ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN De toestond van Rusland. Tien dagen Fietstocht. Rechtszekerheid* BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK BRESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 32e Jaargang Woensdag 2 Mei 1923 Nummer 2822 De heer Nansen heeft het in de „Voss. Zt." over de toekomst van het groote Russische Rijk. Zijn artikel heeft ten doel den genen, wier menschlievendheid hen heeft gedrongen tot hulp verleening aan het Russische volk, de richting aan te wijzen, waarin zij met succes dien ar beid kunnen voortzetten. De voortzetting van hun onbaatzuch tig werk zat er veel toe bijdra gen het wantrouwen en den haat te verminderen welke nog steeds Rusland van het buiten land scheiden. Nansen vestigt dan allereerst den aandacht op de nog steeds onvoldoende middelen om de talrijke ziekten te bestrijden, die tengevolge van den hongerdood en andere het volksphysiek sterk aantastende ellende zijn ontstaan. Zoo worden de gevallen van vlektyphus tusschen 1918 en 1920 berekend op 20 tot 30 millioen, hetgeen beteekent, dat in den loop der laatste jaren vrijwel geheel Ruslanddezeepidemieheeft door gemaakt, waarbij vele slachtof fers vielen, maar de overige bevolking bijna immuun is ge worden. De door de nieuwe economi sche politiek ingevoerde decen tralisatie heeft tengevolge ge had, dat de zieken-huizen enzoovoorts, den financieelen steun van de centrale autoritei ten missen en thans aangewezen zijn op de hulpbronnen, welke natuurlijk in de gegeven om standigheden, vooral in de hon- gergebieden, veelal geheel on voldoende zijn. Het komt er dus op aan het doktorenperso- neel en de medicische organisa tie van buitenaf te redden en uit te breiden. Een ander sociaal probleem, voor welks oplossing Nansen aandacht vraagt, is het werkloo- zeuvraagstuk. Van oudsher is de boer gedurende de lange wintermaanden veelal werkloos en dit feit is wellicht een der voornaamste oorzaken voor de langzaamheid, waarmede de landbouw zich ontwikkelt en voor het uiterst primitieve ka rakter van dien landbouw. Het zou gewen8cht zijn den boer een winterbezigheid te geven als bijverdienste. Wanneer zijn koop kracht grooter wordt, kan hij zich beter andbouwmateriaal aanschaffen, waardoor weer de Russische en buitenlandsche in dustrie bevoordeeld zouden wor den. Volgens opgave van Februari van lvalinin, den voorzitter van het al-Russische uitvoerend co mité, zijn er in geheel Rusland 500.000 werkloozen, van wie de meesten behooren tot de vroe gere bourgeoisie. Hoewel het moeilijk is deze menschen in de huidige sociale organisatie te helpen aan een betrekking met eenige verantwoordelijkheid, zag Kalinin toch tenvolle de nood zakelijkheid in hun bezigheid te verschalfen, waarvan zij behoor lijk kunnen leven. Het probleem van de werk loosheid is in Rusland dan ook geheel anders dan in West-Euro pa. De oplossing ligt in het herstel van den landbouw, het welk een verbetering tengevol ge zal hebben van den geheelen economischen toestand, terwijl de werkloosheid in het buiten land alleen kan worden over wonnen door het herstel van den uitvoer. Het aantal ingeschreven inva liden, die ook steun behoeven, is ongeveer twee tot driehon derdduizend, van wie 65.000 in de hongergebieden vertoeven. Hier is, aldus Nartsert, veel te doen voor de buitenlandsche hulpverleening, door het zenden van kunstbeenen enz. Een derde vraag van groote beteekenis voor de toekomst is de kinderverzorging. Het aantal weezen wordt thans geschat op 1.300.000. Ongetwijfeld heeft het openen van talrijke keukens vele kinderen in het leven gehouden. Maar dit is slechts een tijdelijke maatregel, die bovendien het gevaar in zich bergt de bevol- DOOR J. W. B. 31 Juli. 10 Augustus. 18) Langzamerhand was alle hei verdwenen en vervangen door vruchtbaarder aarde frisscher, weelderiger groeide alles in de Maasklei, weg waren de spil- terige, lichtarige, korte rogge en havervelden, zwaarder en forscher werd het gewas en hoe Zuidelijker we kwamen des te grooter werd het verschil. Het fietsen werd moeilijker, altijd door moesten we omhoog, nu eens meer, dan weer eens min der en was er soms een liksche helling, die hoop deed geven op een dito afrit, het was steeds teleurstelling; we moesten telkens veel langer stijgen als dat we aan den anderen kant daal den. Van Sittard, een aardig stadje, herinner ik me het beste een sigarenwinkel, waar een juffrouw ons aan prentbriefkaarten hielp; tjonge jonge, dat was een waar dige vertegenwoordigster van haar sekse, heeremijntijd, wat ten kletsmajoor was dat; we kregen gewoon geen gelegenheid om fatsoenlijk de winkel uit te stappen en als ik niet te midden van een ontembare woorden vloed, op den voet door mijn makkers gevolgd, naar buiten was gerend, dan vrees ik dat we er op het oogenblik nog zouden staan. Rechts van den weg, in de buurt van het dorpje Geleen, passeerden we aan de linkerkant het steenkolengebied der in aan leg zijnde mijn Maurits op een honderd meters afstand, te mid den der graanvelden bemerken we eensklaps een boortoren, volop aan het werk. „Zouden we die mogen be zichtigen vroeg Anton". „Dat zal wel niet, laten we maar doorrijden" moest Marcus er natuurlijk weer bij voegen. We deden of we 't niet hoor den en hoewel hij zijn voorstel n >g een keer of wat met klem herhaalde, stapten Anton en ik af, om aan iemand die juist per fiets van den toren naar den weg toekwam te vragen, of het niet mogelijk zou zijn daar eens een kijkje te nemen. Als we het aan den chef vroegen, zouden we vast wel toestemming krijgen, luidde het antwoord, king tot bedelaars en bedeelden te maken. Nansen zou het intusschen zeer gewensiht achten, indien het groote intern, hulpwerk voor de kinderen werd voortgezet tot het land weer zoozeer op dreef zal zijn, dat het zelf de taak kan overnemen. VI. Koopacte van onroerend goed- (Vervolg) Zooals uit het vorig stuk is gebleken zullen partijen aan den vervaardiger van de koop- acte alle mogelijke gegevens moeten verstrekken om hem in staat te stellen een juiste ver- ra riding van hunne afspraken te doen. Niets dan de waarheid moet hem worden medegedeeld. Voor onjuiste opgaven, waar voor hij kennis draagt, is hij als medeplichtige eveneens straf baar. Daarentegenover kunnen par tijen van hem ook eischen dat hij alle moeite doet en alle nauwgezetheid in acht neemt om de rechtszekerheid te be vorderen. Zoo zal in de eerste plaats door den notaris of zaakwaar nemer onderzocht moeten worden of de handelende personen be kwaam zijn om de koopover eenkomst aan te gaan. Voor een minderjarige zal de voogd of een van de ouders moeten handelen, voor een ge huwde vrouw de echtgenoot. Een gefailleerde zal in het al gemeen niet zelfstandig meer kunnen optreden en voor iemand die onder curateele is gesteld treedt de curator of soms de echtgenoot op. Doch ook niet alleen de persoon van den ver- kooper en kooper komt in aan merking, ook het goed zelf. Men kan alleen rechtsgeldig verkoopen een onroerend goed dat den verkooper toebehoort. „Verkoop van een anders goed is nietig" zegt ons burgelijk wet- Heel het houten gebouwtje dreunde door het zware werken der machines, schel floot en siste de stoom en vulde de ruimte met een oorverdoovend geraas. De machinist, een vriendelijke baas vertelde ons, zoo goed en zoo kwaad als het ging te midden van het helsche la waai deze toren stond er nog niet lang, ze waren nog maar op 50 M. diepte, hij had aan den overkant van den weg ge staan, waar ze tot op ruim 800 M. geboord hadden naar steen kool. Vol belangstelling sloegen we daar een zestal werklieden, geheel met klei en modder be dekt, gade, terwijl ze bezig waren aan deze geheimzinnige arbeid. Een zware buis van wel drie of vier d.M. doorsnee stak een paar meters boven den grond uit: het bekleedsel van het boorgat. Hier binnen hing aan een kabel, die via de top van den toren, welke recht boven de hoorplaats was, een cylinder van ongeveer l'/j M., aan den onderkant door een klep afge sloten welke naar binnen open ging; dus alles wat eenmaal in de cylinder zat, kon er niet weer uit. Telkenmale nu, wanneer de boek. En het is zeer twijfelachtig of de kooper van zoodanig goed wel ooit den eigendom zal be komen. Onderzocht moet dus worden of het huis, het land of den tuin wel aan den verkooper toe behoort. Dit onderzoek kan ge schieden aan het hypotheekkan toor. Het enkel op naam staan is echter niet voldoende. Want het kan zijn dat de verkooper maar een tijdelijk recht of wel een betwistbaar recht had. Tevens moet dus nagegaan worden op welke wijze de verkooper de eigendom verkreeg. Blijkt n.l. achteraf dat hij, de verkooper, niet rechtsgeldig verkreeg dan kon hij ook niets verkoopen en heeft de kooper dus per saldo ook geen eigendom verworven. En er zijn vele oorzaken, waar door verkoopers recht te niet kan gaan. Wij zullen de ver schillende gevallen eens nagaan. Noemen wij den verkooper A en den kooperB. en ver onderstellen wij dat A aan B overdraagt een huis teBreskens, sectie C nummer 104. De vraag is nu op welke wij ze verkreeg A dat huis Bij informatie op het hypo theekkantoor blijkt dat A het in 1922 kocht van Pietersen voor 4000. Als wij tevens hebben geïn formeerd of op het huis geen hypotheken rusten, dan moeten wij zien of A aan Pietersen die 4000 heeft betaald. Daartoe lezen wij die oorspronkelijke koopacte na en zien dat de koop som betaald werd. Werd die niet voldaan dan kan Pietersen nog steeds die som van A vor deren en bij niet-betaling in rechte ontbinding eischen van het contract. A zou dan door die ontbinding geacht worden nooit den eigendom bezeten te hebben en kon dus niet geldig aan B verkoopen. B loopt er dan in en moet zich met een eisch tot schadevergoeding te vreden stellen. Inplaats van op het hypotheek kantoor te intormeeren kan men ook beginnen met van verkooper stalen buis een eindje verder de grond was ingeheid, werd deze cylinder neergelaten tot op den bodem van het boorgat en daar door de machine eenigen tijd vlug achtereen op en neer ge trokken, waardoor dus alles wat onder in het gat zat in de cy linder werd gepompt. Na een minuuut of vijf werd hij omhoog gehaald en de in houd nauwkeurig onderzocht het hoofdbestanddeel was water en modder, maar onderin, daar zat de grond- of steensoort, waar op die diepte de aardkorst uit was samengesteld. Telken male wanneer de cylinder werd geledigd, deed men een mon stertje van hetgeen naar boven was gehaald in een glazen pot, welke werd terzijde gezet, om door H.H. geologen te worden bestudeerd. Een heel rijtje, de arbeid van dien dag, stond al op een plank: grof grind, kleine keitjes, zand, blauwe klei, weer grind enz. Vooral tijdens het weer in-heien van de stalen buis vlogen de modderspetters bij boschjes naar alle kanten en voor we er erg in hadden zaten de truien van Marcus en Anton en mijn blauw pak dik onder de spatten, maar men moet er ook wat voor over hebben, zijn eigendomsbewijs te vragen en dat in te zien. ~U8 A zal aan Pietersen zijn titel vragen, en daarin zien of de koopsom werd betaald. Ook zal hij daarbij letten op het bewijs van de overschrijving ten hypotheekkantore. Want is de acte van Pietersen aan A niet overgeschreven dan kreeg A nimmer den eigendom en kon niet verkoopen. De acte van Pietersen aan A moet dus in elk geval overgeschreven zijn vóórdat die van A aan B wordt overgeschreven. In die eigendomstitel zullen gewoonlijk ook voorwaarden zijn opgenomen. Heeft A daaraan voldaan dan is het goed. Vol deed hij nog niet, dan dreigt hetzelfde gevaar van ontbinding. Kocht A van Pietersen onder ontbindende voorwaarde of on der voorbehoud van het recht van wederinkoop dan blijkt A bij uitoefening van dat recht of vervulling van die voorwaarde geen eigendom bekomen te heb ben en kreeg dan ook B niets. W as Pietersen minderjarig of onbekwaam om te verkoopen dan kreeg A ook slechte een recht dat aan vernietiging bloot staat en kan dus ook niets meer overdragen aan B. Een tweede reeks van geval len doen zich voor wanneer A het huis niet kocht doch bij erfenis verkreeg of geschonken ontving. Voldeed hij dan niet aan de voorwaarden bij de erfenis of de schenking opgelegd dan ver valt alsnog zijn recht en is de verkoop zonder resultaat. Wanneer de erfenis of de schenking zou worden te niet gedaan omdat de rechthebben den in de nalatenschap niet hun wettelijk deel ontvingen dan behoudt A mets en krijgt B nihil. Wanneer op de goederen be- slag is gelegd of wanneer Pie tersen failliet was gegaan mocht het huis niet worden vervreemd en kreeg A dus geen eigendom. Was ten slotte Pietersen geen vollen eigenaar doch slechtsbezit- Vriendelijk en uitvoerig wer den al onze vragen beantwoordt door de verschillende werklie den, waaronder meerdere Duit- schers waren. Dolblij als we waren dat we zoo'n boring eens met eigen oogen konden aan schouwen, vonden we het toch ook weer jammer, dat we het niet zoo hadden getroffen, dat men al tot op honderden meters was doorgedrongen dan hadden we met recht een diep-boring gezien. Dat zulk werkje heel langzaam gaat, en verbazend kostbaar is, spreekt vanzelf; volgens een berekening, gemaakt in 1916, kostte zoo'n diepboring gemiddeld per Meter ƒ71.50 en ik geloof dat ik heusch niet overdrijf, wanneer ik in dezen tijd, met zijn hooge loonen en duur materiaal, de meter op pl.m. 100 schat. Onderweg werden we het er over eens om op eenigen afstand van Maastricht een onderdak tt zoeken, maar ook ditmaal leek ons de keus toch niet gemakke lijk, wat vooral kwam door de eigenaardige bouwtrant der hof steden deze stijl, de Frankische, is eigenlijk van Romeinschen oorsprong en doet de hoeven er als volgt uitzien (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1