzichte
van heel veel dingen veranderd
zijn. Maar om op een ander
chapiter te komen als het je
tenminste interesseert onze
vroegere bezoeker in het kleine
provinciestadje, die ons toen zoo
reusachtig geplukt heeft, heb ik
hier weer ontmoet, 't ls toch een
heel nette kerel, die mijnheer
von Flügge, en hij heeft kolos
saal veel geluk in 't spel en naar
het schijnt, ook in de liefde".
Alsen luisterde aandachtig toe.
„Ik heb hem hier ook al eens
ontmoet, maar we deden alsof
we elkander niet kenden".
„Wel, dat zal hij wel niet met op
zet gedaan hebben.Hijis namelijk
erg bijziende. Wij hebben hem
indertijd wel wat voorbarig
verdacht. Hij heeft inderdaad
goede familie in de provincie en
hij wil zich daar ook een of
ander buiten koopen, zoodra hij
zich verloofd heeft. Zijn schoon-
teruggegeven. Nu leek hun een
dergelijke manoeuvre wat al te
gewaagd. Frankrijk weet te
goed, dat het door eigen kracht
nooit de positie zal kunnen
handhaven, waarin het zich met
behulp der halve wereld gedron
gen heeft. En zoo het zich
oogenblivkelijk al sterk genoeg
voelt om wat Europeesche sym
pathieën te verspelen, de herinne
ring aan de benauwde oorlogs
jaren en de eindelijke verlossing
van over zee is nog te levendig,
dan dat het het verlies ook der
Amerikaansche vriendschap zou
durven risqueeren en in een
verband met de Staten der
kleine Entente de rest der wereld
tarten. Poincaré was daarom
zoo voorzichtig op den voorslag
tot het houden eener internatio
nale conferentie inzake het
schadevergoedingsvraagstuk te
antwoorden op de hem eigene
wijze door een aanvaarding, die
de daaraan verbonden voor
waarden tot een vei werping
maakten. De Engelschen, wien
de door Amerika gestelde voor
waarden reeds een deel van hun
enthousiasme ontnomen hadden,
schijnen een oogenblik van plan
geweest te zijn, een conferentie,
zooals die onder aanvaarding
van Poincaré's voorwaarden al
leen mogelijk zou zijn af te
wijzen. Maar de overweging van
hun eigen onmacht heeft hen
blijkbaar tot andere gedachten
gebracht. En hun oude fout
handhavende, schijnen ze bereid
met een conferentie genoegen te
nemen, die de zaak niet verder
brengen kan, en dus achteruit
ziet.
De Amerikanen begrijpen het,
Poincaré, gewoon aan het succes
zijner min of meer slimme
handigheid, heeft hun zakelijk
heid en rondborstigen durf over
het hoofd gezien. Als je maar
begrijpt, dat wij ons niet in de
luren laten leggen, maar van de
nutteloosheid eener dergerlijke
conferentie vooraf overtuigd
zijn, heeft president Coolidge,
geantwoord. President Coolidge
kent niet de Rooseveltiaansche
bevliegingen en losbarstingen. Hij
vader heeft het geld wel die
is directeur van een rijke firma
of maatschappij bij wien ik ook
eens op een diner geweest ben.
Een pracht van een dochter
heeft hij wij beiden komen
helaas overal te laat. Maar neem
me nu niet kwalijk, beste Alsen,
ik moet het perron op. Een paar
dames, die ik moet afhalen,
arriveeren dadelijk met den trein.
Mijnheer van Villessen nam
bijzonder hartelijk afscheid van
Alsen, echter niet zonder hem
eerst zijn kaartje te hebben
gegeven en hem zijn adres te
hebben gevraagd, want zij moes
ten in ieder geval op een avondje
nog eens gezellig met elkaar in
een of ander restaurant zitten
babbelen, daar stond van Vil
lessen nu eenmaal op.
Het was te laat op den mid
dag voor Alsen geworden om
zich nog naar de bureaux van
de „Sirius" te begeven en zich
bij de directeuren aan te melden.
Hij ging dus naar huis, waar zijn
welgedane hospita hem vroolijk
begroette.
Hij had de goede vrouw in
Brussel niet vergeten en wat
kleine cadeautjes voor haar
meegebracht; waarvoor zij hem
nu tot dank de nieuwtjes uit de
buurt, die zich gedurende zijn
juist datgene uit
welks onderzoek en
is een voorzichtig en bescheiden,
aarzelend zich uitsprekende man.
Maar hij wil niet tegenover de
wereld verantwoordelijk staan
voor het fiasco eener conferentie,
die begint met haar eigen
doelloosheid vast te stellen door
van haar onderzoek en haar
regelingen
te sluiten,
regegeling alleen eenige beteeke-
nis voor haar doel kan hebben.
Duitschland's toestand laat toch
werkelijk geen twijfel toe. Zoo
er van eenigen twijfel sprake
kan zijn, dan is het alleen van
deze, of er nog een Duitschland
zal overblijven, tot welk de
gealliëerden hun schadevergoe-
dingseischen kunnen richten. Het
Rijnlandsch separatisme is niet
het eenige, zelfs niet het grootste
gevaar. Het is duidelijk, dat
Beieren zich gereed maakt tegen
Berlijn op te trekken. De socia
listen hebben reeds hun conclu
sies uit het feit getrokken en
zich los gemaakt van de regee
ring, die weigerde de Beieren
tot rede te brengen en hun actie
te voorkomen. Want deze strijd
is geen strijd van het Beiersche
separatisme, maar een resolute
poging van de klasse, die tijdens
het keizerrijk de macht in
handen hadden, die macht op
nieuw te veroveren. Het is de
strijd tusschen de monarchistische
en militaristische conservatieven
en de voorstanders van het
nieuwe regime, waarbij de eersten
zich de steun van het nationalisme
hebben weten te verzekeren. En
het einde schijnt een verscheurd
Duitschland.
Poincaré glundert ondanks de
Belgische stoutigheden. Hij kent
zijn Pappenheimers en weet, dat
deze plotselinge ongehoorzaam
heid de Brusselsche heeren later
des te gedweeër zal maken.
Maar het Rijlandsche separatisme
heeft hij nauwelijks nog noodig.
De Beieren staan bereid, Rijn
landers en Belgen beide het
werk uit handen te nemen.
En Baldwin En Coolidge
Zij zien verbijsterd en machteloos
toe. Of zulle.) zij misschien, de
Belgen en zich zelf overtreffende,
afwezigheid hadden afgespeeld,
in geuren en kleuren vertelde.
Hij stelde in die dingen zoo
goed als geen belang; hij dacht
aan heel iets anders.
Zoo was dus deze leeglooper,
deze speler, die door de wereld
avonturierde, op het punt zijn
doel te bereiken I Want het leed
geen twijfel, dat met de rijke
partij, waarover de luitenant
gesproken had, niëmand anders
dan Ottilie Dehnhardt bedoeld
was.
Was het mogelijk, dat zij voor
dezen man ook maar iets kon
gevoelen Zou zij niet bemerkt
hebben dat er van geestelijke
ontwikkeling bij hem niet veel
sprake was en dat zijn zedelijke
levenswijze op een bedenkelijk
peil stond, zij, wier rustige, trot-
sche blik volgens zijn begrippen
bij ieder menschelijk wezen het
echte van het valsche moest
kunnen onderscheiden. Hij wiet
ten slotte geen andere afleiding
aan deze gedachten te geven,
dan door in den loop van den
avond bij de Kiekers een bezoek
af te leggen. Voorzichtig droeg
hij in twee groote pakken de
geschenken bij zich, die hij voor
de familie bestemd had.
Hij had gelukze waren alle
maal thuis. „Schoonpapaatje"
eindelijk in uiterste verlegenheid
de resolute daad aandurven
waartegen Poincaré's handige
advocaterij machteloos zal staan,
maar die de wereld zal opheffen
uit de ellende, waarin zij dreigt
weg te zinken.
„Wachter, wat is er van den
nacht
Ja, er is inderdaad wat, er is
gevaar, dat geen uitstel velen
kan, dus is er haast bij het werkt
We spreken op het gevaar van
de toenemende zucht naar dom-
perij, de domperspolitiek, die
welhaast met open kaart speelt
en kans heeft het spel te winnen
voor langen tijd.
Het broeit en smeult al lang
tegen het onderwijs, tegen het
verplichte en „langdurige" school
gaan, tegen de „opgedrongen
geleerdheid", waarvan men in
het werkelijke leven o zoo wei
nig nut trekt. De jeugd schreeuwt
mee in het koor. Zij gevoelt
het aan den lijve, zij zwoegt
onder den last van de leerstof,
voortvloeiende uit het heilige
leerplan I Menig gestel is er niet
tegen opgewassen. Halfverwege
den schoolgang moet soms wor
den opgehonden en moet een
andere opleidig worden gezocht.
Zij hunkeren naar andere me-
thodis.
Er zijn evenwel ook nog an
deren, die opkomen tegen het
bestaande onderwijs.
Dat zijn de „bezuinigers". En
iedereen praat daarbij mee, be
voegd en onbevoegd. Dat alles
tezamen is een stuk naakte wer
kelijkheid, en in gemoede, het
omvat meer dan „bescherming
van het kind" en „bescherming
van de schatkist". Achter de
schermen heeft een opzet post
gevat, zoo kwaadaardig en nood
lottig, dat er niet spoedig ge
noeg tegen opgetreden kan wor
den. Wie dit zou willen ontken
nen, legt niet voldoende zijn
oor te luisteren, leeft niet ten-
volle mee I De geheele geschie-
danste bij al zijn dikte als etn
gummibal van genoegen, toen hij
Alsen terugzag, en hij omhelsde
hem bijna, en toen kwamen met
mama de meisjes aan de beurt,
die hem alleen op de haar eigen
wijze begroettenAnna en So
phie, de beide onderwijzeressen
met een vriendelijken handdruk,
Paula en Emilie, de bakvischjes
met gelach en handgeklap,
Klaartje, de typiste en Marie,
de telefoniste, opvallend terug
houdend en verlegen, want ach
ter deze beiden vertoonden zich
nog twee jeugdige mannen-
gestalten, de eene zelfs in een
uniform der posterijen, die aan
Alsen werden voorgesteld als de
koopman Meijer en de assistent
bij de post Rutten en heel stijve
buigingen maakten.
Maar al heel gauw was het
ijs gebroken en ging het weer
ouderwets vroolijk toe. Alsen
deelde zijn geschenken uit, wat
een luid gejubel veroorzaakte.
Men verbaasde zich en bewon
derde alles telkens opnieuw j een
ieder roemde zijn goede smaak
en de gelukkige keuze zijner
geschenken, die onmogelijk pas
sender hadden kunnen zijn.
(Wsrdt v-.rvol|d)i