ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
IMelijksch Overzicht,
Tien dagen fietstocht.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo.'°2? BRESKENS p°7s$4ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Zaterdag 3 Maart 1923
Nummer 2806
Naïeveteit is over 't algemeen
ongetwijfeld een bewijs van een
onbedorven aard en een kinder
lijk .gemoed. Wie al te veel van
het 'even gezien en begrepen
heeft en daardoor zijn naïeve
kinderlijkheid is kwijtgeraakt,
heeft meestal ook zijns ondanks
den verderfelijken en bederven-
den invloed van dat leven wel
ondergaan.
Wij in het midden van Europa,
waar de beschaving als 't ware
haar centraal punt en haar uit
gang heeft, hebben te veel ge
zien en er onze blijmoedige on
bedorvenheid en geloof in de
wereld en de menscheid bij in
geboet. En wij glimlachen on
willekeurig een beetje uit de
hoogte, wanneer we lezen, dat
de Finsche juristen een oproep
openbaar hebben gemaakt om
te protesteeren tegen de veroor
deeling van Duitschers in het
Roergebied, die weigeren de
bevelen van de Fransche bezet
tingsautoriteiten op te volgen,
omdat dergelijke veroordeeling
in strijd zou zijn met het volken
recht. Die menschen uit het
hooge Noorden ook Groote
kinderen zijn het nog. Wij men
schen hier, weten wel beter. We
weten, dat het altijd zoo gaat
in de wereld, dat de sterkste
het recht maakt en dat dat van
het volkenrecht en zoo maar
een mooi praatje is om de las
tige exemplaren van het men-
schensoort, die de idealisten zijn,
zoet te houden. Wij gelooven
niet meer, dat verzet helpt of
dat het ooit anders zal worden
en hebben al lang verleerd, ons
te ergeren. Maar in de glimlach
onzer oogen komttoch de zachte
glans der toegenegenheid. We
houden er toch van, van die
naïeveteit, die nog gelooft, van
dat optimisme, dat nog tegen
het leven opdurft. En even in
ons hart ja het kan gebeuren
steekt een angeltje van de
afgunst soms zijn puntige scherpte
omhoog. Zouden we ook niet
willen gelooven als die groote
DOOR J. W. I).
31 Juli. 10 Augustus.
2)
Anton Verbergh, no. drie van
de club, mede klasse-genoot van
Marcus, stond al van verre te
zwaaien met zijn arm als was
het een pompzwengel, en wij
beiden bleven natuurlijk, zoodra
we dat in de gaten kregen, niet
achter.
Nog enkele minuten en de
boot meerde vast aan de ponton,
een schok, een schuring langs
den wand en de loopplank
vormde reeds de verbinding
met den vasten wal.
Alle passagiers hadden zich
natuurlijk opgehoopt daar waar
ze de stoomboot konden ver
laten. Hét is nu eenmaal een
menschelijke eigenschap om bij
het uit- en instappen bij trein
of tram steeds zooveel mogelijk
te dringen, en niets en niemand
ontziend, steeds te trachten de
eerste te zijn. Zoo ook nu op
de boot, alle reizigers, groot en
klein, beladen met koffers,pakjes,
en meestal nog een fiets aan de
kinderen daar? Want het zijn
toch die kinderen, het is hun
optimisme, dat de wereld nog
redden kan... misschien.
De Franschen zijn bezig het
aan de Roer kapot te slaan.
Anderen hebben het ook gedaan,
de Duitschers, de Engelschen,
de Amerikanen, wij allemaal.
Nu doen het de Franschen.
Komt het misschien omdat ze
zelf niet meer gelooven, niet
meer hoopen dat alles nog terecht
kan komen Het lijkt er naar.
Want wat ze nu doen, dient
niet meer om kolen of schade
vergoeding te krijgen, dient ook
niet om hun veiligheid te ver
zekeren. Het dient alleen... Ja
waar dient het voor „Een wilde,
ziedende haat laait je, vooral
onder de arbeiders,in het Roer
gebied overal te gemoet", schreef
de bekende correspondent van
de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant, Dr. Blankenstein. Dat kan
toch hèt doel der Franschen
niet zijn. Maar waarvoor plun
deren ze dan gebouwen uit en
berooven de voorbijgangers op
straat, houden ze treinen aan en
mishandelen de bevolking Is
het zenuwachtige radeloosheid
Ze hebben, zoo zeggen ze zelf,
uitstekende resultaten bereikt
met een nieuwe methode om de
rust te herstellen en een eind te
maken aan de houding van de
winkeliers te Essen, die weiger
den hun waren te verkoopen
aan Franschen en Belgen. Een
vrachtauto houdt stil voor een
winkel, een militair stapt eral
en gaat de winkel binnen. Wei
gert hij te verkoopen, dan wordt
hij onmiddellijk in den wagen
geplaatst, die zijn weg vervolgt.
Het is ongetwijfeld een nieuw
en origineel middel. Maar de
toepassing werpt een eigenaar
dig licht op het herstel van de
rust. De zekerste manier om ie
mand z'n mond te laten houden,
is ongetwijfeld hem een kopje
kleiner te maken. Maar men
pleegt dit ook anders te noemen,
dan iemand overtuigen.
Het is trouwens duidelijk, dat
de Franschen zelf in deze mid
delen niet al te veel vertrouwen
meer hebben. Met een opmer-
hand, wrongen zich zooveel ze
konden vooruit, in toom gehou
den door de vermanende woor
den der matrozen. Anton, de
gepersonifieerde kalmte, bleef op
zijn gemak wat achteraf staan,
met een gezicht alsof hij zeggen
wilde „laat schuiven dat zaak
je" en heel rustig wachtte hij
tot de groote haastige reizigers-
stroom zich van de boot had
afgeperst. Toen ging ook hij.
De onder-ons-jongens begroe
ting liep natuurlijk kalm af en
na nog even over van alles en
nog wat, de reis betreffend, te
hebben gepraat maakten we
aanstalten op te stappen, maar
toen ik Anton, zwoegend onder
zijn vrachtje, zoo eens monsterde,
kon ik niet nalaten op te merken
„Zeg Anton, wat ben je eigen
lijk van plan, ga je Heemskerk
en Barendse achterna
En dat was heusch niet te
veel gezegdzwaar pak van
achteren, kleiner dito van voren
op zijn fiets en dan nog een
rugzak als een wijnvat. Noch
Marcus, noch ik zelf konden er
met ons verstand bij wat hij
daar toch allemaal had mee
gebracht.
„Als jullie nog een oogenblik
geduld hebben, zal ik 't je zeg-
kelijke zenuwachtigheid trachten
ze zich thans reeds tegen de
mogelijke gevolgen te verzekeren.
Want de merkwaardige hofma
kerij niet alleen aan Italië, maar
zelf aan Sovjet-Rusland is niet
anders dan een poging daartoe
nu het gevaar groeit, dat En
geland zich van Frankrijk gaat
afkeeren en Amerika steeds
boozer begint te kijken. Den
nu pas overleden Franschen
staatsman Delcassé, wordt als
zijn grootste eer nagegeven dat
hij zoo voorzichtig is geweest
tegen de macht van het groeien
de Duitschland lang voor 1914
het eenheidsfront gevormd te
hebben, waartegen die macht
zich vroeg of laat te pletter
moest stooten. Is Poincaré er
jaloersch door geworden? Er
zijn kringen, ook in Frankrijk,
die hem een deel van de eer
geven, waarmee nu Delcassé
overladen wordt en hem Poin-
caré-la-guerre noemen. Maar
het zou mogelijk zijn, dat deze
eer hem niet genoeg is en hij
met zijn aandeel in de oorlogs
toebereidselen voor den grooten
wereldoorlog niet tevreden, op
Delcassé's voorbeeld een nieuw
front trachte te vormen, waar
tegen eenmaal de Duitsche re
vanche, die thans aan de Roer
tot nieuw leven gewekt wordt,
zich te pletter moet loopen.
Het Italië van Mussolini heeft
er wel ooren naar. Maar Rus
land? Tot nu toe heeft het het
met de andere partij gehouden,
met die der overwonnenen, die
het ongetwijfeld tot de partij
Jer overwinnaars hoopt te ma
ken.
Met Turkije is het gelukt.
Want het dient nergens meer
toe nog de officieele fictie te
handhaven, dat het overwonnen
is. Te Angora wordt thans over
het vredesverdrag beslist, dat
de geallieerde overwinnaars te
onderteekenen zullen hebben. En
het is meer dan waarschijnlijk
dat deze overwinnaars zich on
derwerpen zullen, zelf wellicht,
wanneer het de Turken mocht
invallen Mesopotamië en Syrië
terug te eischen.
Het kan verkeeren. Dat is
gen, laten we eerst opstappen,
anders vervallen we in 't donker
en ik heb niet veel lust om nou
al een proces-verbaal op mijn
dak te krijgen".
Zoo gezegd, zoo gedaan met
een vaartje de hal uitgestapt en
in een flink gangetje naar Mid
delburg, druk pratend over de
toebereidselen voor de groote
reis.
Het jaar te voren, op het eind
van Juli, hadden Marcus en ik
een fietstocht gemaakt van uit
Middelburg, door Brabant, Gel
derland en Utrecht langs de
routeMiddelburg-den Bosch-
Nijmegen - Arnhem-Zutphen-Lo-
chem-Apeldoorn Ede (met uit
stapje naar Wageningen en
Renkum) Wijk bij Duurstede-
Kuilenburg-Leerdam-Gorinchem
Geertruidenberg-Rozendaal-Mid
delburg.
Nu was de zomer dat jaar
prachtig, het weer was zoo vast
men maar wenschen kon en
weken te voren mocht men al
gerust plannen maken, men kon
er op aan, het weer zou geen
spelbreker zijn. Dat groote plan
was natuurlijk niet ineens in
elkaar gezet, maar langzaam
aan; reeds maanden terug had
den we het idee opgevat, en
ongetwijfeld ook voor de Roer
bevolking en Duitschland een
bemoedigende gedachte. Turkije
heeft het voorbeeld gegeven. En
het machtige, het overmachtige,
angstige Frankrijk ziet al het
spookbeeld van een Russisch
Duitsch-Turksche alliantie voor
zijn verschrikte oogen opdoe
men. Wie weet, of straks niet
de rollen omkeeren en Duitsch
land zijn beurt krijgt.
Totdat de Finnen gelijk krij
gen en het recht zijn beurt krijgt.
Het optimisme is ontsterfelijk,
nietwaar? Maar het is toch ze
ker nog een langen moeilijken
weg daarheen.
De Waterleiding voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Wie vreest niet den nood der
tijden Wie acht niet versobering
en bezuiniging in openbaar en
particular leven noodzakelijk?
Maar behalve bezuinigings
maatregelen, dus negatieve, zijn
ook de positieve noodig, dat
zijn de maatregelen die, inge
geven door gezond optimisme
en verstandig vooruitzien, de
verbetering van toestanden be
oogen, om den bestaansstrijd
voor de toekomst te verlichten.
Een dergelijk inzicht zal in
onzen tijd van bezuiniging nirt
schromen voor uitgaven, mits
voor productieve werken.
Een goede watervoorziening
is een eerste vereischte voor de
volksgezondheid, voor de vee
teelt, het zuivelbedrijf en de
industrie.
De ouden besteedden er schat
ten aan, onze beschaving miste
aanvankelijk het inzicht in het
nut ervan, maar de laatste halve
eeuw heeft de oogen geopend.
Ook ons land is niet achter
gebleven en in de laatste jaren
zijn zelf vele plattelandsgemeen
ten de zegeningen van een goe
de watervoorziening deelachtig
geworden. Zuid-Beveland bezit
sinds 1913 zijn waterleiding;
Het Provinciaal Waterleiding
bedrijf van Noordholland voor
ziet reeds 56 gemeenten van
steeds meer en meer uitgewerkt,
om in de zomervacantie zoo'n
tocht te ondernemen. Eerst
waren er natuurlijk een berg
bezwaren te overwinnen geweest,
vooral van de zijde onzer ouders,
die aanvankelijk maar rare ge'
zichten zetten, toen we met
onze voorstellen op het tapijt
kwamen.
Nu kan zoo'n tocht gemaakt
worden op verschillende wijzen,
zoo kan men bijvoorbeeld van te
voren de afstanden bepalen die
men achtereenvolgens zal af-
leggen en dan in hotels over
nachten. Maar wij hadden ons
gedacht de tocht te ondernemen
als echte touristen en gedurende
de reis zoo vrij en onafhanke
lijk te zijn als een vogeltje in
de lucht. We zouden een tent
meesjouwen op onze fietsen, alles
hetgeen we verder beslist noodig
hadden in de rugzak en dan
vooruit, voor onbepaalden tijd
de wereld inwel langs een
bepaalde route, maar de afstan
den geheel latende afhangen
van ons zelf en de omstandig
heden. Zooals ik reeds zeide,
eer het zoover was dat we goed
en wel Middelburg uittuften ter
aanvaarding van de groote reis,
hadden we bergen moeten ver-
zuiver water. Dit jaar zullen de
waterleidingen voor het eiland
Tholen en voor 't Noordweste
lijk deel van Noord-Brabant
gereed komen in aanbouw is
een centrale watervoorziening in
FTiesland en voor een in het
Westland had onlangs de aan
besteding plaats.
Zeeuwsch-Vlaanderen wacht
nog altijd op zijn waterleiding.
Tal van gemeenten hebben er
steeds gebrek aan goed water
en vaak aan voldoende water,
de industrie lijdt er groote scha
de door het brakke grondwater.
Groote uitgaven voor het boren
van diepe putten blijken vruch
teloos.
Van 1910 dateeren de plan
nen voor een centrale watervoor
ziening die voorloopig geen re
sultaat hadden.
In 1918 werd Rijkssteun ver
kregen voor het opmaken van
een volledig plan, waarmede
het Rijksbureau voor Drinkwa
tervoorziening werd belast. Van
alle zijden werd de zaak beke
ken. Nagegaan werd of de
bodem van Zeeuwsch-Vlaande
ren zelf voldoende goed water
bevatte. Het bleek dat zulks
inderdaad in de omgeving van
St. Jansteen en Clinge het ge
val was uitgebreide en kostbare
pompproeven en onderzoekingen
hebben de noodige zekerheid
verschaft.
Een andere oplossing werd
onderzocht; Waterwinning op
den Brabantschen wal. Een spe
ciale Staatcommissie werd hier
toe ingesteld waarin speciali
teiten op het gebied van water
staat, waterleiding, zinkers voor
gas en water, zitting hadden.
Deze commissie concludeerde
dat het technisch mogelijk was,
het water uit Noord-Braband
daor een zinkerbuis door de
Schelde te voeren. Zij gaf de
beste oplossingen voor dit vraag
stuk aan onder bijvoeging van
kosten-begrootingen.
Vergelijkenis van deze kosten
met die voor het geval van wa
terwinning in Zeeuwsch-Vlaan
deren zelve wees uit, dat de
laatste oplossing verre de voor
keur verdient.
zetten, maar het slot van de zaak
was toch dat we toestemming
kregen en zoo gebeurde het dus,
dat we de boven aangegeven
route beelemaal per fiets heb
ben afgelegd. Uitstekend weer
hebben we toen gehadde
eenige regen die we kregen was
een half-uur buitje in Apeldoorn,
dat was al. Een beetje ver
velend was, dat we van de
twaalf dagen die we toen ge
fietst hebben, er ll'/j wind
tegen hadden maar wij jongens,
trekken ons daar, als het maar
niet al te hard stormt, niet zoo
heel veel van aan. De fietsen
hebben zich gedurende de reis
ook opperbest gehouden, als ik
me niet vergis hebben we, alles
bij elkaar, drie lekke banden
gehaald, en dat op zoo'n tocht,
dat is zoo goed als nietsals je
soms ziet de ellende, welke je
met een fiets kunt hebben als
je maar een. simpele 10 K.M.
moet afleggen, dan mochten wij
met onze drie Ieege bandjes wel
van geluk spreken. Doordat
alles zoo meewerkte, was het
geen wonder, dat we verbazend
genoten hadden. Toen dan ook
de tocht achter den rug was,
waren we het er beiden roerend
over eensvolgend jaar gaan
we weer. (Wordt vervolgd.)