ALGEMEEM NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Ds wijziging dsr Huurwetten* Harten Vrouw. Een laatste oproep BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK tno.'°2? breskens p°78$;° Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 32e Jaargang Woensdag 25 Juli 1923 i Nummer 2845 Nu met 1 Augustus de ge wijzigde Huurcommissie- en Huuropzeggingswet in werking treden en dientengevolge, in de groote steden althans, de huurprijzen van tal van per- ceelen zullen kunnen stijgen, is het wel waarschijnlijk, dat menig een een hartig en niet zeer vriendelijk woordje zal spreken over de heeren in Den Haag, die hem deze kool stoofden, door hun huiseigenaren het recht te geven hun eigendommen zonder toestemming der Huur commissie, te verhuren tot een prijs 50 pCt. hooger dan het bedrag, waarvoor ze in Januari 1916 verhuurd waren. Maar nietwaar het is goed en bil lijk iedere zaak van twee kan ten te bekijken, dus niet alleen van den eigen, maar ook van den tegengestelden. En wanneer men dat ook ten opzichte van deze wijziging en in 't algemeen van het huren en verhuren van huizen in toepas sing brengt, zal men tóch moe ten toegeven, dat aan de toe kenning van dat recht ook een billijken kant is en wel een, waarnaar men niet lang behoeft te zoeken. Het is geen ongewoon ver schijnsel in dezen tijd, dat men voor iets, wat men graag heeft of noodig heeft, meer moet be talen dan ons lief is. Misschien zou het op de wereld pleizie- riger zijn, wanneer dat niet zoo was. Misschien is er ook naar socialistisch recept wel een maat schappij te bedenken of te vor men, waarin dat anders was. Maar tegenwoordig hebben we nog met dat feit te rekenen. En het is heel natuurlijk, dat dat feit zich ook ten opzichte van woningen laat gelden. Deze prijzen van het noodige en nuttige, dus ook van huizen worden bepaald door de wet van vraag en aanbod, dal wil zeggen, wanneer er meer vraag door HELLMUTH M1ELKE. uit het duitsch vertaald. (Nadruk verboden). 5. Het geld, dat hij voor zijn begrafenis bestemd had, zou hem nu voor overtocht dienen. Haastig schreef hij eenige regels aan zijn hospita en een korten afscheidsbrief aan Vil lessen, waarin hij verzocht niet verder naar zijn verblijfplaats te informeeren. Toen zocht hij een groote tasch op, pakte daarin alles, wat hij voor het passendst en waarde vols in zijn kamer vond en maakte zich gereed voor ver trek. Op het laatste oogenblik zag hij de hartenvrouw op de schrijftafel en onwillekeurig stak hij de kaart bij zich. „We zullen zien, of je thans je belofte houdt!" dacht hij met een bitter lachje. Zachtjes ging hij de trap af. Buiten was het reeds helder dag geworden. Met snelle schreden begaf hij zich naar het station. Toen hij daar was aangeko- dan aanbod is voor zeker artikel, stijgen de prijzen, in het omge keerde geval dalen ze. Toevallige omstandigheden kunnen deze wet soms een oogen blik opheffen, ze zal toch al heel spoedig haar geldende kracht hernemen, wanneer al thans het oeconomische leven aan zich zelf wordt overgelaten. Tijdens den grooten Europee- schen oorlog, toen allerlei buiten gewone omstandigheden storend inwerkten, is dat laatste niet gebeurd. Ten einde de minder bemiddelden niet de dupe te laten worden van deze omstan digheden en van een speculatie daarop door de meer bezittenden en door hen, die toevallig de beschikking hadden over arti kelen, die we voor ons leven noodwendig behoeven, heeft on ze regeering, als vrijwel alle andere regeeringen, dwingend ingegrepen en bepaalde prijzen vastgesteld, waarboven niet ver kocht of verhuurd mocht worden, soms ook zelf voor de levering van het noodzakelijke gezorgd. En deze regeling heeft zij in menig opzicht nog lang na den oorlog doen voortduren. Nu is het duidelijk, dat deze regeling, zoo ze den koopers en huurders bevoordeelde, toch in meerdere of mindere mate geschiedde ten koste van hen, die de te koopen of te huren artikelen in eigendom hadden. Immers deze laatsten ontvingen door het regeeringsingrijpen een lageren prijs voor hun waren. Aanvankelijk beteekende dat voor de meesten slechts het derven van een bizondere bui tenkans, waar ze toch altijd nóg meer kregen dan ze hadden kunnen veronderstellen. Maar langzamerhand werd dat door den langen duur der regeling wel wat anders. Eerstens kwa men er menschen, die niet meer de oorspronkelijke bezitters wa ren, maar zelfs ook duurder hadden ingekocht. En in de tweede plaats werd de waarde van het geld een andere zoodat hoogere prijzen geen meerder voordeel meer beteekenden, maar men, rolde de eerste morgentrein donderend de overkapping binnen. II. Het was Zondagmiddag. Heel Berlijn scheen op dezen snik- heeten Junidag naar buiten te willen vluchten. Tjokvol volg den de trams vlak op elkander, rolden voertuigen van allerlei aard af en aan naar alle rich tingen. Buiten op de z.g. „Hasenheide" hadden duizenden de grootere en kleinere cafe's opgezocht, nergens was haast een plaatsje onbezet. Voor de jaarmarkt tentjes schreeuwden de eigenaars zich heesch, de caroussels draai den onder de tonen der draai orgels. De lucht was doortrokken van het stof door de menschen- massa opgejaagd het was werke lijk benauwend. In dit gewoel bewoog Alsen zich thans. Na een langen reis was hij den vorigen avond in de hoofdstad des lands aangekomen en had in de nabijheid van het Zuidelijk station onderdak in een hotel gevonden. Nog gedurende zijn reis was hij steeds van plan geweest direct naar Hamburg door te reizen. Maar toen hij het leven hier in gelijke prijzen ten schade. Dit gold beide voet de eigenaren van huizen in bizondere mate. En het zijn juist deze huiseige naren, die men zoo lang onder de oorlogsregeling heelt gelaten. Lagere huurprijzen verlagen natuurlijkerwijs de waarde der woningen reeds alleen doordat ze de vraag verminderen. De feiten bewijzen dit dan ook op treffende wijze. In 1921 werd te Amsterdam slechts 593 per- ceelen publiek verkocht tegen ruim 900 in elk der 4 voorafgaan de jaren en zulks voor een totale verkoopsom van ruim 10 milli- oen, terwijl die respectievelijk ruim 11, 14, 15 en 10 millioen had bedragen in de jaren 191J- 1920. Maar in 1921 was de huuraanzeggingswet in werking getreden, terwijl de opleving in den huizenhandel samenvalt met het in werking treden van de huurcommissiewet, die velen dwong zelf een huis te koopen. Na 1921 is mede tengevolge* van de heerschende malaise de vraag naar huizen nog afgeno men. En de kansen van de voor afgaande jaren en de door om standigheden uitgeoefende dwang om een huis te koopen, ofschoon men daartoe feitelijk niet in staat was, heeft daarentegen het aan bod doen stijgen. De waardevermindering, die van dit laatste en ten slotte ook van de Huurcommissie- en Huur- opzeggingswet in verband met de Huuraanzeggingswet het ge volg werd, treft natuurlijk aller eerst hen, die hun waar gedwon gen op de markt brengen, dat zijn dus vooral zij, die tijdens de voorafgaande jaren gedwon gen kochten of wie onder de tijdsomstandigheden leden. Maar algemeener treft zij allen, zelfs wanneer, vergeleken met den tijd voor den oorlog, de prijzen op dezelfde hoogte bleven, om dat het geld een andere waarde heeft gekregen en bovendien de onderhoudskosten belangrijk zijn gestegen, fletgoedkooper wonen, dat men zich door de huurwetten verzekerd zag, geschiedde dus ten koste van de huiseigenaren. deze wereldstad aanschouwde, kwam hij op een nieuw denk beeld. Hij herinnerde zich, dat een van zijn kennissen eens beweerd had, dat men in Berlijn jarenlang onopgemerkt kon leven zonder dat men ontdekt werd. De bewuste persoon had er zelfs een weddenschap om willen aan gaan. Niemand in zijn geboorte plaats wist, waarheen hij was gegaan. Men zou stellig denken, dat hij zich van het leven be roofd had of dat hij naar Amerika was gegaan. En al hoorde men tenslotte toch, dat hij in Berlijn was, wie zou hem dan nog komen opzoeken Zonder twijfel nie mand. Waarom zou hij hier niet trachten de een of andere be trekking te krijgen Weliswaar zou hem dit niet gemakkelijk vallen. Als er ergens liefhebbers te over waren voor een nog zoo geringe betrekking, dan was het wel in Berlijn. Maar ginds in New-York zou het immers precies hetzelfde zijn en om als farmer naar het wilde Westen te trekken, daartoe ont- brak hem alle lust. Neen, om zijn leven onder cowboy's te slijten, daarvoor voelde hij al heel weinig. Veel liever wilde hij hier een beschei- Tijdelijk kon dat worden geduld met het oog op de bijzondere tijdsomstandigheden, die een overheidsingrijpen noodzakelijk maakten. Maar het is duidelijk dat in onze maatschappelijke verhoudingen overheid nochhuur- ders een dergelijk offer van de huiseigenaren mogen vorderen, een offer, dat niet in de eerste plaats bestaat uit een lageren huurprijs en dus uit een lagere rente van hun geld dan op de vrije markt te bedingen zou zijn, terwijl ze wel de hypotheekrente moeten opbrengen, die de vrije markt vraagt, maar vooral ook een waardevermindering van hun eigendom tengevolge van re- geering8maatregelen ten behoeve van huurders. Acht de overheid een te hulp komen van sommige categorieën huurdeis beslist noodzakelijk, dan is het eenige middel, dat van regeeringswege een bijdrage in de huur wordt gegeven. Deze last op de schou ders der huiseigenaren te leg gen, die als alle eigenaren recht hebben op de volle waarde en den vollen prijs hunner goederen op de markt, is, wanneer niet langer geheel bizondere om- standigheden het noodzakelijk maken, niet van onbillijkheid vrij te pleiten. Vergeet de Russische Weeskinderen niet Voor dat wij onze Kinder- verzorgingsarbeid te Tchelja- binsk in Rusland moeten stopzet ten door gebrek aan middelen, willen wij nog eenmaal aan alle waarachtige kindervrienden ap- pelleeren. Komt er geen meerdere hulp, dan moeten wij stopzetten. In 't algemeen schijnt men te denken dat hulp niet meer noodig is. Er wordt graan uitgevoerd, de honger is dus over en stop met de bijdrage voor de kinder verzorging. den plaatsje als kommies zien te krijgen; dank zij zijn vele reizen bezat hij tenminste een groote taalkennis en als het moest kon hij ook nog wel een handelsbrief in elkander zetten. Dat alles overwoog hij ook nu weer, terwijl hij in de jaarmarkt- drukte ronddoolde en zijn blik ken verstrooid liet gaan over de talrijke tentjes en caroussels. Hij had het hotel verlaten, zonder goed te weten waarheen te gaan en de verkeersstroom had hem plotseling meegevoerd naar de heerlijkheden van den .Hasenheide". Veel belang stelde hij wel niet in dit oorverdoovende lawaai, maar juist zijn verstrooidheid was er schuld aan, dat hij zich tenslotte voor een tent bevond, voor welks ingang een echte Voigtlander" de karakteristieke eigenschappen van een nog min der echte .Wildentroep" in zijn eigenaardig dialect luide ver kondigde. .Gaat dat zien, gaat dat zien, mijne Heeren. Hier kan men de Vuurlanders aanschouwen uit de oerwouden der Sahara in Zuid- Amerika. Vandaag kost ieder plaatsje slechts 10 Pfennig, men moet zooiets zien als beschaafde Europeanen. Verkoop daar geen Kindervrienden, zoo mag het evenwel niet gaan. Zeker, er wordt graan uit gevoerd. Maar de reden waar om wij nog verder steun voor de weeskinderen vragen is niet, dat er momenteel te kort voed sel zou zijn in Rusland, doch vindt zijn oorzaak hierin, dat Rusland in zijn geweldige moei lijke economische omstandighe den en bij de groote inspanning die het zich geeft om het eco nomisch leven te heistellen geen vier miilioen weeskinderen extra op koeten van de Russische gemeenschap kan voeden en kleeden. Bedenk wat het zeggen wil vier millioen weeskinderen op kosten van de Staat in kinder tehuizen onderbrengen 1 Wij weten dan ook zeker dat de 250 kinderen die wij in onze kindertehuizen verzorgen er zeer onder zullen lijden als wij de beschermende hand moeten terugtrekken. De kinderen zijn nu zoo ge lukkig I Hoort slechts wat een der weesjes ons uit dankbaar heid schreef: „Goeden dag, lieve vrienden! Wij zenden U onzen grooten dank, dat gij ons verzorgt. Wij gaan naar school en schrijven op uw papier en denken nu aan den vorigen winter toen wij met bloote voeten naar school gingen, op ons lichaam droegen wij alleen vodden. In den kouden winter liepen wij zonder mantels en zonder mutsen. V ij leerden slecht omdat wij geen licht hadden en het zoo koud was. Als wij uit de school kwamen wikkelden wij ons in dekens en zaten zoo te wachten op een beetje middageten. Het middageten bestond uit water en een enkele keer vonden wij er een paar korrels gort in. Wij vulden onze magen met dit water en gingen daar na slapen, 's Morgens kregen wij een '/s P°"d brood voor den geheelen dag en gekookt water. Het brood aten wij onzin, manneke, en grijp liever in je portemonnaie, als je er tenminste een hebt. Dadelijk begint de voorstelling met den wilden krijgsdans, waarbij de amazonen uit het panopticum vergeleken slechts weeskindertjes zijn. Gaat het zien, gaat het zien, mijne Heeren. Alles ras- recht, een ieder kan zich van de waarheid overtuigen. Een zachte kreet van een vrouwelijke stem in zijn nabij heid, leidde Alsens opmerkzaam heid van den wilder schreeuwer af, die maar steeds voortging zijn „wildentroep" aan te prijzen. Op korten afstand van hem stonden twee jonge meisjes, die door twee jongelingen aange klampt waren, wier wijde broe ken, korte jasjes en wandelstok ken, en bovendien met een lorgnet op hun dikke neus en de eerste teekenen van een aan staand kneveltje daaronder, zichzelf heel parmantig voor kwamen, terwijl deze combinatie op anderen heel weinig indruk maakte. Een van hen had voort durend de kleinste der beide meisjes met lispelende stem aller lei zoete woordjes in het oor gefluisterd en had het zelfs gewaagd zijn arm om haar mid del te leggen. (Wordt vervolgd)i

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1