ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Nederland in 25 jaren
Tien dagen Fietstocht,
Rechtszekerheid*
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo.,(2Ïn BRESKENS P°7S$;°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Woensdag 6 Juni 1923
Nummer 2831
1898 - 1923.
IV.
De beteekenis van de Kolo
niën voor Nederland is eene
geheel andere geworden dan
die in de zeventiende eeuw.
Toen hadden wij scheepvaart
op alle landen en het in de
scheepvaart op Indië geïnves
teerde kapitaal was slechts een
gering gedeelte van ons aldus
totaal geïnvesteerde kapitaal.
Maar in de negentiende eeuw
zijn wij begonnen met cultures
en nijverheid in Indië, en in
deze kwarteeuw is de uitbrei
ding daarvan krachtig voort
gezet. De suikercultuur, die in
1884 hare algemeene crisis door
maakte, kwam, mede tengevolge
van de in 1902 te Brussel ge
sloten Suikerconventie (die een
einde maakte aan de bevoor
rechting van de beetwortelsuiker)
tot financieelen bloeiwas haar
topjaar, waarnaar men de baten
dezer industrie niet altijd mag
beoordeelen. De tabakindustrie
in Deli breidde zich uit; thee,
kollie, kina en nieuwe cultures
namen toe. De petroleumindus
trie kwam onder leiding van de
in 1890 opgerichte Koninklijke
aan deze maatschappij gelukte
het onder de leiding van Deter-
ding zich tot een concern van
wereldbeteekenis te verhellen.
Om een bewijs te geven van
de toeneming van de industri
eel commercieele beteekenis van
Indië, diene, dat de totaal uit
voer van Ned.-Indië van bijna
f273 millioen in 1903 reeds in
1912 tot ruim f588 millioen was
toegenomen; de invoer van f 174
tot f 400 millioen. De cijfers na
den oorlog wijzen op eene aan
merkelijk grootere stijging nog
van de beteekenis van de Indi
sche handelsbalansdeze cijfers
zijn echter uiteraard minder ver
gelijkbaar. Daartegenover staat
dat van de zijde der Regeering
niets onbeproefd werd gelaten
om den lnlandschen landbouw
te steunen door voorlichting
de Inlandsche nijverheid te ver-
DOOR J. W. B.
31 Juli. 10 Augustus.
26)
liet begon dan ook al aardig
donker te worden, toen we de
huiswaartsreis weer aanvaardden.
Mark, die weer eens door een
race-manie bezield was reed,
nadat hij n.b. nog eens uitdruk
kelijk naar den weg had ge
vraagd, in razende vaart terug
naar het smalle berg op-berg-af-
pad, waarlangs we dien middag
waren gearriveerd en of ik al
riep en schreeuwde dat hij mis
was, hij hield vol dat hij het bij
het goede eind had. „Ik weet
het zeker", verkondigde hij zoo
overtuigend, met een stem die
geen tegenspraak dulde, dat
Anton niet wist wie hij nu ge-
looven moest en langzaam Mar
cus volgde, die weer voortrende.
Daar ik dat zeker weten van
Mare al zoo dikwijls had mee
gemaakt, bleef ik gewoonweg
naast mijn iiets staan en zag
hem op een afstandje gevolgd
door de weifelende Anton, ach*
hellen. In dit laatste is men lang
zaam en geleidelijk reeds ge
slaagd en op dien ingeslagen weg
wordt voortdurend voortgegaan.
De bewering dan ook, dat Indie
slechts kapitaalobject voor Ne
derland zou zijn, is zeker on
juist; de door Nederland in
deze kwarteeuw gevoerde ko
loniale politiek is er eene, die
de vergelijking met elke andere
koloniale politiek ten volle kan
doorstaan, ook in dit opzicht,
dat al het mogelijke wordt ge
daan om de Inlandsche bevol
king te steunen.
Een minder voorspoedig beeld
leveren de West-Indische bezit
tingen op. Ondanks alle daar
voor in het werk gestelde po
gingen ondanks credieten, daar
toe verleend, is Suriname nog
geenzins een troetelkind te re
kenen Curacao maakt ook veel
al moeilijke tijden door, al
wijzen daar de laatste jaren in
betere richting. Intusschen mag
wel dit geconstateerd worden,
dat, hoorde men in den aanvang
der negentiende eeuw het denk
beeld opperen van verkoop van
onze West-Indische bezittingen
aan Amerika, zoodanige stem
men thans niet meer en zeker
niet met instemming worden ge
hoord.
Iloe heeft de oorlog niet ge
heel het beeld van onzen handel
en nijverheid veranderd! Onze
handel werd, tengevolge van de
maatregelen, door .de oorlog
voerenden voorgeschreven, on
derworpen aan tal van dwang-
bepalingen en kon, wat .'en aan
voer van producten van overzee
en grondstoffen betreft, slechts
worden gevoerd dank zij de
instelling der N. O. T., die als
crisis-lichaam zeker hare buiten
gewoon groote verdiensten heeft
en buitengewoon nuttig, niet ge
noeg te waardeeren werk heeft
verricht. Voor de industrie leidde
de oorlog tot de oprichting van
lal van nieuwe bedrijven; som
mige, die practisch gebleken
zijn ook na den oorlog levens
vatbaarheid te bezitten, andere
darentegen, die spoedig ver
dwenen. In 1917 werd de Jaar
beurs te Utrecht opgericht. Men
ter de rotsen verdwijnen. Juist
begon ik er over te denken over
Valkenburg en Meersen langs
de hoofdweg naar huis te rijden
toen Marcus met een waai In-
dianen-gehuil, bulderend, vloe
kend en me uitscheldend voor
al wat mooi en leelijk was terug
kwam gerend.
Nog steeds zijn race-manie
botvierend, suisde hij weer in
de richting Valkenburg, altijd
achtervolgd door Anton die het
nog maar steeds niet met zich
zelf eens kon worden, wie van
beiden hij nu eigenlijk gelooven
en volgen moest. Han, jij bent
de oudste, toon je nu ook de
wijste, dacht ik bij mezelf, en
hou je mond laat die twee maar
razen.
Doodkalm besteeg ik mijn
karretje, vroeg voor alle zeker
heid nog eens naar de goede
richting en was weldra op de
weg waar wij langs moesten om
zoo gauw mogelijk voor het
absoluut donker was, de schuur
te bereiken. Ik was nog niet
zoo heel ver gevorderd toen ik
mijn beide reismakkers in een
slakken-gangetje voor me uit
zag rijden. Anton zakte al
spoedig naar me af, maar het
duurde nog een heele poos voor
gevoelde de behoefte om in
eigen land te koopen wat men
tevoren in het buitenland kocht
maar men was van wat het eigen
land opleverde te weinig op de
hoogte. De Jaarbeurs is gebleken
geen crisislichaam te zijn. Dank
zij de medewerking van stad
en land heelt zij zich ontwik,
keld tot eene instelling, waarvan
het blijvend karakter niet meer
wordt bestreden. De eerste Jaar
beurs gaf van den eigenaardigen
toestand, waarin handel en nij
verheid hier te lande waren ko
men te verkeeren, een duidelijk
beeld. Naast groote en bekende
ondernemingen zag men er tal
van minderwaardige a.h.w. te
voren bestemd om te verdwijnen.
De Regeeringamaatregelen be-
heerschten geheel derr handel
moesten dezen beheerschen de
distributie van steeds meer ar
tikelen werd ingevoerd. Na den
oorlog koesterde men aanvan
kelijk groote verwachtingen, die
ook uit de cijfers spreken. Im
mers, de invoer in ons land, die
in 1917 eene waarde van f 1082
en in 1918 eene van f637 milli
oen had, nam in 1919 toe tot
f3296 millioen; de uitvoer be
droeg achtereenvolgens in die
drie jaren f837, f417 en f 1731
millioen. Uit deze cijfers blijkt
wel, dat de invoer aanmerkelijk
grooter is geweest Tfan de uit
voer Nederland heeft dit ver
trouwen, dat in de toekomst werd
gesteld, duur moeten betalen.
Tal van factoren, te veel om hier
op te noemen en zeker om te de-
monstreeren, leiden tot eene ont
reddering der economische toe
standen als tevoren niet was te
verwachten. Sedert in 1920 de
malaise, vrij hevig en vrij plot
seling, is ingetreden, zijn een
ieder de oogen opengegaan,
maar helaas bij velen te laat
de debacles, vooral bij de licha
men tijdens den oorlog opgericht
ol tijdens den oorlog op kunst
matige wijze uitgezet, zijn vele
geweest; de groote beproefde
instellingen hebben echter stand
weten te houden. In de cijfers
van de emissies spiegelt zich
deze gang van zaken mede af;
werd toch in industrieele onder-
Marcus, die nu toch inzag dat
hij weer veel te heftig was ge
weest, en weer veel te ver was
gegaan, en van zijn optreden
wel een beetje spijt had, zich
weer bij ons voegde en zich
langzaam aan in het gesprek
durfde wagen. Veel woorden
heb ik er toen niet meer over
gezegd, het was gebeurd, en
om, als je met je drieën bent,
nog ruzie te gaan maken, is
toch ook niet noodig, zoodat ik
alles doodzweeg en maar deed
of ik van alles hetgeen Marcus
me toegeslingerd had, niets had
gehoord.
Toen we dan ook thuiskwamen
was de vrede weer geheel her
steld en het was een echte hoor,
geen vrede a la Versailles, zoo
dat we in de beste stemming
met razende honger op onze
boterhammen aanvielen en dood
moe van den zwaren dag die
we achter den rug hadden zoo
gauw we konden ons strooleger
opzochten.
o—
,Hoe is het, zijn jullie van
plan wakker te worden, ras-
maffers dat jullie zijn 't is
notabene al acht uur luilakken
van het eerste water ben jullie
ik zeg maar
nemingen in 1920 aan aandee-
len en obligaties uitgegeven
f 152 millioen, in 1921 was dit
f 63'. j in 1922 zelfs f271,2
millioen.. De cijfers voor bank
en crediiet-instellingen wijzen op
f 170 voor 1919, op 871/2 voor
1920, op f 3 voor 1921 en op
f 9 millioen voor 1922. Het aan
tal faillissementen, dat in 1919
1092 bedroeg, is in 1920 tot 1491,
in 1921 tot 2364 en in 1922 tot
3403 gestegen de werkloosheid
is op schrikbarende wijze toege
nomen het indexcijfer, dat in
1913 5 bedroeg, was voor 1919
7,7, voor 1920 5,8 en voor 1921
9, terwijl het voor 1922 wel niet
beter zal zijn.
Met handel en nijverheid is
is het bank- en geldwezen nauw
verbonden. Dit beleefde in zeke
ren zin eene merkwaardige evo
lutie gedurende den oorlog,
voortkomende in de eerste plaats
wel uit de geheel nieuwe functie,
die de Nederlandsche Bank zich
zag toegedacht. De taak van
eene circulatiebank als de Neder
landsche Bank is de schepping
van gelden, het verleunen van
crediet is hiertoe middel.
(Wordt vervolgd
VII.
Erfopvolging.
Nu in de erfopvolging door
de wet van 17 Februari 1923
(afgekondigd den 14 Mei j.l.)
ingrijpende wijzigingen werden
gebracht en deze wet eerstdaags
in werking treedt (90 dagen na
hare afkondiging) komt het
wenschelijk voor daarvan direct
eenige hoofdzaken te bespreken.
Vóóraf dient te worden na
gegaan hoe óns tegenwoordig
ertrecht werkt.
Wij onderscheiden erfrecht
volgens versterf en krachtens
testament. Maakt iemand dus
geen testament dan vererft zijn
nalatenschap volgens de wet op
zijne wettige ol natuurlijke bloed
verwanten (voor de natuurlijke
gelden beperkingen). De wet
,Als dat ventje vanVerbergh
zijn mond niet houdt gooi ik
hem de slaapkamer uit", bromde
Marcus, die zoo half en half
wakker begon te worden.
het is een waar schan
daal dat jullie zoo laat op den
dag nog ligt te snorken toe,
sta nou op, anders zijn we om
12 uur nog niet weg kijk eens
naar mij, zoo'n flinke jongen, ik
ben al wakker voor dag en
dauw en als jullie nu niet
oogenblikkelijk
„Zullen we dat vrachtje eens
buiten boord zetten stelde ik
voor.
Gelach, geproest, geschreeuw,
een wolk van stol, stroo en
dekens en Anton lag op een
eerbiedige afstand te spartelen
op den cementen vloer.
Al het stroostof spoelden we
iu een overvloedige, bruisende,
frissche pompwaterstraal van ons
af; perfect hadden we geslapen,
alle drieden geheelen nacht
aan één stuk door, zoodat we
ons uitstekend uitgeruit gevoel
den en in staat weer een even
zwaren dag te verwerken als
den vorigen.
Ijverig huisvrouwden we door
dekens werden geklopt, het
stroobed opgeschud, schoenen,
geeft eenige regelen omtrent
die vererving en roept achtereen
volgens vier groepen van bloed
verwanten t. w.lo de afko-
melingen in den rechten neder-
dalenden lijn
2o. de ouders, broeders, zusters
en afkomelingen van broers en
zusters
3o. de bloedverwanten in de
rechten opgaanden lijn (moeder
lijke en vaderlijke linie);
4o. de andere bloedverwanten.
Zijn geene bloedverwanten tot
in den twaalfden graad aan
wezig bij het overlijden, die als
erfgenaam kunnen opkomen,
dan komt de echtgenoot in aan
merking. Bij gebreke van dien
echtgenoot verkrijgt de staat
alles. Zoo is ons versterfs-erf-
recht sinJs 1838 en zoo zal het
blijven tot over eenige maanden
de nieuwe bepalingen zullen
ge'den. Men zal dus goeddoen
om te overdenken of de reeds
gemaakte testamenten in over
eenstemming zijn met die nieuwe
bepalingen en zou niet, een
nieuw testament te maken. En
ook zij, die hun eerste testament
of uiterste wil zullen laten op
maken houden de nieuwe wets
voorschriften in het oog.
De tegenwoordige wet komt
aan de echtgenoot zoo goed als
geen erfrecht bij versterf toe.
Eerst ais bloedverwanten in den
12en graad ontbreken, wordt
de echtgenoot tot d: erfenis ge
roepen. Een verbetering dien
aangaande brengt de nieuwe
bepaling Voortaan wordt de
echtgenoot niet meer zoo goed
als uitgesloten doch erft hij met
de kinderen gelijk op, onver
schillig of het de man of de
vrouw betreft. Zijn er dus vijf
kinderen en sterft de vader dan
wordt de bestaande gemeenschap
eerst in twee helften verdeeld.
De helft van den rader vormt
zijne nalatenschap, waaruit de
echtgenoot en de vijf kinderen
elk een zesde deel verkrijgen.
Het zal dus worden, zooals het
reeds lang in de volksovertui
ging bestond (doch niet in de
wet) dat de langstlevende ver
krijgt de helft en een kindsdeel.
Het erfrecht van den echt-
kleeren en fietsen van stof ge
reinigd en last not least onze
kant brood met de laatste lever
pastij geheel opgegeten. Daar
nu alles finaal op was, de boter,
de eieren en de kaas incluis,
moesten we dus weer eens flink
proviand inslaan enfin, ons plan
was toch om naar Maastricht te
gaan, dan konden we daar
marodeeren en tevens zou onze
gastvrouw voor elk vier eieren
ik maak hierbij mijn com
pliment aan de Limburgsche
kippen die weten hoe 't hoort;
wat een kanjers van eieren waren
dat I flink hard koken, zoo
dat we dan weer flink voorzien
waren. Trouwens, dat moest ook,
want morgen, met de Zondag,
zou er niets te krijgen zijn.
Tien uur was het al, toen we
eindelijk, ook ons ontbijt, dat
flink in de melk zwom, verorberd
hadden. Waarom ons maal zoo
melksch was? Wel eiken och
tend en avond haalden we een
groote pan vol melk voor twee
dubbeltjes en mijn kop af als er
niet meer dan twee liter in ging,
zoodat we dus steeds flink in de
melk zaten, en daar Anton er
niet van hield die had liever
een biertje hadden Mark en
ik overvloedig slok-slok.
(Wordt vervolgd.)