ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEFUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch (heizicht.
Onze financiën
Harten Yrouw.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1—5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Telefoon
No. 21
Drukker-lFtgever
BOOM- BLIEK
BRESKENS
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Zaterdag 1 September 1923
Nummer 2856
rede te Charleville blijkt, lijkt
de weg tot een overeenstemming
op dit punt al halfverwege ge
baand. Een internationale com
missie van onderzoek naar
Duitschland's betalingscapaciteit
zou Frankrijk onder den een
of anderen vorm waarschijnlijk
ten slotte wel willen aanvaarden.
En met de 50 milliard, die al
herhaaldelijk als schadevergoe
dingsbedrag genoemd zijn, zou
den aan Frankrijk en België de
geëischte 26 en 5 milliard, die
Engeland aan Amerika schuldig
is wel te betalen zijn, zoodat
alleen de moeilijkheid blijft, hoe
aan die 50 milliard te komen,
voor welker oplossing de nieuwe
Duitsche plannen al eenig uit
zicht openen. Maar de Roer
De nieuwe Duitsche rijkskanse
lier heeft het in zijn laatste rede
duidelijk genoeg gezegd, dat
het Duitsche volk tot alle in
spanning bereid is en ook in
een deel van het Duitsche be
drijfsleven productieve panden
wil geven, maar dat de Rijn
Duitsch moet blijven en het
vraagstuk van het Duitsche Rijn
land voor het Duitsche volk niet
bestaat en dat in geen geval
het Roergebied als tijdelijk on
derpand kan worden afgestaan.
Het was slechts een bevestiging
van de verklaring in den Rijks-
dag afgelegd. Maar ook Poin-
caré en zijn Belgische bondge
noot hebben hun verklaringen
voor de zooveelste maal beves
tigd. Wij blijven aan de Roer,
totdat Duitschland betaald heeft.
Dat is voor eeuwig, heeft de
Engelsche minister al geïnter-
puteerd. Maar bovendien, zoolang
het verzet duurt, willen we van
geen onderhandelingen met
Duitschland over het schade-
vergoedingsvraagstuk weten,
zeggen Frankrij'k en België een
stemmig. Kunnen we het Duitsch
land kwalijk nemen, dat het
deze voorwaarde niet vervullen
wil Het lijdelijk verzet is het
eenige wapen, dat het bezit en
een wapen, dat blijkbaar Frank
rijk en België veel kwaad doet,
die zonder den hinder van dat
leidelijk verzet het Roergebied
misschien werkelijk tot een pro
ductief pand zouden kunnen
maken. En de wapenstilstand
van 101S ligt den Duitschers
nog te yersch in de herinnering
dan dat ze niet zouden weten,
waaraan ze toe zijn, wanneer
ze hun wapenen uit handen
geven. Is het dan wonder, dat
Engeland aarzelt anders dan
tegen duidelijker Fransche en
Belgische toezeggingen den Duit
schers de staking van het lijde
lijk verzet aan te raden
En zoo is de onoplosbaarheid
der 8chadevergoedingskwe8tie
ontstaan niet door de dessins dier
kwestie zeker, maar door het
middel, dat de Franschen zeide
tot haar oplossing te willen aan
wenden Zeiden De volhardende
houding der Franschen is wel
geschikt om den bestaanden
twijfel te doen groeien. En ook
de Engelschen vragen zich steeds
openlijker af waarom het eigen
lijk gaat.
Misschien is dat ten slotte nog
wel de groote vraag, die hier
aU elders alles beheerscht. De
diplomatie is de kunst om zijn
bedoelngen te verbergen, heelt
Talleyrand ongeveer uitgelegd.
Dat is er sinds het beginsel van
de openbaarheid der diplomatie
geproclameerd is niet beter op
geworden. Waarom gaat het aan
de Roer en te Fiume, waar
Italianen en Zuid-Slaven het niet
eens kunnen worden en in Ma
rokko, waar de Spanjaarden
weer vechten enen over
al Niemand wil het zeggen,
maar iedereen weet het. En dat
men niettemin moet doen, alsof
men het niet weet, dat is wel de
grootste moeilijkheid, die de op
lossing van alle kwesties in den
weg staat.
De heer Westerman, Direc
teur der Kotterdamsche Bank-
vereeniging geelt zijn oordeel
over den huidigen linancieelen
toestand van on. land in de
Telegraaf. Wij ontleenen daar
uit nci volgende
Het is absoluut noodzakelijk
Het gebeuft wel incer, dat
het middel erger blijkt dan de
kwaal. Poincaré en de zijnen
wilden het nog wel niet toe
geven. Maar het is duidelijk,
dat ze zich met het middel, dat
ter afdwinging van de schade
vergoeding aan Duitschland ge
bruikt wordt, zoodanig hebben
vastgewerkt, dat het nu tusschen
Duitschland en Frankrijk niet
alleen maar ook tusschen Frank
rijk en zijn Engelschen bondge
noot feitelijk niet meer gaat
om de vraag, wat en op welke
wijze moet Duitschland betalen,
maar hoe komen we zonder be
denkelijke scheuren voor ons
prestige uit de Roer los. De
eigenlijke schadevergoeding,
daaromtrent zouden ten slotte
Engeland en Frankrijk en ook
Frankrijk en Duitschland het ten
slotte nog wel eens kunnen wor
den. Frankrijk begint langza
merhand te begrijpen, dat je
van een boom ook met de gewei
dadigste middels niet meer appels
plukken kunt dan er aan zitten,
Duitschland gaat inzien, dat het
zijn uiterste krachten zal moeten
inspannen, om, hoe moeilijk dat
ook vallen moge, toch een eenigs-
zina aannemelijk schadevergoe
dingsbedrag op te brengen en
Engeland blijkt bereid de hand
over het hart te strijken en heel
wat van zijn vorderingen op
Frankrijk te laten vallen, wan
neer het daarmee een behoor
lijke regeling der schadever
goeding en de toekomst van
Europa kan verzekeren.
Dat laatste toonen de Fran
schen nog niet heel duidelijk
in te zien. Zij staren zich blind
op hun igen v ordering, die bij
aanname van het Engelsche voor
stel wel onbetaald zullen blijven
en merken daaidoor nauwelijks,
dat ditzelfde voorstel een onbe
taald blijven van een groot deel
der vorderingen, die Engeland
ten hunnen laste heeft, ten ge
volge zal hebben en Engeland
zich bereid verklaart hun mil-
lioenen kwijt te schelden. Zoo
DOOR
HELLMUTH M1ELK.E.
UIT HET DUITSCH VERTAALD.
(Nadruk verboden).
16.
Eens op een morgen verscheen
de directeur niet op het bureau.
Hij had beiicht gezonden, dat
hij zich niet wel gevoelde, doch
stukken waar veel haast bij was,
moest men hem maar thuis zen
den.
Tegen den middag liet Leitt-
ner, de tweede directeur, Alsen
roepen. De vriendelijke, oude
heer met het gewichtigste gezicht
overhandigde hem een schrifte
lijk stuk.
,U kent het wel, want u hebt
het zelf opgesteld. Het betreft
de aangelegenheid van dien
mijnheer Richod. U hebt het in
elkander gezet als een minister
rede. Maar het is goed zoo,
heel goed zelfs. Brengt u dit
nu even bij den directeur Dehn-
hardt ter onderteekening. De
brief moet van middag nog
naar Brussel naar onzen hoofd
vertegenwoordiger".
Hij knikte Alsen vriendelijk
komen ze er toe Engeland
schraapzucht en handige koop
manschap te verwijten, wanneer
het tie Roer ten behoeve van
zijn zaken vrij wil krijgen en
tegelijkertijd nog het bedrag
betaald wil hebben, dat het zelf
aan Amerika moet afdoen. Dat
dit de Engelschen kregel maakt
is begrijpelijk. En op hun beurt
gaan ze de Franschen hun heb
berigheid voorrekenen.
Als de schatting van den
heer Bokanowski, den ïappor-
teur der Fransche staatsbegroo-
ting als maatstaf wordt genomen"
zoo zegt hun nota van 11
Augustus, heeft het bedrag van
132 milliard van het Londensche
betalingsplan bij een rentebere
kening van 5 procent een con
tante waarde van 65 milliard,
het aandeel van Frankrijk en
België krachtens de overeen
komst van Spa 52 en 8 procent
zou dus 3f en 5,2 milliard be-
loopen, aangenomen, dat Duitsch
land in staat ware, deze beta
lingen in vollen omvang af te
doen. Hier staat tegenover, dat
Frankrijk aan Engeland en Ame
rika 27 milliard schuldig is. Er
zouden danvoor Frankrijk netto 7
milliard o verblijven. Als Frankrijk
derhalve 26 milliard uettoeischt
en bovendien schrapping van
zijn schuld aan Engeland en
de Vereenigde Staten, verlangt
het drie a viermaal zooveel ais
waarop het volgens het Lon
densche betalingsplan aanspraak
heeft"
Maar de Franschen vinden
even goed als de Belgen, dat
het herstel der verwoeste streken
voor moet gaan en nemen het
den Engelschen kwalijk, dat ze
de schuld van Duitschland aan
de geallieerden in één adem
durlt noemen met de schulden
der geallieerden onderling, of
schoon ze feitelijk zelf begonnen
zijn met de regeling van al die
schulden gezamelijk voor te
stellen.
Toch ondanks dit gedebatteer
en de Fransche vasthoudend
heid aan den eisch van zuiver
26 milliard, die ook weer uit
Poincaré's laatste nota en zijn
toe en liet het verder aan hem
over om te informeeren waar
directeur Dehnhardt woonde.
De woning van den directeur
bevond zich in de Königgrützer-
straat. Alsen nam een paarden-
trammetje, dat hem binnen een
kwartier aan zijn doel bracht.
Het was een prachtig heeren
huis, waarvan de directeur de
z.g. bel-étage bewoonde. De
trap met de leuning bestond uit
kunstig gevormd marmer, in de
prachtig geschilderde gang ver
rees uit een pracht van donker
groene palmen een statig beeld,
dat door het zijwaarts invallende
licht in de prachtigste kleuren
schitterde. Een kostbare looper
bedekte de treden der trap en
dempte geheel het geluid van
voetstappen.
Boven deed een bediende
open en geleidde hem, nadat
Alsen zijn wensch kenbaar had
gemaakt en het geschrift had
overhandigd, in een salon met
het verzoek zoo lang te wachten,
totdat de directeur het stuk in
orde had gebracht.
Het was stellig niet de mooist
ingerichte kamer der directeurs
woning, waarin Alsen zich nu
bevond, en toch moest hij den
smaak van den eigenaar recht
laten wedervaren. Zoo mooi had
hij het ook e'enmaal gehad
lang geleden in de ouderlijke
villa, die met al het meubilair
publiek was verkocht.
En door de herinnering aan
deze wisseling van het noodlot,
die hij had ondervonden, gleed
er een sombere schaduw over
Alsen's voorhoofd. Maar wat
hielp het? Dat was immers alles
voorbij
Daar ging plotseling een der
vleugeldeuren naar de naastbij
gelegen kamer open en Alsen
sprong op uit de fauteuil, waarin
hij was gaan zitten. Voor zich
zag hij een jonge blonde dame,
die het vertrek, waar hij zich
bevond, haastig wilde door loo-
pen, doch nu door den aanblik
van den vreemden gast verrast,
als vastgeworteld bleef itaan.
Was het waarheid, droom of
zelfbedrog? Voor hem stond
Tilli of anders iemand, die als
een tweelingzuster op haar ge
leek. Hij moest alle krachten
inspannen, opdat hij haar zoo
niet betitelde.
Neemt u mij niet kwalijk"
stamelde ook hij ten zeerste
verrast en geheel onthutst.
Over haar fijne trekken gleed
een ondeelbaar oogenblik een
vluchtig rood, toen hei stelde zij
zich en boog haar mooie hoofdje
te zijner begroeting.
„Blijft u toch zitten. Mijnheer
Alsen niet waar
Haar stem het was ook
haar stem, die nog steeds in zijn
herinnering voortleefde.
.Zeer zeker, mejuffrouw, zoo
is mijn naam. Ik moet u werke
lijk vergeving vragen, dat ik zoo
lomp voor u verschijn. Ik had
tot op heden niet de eer vroeger
kennis met u te hebben gemaakt.
Een zeldzame gelijkenis met
een andere jonge dame heeft
mij geheel en al in de war ge
bracht".
Weer vertoonde zich een
vluchtig rood op haar wangen.
Ditmaal echter lachte ze hartelijk.
Neemt u toch plaats, mijnheer
Alsen", zei ze heel vriendelijk,
op een zetel wijzend, terwijl zij
zelf ook ging zitten. Haar groote,
grijze oogen keken daarbij schert
send in de zijne. Er speelt zich
tusschen ons een kleine comedie
af door deze onverwachte ont
moeting, die ons beiden verrast
heeft. Niet waar, u kent mij
.Slechts als Tilli, mejuffrouw,
en ik weet nog steeds niet
„Of het de juiste naam is?
Neen, u vergist zich niet. Het
is Ottilie Dehnhardt, die u voor
u ziet en die u ais Tilli hebt
leeren kennen".
dat het budget in orde wordt
gebracht, willen wij niet ernstige
dingen zien gebeuren. Dat dit
niet door middel van belasting-
verhooging kan geschil den, zal
ieder nu langzamerhand wel dui
delijk zijn. De opdrijving der
belastingen is een systeem ge
bleken, dat denken doet aan
het slachten j&n de bekende kip
met de gouden eieren.
Reeds nu blijkt, dat de Staats
inkomsten uit die bronnen te
ruggaan en toch geven die cijfers
nog een gefiatteerd beeld van
den werkelijken toestand, die
zich in de cijfers der komende
jaren veel scherper zal afspie
gelen.
Zij, die van een middelmatig
inkomen moeten rondkomen gaan
zwaar gebukt onder den druk
der juist voor hen zooveel duur
der geworden leven kosten. De
groote inkomens zijn door de
tot het uiterste aangedraaide
belastingschroef de: mate gere
duceerd, dat van nieuwe kapi
taal vorming daaruit geen kwestie
meer is en integendeel het ka
pitaal, dat toch reeds door al
lerlei andere omstandigheden,
ik noem slechts de Russische,
Oostenrijksche, Hongaarsche en
Balkan-débacles, sterk is ver
minderd, verder aangevreten
wordt.
Bovendien lijden de inkomens
onder den slechten toestand van
handel, scheepvaart e i nijverheid
met in hun gevolg geen oflage
dividenden, wegblijven van tan
tièmes etc. De situatie van de
beurs, een beurs van verkoopers,
toont dit voldoende aan.
Wat dit alles voor gevolgen
moet hebben op den geheelen
welstand, laat zrcli gemakkelijk
raden, maar dit terzijde latend,
is het toch duidelijk jat de Staat,
met die wetenschap, niet voort
kan leven alsol er t.iels aan de
hand was.
Daarom is het gebiedend nood
zakelijk, dat deze, zoo goed als
iedereen het doen moet, zijn uit
gaven beperkt, terugkomt op
allerlei wetten en besluiten, die
kosten met zich brengen, die hij
zich onder de huidige ornstan-
,Wat zegt u, u bent de dochter
van onzen directeur Dan wordt
mij nu eindelijk iets duidelijk,
waarover ik zoolang heb na
gedacht. Nu weet ik, aan wie
ik mijn positie dank en wie ik
mijn dtepsten dank verschuluigd
ben".
En onwillekeurig stak Alsen
zijn hand uit, om de hare te
drukken. Zij hield haar hand
een oogenblik in de zijne, zoodat
hij de warmte van haar bloed
gevoelde en hem tot de geluk
kigste der stervelingen maakte.
Toen echter trok zij haar slanke
vingers snel terug.
,lk ben u zelf een opheldering
schuldig, mijnheer Alsen", zeide
ze ernstig, .opdat u niets kwaads
van mij en mijn kleine nicht
Ernestine Hiller zult denken.
Tine was met haar mama uit de
provincie eenige dagen onze
gast. Zij is een eerste schelm,
de echte ondeugende bakvisch,
zooals ze in de boeken voor
komen. Als echt meisje van
buiten wilde zij het Berlijnsche
leven ook dadelijk grondig leered
kennen, vooral het Berlijnsche
volksleven op de „Haaenheide",
waarvan zij zooveel hadden
gehoord.
(Wordt vervolgd),
i