Ds Volkenbond» Harten Vrouw. Een ernstig gevaar. Uit liet land der Ril'-stammen. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK tno'tin breskens p,07s$4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 33e Jaargang Woensdag 3 October 1923 Nummer 2865 Van het verhandelde in de Volkenbondvergadering van j.l. Zaterdag ontleenen wij aan de N. R. Crt. het volgende De begrooting van de Bond voor 1924, die ongeveer 23 mil- lioen goudfrank bedraagt, werd goedgekeurd. Daarna heeft zij kennia ge nomen van het rapport der com missie voor wapeningabeperking. Beneaj gaf bij de toelichting te kennen dat de Bond op dit stuk zeer aanzienlijke resultaten heeft bereikt en heeft getoond een waarachtig vertegenwoordiger te zijn van de beginselen der internationale demokratie. Skirmunt (Polen) sloot zich, als voorzitter der commissie bij deze verklariog aan. Lebrun zette uiteen welk aan deel Frankrijk heeft gehad bij de uitwerking van het verdrag tot wederzijdschen bijstand. Jhr. Loudon (Nederland) gaf als zijn meening te kennen dat bedoeld verdrag 't welk de be voegdheden van den Volken bond uitbreidt, de souvereiniteit der staten beperkt. Lange (Noorwegen) sloot zich hierbij aan en verklaarde dat slechts een beperkt aantal staten bij een waarborgbedrag belang heeft. Urrutia (Columbia) zette den bizonderen toestand der staten van Latijnsch Amerika op het stuk der wapeningsbeperking uiteen. Zoha ed Dauleh (Perzië) zeide te vreezen dat het ontwerp-ver- drag toch in de naaste toekomst niet tot wapeningsbeperking zal leiden. Alvarez (Chili) gaf te kennen dat het waarborgverdrag de be langrijkste arbeid van den vierde Volkenbondsvergadering is. Daarop heeft de Vergadering besloten den Raad te verzoeken het ontwerp-verdrag tot onder- lingen bijstand aan het oordeel der regeeringen te onderwerpen. Vervolgens heeft zij het werk program van de commissie voor DOOK HELLMUTH M1ELKE. UIT HET DUITSCH VERTAALD. (Nadruk verboden). 25. „En waar ontbijt mijnheer Pichet vroeg Alsen, die er belang instelde, den hoofdver tegenwoordiger in den kring zijner kennissen te leeren kennen. „Dat is niet zoo eenvoudig uit te leggen. Maar Julea kan u naar een der beide gelegenheden brengen, in een waarvan u hem waarschijnlijk zult tretTen. U bent immers een vreemdeling, niet waar mijnheer Alsen wilde eerst Jules' geleide weigeren, maar de gedachte, dat hij daardoor den armen jongen voor eenigen tijd aan de macht van zijn kwelgeesten onttrok, deed hem besluiten zich met dat voorstel tevreden te verklaren, Ju'es luisterde onverschillig toe, wat hem werd opgedragen. Hij had een leelijk, plat gezicht, met kleine spleetoogjes en maakte niet alleen door zijn gedeeltelijk gescjieurde kleeren een verwaar loosden indruk. wapeningsbeperking voor het volgend jaar goedgekeurd. Daarna is de vergadering bij geheime stemming overgegaan tot de verkiezing van zes niet- permanente leden van den Vol kenbondsraad. Er werden 46 stemmen uitgebracht, zoodat de volstrekte meerderheid 24 be droeg. Reeds de eerste stemming was beslissend. Uruguay werd met 40 stemmen gekozen. Bra zilië met 34, België met 32, Zweden met 31, Tsjecho Slo wakije en Spanje met 30 stemmen. De voorzitter, della Forriente (Cuba) sprak daarna de slotrede uit. Hij uitte den wensch dat in de volgende alg. vergadering ook delegaties van Argentinië, Peru, Bolivia, Guatemale, Nica ragua, Ecuador, Mezico, San Domingo, en de Ver. Staten aanwezig zullen zijn. Voorts be tuigde hij den dank der ver gadering aan Genève en aan het geheele Zwitsersche volk en bracht hulde aan den Raad, die onder leiding van Ishil in het Grieksch-ltaliaanschegeschil zooveel beleid heeft getoond. De regeling van dat geschil heeft elkeen kunnen overtuigen van de waarde van den Vol kenbond voor de menschheid. De voorzitter bracht dan in groote trekken den arbeid van de vierde alg. vergadering in herinnering op juridisch tech nisch en politiek gebied en met name op het stuk der wapenings beperking. Hij prees den geest van welwillendheid en hartelijk heid die bij de beraadslagingen heeft geheerscht en noodig is voor de ontwikkeling der sa menwerking tusschen de volken en wees op het voorbeeld van vruchtbare en op wederzijdsch vertrouwen gegronde samenwer king, in het bijzonder door Frank rijk en Engeland gegeven. In zijn hoedanigheid van voorzitter van den Raad heeft Ishii (Japan) in de alg. verga dering een verklaring afgelegd over de resolutie van den Raad nopens de interpretatie van het Volkenbondsstatuut en andere punten van internationaal recht. „Maar pas op, dat je niet weer op straat blijft rondslen teren, Jules I" riepen de klerken hem nog achterna, waarop Jules, zonder een hoed op te zetten, Alsen vooruitdraafde. Hun weg ging in de richting der Boulevards. Alsen, die mede lijden met den jongen had, sprak hem aan, terwijl hij hem naar zijn naam vroeg. De jongen ver trok zijn gezicht en antwoordde alleen maar „Jules". Op de vraag naar zijn vadcrsnaam gaf hij geen antwoord. „Waarom laat je je zoo'n behandeling toch welgevallen Beklaag je toch bij mijnheer Pichet". „O," mompelde Jules, meer voor zichzelf dan voor Alsen, „mijnheer Pichet is goed". Alsen herinnerde zich plotse ling de inlichtingen, die Fre- moire hem over een der klerken van Pichet had medegedeeld. Dat was dus de jongen, die het salaris voor zijn zieken vader trok. „Hoe is het toch met je vader, Jules „Vader is ziek, heel erg ziek". „En je moeder verpleegt hem zeker, niet waar „Een moeder heb ik niet", antwoordde Jules op onverachil- Nadat Branting (Zweden) had verklaard, dat hij de voorkeur zou hebben gegeven aan een beslissing van het Int. Gerechts hof, betoogde Robert Cecil (En geland) dat de met eenparige stemmen genomen beslissing van den Raad een verklaring inhoudt over de verplichtingen die art. 15 van het statuut aan deleden van den Volkenbond oplegt. Dat is een afdoend antwoord aan hen die hebben gemeend dat er een neiging bestond om zich aan die verplichting te ont trekken. Cecil zag in dit be sluit van den Raad een belang rijk precedent, daarthans is uit gemaakt dat het bij een geschil niet voldoende is over concrete zaken een beslissing te nemen, doch ook de beginselen vast te stellen die voor de toekomst een regeling van dergelijke geschillen mogelijk maken. Nansen (Noorwegen) zeide te hopen dat ingeval het onderzoek, door de juristencommissie inge steld, niet bevredigend mocht zijn, de Raad de aangelegenheid aan het Int. Gerechtshof zal voor- leggen. Gilbert Murray (Z.-Afrika) be tuigde er zijn leedwezen over dat onschuldige vluchtelingen zijn gedood, zonder dat de Volkenbond schadevergoeding of verontschuldiging heeft ver langd. Arfa ed Dauleh (Perzië) sluit zich aan bij de woorden van Branding en Cecil. Enckeil (Finland) neemt met voldoening acte van de verkla ring van den Raad, Mc Neill (Ierland) zegt dat de vei klaring van den Raad alle leden der alg. vergadering zal geruststel len. Zahle (Denemarken) merkt op dat de Deensche delegatie ver heugd is over de vreedzame oplossing van de krisia en zich aansluit bij de houding en de verklaring van Branting. Urrulia (Columbië) verklaart dat volgens de wetgeving der staten van Latijnsch Amerika de verantwoordelijkheid van een staat voor op zijn grondgebied ligen toon en trok een leelijk gezicht, waarlijk niet van wege Alsen's vraag, maar tegen twee jongens aan den anderen kant van de straat, die hem uitdagend uitjouwden. Voor Alsen erop verdacht was, was hij getuige van een klein vuistgevecht, dat zich midden in het drukke ver keer tusschen de drie bengels ontspon en pas door zijn tusschen- komst werd beëindigd. Jules, die evenals bij vorige gevechten, ook nu weer kennis met de straatsteenen had ge maakt, brak los in allerlei ver- wenschingen, waaruit Alsen slechts zoover kon wijs worden, dat zijn beide tegenstanders hem een gedeelte uit zijn mand moes ten hebben weggekaapt. De mededeeling, dat Jules iets had uit te staan met een mand, ver- rastte Alsen en op zijn verdere vragen vernam hij, dat Jules als zooveel kinderen en halfvolwas- senen 's avonds nog in de café's met lucifers ging venten. „Wie is er dan thuis bij je zieken vader „Een vrouw, die mij het eten geeft tante Ursula". „Hoe lang is je vader nu al ziek O, al heel lang al meer dan een jaar. Als hij eerst maar gepleegde misdaden niet voort vloeit uit de misdaad maar uit de al-of-niet opzettelijke nalatig heid waarmede de betrokken staat de misdadigers vervolgt en straft. Loudon (Nederland) sluit zich aan bij het oordeel van B'anting en Cecil en betuigt zijn voldoe ning over het feit dat de Raad eenpaiig heeft trkend dat elk geschil tusschen leden van den Volkenbond, 't welk tot een breuk kan leiden, tot de bevoegdheid van den Volkenbond behoort. De maharadjah van Nawana- ger (Britsch-Indië) betuigt waar deering voor de verzoenende, wijze en waardige beslissing van den Volkenbondsraad. Nu het vervoer der Suiker bieten weder een aanvang heeft genomen, willen wij hier wijzen op een ernstig gevaar, dat, zoo niet van hoogerhand ingegrepen wordt, tot zeer droevige gevol gen kan leiden. We hebben hier het oog op de z.g. Bieten- opkoopers. Er zijn personen, die er een soort handel van maken van de jeugd bieten te koopen, welke door hen van de weg zijn opgeraapt en van de wagens zijn.gestolen. Weten die opkoopers wel, aan welk gevaar zij zich zelve bloot stellen als helers, die bij de wet zwaar gestraft worden Weten die opkoopers wel, aan welk gevaar zij de jeugd bloot stellen? Een klein ongelukje en zoo'n jongen komt onder de wielen van den wagen, want hij, tuk op een paar centen, die hij voor zijn bemachtigde bieten krijgt, ziet geen gevaar. Weten die opkoopers wel, dat zij die jongens opleiden tot dieven? Want zij weten toch wel, dat al die bieten niel zijn bieten, gevonden op den weg, maar meerendeels van de wagens gepikt, hetzij van de tramwagens met een stok, waarin een spijker, of van de boerenwagens, door opklauteren, er afgehaald. dood wasMaar daar Jules toch wel een vermoeden had, dat deze uitroep van tamelijk veel gevoelloosheid getuigde, zonder verdere toelichtingen, voegde hijeraantoe: „Hij heeft altijd van die vreeselijke pijnen en steunt, zoodat je 's nachts niet Blapen kan. De menschen zeggen het allemaal". Met deze woorden ging Jules een restaurant op de Boulevard binnen en verklaarde, dat ze hier moesten wezen. Het was een keurig ingerichte lokaliteit, alhoewel er op dit uur zoo goed als niemand was. Zich niet bekommerende om de spiedende oogen van den Oberkelner, liep Julea door tot aan het buffet en zei plotseling: „Daar zit mijn heer Pichet". Aan een tafel zaten twee heeren in gesprek bij een flesch wijn. De een van hen keek, opmerkzaam geworden, de bin- nen-tredenden onderzoekend aan. „Hola Jules, wat heb je nou voor nieuws Het was de hoofdvertegen woordiger zooals Alsen be merkte, een man tusschen de veertig en vijftig, met wat ver boemelde, bleeke gelaatstrekken, klaarblijkelijk geverfd kneveltje en idem hoofdhaar, in zijn geheel Wanneer deze feiten eens wat meer tot die opkoopers door drongen, zouden zij tot het besef komen, dat aan die onschuldige bieten, welke hun voor enkele centen worden gebracht, een zeer groote smet kleeft. Hij toch zet die kinderen aan tot diefstal. Kweekt in die jeugdige harten een misdaad, welke, eenmaal wortel geschoten, tot erger feiten leidt. Ook een woord aan de ouders, die weten, dat hun kind die bieten van de wagens wegneemt. Druk uw kinderen op het hart, dat het wegnemen van bieten van de wagens diefstal is, en wijs hun op het groote gevaar dat daaraan verbonden is. Ook het oprapen en behouden van bieten, welke op den weg liggen, is diefstal. Ouders, zorg dat uw kinderen geen bietenzoekers worden, dan zullen die z.g. opkoopers ook verdwijnen. Wij doen een ernstig beroep, èn op de opkoopers, èn op de ouders èn op de overheid. Het zal strekken tot heil van het opkomend geslacht. De opstandige Rif-Kabylen van Marokko hebben de Span jaarden in den laatsten tijd zulke zware nederlagen toegebracht, dat zij indirect een nieuwe dic tatuur in Spanje veroorzaakten. Het wilde bergvolk aan de Rif- kust is tot dusver vrijwel onbe kend, ofschoon het zich toch in de onmiddellijke nabijheid van de Europeesche beschaving be vindt. Deze stammen houden zich in de ontoegankelijke berg streken verborgen en hebben zich door hun oor logs? uchtigheid niet alleen bij de omringende volken, maar ook bij de Span jaarden groot respect verworven. Een Engelsch correspondent is het nu gelukt, den leider van de opstandige Kabylen, Abdoel Krim, op te zoeken en nadere bijzonderheden over de Rif-Ka bylen te weten te komen. Dit dandy-achtig voorkomen meer op een sportsman dan op een zakenman gelijkende zelfs een rozeknopje in het knoopsgat ontbrak niet. Toen Alsen zich met enkele woorden aan hem voorstelde, veranderde zijn gezicht een oogenblik. Een uitdrukking van onaangename verrassing en on tevredenheid stond daarop zeer duidelijk te lezen. Maar hij legde niettegenstaande een over dreven vriendelijkheid aan den dag en noodigde Alsen uit plaats te nemen, terwijl hij hem te gelijkertijd in kennis bracht met den anderen heer, een zijner „zakenvrienden". Deze, een lange, magere, uit gedroogde man mst een huiche laars-gezicht nam al gauw af scheid; Alsens tusschenkomst had klaarblijkelijk het onderhoud, dat beiden gevoerd hadden, gestoord. Pichet zag Jules nog bij het buffet staan, alsof hij op iets wachtte, de kleine spleetoogjes vol aandacht op een groote zee kreeft gericht, die hem verleide lijk toelachte. „Daar Jules, koop je maar een ontbijt I" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1