ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelljksch Overzicht,
Harten Yrouw.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo'°20in breskens p°$§J°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Zaterdag 28 Juli 1923
Nummer 2846
Al wat goed is, gedijt lang
zaam. Laten we dus geduld heb
ben. liet is mogelijk, dat Duitsch-
land ten onder gaat en half
Europa in zijn val meesleept,
terwijl in de kabinetten te Parijs
en Londen over het juiste woord
in den derden zin, tweede alinea,
van het ontwerp antwoord be
raadslaagd wordt. Maar wan
neer dat ontvverp-antwoord er
dan ook eenmaal is en in een ant
woord kan worden omgezet, dan
is het ook tot in de puntjes in
orde. Dat is ook wat waard.
Het is zelfs in dit geval heel
veel waard.
Wanneer Lord Curzon en zijn
staf zich dagen lang afsloven
voor de juiste formuleering van
het antwoord aan Duitschland
en de brief, die de toezending
aan de andere bondgenooten
begelijden moet, dan is dat wer
kelijk niet uit liefde voor een
correcte uitdrukkingswijze of
voor mooie en gladde taal. En
geland verkeert ongetwijfeld
oogenblikkelijk in een uiterst
delicate positie en ieder woord
van de Engelsche regeering kan,
een beetje verkeerd uitgelegd,
Poincaré en Frankrijk prikkelen
tot een afwijzing, die van een
tormeelen breuk het begin moet
zijn. Men kan vragen of dat
zoo heel erg is en of Engeland,
zoo het werkelijk wil doen wat
het in zijn eigen belang en in
dat van Europa meent te moeten
doen, deze breuk ooit zal kunnen
vermijden. Zoodra men de fictie
loslaat, dat Frankrijk en Enge
land hetzelfde willen, om daar
voor de werkelijkhtid -van de
gei?eel verschillende bedoelingen
in de plaat9 te zetten, ziet men
de beide bondgenoten reeds
tegenover eikaar staan. Het is
niet onwaarschiinlijk, dat ook
lord Curzon en Sir Baldwin dit
al zien. Maar ze moeten nu,
willen ze de laatste kans op
samenwerking niet verspelen,
wel hun oogen dichtknijpen en
niet alleen de lictie van de ge
lijkheid van bedoelingen, maar
DOOR
HELLMUTH MIELKE.
UIT HKT DUITSCH VERTAALD.
(Nadruk verboden).
6.
De kleine had een kreet van
schrik geslaakt„Jij verwaande
vlegel, dat wil ik van jou niet
hebben".
De omstanders lachten. Haas
tig duisterde de grootste der
meisjes haar vriendin iets toe,
waarop beiden trachtten zoo snel
mogelijk uit den kring van men-
achen voor de tent te geraken.
Bij deze poging kon Alsen
haar gezichtjes nauwkeuriger
gadeslaan. De kleinste was een
brunette, nog een halve bakvisch,
had een kort pikant neusje,
overigens niet bijzonder knappe
gelaatstrekken haar kleine oog
jes, die thans van toornige op
winding fonkelden, schenen in-
tusschen meer aan vroolijke
8chelmschheid gewoon te zijn.
Geheel anders daarentegen de
grootste en de oudste. Alsen was
verrast, bij een meisje uit het
volk hij hield ze beiden, naar
haar kleeding te oordeelen, voor
ook die van de mogelijkheid
van overeenstemming omtrent
de aan te wenden middelen
handhaven. De samenwerking
tusschen de twee groote Entente-
staten is, ook voor het herstel
van Europa, een te kostbaar
goed, om voor haar behoud niet
de uiterste poging te wagen
Het is zelfs de vraag, ol zijniet
een onvermijdelijke voorwaarde
voor dat herstel is. Want wat
moet Engeland feitelijk doen,
wanneer Frankrijk beslist wei
gert van richting te veranderen
en zijn Roerbezetting en tegen
Duitschland gerichte politiek
onverbiddelijk handhaaft. Het
stelt zich daarmee vcor de toe
komst ongetwijfeld aan een risi
co bloot, dat zelfs het voortbe
staan van Frankrijk als groote
mogendheid in gevaar brengt.
Maar oogenblikkelijk heeft het
niettemin de macht zijn plannen
door te voeren en Europa in
den afgrond te slepen.
Zijn antwoord op de Engel
sche nota's zal toonen, of het
werkelijk een zoo roekeloos of
wellicht ook een zoo wanhopig
speler is, dat het het risico waagt.
Het is duidelijk, dat Poincaré
nog van geen toegeven wil we
ten. Maa is dit alleen het ge
baar van den brutale, die weet,
dat hij de halve wereld heeft
of van den hopelooze, die geen
anderen uitweg meer ziet In
Engeland'8 voorstel treden be-
teekent afstand doen niet alleen
van een groot deel der schade
vergoeding, die Frankrijk's deer
lijk verhavende financiën als
brood zoo noodig hebben, maar
ook van het imperialisme, dat
Frankrijk's huidige machtpositie
en Duitschland's machteloosheid
voor goed moet bevestigen. Dat
Frankrijk zich daarvan bewust
is, lijdt geen twijfel. Maar wan
neer aan de Quai d' Orsay te
Parijs als in Downingstreet te
Londen dagen lang aan een ant
woord gevijld zal worden, dan
zal niet dit bewustzijn de oor
zaak van het uitstel en de aar
zeling zijn. Want men mag aan
nemen, dat Frankrijk in dezen
a! gekozen heeft. Alleen de po-
winkelmeisjes, die van een vrijen
Zondag genoten zulke fijne,
ja met geest vervulde en voor
name gelaatstrekken te aan
schouwen. Zij had een hooge
gestalte, had weelderig, blond
haar en in den blik van haar
groote, grijze oogen ont vaarde
hij een fierheid, die door haar
fijngevormde mond tot bemin-
iijkheid bedwongen scheen te
kunnen worden.
Alsen gevoelde al gauw een
levendige belangstelling voor dit
meisje. De beide jongelingen
naast hem waren een oogenblik
onthutst blijven staan, toen her
stelden zij zich en volgden de
zich snel verwijderende meisjes
met niet mindet snelle schreden.
Alsen hoorde bij hun overhaast
vertrek den aanvaller lispelen
„Kom maar, Sjohn de kleinste
is te vroolijk".
Hij zag hoe zij achter de
jonge meisjes aanreden, en ver
haastte onwillekeurig zelf zijn
schreden, teneinde getuige te
zijn der verdere gebeurtenissen.
In de allee hadden beiden de
meisjes spoedig ingehaald en
zetten het oude spel hunner
liefelijkheden voort.
„Maar lieftallige schoone,
waarom zoo preutsch
„Mogen wij de dames niet
ging om deze keuze zoo uit te
spreken dat Engeland en de
wereld er niet al te zeer door
worden afgesloten en Frankrijk's
recht duidelijk naar voren kan
worden gebracht zal de moei
lijkheid opleveren. En waar
schijnlijk zal ook de wensch om
door langer uitstel de zaak steeds
moeilijker oplosbaar te maken
het talmen begunstigen.
Het feit bewijst wellicht, dat
er nog een derde mogelijkheid
is tusschen brutaliteit en hope
loosheid en dat Frankrijk, Enge-
land's voorstel afwijzende, daar
mee toont noch de beteekenis
voor zich zelf van den ondergang
van Midden-Europa te beselfen
noch eigen macht naar reëele
waarde te kunnen schatten. Het
is waarschijnlijk de noodlottigste
mogelijkheid van de drie. Tegen
de Fran8che brutaliteit, die ge
looft Engeland te kunnen over
bluffen en te kuanen doen terug
deinzen voor de consequeotiest
zoo Frankrijk volhoudt, schijnt
de nieuwe Engelsche eerste mi
nister wel bestand. De lioopeloos-
heid kan een land als Frankrijk
neg niet alles op het spel doen
zetten. Maar tegen het niet be
grijpen van de beteekenis van
het huidige gebeuren schijnt geen
kruid gewassen. Men -mocht nog
een oogenblik de hoop gekoes
terd hebben, dat de Belgische
bondgenoot dit kruid zou leve
ren, de jongste cntwikkeling der
gebeurtenissen begint het ijdele
dier hoop al duidelijker te de-
monstreeren. Zoo er nog eenige
kans is, dat België den Franschen
bondgenoot zal nopen naar En-
geland's voorstellen in zake een
internationale commissie en een
gedeeltelijk opgeven van de
Koer-bezetting het oor te leenen
die kans is tot zoo geringe pro
porties ingekrompen, dat men
daarop bezwaarlijk het geloof
aan de toekomst van Europa kan
opbouwen. De jongste stemmin
gen in de Belgische kamer heb
ben bewezen, dat de Fransche
invlord eer stijgende dan dalen
de is en dat de regeering voor
haar Franschgezinde politiek op
een vasten steun rekenen kan.
inviteeren voor een kopje koffie
bij Steinecker
Vanavond is er vuurwerk
dat zal schitterend zijn", meende
de lispelaar. „De dames moeten
niet zoo angstig zijn. Wij zijn
gentlemen. Op ons woord van
eer I"
Ondanks haar opwinding barst
te de kleine, die zich niet meer
kon inhouden, in een luid gelach
uit. De jongeling nam dat
klaarblijkelijk als eengoed teeken
op en wilde zijn lispelende wel
sprekendheid opnieuw voortzet
ten, toen de grooiste der meisjes
plotseling bleef staan.
„Mijne Heeren 1 ik verzoek u,
ons niet meer lastig te vallen,
indien u niet wilt dat ik den
eersten deo besten voorbijgan
ger aanroep om ons te betcher-
men".
Zij zei het toornig, met een
verachtenden blik op de „gent
lemen" neerziende, zonder hen
evenwel daarmee af te schrikken.
„Maar sta u ons toch toe,
mejuffrouw
„Neemt u onze bescherming
aan, lispelde de andere geestig,
„wij zijn de allerbeste hier onder
de voorbijgangers. Mag ik u
mijn arm aanbieden".
„Voor de laatste maal wilt
u ons met rust laten Met
Zelfs Van Cauwelaert, die toch
werkelijk wel bewezen heeft, dat
hij heel wat verdragen kan, is
het te machtig geworden, zoo
dat hij het voorzitterschap van
de Vlaamsch-katholieke kamer
fractie heeft neergelegd, toen de
invoering van Vlaamsche en
Waalsche legercompagnies door
de houding dier groep onmoge
lijk was geworden. Zijn toegeven
in zake de Vervlaamsching der
Gentsche Hoogeschool heeft dus
niet mogen baten. Ten slotte is
hij toch met de regeering in
conflict geraakt. Maar het is meer
dan waarschijnlijk dat hij ook
met de Vlaamsche volksover
tuiging in conflict begint te ra
ken. Wat goed is, gedijt zeker
langzaam. Maar ten opzichte
van de Vervlaam9cliing vanGent
schijnt van Cauwelaeit de groei
zoo langzaam te willen doen
plaats hebben, dat alle leven er
onder verstikt.
Een emigratiepolitiek
noodig.
Den laatsten tijd is een sterke
toeneming onder het Duitsche
volk merkbaar van het aantal
emigranten, die willen trachten
in het buitenland de welvaart
te vinden, welke in het eigen
zwaarbezochte en in omvang
beknopte vaderland niet meer
te bereiken schijnt. Velen meenen
hun heil te zullen vinden in het
beloofde land aan de overzijde
van den oceaan en komen daar
bij vaak van een heel slechte
reis thuis 1 schrijft het Alg. Hbl.
De grootste „trek" schijnt wel
te komen uit Zuid-Duitschland
uit de Pfalz, Wurttemberg, het
Schwarzwald, zooals dat trou
wens reeds sinds tientallen van
jaren het geval is. Maar niet
alleen naar overzeesche landen
trachten vele Duitschers een
goed heenkomen te zoeken. Ook
naar Europeesche landen. Naar
Zwitserland en Nederland gaan
voornamelijk kelners, dienstbo
den enz maar slechts wanneer
zij in liet bezit van een aan
stelling zijn, dus niet op goed
bliksemende oogen keek het
grootste meisje de beide jonge
lingen vastberaden aan.
„De weg hier is evën goed
voor ons als voor u, verklaarde
de «ene Don Juan hoonend. „En
wij moeten nu eenmaal denzelf
den kant op".
Wanhopig keek het groote
meisje om zich heen. Op dit
oogenblik kwam -Alsen tusschen-
beide. Hij had alles gehoord.
„Mijne Heeren, ik raad u aan,
vrijwillig en zoo spoedig moge
lijk een anderen weg in te slaan,
anders zal ik u dezen weg
toonen".
„Wat wie bent U dan
wat gaan U toch deze dames
aan, wier gezelschap wij zoeken?
Twee pince-nez richtten zich
7.00 onbeschaamd mogelijk op
den zoo plotseling opgedaagden
Alsen, terwijl de jongelingen
strijdlustig hun wandelstokken
zwaaiden. „Zoekt U Uw eigen
weg".
Alsen bezat ondanks zijn slanke,
middelmatige gestalte een niet
geringe lichaamskracht. Zonder
zich verder te bedenken, pakte
hij beide studenten bij den kraag,
duwde ze met de hoofden tegen
elkaar en slingerde ze zelfs een
heel eind van het trottoir af,
waarbij zij bijna onder een voor-
geluk. Ook in Roemenië, Italië,
Spanje vinden velen onderdak
en beslaan. Zeer slecht zijn de
vooruitzichten in Rusland.
Het groote gevaar, dat de
Duitsche emigrant loopt is, dat
hij, eenmaal de grenzen van zijn
vaderland achter den rug, vrij
wel verder eiken officieelen of
ollicieuzen steun mist. Wat in
het buitenland- voor den Duit-
schen emigrant door Duitschland
gedaan wordt, is weinig, consta
teert de „Frankf. Z.", die met
nadruk aandringt op het be
ginnen van een juiste, doelbe
wuste emigratiepolitiek. Duitsch
land heeft behoefte aan zulk
een politiek, meent het blad,
zou reeds lang het bevolkings
vraagstuk resoluut hebben ter
hand genomen, zou reeds lang
stelselmatig ernaar gestreefd
hebben de mogelijkheid voor
Duitschers om zich in het buiten
land te vestigen, te scheppen,
door met daarvoor in aanmer
king komende landen als Ar
gentinië, Brazilië, l'ortugal en
vooral Rusland in onderhande
lingen te treden over samenwer
king. Ook op andere wijze kan
Duitsche steun verleend worden,
bijv. door het oprichten van
leenbanken in de voor immigra
tie in aanmerking komende lan
den, naar het voorbeeld van der
gelijke organisaties in de vroe
gere Z.-Afrikaansche kolonies
van Duitschland, liet rijk zou
hier de leiding kunnen nemen,
meent de „Frankf. Z." en par
ticuliere banken tot navolging
kunnen opwekken. Geen terri
toriale expansie is hier de quaes-
tie bij Duitschland's politieke
situatie ware zij zinloos. Slechts
dient de weg geëlfend te worden
voor overschot aan Dui'schland's
volkskracht, om onder dragelijke
omstandigheden zich een voort
bestaan te verschaffen.
Tenslotte waarschuwt het blad
echter den Duitschers voor over
ijling leeds te velen hebben
een al te snel besluit om het
vaderland den rug toe te keeren
met groote ellende, zoo niet
erger, moeten bekoopen.
bijgaande tram belandden.
„Gaat U maar mee, dames 1"
zei hij toen, rustig verdergaande.
Achter hem aan weerklonk het
schelden der beleedigde gent
lemen, die er echter den voor
keur aan gaven, de zich ver-
wijderenden niet te volgen.
De beide jonge meisjes dankten
Alsen hartelijk voor zijn even
onverwachte als tijdige hulp, en
wederom was Alsen verrast door
den keurigen en beleefden vorm,
waarin zij het deden. De kleine
had al gauw haar vroolijke stem
ming teruggevondenlachend
herhaalde zij de verzekering van
den lispelenden student, dat het
schitterend was en dat zij „gent
lemen" waren. „Op hun woord
van eerl"
„Ik vind, we hebben nu wel
genoeg gezien van de „Hasen-
heide", Tine", zeide de grootste
der meisjes eenigszins vermanend
„We zullen de eerstvolgende
paardentram naar huis nemen.
„War? Nu al naar huis? Wij
hebben immers nog in 't geheel
niets gezien, Tilli".
„Wil je dan weer de kan»
loopen zoo'n ontmoeting te krij
gen, zooals daar straks
(Wordt vervolgd),