ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEÜWSCHVLAANDEREN Wekelijksch Overzicht. Tien dagen Fietstocht, BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK i Telefoon BRESKENS P^s^ir0 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 32e Jaargang Zaterdag 17 Maart 1923 Nummer 2810 Zeker we weten het allemaal wel, dat al onze daden gevol gen hebben en hun gevolgen vroeg of laat zich in ons leven openbaren. Maar of het daarom waar is, dat elk mensch het lot heeft, dat hij verdient Anderer daden en de gevolgen, die uit een complex van die daden ont staan, grijpen toch ook in ons leven in. Is het met een volk niet evenzoo Maar niettemin blijft er iets van waar, dat ieder volk de regeering heelt die het verdient. Laten de Italianen dan niet te luid klagen, wanneer Mussolini hun de duimschroeven aanzet. Want dat hij dat van plan is en gedeeltelijk al doet, daarvoor laten zijn daden en uitlatingen geen twijfel. „Ik wil als het mogelijk is regeeren met de instemming van het grootste deel van de burgerij". En als het niet mogelijk is „Voor alle beschikkingen, ook de hardste, welke de regeering nemen zal, zullen wij de burgerij voor de keus stellen ze te aanvaarden in een geest van groote vader landsliefde of er zich door te onderwerpen". Is er na deze vrij openlijke bedreiging feitelijk nog wel van een keuze sprake „Sic volo sic jubeo" (zooals ik het wil beveel ik het) is de spreuk der oud Romeinsche Cae cars, die Mussolini zich tot zijn lijfspreuk heeft gekozen. En het Italiaansche volk heeft alleen maar te gehoorzamen. Maar de tijden zijn anders dan toen de Romeinsche keizers over dood en leven beschikten. En wanneer Mussolini het strafwet boek hervormen wil dan vraagt hij van het parlement machti ging dit bij regeeringsbesluit te doen. Is er iemand in of buiten Italië, die daarvan nog de dupe wordt? Wanneer de machtiging niet gegeven wordtgaat Muso- lini ook zijn gang. Alleen „als het mogelijk is", nietwaar Zoo lang wil hij den schijn van het parlementairisme nog in stand houden. DOOR J. W. B. 31 Juli. 10 Augustus. Toen hij nu dat ding, dat voor hem veel te groot was, wilde aantrekken, bleek het lint loos te wezen en zich de moeite en den tijd niet gunnend, om fatsoenlijk er weer een touwtje door te rijgen, had hij maar een flink kabeltouw rond zijn buik geknoopthet zou best gaan zoo. Maar natuurlijk, eenmaal goed en wel aan het zwemmen, was de zaak aan het schuiven gegaan en nu spartelde Mark rond in Adams toilet. „'k Heb hem" proestjubelde Anton, toen hij eindelijk, als de laatste van ons driëen, ook zijn natte bol weer aan de opper vlakte liet verschijnen. „Geef gauw hier, dan zal ik zien dat ik hem weer aan krijg; mijn touw is er ook van door, ik zal er dus maar mee stoppen". Na veel geplons en gespartel gelukte het hem eindelijk zijn broekje te krijgen op de plaats waar hij het hebben wilde en Maar zonder of met dien schijn heerscht de dictatuur. Is het elders veel anders O, zeker, over de hervorming van een strafwetboek worden de volken nog geraadpleegd. Maar feitelijk ook alleen zoo lang het mogelijk is. Wanneer morgen Poincaré of een ander ter door voering van zijn plani en een strafwetartikel noodzakelijk acht tegen tegenstanders, dan komt het er, al wordt dan voor den vorm dan ook het parlement geraadpleegd We hebben een gecamoufleerde dictatuur. En voor wat de internationale po litiek betreft, is ze niet eenmaal meer gecamufleerd. Enkele hee- ren beslissen, wat er niet alleen met hun land, maar met geheel Europa gebeuren zal. En wij hebben maar tt knikken en toe te zien. is het wellicht ook niet anders dan we verdienen De Duitschers hadden op de Parijsche conferentie,, die aan de Roerbezetting voorafging, een voorstel tot regeling van de 8chadevergoedings verplichtingen willen indienen. Ze hadden dat voorstel bij zich, de Duitsche groot-industriëeelen waren er in gekend en wilden het waarbor gen en Dr. Bergman was gereed het ter conferentie toe te lichten. Die feiten staan nu wel vast, al willen de Franschen er niet van weten. Maar het paste Poincaré niet de Duit chers te ontvangen. Dat wil zeggen, de gevolgen van dat ontvangen nadien zijn plannen ten opzichte van de Roer vrij zeker in de war ge stuurd. En dus zei hij, dat de Duitschers geen voorstellen had den ingediend, wat in letterlij ken zin natuurlijk waar was, maar wat in werkelijkheid alleen het gevolg was van zijn weige ring om ze ter conferentie toe te laten. Zoo kwamen we aan de Roerbezetting, waarvan we wel niet even makkelijkzullen afraken. In den Duitschen Rijksdag heeft de leider der Duitsche volkspartij, dat is van de partij, waarin de grootindustriëlen als Stinnes de leiding hebben, een schuchtere poging gewaagd om den weg toen langzaam voortzwemmend, met één hand de vluchteling vasthoudend, kwam hij bij de visschersschuit aan. Onder veel gelach en na menige vergeefsche zwembroek-afzakkende - poging, stond Marcus eindelijk weer behouden aan boord van de hoogaars en rende, terwijl Anton en ik stonden te schateren en de men8chenmassa grinnekend uiteenging, met een vaartje naar de grindhoop, zijn broekje met beide handen stevig vastklem mend. Reeds zaten Marcus en ik weer op de fiets toen we Anton achter ons hoorden mopperen „Daar heb je 't gegooi in de glazen een mooi begin als 't zoo doorgaat kunnen we wel stoppen ik zou „Wat is er toch ventje", in formeerde Marcusbelangstellend. „Bel, 'k en k' ik een maleur an m'n fiets, vint 1" kondigde An ton op zijn Zeeuwsch Vlaamsch, „de blokjes van mijn trapper hangen er los bij neer". Gelukkig bleek deze eerste ramp nog al niet zoo heel groot te zijn, want voor een dubbeltje heeft de eerste de beste rijwiel hersteller waar we langs kwamen het kwaad voorgoed verholpen. tot een overeenkomst met Frank rijk te verkennen door de bereid willigheid der groot-industrie, tot het verpanden van de goud waarden en het brengen van andere offers uit te spreken. Maar hoe kan dit helpen wan neer Poincaré zonder omwegen Frankrijk's doel uitspreekt om zich niet alleen de schadever goeding maar ook waarborgen voor zijn veiligheid te verschaffen en het plan om de panden, die het zich heeft toegeëigend, niet tegen eenvoudige beloften van veiligheid los te laten Elke weg naar overeenkomst schijnt daarmee afgesloten. Want wan neer ook beloften niet meer voldoende zijn en Frankrijk reëele waarborgen wil, dan kunnen die alleen bestaan in het bezet houden van den Rijn grens, de afscheiding van het Rijnland van Duitschland, de vorming eener Rijnlandsche republiek of dergelijke. En in dit verband wordt ook de be lofte duidelijk, die de Franschen van alle Duitsche werkloozen, die ze in het bezette gebied aan arbeid helpen, vorderen, dat ze zich namelijk voor een Rijnland-republiek zullen verkla ren. Velen zijn er niet, die zich daartoe laten inden. De stem ming van het Duitsche volk is er allerminst naar. En het lijkt dan ook vrijwel onmogelijk, dat Duitschland in een regeling als Poincaré wenscht en die afscheuring van het Rijnland in een of anderen vormt betee- kent, nooit zal willen toestemmen. Door den honger en den nood krijgen we ze wel klein, denken de Franschen, die zich de lessen uit den grooten oorlog herrinne- ren en een nieuwe honger- blokkade voor het Rijnland schijnen te organiseeren. Maar de vraag is, of de wereld, Engeland in de eerste plaats, zoolang geduld zal hebben De tegenwoordige Engelsche regee ring verliest merkbaar terrein. En daartegenover naderen de twee gescheiden groepen der liberalen elkaar steeds meer. Wanneer eindelijk de Oostersche kwetsie eens geregeld is We waren lot de ingang van Kruiningen doorgedrongen en mopperden alle drie even hard over de abominabel slechte weg: smal, met hinderkopjes in het midden en modder aan de kant; toen we een t ord ontdekten dat ons mededeelde„moeilijk be rijdbaar". „Dat hoeven ze me waarachtig niet te vertellen, zoo snugger ben ik ook nog wel, 't is hier gewoon schandalig, het schreit ten hemel", zuchtte Mark, hard zwoegende om- zich met fietsen al in evenwicht te houden. „Kerel, 't begint pas", riep ik uit kijk, daar, nog een bord: „Onberijdbaar". En jawel, achter dit tweede was het een groote hutspot van zand, klinkers, klei- en kinder hoofdjes, maar eer we zoo ver waren stond er nog een derde bord: „Afgezette rijweg". „Prosit, bij ons zeggen ze zoo iets dadelijk wat een langdra dige lui hier", merkte Anton op, terwijl hij met zijn zwaar belast rijwiel door die modder-, slik- en zandbrei heen worstelde. o Fietsend over de bijna einde- looze weg die Zeeland met Bra bant verbindt, begrijpt men Er bestaat kans op. Want de verwerping van het verdrag van Lausanne door de regeering te Angora is niet het beletsel dat men geneigd zou erin te zien, maar veeleer het middel om eindelijk tot klaarheid te komen. De Turken hebben ler verklaring van hun verwerping nu eindelijk vrij precies gezegd, wat ze willen en wat niet. Daaraan hebben de andere nu maar hun goed keuring te geven, omdat er toch niet veel anders zal opzitten, en de vrede in het Oosten is hersteld. En dan De Turken hebben zelf het lot geschapen, dat ze meenden te verdienen. Zullen de Europeesche volken het ook eindelijk kun nen Mussolini en Poincaré en consorten geven niet veel hoop. Maar nietwaar Zelfs de Ro meinsche Caecars hebben het ten slotte moeten afleggen. Beperking van het verkeer met zware motorrijtuigen op de wegen in Zeeuwsch-Vlaanderen. Door Gedeputeerde Staten van Zeeland is, uit overweging, dat het in het belang is van de in standhouding en bruikbaarheid der wegen in Zeeuwsch-Vlaan deren wen8chelijk is, die wegen gesloten te verklaren-voor de hieronder te noemen motorrij tuigen, aan de colleges van Bur gemeester en Wethouders der gemeenten van Zeeuwsch-Vlaan deren en de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Ter Neu zen toegezonden met ver zoek daarover vóór 1 April hun gevoelen kenbaar te maken het volgende Ontwerp-sluitingsbesluit, waarbij Gedeputeerd Staten heb ben goedgevonden A. De kunstwegen in Zeeuwsch Vlaanderen, geen Rijkswegen zijnde, buiten de bebouwde kom men der gemeenten gesloten te verklaren voor motorrijtuigen op meer, dan twee wielen ledig zwaarder dan 1J00K.G. wanneer deze voorzien zijn van gummi-wielbanden eigenlijk pas goed, wat het zeg gen wilfietsen met het windje achter. Deze verbindingsweg ten deele dam bestaat uit een stuk of drie ongeveer lijn rechte gedeelten, aangelegd door heel jonge polders, waar nog geen boompje of struikje wil tieren, of tijd heeft gehad zich te ontwikkelen. Wanneer de wind dus stevig blaast, onver schillig uit welke richting ook, hier krijgt men hem uit de eerste hand en met volle kracht. Maar daar wij hem pal in den rug hadden, ging het nu als van een leien dakje langs den spoordijk aanvankelijk, later meer linksaf, om bij Woens- drecht deze nog eens over te steken en voor goed te verlaten. Tusschen twee haakjes moet ik nog vertellen dat wij bij Rilland nog misgereden zijn ook, en in plaats van op den Kree- krakdam, in Bath terecht kwamen en zoodoende 5 K.M. omweg hadden gemaakt. Ik schaam me om het te vertellen, de weg wijst zich daar van zelf en nog zagen wij het uilen- trio kans, om een verkeerde richting in te slaan. Een prachtig gezicht heeft men van af den dam op Bra- ledig zaarder dan 100 K.G., wanneer deze voorzien zijn van andere dan gummi-wielenbanden; met een belasting van een der wielen grooter dan 1300 K.G.; personenmotorrijtuigen met ten hoogste acht zitplaatsen zijn hieronder niet begrepen. B. Te bepalen, dat met het 00ë> °P te verleenen ont heffing van het verbod vervat in art. 13 der Motor-en Rijwiel- wet van de vorengenoemde we gen gerekend zullen worden be stand te zijn tegen a. eene wielbelasting van ten hoogste 1300 K.G.: alle wegen, behalve die onder b, c en d genoemd b. eene wielbelasting van ten hoogste 1800 K.G.: le alle keiwegen, behalve die onder c en d genoemd 2e. alle klinkerwegen, behalve die onder c genoemd 3e. de weg van Zuidzande naar Cadzand; 4e. de weg van Sluis over Retranchement naar Cadzand 5e. de weg van Oostburg naar Waterlandkerkje 6e. de weg van Breskens naar Hoofdplaat /e. de weg van Zwartenhoek over Drie Schouwen naar Abs- dale 8e. de weg van Zuiddorpe naar Roodesluis; 9e. de weg van Zaamslagsche Veer naar Rustwat, aan den Provincialen weg van Walsoor den naar Hulst 10e. de weg van Othene over Reuzenhoek naar Zaamslagsche Veer 11e. de weg van Kruisweg aan den Provincialen weg van Walsoorden naar Hulst, over Groenendijk en Kloosterzande naar Lamswaarde. c. eene wielbelasting van ten hoogste 2600 K.G. le. de Provinciale weg van Buitenlust, aan den Rijksweg van Breskens naar Schoondijke, over Groede naar Nieuwvliet 2e. de Provinciale weg van Schoondijke over IJzendijke naar de Rijksgrens 3e. de Provinciale weg van Oostburg naar Zuidzande bant, links verheffen zich de smalhooge schoorsteenen van vele fabrieken, met daartusschen de grootere en kleinere torens van Bergen op Zoom en om liggende dorpen recht vooruit is de horizon donker beboscht, groenzwart rijzen daar de Woens- drechtsche heuvels ten hemel, zwaar met dennen en sparre- boomen begroeid. Voor ons Zeeuwen die gewoon zijn steeds vlakke wei- en bouwlanden rondom ons heen te zien, altijd horizontaalgelijke bodem, zonder éen enkele verheffing is dit een vreemd aandoend gezicht; groo te terreinplooiïngen geheel van zand en grind, met totaal andere plantengroei als wij op de zware kleigronden kennen. Allengs kwam dit alles nadervooral nadat we het stationnetje van Woensdrecht waren gepasseerd, in razende vaart door een paar scherpe bochten van den dijk gereden en de hoofdweg ver latend naar het dorp van dien naam waren gefietst, lagen de Woensdrechtsche heuvels in al hun pracht en heerlijkheid voor ons. (Wordt vervolgd»)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1