ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
iifcscli Oveizichti
Harten Vrouw.
BRF.SKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 i
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo.'°2T BRESKENS P°7S$;°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Zaterdag 8 September 1923
Nummer 2858
Men moet, heet het, niet op
iemands woorden letten, maar
op zijn daden. Diplomaten en
politici plegen dat om te keeren.
Ze trachten hun daden zoo goed
en kwaad als het gaat te ver
doezelen achter een scherm van
woorden, die ostentatief te pronk
stellen ais représentanten van
hun bedoelingen. Dat is hun
ook lang gelukt. Tot 1914 zoo
goed, dat vrijwel iedereen ge
loofde, dat de wereldoorlog ge
voerd werd om de heilige be
doelingen, die de propaganda
der oorlogvoerende partijen den
menschen dag aan dag voort
zette en dat hij zijn ontstaan
dankte aan den moord van Se-
rajewo, Oostenrijk's onwil om
te onderhandelen en Duitsch-
land's zucht naar wereldheer
schappij. Na dien en vooral na
1918 is er de klad een beetje
in gekomen. Men begon zelf zijn
oogen open te doen en zag heel
andere dingen dan waaarvan
de heeren praatten. En toen
Poincaré de Roer bezette
en bezet bleef houden en de
onderlinge twist den heeren aan
leiding gaf het blad van den
mond te nemen en wat vrij
moediger te praten over elkaar's
bedoelingen, toen verdween ook
het laatste restje geloof en be
greep het publiek niet alleen,
dat het leelijk bij den neus ge
nomen was, maar dat het voort
durend bij den neus genomen
werd en het werk van staats
lieden en diplomaten er feitelijk
in bestond het bij den neus te
nemen.
Mussolini treft het daarom niet.
Tot nu toe had een groot deel
van he* publiek overal in Europa
een zeker ontzag en een soort
Bympathie voor hem. Men mag
dat wel, dat aanpakken met
forsche, strenge hand. Feitelijk
wil de menscheid voor het
grootste deel niets liever dan
tlink aangepakt en zelfs een
beetje geringeloord worden, mits
het maar flink en zonder aar
zeling geschied. En Mussolini
DO0R
HELLMUTH MIELKE.
UIT HET DUITSCH VERTAALD.
(Nadruk verboden).
18.
,U hebt mij zooeven gevraagd,
waarvoor ik u gehouden heb,
mejuffrouw, zei hij met zachtere
stem, waarin zijn innerlijke ont
roering duidelijk te bespeuren
viel. Toen evenals nu voor de
mooiste, bekoorlijkste en lief-
tallig8te jonge dame, wat voor
kleedij ol hoed, ja wat voor
naam zij ook moge dragen".
Zij wenkte glimlachend en licht
blozend, met de hand tot afscheid
Maar bij de deur knikte zij hem
nog eenmaal toe.
,Tot weerziens".
Hij zat weer alleen in de
kamer, als uit een droom ont
waakt. Na deze prettige ver
rassende ontmoeting had hij
thans het gevoel van bittere
ontgoocheling. Dat dus was
Tilli, zijn TilliAch, zooals
de zaken thans maatschappelijk
stonden, stond hij nu ver beneden
haar. De kringen, waarin zij
zich bewoog, kwamen niet in
deed het flink. Hij schafte alle
praatjes over recht en zelfbe
schikking af en stelde er zijn
fascistische knodsen en kara
bijnen voor in de plaats. Het
was noodig, zij hij, om Italië te
regenereeren. En het publiek
ook buiten Italië klapte in de
handen en keek, ieder in eigen
land, al uit naar den sterken
man, die ook in dat eigen land
den boel weer op pooten zou
zetten. Wel waren er, die de
fascistische hardhandigheid wat
al te plomp vonden. En in Italië,
waar menigeen een buil en
schram ervan opliep, ontstond
wel hier en daar verzet. Maar
terwille van het goede doel keek
men daar graag overheen. En
Mussolinie bleef van de sym
pathie van een groot deel der
wereld verzekerd.
Hoe zal dat nu gaan?DeIta-
liaan8che minister, wiens doel
het is Italië niet alleen naar
binnen, maar ook naar buiten
sterk te maken, heeft nu ook
het laatste deel van zijn taak
aangevangen en zijn eerste schre
den naar buiten gezet. Zuid-
Slavië ontving een ultimatum in
zake Fiume, Tandzjer, waar tot
nu toe Spanje zich de baas
voelde, een heerschappij, die
het slechts ongaarne met Enge
land en Frankrijk wou gaan
deelen, kreeg Italiaansche kara-
biniers en Griekenland een nota
en kanonschoten. Het is een
vreedzame maatregel heeft Mus
solini van dezen laatsten stap
verklaard. Maar de 10 of 15
Grieken, die van de Italiaansche
kanonschoten het slachtoffer
werden zullen er allicht anders
over gedacht hebben. En het
is meer dan waarschijnlijk, dat
ook de rest der wereld er an
ders over denkt.
Want nog eens Mussolini treft
het hiermee niet. Voor 1914,
voor 1918 misschien nog en
mogelijk zelfs nog voor de Roer
bezetting zou een Staatsman,
die als hij de sympathie heeft,
het met een dergelijke verkla
ring omtrent de vreedzame be
doelingen een heel eind gebracht
hebben. Maar sindsdien is de
aanraking met de zijne.
En de heer von Flügge was
weer achter hem opgedoken, als
het ware de schaduw van het
booze noodlot. Wat wilde die
man toch hier in dit huis
Maar het schoot hem thans te
binnen, wat men op het bureau
der .Sirius" had verteld, dat
directeur Dehnhardt veel hoog
bezoek ontving en in zijn maat-
schappelijken omgang mannen
met klinkende namen de voor
keur gaf. Zelfs beweerde men
dat verschillende gezanten te
zijnen huize hun opwachting
maakten, in zulk gezelschap
paste hij, de bankroete speler,
immers in 't geheel niet meer.
Werktuigelijk nam hij de papie
ren van den bediende in ont
vangst, die ze voorzien van de
onderteekening van dendirecteur
aan hem terugbracht. Terwijl hij
in de corridor naar zijn hoed
zocht, hoorde hij achter de
gesloten deuren twee stemmen
de eene snerpende van den
heer von Flügge en daartus-
schen door het heldere, harte
lijke lachen van de andere, die
zijn hart sneller deed kloppen.
Hij was-van haar gescheiden
meer dan door een gesloten
deur 1 En voor de eerste maal
gevoelde hij een intens berouw
wereld een beetje heel erg scep
tisch geworden tegenover staats
lieden en de uitlegging van hun
maatregelen. Ten opzichte van
de binnenlandsche politiek had
men nog zoo geen ondervin
ding. Maar nu Mussolini zich
waagt op het gladde ijs, waar
men de laatste jaren al zooveel
zotte caprioles gezien heeft,
schudden de menschen onge-
loovig het hoofd en antwoorden
op zijn vreedzame verklaringen
,ja, ja, dat kennen we".
Het zal Mussolini waarschijn
lijk koud laten. Hij verkeert in de
benijdbare positie van iemand,
die, over de wereld rondkijkend,
zeggen kan ,wie doet me wat
De Volkenbond, wien de zaak
feitelijk aanging, is tegenover
Mussolini's intimideerende hou
ding en verklaring met haar
motie van uitstel, feitelijk reeds
in zijn schulp gekropen en heeft
daarmee eenste meer zijn nutte
loosheid bewezen. Griekenland
dat op de werkelijk aanmati
gende eischen geantwoord heeft
met de meeste te aanvaarden
en slechts die betreffende dood
straf voor hen die de Italiaan
sche officieren doodschoten, be
treffende het betalen van de
schadeloosstelling van 50 milli-
oen lire en de eerbewijzen aan
de Italiaansche vlag door de
Griekache vloot "afwees, is te
zwak om zich zelfs, ala het
Zuid-Slavië's steun ontving, tegen
Italië met eenige kans op suc
ces te weer te stellen. En de
strijd, dien Frankrijk en Enge
land om de Roer en de schade
vergoedingskwestie hebbfen uit
te vechten, maakt, dat beide
er voor terugschrikken Italië tot
vijand en vriend der tegenpartij
te maken.
Wie doet me wat Mussolini
wist wel, wat hij deed. De toe
stand ia anders dan in 1914,
toen de drievoudige Entente en
op haar geschreeuw de geheele
wereld te hoop liep, omdat
Oostenrijk na een moord op den
troonopvolger, die dus de natio
nale waardigheid veel pijnlijker
trof dan deze moord op Itali
aansche officieren in Albanië,
als een wilde, verpletterende
macht, het berouw over het
verleden, wiens gaven en goe
deren hij door zijn grove licht,
zinnigheid zoo woest verspildhad.
V.
Iedere week was Aisen nu
eenmaal 's avonds de gast der
familie Kieker. Hij had weinig
omgang met anderen en hij
gevoelde zich geheel thu:s in
dezen gezelligen kring, waar
flinke meisjeshanden alles gemoe
delijk en behagelijk maakten
Ze maakten voor hem heel wei
nig plichtplegingen, behandelden
hem als een graag gezienen,
goeden kennis, zonder ook in 't
geringste eenige bijbedoeling te
hebben en daardoor ontstond
een vriendschappelijke verhou
ding, die beide partijen in alle
opzichten beviel. Alleen ,schoon-
papaatje" kon in stilte nog wel
esns hopen, dat hij voor Anna
of Klaartje den waren man en
voor zich zelf een flinken schoon
zoon had gevonden.
Dat was de zwakke zijde van
den dikken, kleinen ouden heer,
dat hij maar steeds geloofde,
dat zijn dochters het bij hem
niet goed genoeg hadden en dat
zij het veel beter zouden hebben,
als zij getrouwd waren. Boven
aan Servië soortgelijke maar
veel minder zware eischen stelde
en Servië weigerde aan den
eisch betreffende het deelnemen
aan het onderzoek, thans reeds
door Griekenland aanvaard, te
voldoen en toen dit Oostenrijk
niet onmiddellijk toestemde in
een onderwerpen van de kwestie
aan de mogendheden, iets wat
nu Italië pertinent weigert. De
tegenstelling tusschen drievou
dig Entente en drievoudig Ver
bond is opgegeven. Er is geen
Rusland, dat Italië, als eertijds
Oostenrijk, op de Balkan den
voet dwars zet. Er is geen
Duitschland, welks groeiende
macht anderen vrees aanjoeg
en naar de wapens deed grijpen
om die macht te vernietigen.
Zoo de gebeurtenissen van nu
op die van 1914 lijken, de oor
zaak voor een wereldoorlog die
nu na de ontgoocheling van 1918
wel iedereen als zoodanig heeft
erkend, bestaat niet meer.
Dat wil niet zeggen, dat de
tegenstellingen niet meer be
staan, maar zij moeten zich nog
ontwikkelen tot de scherpte, die
in 1914 een oorlog onvermijde
lijk maakte. Want het is duide
lijk, dat de poging van Italië
om zich de heerschappij in de
Adriatische en het Dosten van
de Middellandache Zee te ver
zekeren, waartoe de met Grie
kenland gezochte ruzie en de
bezetting vEn Korfoe een nieuwe
stap zijn, op den duur Engeland
tegenover zich moet vinden en
dat ook Frankrijk daarbij niet
werkeloos kan toezien. Maar de
ontreddering, die uit de ver
nietiging van een paar machtige
concurrenten is achtergebleven,
is nog te groot, dan dat de
bondgenooten uit dien vernie-
tigingsstrijd thans reeds weer
als nieuwe concurenten den
nieuwen strijd kunnen aanbinden.
De jongste gebeurtenissen be
wijzen alleen, dat die strijd
komt en onvermijdelijk is. En
de menschheid heeft het allang
begrepen. De Volkenbond, de
conferenties van ontwapening,
het zijn woorden als de rede
voeringen van Poincaré en Mus
dien geraakte hij voortdurend in
een zekere opwinding, wanneer
hij thuis kwam en een der meisjes
ontbrak aan tafel. Dan was het
hem of hij zelf iets miste. Hij
zou diep ongelukkig zijn geweest,
indien eenmaal een plaatsje
voorgoed onbezet zou blijven en
toch peinsde hij er maar voort
durend over, hoe hij een zijner
dochters aan den man zou kun
nen brengen, hoewel dezen zich
in den huiselijken kring geheel
op haar gemak gevoelden en
voorloopig niet aan trouwen
dachten.
Het was Alsen in den beginne
pijnlijk te moede, bij zijn braven
collega door zijn omgang met
de Kieken een ongerechtigde
hoop op te wekken. Na zijn
tweede bezoek had hij de week
daarop onder een voorwendsel
een avond overgeslagen. Toen
hij later toch terugkwam, had
Anna, de oudste, hem met de
verwijtende woorden ontvangen:
,We meenden al, dat u ons
ontrouw zou worden, mijnheer
Alsen".
Hij had toen naar een veront-
ichuldiging gezocht, maar zij had
hem met een zeer beteekenis-
vollen blik lachend gezegd
,U behoeft voor ons meisjes
niet bang te zijn. Wij zijn heele-
solini. De Roer-bezetting, het
Rijnlandsch separatisme, de
Italiaansche karabiniers te Tand
zjer, het bombardement van
Korfoe, dat zijn de dpden. En
als we voorzichtig zijn, moeten
we daarnaar kijken.
De Jubileumfeesten
te Amsterdam.
De intocht van Hare Majesteit
de Koningin in de hoofdstad
des lands is een ware zegetocht
geweest. Precies op tijd stoomde
de locomotief, met de twee ko
ninklijke standaards het kleine
station Willemspark binnen, waar
het gemeentebestuur van Am
sterdam haaropwuchtingmaakte.
De Koningin vergezeld van
Z. K. Hoogheid Prins Hendrik
en H. K. H. Prinses Juliana, zag
er opgeweït uit.
Na de toespraak van den
Burgemeester te hebben beant
woord, begaf de Koninklijke
Familie zich naar buiten, ten
einde de tocht door de stad
naar het paleis aan te vangen.
De N. R. Crt. deelt over dezen
tocht o.a. het volgende mede
Stapvoets ging het de stad
in en van het begin af tot het
einde toe was van de zijde van
van het publiek ten grootehar
telijkheid te constateeren, en
een enorme belangstelling. Hon
derdduizenden stonden er nu
langs den weg, hingen uit de
ramen, waren zelfs op de daken
geklommen. De balcons waren
opgetast met kijkers; in da ramen
zag men niets dan een opeen
stapeling van hoofden lachende
hoofden, schrteuvr ende hoofden,
weenende hoofden ook wel eens
met daartusachcn door stekend,
armenarmen die niet tot een
bepaald hoofd, een bepaald
lichaam, schenen te behooren,
maar die maar wuifden, onaf
gebroken wuifden, met zak
doeken en vlaggeijet en hoeden.
En voor ons die dicht achter
het rijtuig van de Koningin den
geheelen intocht meemaakten,
was er één jubel, zonder pauze,
maal niet zoo, als vadertje ons
altijd indenkt. Wij hebben over-
- dag immers genoeg te doen,
maar daarom onderhouden wij
ons 's avonds heel graag met
een anderen man al ons vadertje".
Na dit voorval heerschte er
echte vriendschap tusschen hem
en de meisjes. Hij beijverde zich
om voor de ontvangen gast
vrijheid door kleine attentie's,
die hij geheel onpartijdig aan
allen bewees, zijn dankbaarheid
te toonen.
Het was half Augustus ge
worden. Op het bureau der
.Sirius" liep het gerucht, dat
directeur Dehnhardt binnenkort
naar een zeebadplaats zou trek
ken, waarschijnlijk naar Helgo
land. Dit gerucht had Alsen
wat opgewonden, daar het im
mers waarschijnlijk was, dat dan
de geheele lamilie van den direc
teur Berlijn voor eenigen tijd
zou verlaten.
Hij had Ottilie sedert dien
bewusten dag niet weergezien,
Dikwijls, in zijn vrije oogen-
blikken, was hij door de König-
grützer-straat geslenterd in de
onbestemde hoop haar te ont
moeten, maar in deze verwach
ting was hij regelmatig teleur-
gesteld.
(Wordt vervolgdji