ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijtsch Overzicht.
Tien dagen Fietstocht.
Nededand In 25 jaren.
Belangrijk Bericht,
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo'02? BRESKENS p°7s$4ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Zaterdag 23 Juni 1923
Nummer 2836
omdat ze verkozen de Roer te
bezetten. En het is Bonar Law's
fout hen daarin hun gang te
hebben laten gaan en zoodoen
de een complicatie in het scha-
devergoedingsvraagstuk te heb
ben veroorzaakt, die het vrijwel
onoplosbaar heeft gemaakt.
Want het is vooral de Roer
bezetting en de onmogelijkheid
om uit dit avontuur een uitweg
te vinden, die oogenblikkelijk
het op gang brengen der zoo
noodzakelijke onderhandelingen
absoluut belet. De nieuwe Engel-
sche premier Baldwin tracht wel
door Frankrijk tot een nauw
keuriger omschrijving van zijn
eischen omtrent de staking van
het leidelijk verzet en van zijn
bereidwilligheid tot geleidelijke
ontruiming te pressen, schot in
de zaak te brengen. Maar het
lijkt er nog niet naar, of zijn
vragenlijstje daartoe voldoende
zal zijn. Ieder weet, wat Frank
rijk eigenlijk bedoelt ook met
zijn eisch tot staking van het
lijdelijk verzet en met zijn bereid
willigheid tot ontruiming. En zoo
lang het die bedoeling handhaaft,
krijgt geen Engelsche minister
het meer uit de Rcer-streek dan
ten koste van de Franscb-Engel-
sche vriendschap. De bezetting
toch is feitelijk niet anders dan
het begin van uitvoering van het
Fransche plan, waartegen en
Lloyd George en Wilson in 1918
t,. ^«'9° gJtavaen heelt. Dat
Bonar Law in 1923 het begin
maken met deze uitvoering heeft
geduld, maakt hem meer nog
dan Lloyd George schuldig voor
de totale ontreddering van Euro
pa, die nu wel niet meer af te
wenden schijnt.
Be gië schijnt het ook te voelen.
En Engelsche bladen argwanen
al, dat het terugschrikken voor
de verantwoorcelijkheid, die ook
België treft, mede een der oor
zaken is gewetst van het ontslag
van het minists-ie-Theunis. Het
lijkt niet waarschijnlijk. Zeker
begrijpen de Blgen wel, dat ze
hopeloos verwrd geraakt zijn
in een avontuu, dat hun nog
slechts schade :n schande kan
brengen. Maa, de sympathie
voor Frankrijk doet zeker een
groot deel van hen dezen last
blijmoedig dragen. De verwer
ping van het voorstel van den
oud-minister De Broqueville, die
de oorzaak van het aftreden
van 't Belgische ministerie werd
heeft duidelijk getoond, welke
zware verantwoordelijkheden
men ter wille van deze sympathie
op zich durft nemen. Want ,de
Vlamingen mogen verduldige
menschen zijn, ze hebben geen
slavenziel", heeft Julius Hoste ge
schreven. En 't is meer duidelijk,
dat deze sympathie voor Frank
rijk en het Fransch België op
den duur zijn eenheid moet kos
ten.
De ministers nemen het blijk
baar niet te zwaar. Voor het
kabinet-Theunis zal wel een
kabinet-Theunis 'in de plaats
komen. En daarop kunnen dan
de zaken weer haar gewcne
verloop nemen.
In Oost-Europa behandelt men
zulke aangelegenheden anders.
Daar worden atgetreden minis-
sters om hals gebracht of, als
ze het bijzonder treffen, levens
lang opgesloten. Griekenland
heeft indertijd het voorbeeld
gegeven. Bulgarije heeft het ge
volgd door den gewezen eerste-
minister Stamboelinski dood te
schieten. Op de vlucht, heet het.
Maar het is niet heelemaal zeker,
of daarmee zi:n vlucht ut» H.
positie van eerste-minister of zijn
lijfelijke vlucht is bedoeld. Het
resultaat blijft echter eender.
En waarschijnlijk zullen zich
daar zoowel de Bulgaren als de
nabuurstaten, die al op oorlog
zonnen, ten slotte bij neerleggen.
Men leert dat daar gemakkelijker.
In China leert men het nog
het allergemakkelijkst. De revo
luties een staatsgrepen zijn daar
zoo menigvuldig, dat de Chinees
zich wel onbehagelijk moet
voelen, als er niet iets dergelijks
aan de lucht is. Nu is de presi
dent der Chineesche republiek
zelf op de vlucht gejaagd. Dat
is nog wat anders dan een
minister-president. Maar dood
geschoten hebben ze hem nog
niet.
Binnenkort hopen wij een nieuw
Feuilleton te beginnen, getiteld
HARTEN VROUW. Een uit
het Duitsch door Hellmuth
Millke vertaald zeer boeiend ver
haal, hetwelk wij onze lezeressen
en lezers aanbevelen.
Het is menschelijke gewoonte
niet den balk in eigen oog maar
wel den splinter in zijn 's broe
ders oog te zien. De Engelschen
zijn daarin zeker niet anders
dan andere volken. Maar „Op
merker" in de Times schijnt
daarop toch een uitzondering
te willen maken. Nu er zooveel
over Frankrijk's schuld aan den
huidigen deplorabelen toestand
van Europa gesproken wordt,
komt hij met de erkentenis van
Lloyd George's, dat is Engeland's
schuld. Toen Duitschland toe
stemde in een militaire over
gave onder uitdrukkelijk beding,
dat de vredesvoorwaarden in
overeenstemming zouden zijn met
de 14 punten van Wilson, werd
overeengekomen, dat behalve
dan de schade voor de Engel
sche koopvaardij, welker ver
goeding Lloyd George nog had
weten te bedingen in strijd met
die punten, alle andere oorlogs
boeten buiten de schadevergoe
ding zouden blijven. Maar bin
nen een maand na de teekening
dezer overeenkomst, wierp de
Engelsche eerste minister haar
volkomen omver en verklaarde
in het openbaar, dat Duitsch
land de oorlogskosten tot zijn
uiterste vermogen zou moeten
betalen.
„Ik ken", zegt Opmerker,
„geen wederga van zulk een
verbreking van een plechtige
verbintenis en de heer Lloyd
George heeft nog nooit eenige
opheldering of rechtvaardiging
ervan gegeven."
Maar deze verbreking had
noodlottige gevolgen. Want zij
was het, die de Franschen aan-
DOOR J. W. B.
31 Juli. 10 Augustus.
31)
Het spreekt vanzelf dat we
alle drie dolgraag en wie dat
niet eens zoo'n mijn wilden
bezichtigen. We hadden daarom
al zoo hier en daar eens ge-
informeerd, maar hadden eigenlijk
gezegd nul op 't request gekre
gen heel zelden gelukte het
maar tot het ondergrondsche
fedeelte door te dringen, het
ovengrondsche dat wilde nog
wel eens gelukken. Maar tel
kens werd er ons ook bij gezegd
dat als we geen kennissen of
familie hadden, aan of in de
mijnen werkzaam, die er voor
zouden kunnen zorgen, dat we
dan gerust alle hoop konden
laten varen. Toch wilden we
nog een kansje wagen en dus
stapte vol moed Anton naar de
portierswoning van de Oranje
Nassau I, maar kon zoo weer
vertrekkenhem werd verteld
dat het bezichtigen wel eens
werd toegestaan, maar dan zou
den we eerst terug moeten naar
Heerlen, naar de directie en
moedigde hun zware eischen te
stellen. En de Engelsche eisch
tot opening der oorlogspensioe
nen volkomen onvereenigbaar met
de voorwaarden van November
1918, maakte, dat de totale ge-
eischte som Duitschland's ver
mogen ver te boven ging en
zoodoende Frankrijk niet de ver
goeding voor de aangerichte
verwoesting kon krijgen, waar
op het recht had. Het eenige
middel meent Opmerker om de
zaak weer in 't reine te brengen
is tot de overeenkomst van 1918
terug te keeren.
Misschien is dat Lloyd Ge-
orge's gedachte ook wel ge
weest. In 1918 was de Parijsche
atmosfeer zeker weinig geschikt
om een staatsman zijn kalmte
en juist inzicht te doen bewaren.
En wanneer we thans Zweden
hooien verklaren, dat het niet
de internationale verplichtingen
óp zich zal kunnen nemen van
het garantie-verdrag, waarover
thans in den Volkenbond onder
handeld is en dat de veronder
stelling, waarvan dit verdrag
uitgaat, als zou de Volkenbond
bij alle naties een onaangevoch
ten gezag bezitten, foutief is,
dan is dat nog de schuld van
deze Parijsche atmosfeer. Maar
ongetwijfeld, heeft later voort
durend bij Lloyd George de
bedoeling voorgezeten, de hooge
eischen der schadevergoeding
langzamerhand te ■••■•minHeren
En hij is er dan ook in geslaagd
Frankrijk telkens weer een eindje
mee te krijgen op dien weg en
het van gevaarlijke avonturen
terug te houden. Wanneer er
dan ook van Engelsche schuld
moet gesproken worden, dan
lijkt mij oogenblikkelijk Bonar
Law nog eerder in aanmerking
te komen dan Lloyd George,
al gaat dan ook deze zoomin
als eenig ander staatsman, die
aan het verdrag van Versailles
deel heeft, vrijuit. Wauters, de
socialistische oud-minister heeft
pas nog in de Belgische Kamer
in het licht gesteld, dat de Fran
schen en Belgen in Januari te
Parijs de voorstellen van Berg
man niet hebben willen hooren,
aangezien we daar weinig lust
in hadden, reden we door.
„Houdt er den moed maar in",
neuriede Anton, die hemel en
aarde wilde bewegen om tot in
de mijnen door te dringen, toen
hij de terreinen van de Emma
opstapte.
Ook hier hetzelfde liedje er
werd in den laatsten tijd wel
dikwijls permissie gegeven, maar
we zouden naar de hoofddirectie
der Staatsmijnen te Heerlen
moeten gaan om toestemming te
krijgen.
Marcus, wiens oude doorrij-
kwaal weer in hevige mate naar
boven kwam, wilde hiervan in
't geheel niet weten, maar Anton
en ik wilden geen kansje onbe
proefd laten en dus terug naar
Heerlen, over de K.M. lange
weg, heuvel op, heuvel af, waar
nog bij kwam dat heel de weg
was opgebroken omdat er een
nieuwe tramlijn werd aangelegd,
zoodat het dus een heidensch
werk was om daar tusschendoor
te fietsen, en als kroon op het
werk was ook de wind flink
opgestoken, die we nu pal op
den kop hadden en zwartgele,
huizenhooge stofwolken ons in 't
gezicht sloeg, zoodat we onken
baar door het vuil, voor den
tweeden keer dien dag, te Heer
len arriveerden Geradeous naar
de hoofddirect:.
„Ja heeren, komt zeer on
gelegen, mijnher die en die,
welke hiervan e leiding heeft
is afwezig, ma- komt ongeveer
om twee uur t'ug, als u dus
omstreeks die tijd nog eens
wilt komen hocen, zal die mis
schien uitsluitsi kunnen geven".
Het beste wain dien tusschen-
tijd maar te gin eten en te
trachten ons w. op te frisschen,
want het wa nog nauwelijks
een uur. Op e wijze zouden
we ook dat uuwel weer door
krijgen, vooral aar Anton zich
nog wilde lateacheren ook.
Een tweede irtier stond ons
te woord en de probeerde ons
met een leugerwaar het zoo
dik op lag .t we alle drie
elkaar eens aaeken en onze
handen tot isten moesten
nijpen, om deman niet in zijn
gezicht uit ti lachen, af te
schepen.
„Ja, ziet u heen, eh eh
die toestemmin wordt alleen
verleend op Wnsdag eh
ziet u".
„Mot je nog pitjes" grinnikte
Marcus onder kweggaan, „wel
een wonder da: niet zei dat
het bezoek alle op Zaterdag
kon geschieden Waar ziet die
kerel mij-voor aan Dat ik dat
geloof Hij maakt mij wijs dat
de portier van zoo straks en die
aan de mijnen, dat niet weten
als het werkelijk zoo was had
den ze ons dat wel dadelijk
kunnen zeggen't beroerdste
is alleen dat we daar nu 14
K.M. voor omgereden zijn.
Vast besloten om nu maai te
stoppen met vragen, gingen we
voor de derde keer langs de
Heeilensche weg, laveerend tus-
schen hoopen zand, stapels rails,
bergen hout, kruiwagens, en
tallooze werklieden, alles geca-
monfleerd door hoogopgejaagde
stofwolken, die zoo draaiden en
golfden dat een Sahara wervel
storm daar nog maar een kindje
bij is.
Nog een paar hoogten en
Goddank, het was gedaan. Lang
zaam maar zeker ging het nu
omlaag, af en toe nog eens
zoo'n klein hoogtetje, maar dat
telden we niet meer ftiee en
moesten we soms nog eens een
oogenblikje voorovergebogen
over ons stuur duchtig trappen,
dan kregen we de moeite dub
bel en dwars vergoed door een
helling waar geen eind aan
scheen te komen als maar
door de diepte in.
De gierpont voerde ons snel
Misschien hebben de Chineezen
het toch nog bij 't rechte eind,
Is het eigenlijk niet verstandiger
niet zoo zuinig met presidenten
en ministers te zijn dan er zoo
lang den last van te dragen, dat
men ze uit nijdassigheid dcod
schiet
Maar het is de menschelijke
gewoonte nietwaar den plinter
alleen in 's broeders oog te zien.
En zoolang het zoo blijft, zullen
we ons zeiven en onze manieren
wel superieur blijven vinden dan
de Chineesche.
1898 - 1923.
IX.
Wenden wij thans ons oog
naar het gebied van de kunst,
naar dat van taal en letteren,
van het tooneel, van de muziek
en van de schilderkunst. Op alle
deze gebieden opgewekt leven,
op het een meer dan op het
andere. Op alle deze vier de
vrijwel gelijke klacht, dat de
Nederlander van heden ten dage
niet meer de belangstelling voor
kunst gevoelt als zijnevoorouders;
dat de dagen van een Roemer
Visscher verre zijn. Maar in
het algemeen mag deze kwart-
ook hierop trotsch zijn,
dat de belangstelling in deze
verschillende takken van kunst
is toegenomen.
Wat de letterkunde aangaat,
bij het begin van de regeering
van onze Koningin had de stroo
ming der Nieuwe Gids-ers, de
dusgenaamde beweging van 1890
zich vrijwel baangebroken, zag
haar bestaansrecht erkend. Wil
lem Kloos is in deze beweging
de groote figuur geweest en tot
op heden gebleven. Naast hem
dienen Van Deyssel en Albert
Verweij te worden genoemd.
Onder de romanciers treedt
Louis Couperas ongetwijfeld naar
voren, zijne achtereenvolgende
romans zijn van een geheel ei
gen woord- en scheppingskunst,
die evenwel alle deze jaren op
bij Wessem over de, daar be
trekkelijk smalle, Maas en voort
ging het weer. De avond was
zoo eenig mooi, dat het zonde
zou geweest zijn als we daar
niet van hadden geprofiteerd, en
dus, genietend met volle teugen
van de koele avondlucht, reden
we op Weert aan in een dol-
moppige bui. Al lachend en
proestend picnicten we in klate
rende vreugde aan den wegkant.
Kon het ook anders dat wa
vroolijk en uitgelaten waren, de
goden waren ons tot nu toe zoo
verbazend welgezind geweest,
dat het haast al te mooi ging.
Met dat al, de rossig-geele
gouden schijf zakte al dieper en
dieper en verdween weldra ach
ter de kimeen zee van rood
gouden wolkenstrepen gaf de
plaats aan waar de bron van
alle leven was verzonken en
terwijl de mooiweers-wolkjes
langzaam verbleekten en ver
grijsden, spreidde de nacht hare
heldonkere vleugels over de
aarde uit.
(Wordt vervolgd),