P
Het tweedeMuziekconcoufs
Onze toekomstwerke
loosheid en landver
huizing.
Huilen Vrouw.
AMPA-ZALF
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo,020in breskens p°7s$;°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Woensdag 8 Augustus 1923
Nummer 2849
liet is altijd gevaarlijk be
langrijke beslissingen te nemen,
wanneer men, door welke om
standigheden ook van streek ge
raakt, niet over da noodige kalm
te en de noodige onbevangen
heid van oordeel en daardoor
ook veelal niet over hetheldere
inzicht beschikt, dat voor de
juistheid van dergelijke beslis
singen een eerste 'vereischte is.
Maar het ongeluk wil, dat juist
vaak in dergelijken abnormalen
tijd, wanneer alles zich een
beetje verwrongen aan ons voor
doet en eigen gemoedstoestand
onze bezonnenheid schaadt, de
noodzakelijkheid van beslissingen
zich opdringt. Want immers
nieuwe gebeurtenissen en nieuwe
toestanden eischen gewoonlijk
nieuwe maatregelen. Wanneer
ons leven, ons individueele of
ons gemeenschappelijk leven,
uit zijn gewone voegen geraakt,
naar een nieuwen evenwichts
toestand zoekt, dan zinnen we
op de middelen om door nieuwe
voimen het tot de noodzakelijke
rust te brengen.
Ons tegenwoordig leven, schijnt
a\s geen ander, uit zijn gewo
nen gang losgewrongen. De oor
log en zijn directe en indirecte
gevolgen hebben het niet enkel
veranderd, maar in velerlei op
zicht zoo totaal ontredderd, dat
nieuwe vormen noodzakelijk
zijn geworden en alleen bizon-
dere maatregelen het behoud
van het evenwicht en het her
stel nog schijnen te kunnen
waarborgen. En het is dan ook
zeker geen wo^nder, dat we naar
stig naar middelen zoeken om
't herstel te vinden, waarnaar we
snakken. Maar dit juist moet
ons voorzichtig maken in onze
beslissingen en conclusies. Onze
gemoedstoestand is niet de beste
om ons een helder en juist oor
deel te verzekeren. En wij zien
de hcele wereld een beetje ver
DOOR
HELLMUTH MIELtvE.
UIT HET DUITSCH VERTAALD.
(Nadruk verboden).
9.
„Een koopman zonder positie?
Inderdaad, juffrouw Tilli, ik ben
een van die in onzen tijd zoo
veel voorkomende ticüiige exem
plaren van een werkeloozen
handelsreiziger, iemand die zon
der werk in deze maatschappij
verkeert en wellicht over een
maand niet meer weet, waarvan
hij moet leven. De garde-luite
nant heeft u door deze ontboe
zeming wel een zeer groote
teleurstelling bereid
De beide meisjes zwegen
eenigszins ontdaan. Toen zei
Tilli
,U hebt uw betrekking in de
provincie vaarwel gezegd, omdat
zij u niet meer beviel
,Hm, zoo ongeveer, hoewel
ik niet kan ontkennen, dat ook
ik niet meer zoo in den smaak
viel".
,En u zoekt hier een nieuwe
positie? In welk vak?" Wat
klonk dat alles kortaf en zonder
ling uit haar mond, also! een mees-
wrongen, wat ons allicht op al
lerlei gebied tot gevaarlijke con
clusies verleidt.
Het is nooit zoo heel gemak
kelijk zich omtrent oeconoinische
verschijnselen en oeconomische
wetten en maatregelen een juist
inzicht te vormen. Maar die
moeilijkheid is in dezen abnor-
malen tijd in bizondere mate
vergroot. De oeconomen der
wereld sloven zich af met het
zoeken naar de juiste middelen
voor ons oeconomisch herstel,
maar brengen het veelal weinig
verder dan algemeenheden of
theorieën, waarvan de uitvoer
baarheid zich nog maar altijd,
niet wil manifesteeren. We weten
wel, dat allerlei politieke om
standigheden het herstel der
wereld tegenhouden. Maar zij
zijn het niet alleen, die zich
verzetten. Het oeconomisch leven
is uit zijn voegen geraakt. En
daarmee hebben ook oude oeco
nomische problemen, die niet
door den oorlog geschapen zijn,
een veel vervaariijker gedaante
aangenomen.
Onze maatschappij heeft al
tijd met werkeloosheid als met
een ernstig chronische kwaal te
worstelen gehad. Maar deze
kwaal is in alle landen in hevig
heid toegenomen en heeft soms
zoo ernstige vormen aangenomen,
dat zij het leven der maatschappij
te-bedreigen-schijnt. De koop
kracht der wereld is belangrijk
verminderd. En de enorme on
gelijkheid der wisselkoersen en
de valuta-daling in groote en
volkrijke landen hebben de sta
biliteit van het internationaal
oeconomisch leven geheel onder
graven en aan handel en bedrijf
ernstig schade toegebracht. Ook
in ons land hebben we de ge
volgen daarvan ervaren. En de
chronische werkeloosheid is er
belangrijk door verergerd en
schijnt een kwaal te worden,
die alleen met energieke mid
delen te bestrijden lijkt.
We hebben een jaarlijkschen
bevolkingsaanwas van 1U0 tot
150 duizend menschen. En waar
th-ins reeds het aantal werke-
tereres tegenover haar onder
geschikte stond.
„Iedere betrekking zou mij
welkom zijn. Ik verklaar u, dat
ik mij in staat acht mij in iedere
positie in te werken, hoe moeilijk
zij ook moge zijn. Ik heb zeer
veel leergeld voor mijn opvoe
ding betaaldmen kan van mij
iets verwachten".
Alsen schepte behagen in deze
galgenhumor en zoo vertelde hij
verder, terwijl hij naast de aan
dachtig toehoorende meisjes
voortschreed.
Per slot van rekening is de
geheele geschiedenis een proef,
een poging, dames. Ik heb mij
tot de geluksgodin gewend, in
zekeren zin mijn lot van het
toeval der kaarten laten afhan
gen. Het komt er nu maar op
aan, dat deze kaart mij niet
bedriegt'.
„Ik vind, dat u wel eenigs
zins in raadselen spreekt, mijn
heer Alsen".
AUen lachte bitter. „Op mijn
woord, juffrouw Tilli, een weinig
raadselachtig is de heele zaak
ook voor mij. In sommige
gevallen zijn zelfs de menschen
raadsels, wier oplossing pas door
het noodlot wordt gebracht".
„Al te spitsvondig, mijnheer".
Alsen boog. „Laten wij dan
ophouden met dat treurige raad
loozen over de 100.000 bedraagt,
sc lijnt het duidelijk, dat er voor
die 100 a 150 duizend men
schen, die er jaarlijksch bij
komen, moeilijk werk te vinden
zal zijn. Schijnt! Want hier
geldt het om zich niet door het
zeer bizondere beeld, Jat de
wereld ons oogenblikkelijk toont
en door onze eigene ongerust
heid te laten verschalken. Wij
verkeeren in zeer abnormale
omstandigheden, maar zijn niet
temin geneigd dien abnormalen
toestand als de basis voor onze
beschouwingen en redeneeringen
te aanvaarden.
Wanneer we onze koelbloe
digheid bewaren, stellen we ech
ter als van zelf allereerst de
vraag, of de huidige toestand
zal blijven voortduren dan wel
zich zoodanig zal kunnen wij
zigen, dat er niet enkel voor de
werkloozen van het oogenblik
maar ook voor de toenemende
bevolking in 't algemeen werk
zal zijn te vinden. Prof. Lim-
perg meent van wel en wijt de
werkeloosheid en overbevolking
vooral aan de oeconomische cri
sis, terwijl hij op de bizondere
vermeerdering van werkgelegen
heid door de Zuiderzeewerken
en later door het beschikbaar
komen van het nieuwe ontgonnen
land wijst. Ook prof. Bruins ziet
voor een talrijker bevolking nog
wel een kans in ons land, om
dat door verdere ontwikkeling
der techniek meer menschen op
hetzelfde gebied een bestaan
zullen kunnen vinden. Wanneer
men echter nagaat, hoe niet al
leen nu, maar feitelijk altijd een
zekere werkeloosheid heerscht
en hoe de snelle aanwas der
bevolking binnen enkde jaren
ook de nieuwe Zuiderzeepro-
vincie moet hebben overstroomd
en ons volk met milüoenen moet
hebben vermeerderd, dan vraagt
men zich af of deze heeren tegen
over het pessimisme, dat ons in
de tegenwoordige omstandig
heden natuurlijk gemakkelijk tot
al te sombere conclusies verleidt,
niet een al te sterk optimisme
hebben willen plaatsen. Het is
sels-oplossen, dames. Als gezel
schapsspel is het bovendien al
lang uit de mode geraakt. Maar
zullen wij eens een kijkje gaan
nemen in het restaurant daar
boven
„Neen daar komt onze
paardentram".
„Dus werkelijk naar huis?
Staat u mij dan tenminste toe,
dat ik u veilig en behouden thuis
breng".
,Um 's hemels wil, u wilt toch
niet met ons meerijden riep
Tilli meer verschrikt dan ver
baasd, terwijl Tine, die pret had
over haar schrik, in een luid
gelach uitbarstte.
„Waarom niet? Zoodoende
kom ik tenminste dan uw adres
te weten en bestaat de mogelijk
heid, u nog eens terug te zien".
„Aan dit weerziens kan ons
niet veel gelegen zijn".
„Wel mogelijk, dat zulks bij
u niet het geva! is. Maar mij is
daar veel aan gelegen".
Mijnheer, u wtnscht toch niet,
nadat wij u in zoo ruime mate
onze dank verschuldigd zijn, dat
ik u met die lastige jongelingen
van vandaag op één lijn stel".
Die bijna hoogmoedige toon
prikkelde Alsen.
„Ik ben overtuigd, juffrouw
Tilli, dat u dat nooit zult doen.
Maar indien mijn gezelschap u
zeker niet goed, dat we ons
door de tegenwoordige abnor
male tijdsomstandigheden con
clusies laten opdringen, die al
leen een paniekstemming kunnen
veroorzaken en ons volk geheel
van di wijs brengen. Maar hfet
is evenmin goed, dat we de toe
komst van ons volk wat al te
licht inzien en daardoor te licht
vaardig denken os er de nood
zakelijkheid van te nemen maat
regelen. On^e bevolkingsaanwas
en de waarschijnlijke ontwik
wikkeling van het oeconomisch
leven gedurende de eerstvol
gende jaren geven ons niet het
recht over een vraagstuk als
dat der werkeloosheid, waarin
2ich in zoo duidelijke mate het
oeconomisch gevaar manifesteert
zoo gemakkelijk heen te stappen.
En in verband daarmee lieb-
ben we het middel der land
verhuizing ernstig onder het oog
te zien. Het is een middel, dat
al eerder besproken is. Maar
het schijnt tot nu toe het eenige
dat werkelijk dienst kan doen
waar gebiedsuitbreiding niet in
aanmerking kan komen en het
aansturen op afneming der ge
boorten als eveneens op zeer
ernstige bezwaren stuit. Dat er
aan de landverhuizing ook kwa
de kansen zitten, al is het alleen
maar de kans, dat de meest
energieke elementen ons verla
ten en zoo het peil van ons volk
zou dalen, is niet tegen te spre
ken. Maar de noodzakelijdheid
laat hier weinig keus. En deze
zal dan ook wel van zelf tot
emigratie drijven. De vraag is
enkel maar, of het doelbewust
moet aangemoedigd worden.
Maar die vraag beslist over een
andere, cf de landverhuizing aan
zichzelf moet werden overgela
ten dan wel geleid. Om der wil
le zoowel .an de individuen als
van ons volk lijkt de noodzake-
I lijkheid der leiding onaanvecht-
j baar. En ter wille van deze
noodzakelijke leiding is het, dat
we ons juist in dezen tijd, hoe
ongeschikt overigens ook, ons
over oeconomische kwesties een
zuiver voordeel bij te brengen,
zoolang aangenaam was, waar
om is zulks dan plotseling nu
niet meer het geval?"
Thans mengde Tine zich in
het gesprek. „Omdat u oom en
tante niet kent. waarde heer
ridder, anders zoudt u stellig
zulk een wensch niet uiten. U
zoudt die gezichten eens zien,
als die be den ons met u zagen
aankomen 1"
„Goed", zei ALen, „het zou
wreed van mij zijn, als ik dien
goeden Oom een schrik op het
lijf zou jagen, juist op het mo
ment dat hij met de kippen op
stok wilde gaan. Geeft u mij
dut uw adres alleen maar".
„Nooit
„Beloof u mij dan om mij te
«chrijven, wanneer ik unogeent
terug kan zien. Laten wij zeg
gen, in den loop van de volgende
week, mijn naam weet u. Voor-
loopig blijf ik nog in mijn hotel.
Schrijft u dus maar aan het
hoofdkantoor poste restante".
„Dat mag ik niet",
„Maar ik verzoek u er dringend
om, juffrouw Tilli, «lechts een
klein levensteeken van u. Niet
waar juffrouw Tine, u belooft
dat toch ook?
„Laten we gauw instappen I"
riep Tine, terwijl zij op de
aankomende tram wees.
„Alt u mij ook dat niet wilt
van de toekomst van land en
volk een juist beeld moeten
trachten te vormen, ten einde
ons omtrent middelen en maat
regelen als landverhuizing te
verstaan.
Ingezonden Mededeeling.
voor UITSLAG, JEUK, WON-
DEN en alle aandoeningen
der HUID. Geneest zelft
DAUWWOHM.
Vraagt Uw Drogist.
wan den
Zeeuwsch-Vlaamschen
Muziekbond.
Aangemoedigd door het succes,
hetwelk de Bond heelt gehad
met zijn eerste concours, het
vorige jaar te Cadzand, deed
hem besluiten dit jaar weder
een Concours te houden.
De Muziekvereeniging .Har
monie" te Oostburg, welke haar
zeatig-jarig beataan herdacht,
was bereid aan dit jubileum een
concours te verbinden. En dat
dit concours in alle opzichten
geslaagd is, kunnen zij getuigen,
die er aanwezig zijn geweest.
Alvorens tot ccn bvadirijving
hiervan over te gaan, willen wij
een en ander mededeelen over
liet leest zelve, hetwelk, geleid
door een commissie, door de
Oostburgenaars met hun gasten
is gevierd.
Zaterdagmiddag werden de
feestelijkheden geopend met een
Etalagewedstrijd der nering
doenden.
Het prachtige zomerweer werkte
mede om de met kwistige hand
versierde straten een teestelijk
aanzien te bieden. Een vijftal
eerepoorten voltooide het geheel.
De jury, wier samenstelling
geheim was en bleef, heeft zeer
zeker geen gemakkelijke taak
gehad steeds met beslistheid den
belooven dames, dan verloochen
ik alle ridderlijkheid. Ik stap
tegelijk met u in de tram, bij
het uitstappen volg ik u op
de hielen, ik wensch uw Oom
een goeden avond en inviteer
hem op een partijtje skaat,
waarbij ik natuurlijk zal winnen,
kortom, ik maak mij zoo onaan
genaam mogelijk. Dus u schrijft
mij poste restante Belooft u
het mij
De tram hield stil. Tilli en
Tine stapten in. Alsen maakte
werkelijk aanstalten, haar voor
beeld te volgen, toen Tilli zei
.Blijft u daar 1"
,U belooft het dus?" riep
Alsen, terwijl hij zijn voet van
de treeplank terugtrok.
Zij knikte slechts kort en bij
na onmerkbaar haar mooie hoofd
je, trotsch als een prinses. Tine
wuifde groetend met haar hand.
AUen keek de vertrekkende
tram na ale in een droom. Wat
voor een macht had dit meieje
toch over hem gekregen, dat hij,
die kort geleden nog onverechil-
lig gestaan had tegenover leven
en dood, thans het eenige, bran
dende verlangen in zich voelde,
haar weer te zien.
(Wordt vervolgd.)