ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Nederland in 25 jaren. iMelijkscli Overzicht. Tien dagen Fietstocht. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNÓ'2>in BRESKENS P°7s$4r0 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 32e Jaargang Zaterdag 26 Mei 1923 Nummer 2828 Krassin, de Russische volks- commissaris, die ijlings naar Lon den gevlogen ia, om het conflict dat ten gevolge van de Engel- sche nota aan de regeering te Moskou tusschen Engeland en Rusland ontstaan is zoo mogelijk nog bij te leggen, heeft in een gesprek met de redactie der Daily Herald, het blad der ar beiderspartij, den toestand van het oogenblik met dien van Juli 1914 vergeleken en daaruit een ernstig oorlogsgevaar geconclu deerd. Het klinkt wat pessimis tisch. Al zijn er ongetwijfeld punten van overeenkomst aan te wijzen in de internationale verhoudingen, die hoogst ge spannen zijn, er is toch een heel verschil juist in die verhoudingen en vooral ook in den algemee- neu toestand om tot een gelij kenis en uit die gelijkenis tot een soortgelijk oorlogsgevaar te besluiten. Europa en de Euro- peesche volken verkeeren in een geheel anderen toestand dan voor den oorlog. Met uitzonde ring wellicht van Fianschen en Polen is er geen een, dat ge makkelijk tot een oorlog te krijgen zou zijn na de zoo pas doorgemaakte ellende. De fi- nancieele omstandigheden van alle landen, en gelukkig juist van Frankrijk en Polen in bij zondere mate, verbieden zoo dure ondernem:ngen als oorlogen tegenwoordig zijn. Maar boven dien er zijn feitelijk geen con- curreerende machten meer, al zijn natuurlijk de tegenstellingen gebleven en nieuwe zich aan 't ontwikkelen, omdat de tegen standers van daarstraks radicaal buiten gevecht gesteld zijn en de bondgenooten uit den grooten oorlog, schoon de tegenstelling hunner belangen zich steeds duidelijk demonstreert, nog te veel belang en aandacht heb ben bij het er onder houden van de gezamelijke vijanden om zich tot wederzijdsche tegen standers te kunnen transfor- DOOR J. W. B. 31 Juli. 10 Augustus. 23) Kort omringde ons de weg mis tende horizon, zoodat Maastricht met haar schoorsteenen, kerken en groote gebouwen, die zich verhieven boven de tamelijk gelijkmatige dakenzee, nog maar net-aan te overzien was, en de Maas, die waas glinsterde onder aan onze voeten, in de diepte, met onmiddellijk daarnaast, slechts door een dijk gescheiden, het kanaal naar Luik, vernevelde op enkele honderden meters in het dicht-bije verschiet. o Het plan was naar Meersen te fletsen en even voor die plaats langs de z.g. kleine weg naar Valkenburg te gaan, we zouden dan wel is waar onze fletsen voor een groot gedeelte aan de hand moeten meevoeren, maar daar het 's avonds nog al laat zou worden eer we uit Valken burg weer naar onze slaap-schuur zouden terugkeeren, oordeelden we het toch maar beter om onze Dit laatste sluit natuurlijk niet de kans op een oorlog uit. Ver mindert eenerzijds de ongelijk heid in macht het gevaar voor een nieuwen strijd, anderzijds wordt dit zoowel door het min of meer uittartend gedrag der sterkeren als door hun bewust zijn, dat ze weinig kans op ver lies hebben, aanmerkelijk ver hoogd. En het schijnt wel, dat deze laatste omstandigheid zich eenigermate doet gelden. Een vergelijking met 1914 gaat daar door mank. Maar wel is het waar, dat de toestand, en dat niet door het optreden van Engeland tegen Rusland alleen, eenigszins gespannen is geraakt en Krassin dus in zoover gelijk heeft dat het gevaar voor een nieuwen oorlog den laatste tijd aanmerkelijk vergroot. Of de groote gealliëerde mogendheden zich alleen trachten te dekken tegen mogelijke gebeurtenissen dan wel ze werkelijk de kans schoon meeuen te zien om zich door nieuwen strijd toekomstige gevaren en toekomstige mede dingers van de hals te schuiven en ze daarom dien strijd min of meer uitlokken en voorbe reiden is nog niet duidelijk te onderscheiden. Maar zeker is wel, dat een nieuwe gealliëerde actie zich den laatsten tijd in Oost- en Midden-Europa begint af te teekenen, die niet veel goeds kan beduiden. De rond reis van maarschalk Foch door de landen der kleine Entente heeft reeds een merkwaardige aanvulling gekregen door het bezoek van lord Cavan aan Warschau en het Poolsche leger. Het is duidelijk, dat Polen een opelijken twist zoekt met Dant- zig en zich gereed maakt die stad te overvallen. De Russisch Roemeensche onderhandelin gen zijn verdacht plotseling afgebroken. Hongaiije is dooi de conflicten met TsjechoSlo wakije en de daarop gevolgde dreigementen in den hoek ge jaagd. En Griekenland maakt zich voor een nieuwen oorlog tegen Turkije in Thracië met Fransche wapenen gereed, na- karretjes mee te sjouwen. It stands te reason dat we heel onze deken-bagage thuis hadden gelaten en onze rugzakken ook aanzienlijk hadden verlicht, zoo dat dat nu nog alzoo geen zware toer was. Een paar maal gevraagd en spoedig waren we op de goede pad, waar we met volle teugen genoten van de pracht die de natuur ons daar bood. Links, soms vlak-bij, dan weer veraf, slingerde zich de, door groene weilanden omzoomde geul tus schen het geboomte. Kalm kab belend, Moms door ondiepten in de bedding verontrust en dan wildwoest bruizend, stroomde het weinige water Maaswaarts. Rechts van ons torenden lood recht de woest-naakte, grijs- gele rotsen omhoog, op den top weer zwaar begroeid en langs wanden in spleten en holen, waar het krijt was verweerd en met loïs tot vruchtbare aarde was dooreengemengd, tierden welig het kleinste mosplantje en de grootste eik. Langs den voet van deze rotsen, waarin groote gaten en diep donkere holen ver in de mergel doordringen, en waar puntig-uitstulpende krijt- of vuur8teenblokken de dat pas het vertrek van gene raal VVeijgand naar Syrië de frontverandering van Turkije en zijn militaire consequenties op schelle wijze heeft belicht. in deze omstandigheden is de Engelsche nota aan Rusland wel wat al te precies op tijd gekomen dan dat ze niet den schijn zou wekken met een be paald opzet aan de Sowjet- machthebbers te stellen. Men moet niet vergeten, dat de Rus- sisch-Turksche combinatie een gevaar is voor de oppermacht der geallieerden, dat in omvang en ernst steeds aangroeit. En wanneer de Turken zich te Lausanne wat al te ongezegge- lijk zouden toonen,. zou het niet zoo heel onwaarschijnlijk zijn, dat zij daarmee, door bemid deling der kleine Entente eens wilden afrekenen, voor het nog ernstiger afmetingen aanneemt. Dat in een dergelijken strijd de vrije beschikking over Dantzig voor de Entente onontbeerlijk zou zijn, wil ze niet in haar toevoer van oorlogsmateriaal naar Polen ernstig belemmerd worden, is zoo duidelijk, dat de Poolsche actie tegen die stad een noodzakelijk bestanddeel der voorgenomen actie zou moeten zijn. Het blijft hatuurlijk mogelijk, dat de Entente zich slechts tracht te dekken voor het geval, zon der haar directe toedoen, een oorlog met Rusland en Turkije mocht uitbreken. Het aftreden van den eersten minister Bonar Law, en diens opvolger Stanley Baldwin, zal misschien den toestand eenigszins verduidelijken. Het feit, dat in een dergelijken oorlog Duitsch- land haast onvermijdelijk wordt meegesleept en dat men uit de tegenwoordigheid van Mussolini en den gezant van Enge land en van Amerika te zamen met een paar neutrale gezanten op het feestmaal, dat de Duit- sche gezant aanbood tot een toenadering tusschen Duitschland en Italië en Engeland met uit sluiting van Frankrijk zou moe ten besluiten, schijnt de veron- voetgangers of fietsers dreigden te verpletteren, voerde onze weg over Houtum en Geulen naar Valkenburg. Op en neer, omhoog, omlaag; het eene oogen blik spiegelden we ons in 't Geulwater, dat aan onze voeten kabbelde, het andere stonden we hoog boven alles uit te kijken en zagen we het beekje zich kronkelen, als een zilveren slang, door het dal. Ver aan de an dere zijde verhief zich geleide lijk de bodem geheel met koren en andere veldvruchten begroei de heuvels, die als een veel kleurig tapijt blokten door de zomermiddag waaselke vol gende hooger, breeder dan zijn voorliggende, allen zachtkens in elkaar overvloeiend, met langs de hellingen boerderijen, villa's, dorpjes hier en daar. Razende honger hadden we alle drie j we dachten er dan ook niet lang overin een rots hol, als echte roovers, zouden we ons maal verorberen. Een prachtplaats zochten we uit, vermoedelijk wel een oude wo ning ot bergplaats, geheel in de rotsen uitgezaagd en bestaande uit een flink complex gangen waarin we, Anton met de zak lantaarn voorop, eerst eens op der8telling, dat de Entente een oorlog zou uitlokken wel te ver zwakken. Maar het lijkt lang niet onwaarschijnlijk, dat ook van deze nieuwe actie in het Oosten Frankrijk de drijvende kracht is en dat de Fransche regeering juist de hoop koestert deze mogelijke toenadering den pas af te snijden, nu juist het aftreden van Bonar Law haar voor een wijziging in de Engel- sche politiek ten harer nadeele bevreesd moet maken. Haar steeds fellere actie aan de Roer wijst wel op de poging om iedere gematigde oplossing van 't con flict onder Engeland's medewer king bij voorbaat te saboteeren. Dat de Belgische bondgenoot, die de staking van spoorweg en posterijen-personeel in zoo'n las tig parket brengt, haar daar voor dankbaar zal wezen, lijkt niet waarschijnlijk. 1898 - 1923. i. Op 6 September 192.5 zal het 25 jaren geleden zijn, dat Ko ningin Wilhelmina krachtens de betredende bepalingen der Grondwet in de Nieuwe Kerk te Amsterdam den eed op de Grondwet aflegde en daarmede de Regeering aanvaardde, die sedert den dood van haar vader in 1890, namens Haar door de Koningin-Regentes Emma was gevoerd. Hel zijn voor Neder land 25 zeker niet onbelangrijke, ook niet onbewogen jaren ge weest, die zijn voorbijgegaan. Men zou geneigd zijn te zeggen, dat in deze kwarteeuw geheel nieuwe stroomingen zich hebben baan gebroken, zij het gelijk de tegenwoordige taak van het Koningschap medebrengt niet tengevolge van het optreden der Koningin, maar met hare medewerking. De toestand, ge lijk wij dien thans aan het einde dezer kwarteeuw zien, is econo misch ongunstiger dan ooit te voren zeker ongunstiger dan verkenning uitgingen. Plotseling vielen de stralen der lamp niet meer op een tegen overliggende wand, maar ver dwenen in het ondoordringbare duister van een peillooze put, slechts een bijna onzichtbaar prikHeldraadje, waarschuwde voor het groote gevaar. Wan neer we daar nu eens zonder lantaarn, op den tast, waren voortgestapt; zoo'n „pimiekes- draadje" hadden we vast niet gezien en dan Het zou geen overdaad zijn, wanneer daar eens op een duidelijke, in het oog loopende manier het aan wezen van zoo'n put werd aan gekondigd. Op een in de mergel-steen uitgehouwen bank nuttigden we bij het zwak-bleeke licht, dat van buiten tot ons doordrong, een weinig versterkt door de stralen der batterij, onze kuch jes, die duchtig aau den tand werden gevoeld. „Het was nacht, stikdonkere nacht, de wind suisde door de toppen der boomen. Stil zaten de roovers in het gebergte bij een bord snert. Een hunner sprak hoofdman, vertel ons eens wat een Rinaldo Rinaldini, de hoofdman ons Vertelde in het begin, toen eigenlijk wel vaart allerwegen heerschte. Noch het Nederlandsche volk, noch zijne Koningin zijn daaraan schuld de oorlog is in alle zijne gevolgen ook over ons neutrale land heengegaan, en heeft daar in veel, enkele dingen zelfs on herstelbaar verwoest. Wij zijn geïsoleerd in de wereld, al reeds dadelijk door den noodloltigen stand der valuta, maar ook ten gevolge van politieke en econo mische gebeurtenissen. Aan den anderen kant kan getuigd worden dat juist daardoor het beset is levendig geworden, dat opnieuw, als in de jaren na 1839, alle krachten moeten worden in gespannen om niet alleen voor uit te komen, maar te behouden wat wij hebben. Ondanks soms de schijn van het tegendeel wordt gewekt, is in het leven van het individu algemeen ern stig sprake van versobering dezelfde leuze viert thans hoogtij in Rijks- en Gemeente-admini stratie, en, al vei schilt men soms van meeniiig omtrent de juiste wijze om die versobering te bereiken, in het willen staat men eendrachtig. Iutusschen is deze economisch ongunstige toestand wel de eenige vergelijking, die men tusschen de Regeering van Koningin Wilhelinina en die van haar overgrootvader, Koning Wilhelm I, kan maken; ging bij den laatste het contact met het volk steeds meer verloren stel de Koning Willem I zich ook op het staatsrechtelijk zeer be twistbare standpunt, dat alles wat hem in de Grondwet niet werd ontzegd, tot zijne rechten behoorde een vooi beeld van meer zuivere constitutioneele plichtsbetrachting dan onze Ko ningin zal moeilijk te vinden zijn. lil de rede, waarmede zij het Koninschap in 1898 aanvaardde zeide zij gelijk Willem III eens heelt getuigd.Oranje kan nooit, ja nooit genoeg voor Ne derland doen." Dat het moei lijker is in een tijd als deze dan in vroegere decennia dat een vorst of vorstin voor een volk bepaald wat doet, is wel on- Het was nacht, stikdonkere nacht, de wind „Ik wou dat je je gezicht eens dichthield" onderbrak Marcus al mopperend de schitterende de clamatie van Anton, en me eens hielp die ver bus leverpastij open te breken". Op onze eerste slaapplaats hadden we zoo ge marteld met een bus zalm, nu was het hommelus met een dito leverpastij. Het ijzeren bandje scheurde, in plaats van dat het doorrolde, dadelijk af; nu was Leiden in last en goede raad duurwelke laatste Marcus gaf in een kranige serie kracht woorden. Daar schoten we ech ter al bitter weinig mee op, de bus kregen we er niet mee open; hoewel ik toegeef, als je woe dend bent of iels gaat niet naar wenach, kan zoo'n hartig woordje soms een heele verlichting geven, Marcus prutste verder aan zijn buaje. „Auwe goddorie" jankte hij kwakte bus en sleutel met een flinke smak op den grond en verborg zijn wijsvinger, die een aardig rood tintje kreeg, in zijn zakdoek, ,ik weet niet wat jullie doen, maar ik zal mijn brood wel zonder leverpastij opvr...,.'' (Vnordt ervolgd) I

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1