ALGEMEEN NIEUWS- FN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Een hopelooze Janboel. Tien dagen fietstocht. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK BRESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 32e Jaargang Woensdag 28 Februari 1923 Nummer 2805 De Berlijnsche Correspondent van het Handelsblad schreef de vorige week onder bovenstaand opschrift het volgende: Wie het goed meent met het Fransche zoowel als met het Duitsche volk en dat behoorde m. i. vooral in deze tijden van eiken oprechten Nederlander ge zegd te kunnen worden die moet vurig wenschen, dat, op welke wijze dan ook, deze Ruhr- oorlog spoedig tot een einde komt. Want hier te midden van den vernederenden strijd, die met zoo ongelijke krachten verder gestreden wordt, zie je eerst welk een hopelooze janboel de Fran sche politiek en het daarop ge volgde Duitsche verzet veroor zaakt hebben. Het is voor Hollanders, die in deze streken wonen of uit zakenoogpunt gedwongen zijn ze nog te blijven bereizen, een allerlastigste toestand. Want de Duitsche bevolking en nog veel meer de Fransche militairen hel len bedenkelijk over naar het standpunt wie niet voor mij is, is tegen me. En het gevolg is, dat wie niet al te sterk in zijn schoenen staat, gevaar loopt te vergeten dat hij Nederlander is en dat er tusschen pro-Fransch en pro-Duitsch een antithese, die onder de Hollanders steeds gevaarlijker afmetingen aan neemt en aan de stemming der oorlogsjaren herrinnert nog een gezonde, en wel de éénige middenweg, nl.pro Hollandsch is Hetpro-Hollandsche standpunt brengt mede, dat wij zuiver cri- tisch moeten zien, in welk sta dium de Ruhr-oorlog thans ge raakt is en dat de toestanden, die hier thans heerschen, de vol maakte negatie van het Recht en de triomf van de brutale Macht tot uitersten, tot een ver nietiging van alle moraal en tot internationale gevaren leiden kan, waarbij het zeer twijfelachtig is, of ten slotte ons land wel vrij uit zou gaan. DOOR J. W. B. 31 Juli. 10 Augustus. 1) Zacht klotste het kalme Schelde- water in kleine draaigolfjes kabbelend tegen de zwaar- bewierde oevers van Vlissingen's haven. Gunstig stroomkolkend deed het vloedwater de rimpel- spiegel allengs hooger worden, de golfjes werden grooter, kre gen omslaande schuimkopjes hier en daarde wierzoom, vast gehecht aan de zeskantige basaltblokken van den havendam werd allengs smaller en verzonk langzaam maar zeker, om na enkele uren weer even regel matig te voorschijn te komen, en zoo steeds maar door, altijd maar door. Stil was het in de haven Zondagavond. Het leek of de natuur het wist dat het mensch- dom rustdag hield en deze mee vierde haar kracht, haar woeste, ontembaar tengellooze kracht had opgeborgen voor later. Er was wind hoe kan het ook anders, komt het wel eens voor dat 't niet waait in Vlissingen maar het was een echt zomersch Ik heb de eerste weken in het Ruhr-gebied twijfel uitgesproken aan de eerlijke medewerking van de sociaal-democraten. In derdaad kon men toen van socia listische zijde nog een soort milde beoordeeling van het Fransche standpunt bemerken. Men keurde wel af, men schold wel in hef tige bewoordingen op de solda- teska, op het Fransche grootka pitalisme, dat met huurlingen de arbeiders onderdrukken wilde, maar men toonde toch ook een zeer sterke neiging tot wat de conservatieven zoo gaarne défai tisme noemen, een neiging om naar alle kanten vredes- althans onderhandelings- voelhoorns uit te steken. Had men van Fransche zijde deze stemming benut, dan ben ik overtuigd, dat de Duitsche vakvereenigingen en de parle- mentfracties de regeering-Cuno tot een minder-onverzoenlijke houding zouden gedwongen heb ben, dan wel haar eenvoudig tenval zouden hebben gebracht. Men zal zich herrinneren, dat in zeer goed ingelichte kringen die mogelijkheid, zelfs nog ongeveer tien dagen geleden, nog zeer groot geacht werd. Nu heeft echter het Fransche ongeduld deze oplossing, deze mogelijkheid tot spoedige onder handeling die wij in Neder land stellig ook toegejuicht zou den hebben, mits zij dan ook tot een verstandige herziening van het Vredesverdrag geleid had voorloopig zoo goed als onmogelijk gemaakt. Ik heb hier in deze weinige dagen eens bijzonder werk ge maakt van de leiders der Duit sche arbeidersbewegingen vele gesprekken hebben mij thans de overtuiging gegeven, datJFrank- rijk door het barsche, op vele plaatsen provoceerende en on- noodig hartelooze optreden van zijn troepen slechts bereikt heeft dat de Ruhr-arbeiders thans zoo na tot hun werkgevers en de regeering Cuno gebracht zijn, dat alle pogingen om tusschen de groepen een wig te drijven, vruchteloos zullen blijken. zeekoeltje, dat tegelijk met de vloed de haven binnensuisde, de kabbelgolf jes weer nieuw leven in blies en ze deinend voor zich uit dreef. Ver in het verschiet, aan de wegmistende horizon verrees zichtbaar Zeeuwsch-Vlaanderens oever uit de golven. Een mas sale zwartop donkerende boomen- groep torende hier en daar als een vale plek uit het diezig ver omhoog. Meer naar rechts, nog juist voor het oog zichtbaar, hoog boven de zilverige nevel waas troonde het donkere hoofd van den vuurtoren van Nieuwe- sluisde steenmassa, was als één, versmolten met het nevel gordijn, opgelost in den mist damp. Links, Oostwaarts, de Schelde op, verwaasde langzaam aan de zwart grijze massa van een reeds voorbije stoomboot, steeds klei ner, steeds vager wordend, niets achterlatend dan een eindeloos lange rookpluim, die zich slechts heel moeilijk van het water oppervlak scheen te kunnen verheffen en zwakhellend ten hemel opsteeg, steeds ijler, en in de waasblauwe hemelhoogte zich oploste. Op de ponton, turend in de zilver-blauwe nevel stonden twee jongens, wachtend, nu en dan Maar tevens is daardoor de Fransche politiek in het Ruhr- gebied voor de geheele situatie in Europa een dringend gevaar geworden. Men oordeele zelf, wat de wild geworden soldateska in dit nijvere werkland voor toestanden ge schapen heeft. Het Ruhrgebied ligt stilkvol met kolen, en door militarisatie van een aantal naar het Westen loopende spoorlijnen en requi site van werkelijk voldoend rol lend spoorwegmateriaal is Fran krijk thans, na ongeveer zes weken, inderdaad in staat, in betrekkelijk korten tijd al die opgestapelde kolenmassa's naar het eigen land over te brengen. Maar waar zijn de vele tiendui zenden arbeiders, die deze kolen laden moeten Ze zullen, wil niet Frankrijk alle Ruhr-arbeiders verbannen en door Fransche, Poolsche en desnoods zwarte arbeidskrachten vervangenv\ at natuurlijk een volkomen onmo gelijkheid is en onmiddellijk tot bolsjewisme zou leiden niet in het Ruhrgebied te vinden zijn. Stellig niet meer, sinds Frankrijk zijn politiek gewijzigd heeft en met de rijzweep en de kolf van het geweer zijn woede op de bevolking meent te moeten koelen. Het moet thans uitdrukkelijk vastgelegd worden, dat, en wel door Frankrijk'8 eigen schuld, de Ruhr actie tot op heden een volkomen mislukking geworden is. Het eenige, wat men bereikt heeft, is een zeer negatief resul taat, nl, dat alles wat arbeider en beambte is, thans vaster dan ooit besloten is om den strijd tot het bittere einde (niemand weet intusschen ook maar te gissen welk einde dat zijn zal) vol te houden. En bereikt heeft men voorts dat hier in het Ruhrgebied zelf, waar ik toch nog drie weken geleden een veel rustiger stem ming kon waarnemen dan in het onbezette Duitschland, dat wat onsympathiek veel „Etappe-hel dendom" ten toon spreidde, thans een verbittering ontstaan is (het moet in de gebieden links van den Rijn al net zoo zijn!), die niet alleen een strijd zonder einde belooft, maar die alle Rijnsche-Republiek-plannen van Frankrijk tot nader orde onmo gelijk maakt. De allergrootste domheid, die de Franschen de laatste dagen begaan hebben, is de verbanning van den Dusseldorfschen regee- ringspresident, den sociaal-de mocraat Grützner, een der soci alistische Rijnlanders, die in de arbeiderswereld geweldige sym pathieën heeft en wiens invloed zoo groot is, dat zeker daarom alleen de Fransch* autoriteiten dezen man, die geen blad voor den mond nam, nog zoolang geduld hebben. Zijn verbanning uit Dusseldorf hij bevindt zich thans te Elberfeld be- teekent meer dan de deportatie van den eersten den besten hooggeplaatsten Duitschen be ambte. Zij is het sein tot een zeer krachtige voortzetting van de passieve tegenweer door honderdduizenden beambten en arbeiders. Het schijnt, dat men thans van Fransche zijde hoopt, dat Duitschland na eenige maanden noch uit de schatkist noch uit de z.g. „Ruhrhilfe" geld genoeg meer zal putten om straks de werklooze arbeiders voldoende loonen te kunnen uitbetalen. Maar ik geloof, dat ook deze hoop op een bittere teleurstelling zal uitloopen. Ik heb in vorige brieven reeds uitgelegd, dat ook de socialisten hier op het stand punt staan, dat werkloosheid tot eiken prijs zoolang mogelijk moet vermeden worden, dat de werkgevers zich met dat stand punt volkomen solidair verklaard hebben en bereid zijn nog vele maanden herstellingsarbeid en andere bezigheden als vol werk uit te betalen. Eerst daarna komt dan eigenlijk pas de „Ruhrhilfe" onmiddellijk voor de loonen in aanmerking. Voor- loopig wordt ze alleen gebruikt om levensmiddelen te koopen, waarvan de prijzen door het omslachtig vervoer natuurlijk reeds gevaarlijk-hoog gestegen zijn. Ik geloof, dat Frankiijk zich ook vergist, wanneer het meent, dat bij de Duitsche arbeiders de liefde alléén door den maag gaat, en dat, als het loon toch mocht achteruitgaan en de mijn en fabrieksarbeider zijn noodige hoeveelheden vet niet meer op tafel krijgt, zijn politieke inzich ten zich wel wijzigen zullen. Had het op die mogelijkheid willen speculeeren dan zou het zijn „derde periode", die van de terreur (die inderdaad met kracht begint in te zetten) heb ben moeten vermijden. Dan had het sttllig niet mannen als Grütz ner en dr. Jarres tot martelaars moeten maken. Door al deze onverstandige overijldheden heeft het de Ruhrarbeiders geprikkeld tot een nationaal verzet, dat in de eerste weken niet zoo oprecht en zoo heftig was, toen het er om ging, sympathie te betuigen voor den natuurlijken vijand van zooeven, den groot-indus- trieel van het type Thijssen en consorten. Thans is met de Ruhr-arbei ders niets meer te beginnen. Wat een regeering-Cuno met honderd opwekkingen tot een nationaal front nimmer bereikt zou hebben, is Frankrijk zelf op de schitterendste wijze ge lukt J: de Duitsche arbeider is solidair met zijn „bourgeoisie. De Maatschappelijke beteekenis der Keurings diensten. Een der hoogere gemeente ambtenaren eener kringgemeente zeide onlangs tot een ambtenaar van den Keuringsdienst: „Toen uw dienst destijds zou beginnen te werken, zeiden wij tot elkaar: „Alweer zoo'n nieuwe dienst, die handenvol geld kost!" Maar nu ik den dienst geregeld aan het werk heb gezien, ben gaan we er Dinsdagmorgen met ons beidjes van door. Kijk, daar komt de boot". En jawel, door de reeds lang zaam vallende avondschemering kwam van achter het havenhoofd, plechtig als een reuzenvogel, de boot uit Breskens aanglijden. Snel doorkliefde de vooruit- spitsende voorsteven de zilte golvenhet zooeven nog zoo kalme water was nu een en al beroering en achter de boot bleef een eindeloos, zich over het water slingerende, blinkende slang van schuimende draaikolk- jes de weg aanduiden waar de wreede raderen met zwaar klot sende, onweerstaanbare slagen, de rustige golvenregelmaat had den gebroken. „Ja hoor, daar staat-ie, kijk, vlak bij de mast, met pak en zak. 'ie Ben een baksteen als ik weet wat die kerel toch alle maal bij zich heeft. Alle duivels, wat een bagage", zei Marcus op de, hem eigen, manier van spre ken. Hij had en heeft nog de gewoonte om van tijd tot tijd, hetgeen hij verkondigt, met één of meer flinke krachttermen te doorspekken, maar die zal ik hier maar weg laten of althans een beetje fammes maken, 't is al mooi, dat ik ze heb moeten aanhooren. (Wordt vervolgd.) een woord wisselend over de dingen die komen zouden en waar hun hart vol van was, waar ze reeds een heel jaar op hadden gehoopt en die nu hun vervulling naderden. De een 5e klasse H. B. S.'er flink uit de kluiten gewassen, heel lang voor zijn nog nauwe lijks zeventien jaren, mager door de harde groei van den laatsten tijd, met een vroolijke levendige geest die zijn leeftijd een paar zomers voor uit was. Eenigszins zenuwachtig streek hij met zijn rappe vingers de bruine-blonde haren weer op hun plaats, rechts naar achteren een werkje, dat hij honderden keeren per dag verrichtte en nog verricht. Bij alles wat er gebeurde, noodig of niet noodig, eerst moest hij met zijn rechter hand zijn haren weer in het gelid leggen, mannetje aan man netje, netjes naast elkaar. Het was voor hem een handeling die hij deed zonder dat hij het wist; een reflex. Zeventien jaren geleden had zijn vader vast gesteld dat hij zou luisteren naar den naam van Marcus Urkhoven en hoewel hij toen tertijd hierin niet is gekend zijn antwoord zou vermoedelijk wel bestaan hebben in een fiksche schreeuw- fanfare schijnt hij zich best te kunnen vereenigen met zijn's vaders besluit. Er zijn er wel, die op lateren leeftijd zouden wenschen dat vader, toen ze de wereld waren ingeschopt, hun een andere, voornamelijk familie naam, had kunnen meegeven. De ander, Han van Driessordt die het notariaat als toekom stige levensloopbaan had uit verkoren enkele jaren ouder, juist de twintig gepasseerd, zag er, hoewel wat bleek, steviger, ronder uit en vertoonde met zijn blonde weelderige haardos en zijn blauwe oogen meer het type van een echten Hollander tenminste voor zoover ik dat zelf van tijd tot tijd in de spie gel, waar ik natuurlijk zelden of ooit in kijk, heb kunnen waar nemen. „Als Anton nu niet eens mee kwam, wat zouden we dan moeten beginnen „Ja, dan kunnen we toch moei lijk morgen ochtend vroeg ver trekken, maar aan den anderen kant zou het toch ook weer een groote strop zijn, want dan viel heel het begin van ons plan in duigen. In alle geval, wanneer hij niet komt, bellen we morgen ochtend even op en blijkt dan dat hij nog niet heelemaal beter is en er toch geen kans bestaat dat hij het gauw wordt, dan

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1