ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijksch Overzicht. Onschuldig veiooideeld. Bedrijfsorganisatie. EEEFïEEEïeH. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK BRESKENS Postgiro 17704 Zaterdag 20 Januari 1923 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 32e Jaargang Nummer 2794 Eén vogel in de hand is beter dan tien in de lucht. Dat is een misschien wel wat nuchter en laag bij de grotidsch maar niettemin praktisch en verstandig spreek woord. Maar op de Franschen, die toch de naam hebben ver standige, redelijke menschen te zijn, heeft het blijkbaar niet veel vat. Want wel heeft Poincaré, toen hij het Fransche volk op de mogelijkheid van mislukking van het R oer-avontuur wees, ge zegd, dat het beter was iets dan niets te krijgen, maar de weg, dien hij volgt, toont niet, dat hij zelf van die waarheid bij zonder overtuigd is. Die weg is den weg naar de tien vogels in de lucht. En bij het grijpen daarnaar laat hij de eene vlie gen, die hij in de hand hield. Hij zoekt aan de Roer het vele, niet het iets. Maar de eer ste ervaring, die de Fransche generaals en inginieurs er heb ben opgedaan, zullen zeker reeds bezig zijn te overtuigen, dat het naar alle waarschijnlijk op een niets moet uitloopen. De Duitsche regeering heeft uit den X^ranschen gew.eldmaat-r regel de conclusie getrokken, die, van haar standpunt uit ge zien. natuurlijk en logisch was. Wanneer werkelijk het vredes verdrag van Versailles tot der gelijke middelen Frankrijk niet het recht geeft, dan is het aanwenden een schending van dat verdrag, die ook 1 kitsch- land van de verplichting ont slaat, zich verder aan het ver drag te houden. Dat wil dus hier zeggen, dat Duitschland voor- loopig van verdere betalingen en leveringen aan Frankrijk en zijn helpers België en Italië, waartoe hetvolgeris het verdrag verplicht was, afziet. De kolen- leveringen uit het Roergebied, zoo goed als alle andere leve ringen, houden dus mechanisch op. Natuurlijk kan Frankrijk over al waar het, als aan de Roer, de feitelijke macht in handen heeft, op de kolen en andere waren beslag leggen. Maar de Duitsche regeering levert niet meer, betaalt dus niet aan de eigenaars. En aangezien zonder die betaling de eigenaars natuur lijk op den duur geen loonen kunnen blijven uitbetalen en dus de productie zullen moeten stop zetten moet Frankrijk, wil het de kolen hebben, zelf bètalen. Dit lijkt zeker weinig op den vooruitgang, waarop de Fran- schen gehoopt hebben, die toch naar den Roer kwamen om meer waren uit de mijnen te halen, dan de Duitschers ze leverden. Wanneer ze ze nu zelf moeten betalen, zijn ze daarmee alvast heelemaal achterop. En zelfs al zouden onder hun toezicht de mijnen nu meer opleveren, dan kunnen ze toch nooit aan het bedrag komen, dat ze voor dien ontvingen. Maar zullen die mij nen meer opleveren De vlucht van het Duitsche kolensyndicaat en de houding der mijneigenaars of hun verte genwoordigers doen niet vermoe den, dan de medewerking van dien kant van harte zal gaan. Integendeel alle tot nu getroffen maatregelen wijzen er op, dat men de Franschen het exploi- teeren der mijner. *.vil bemoei lijken. En van den kant der ar beiders kan men al evenmin bij zondei e medewerking in den vorm van ijveriger arbeid, eer het tegendeel verwachten. Er is dus alle kans, dat de Franschen minder uit de mijn halen. En waai dat gehaalde niet langer door de Duitsche regeering maar door hen zelf moet betaald worden, krijgen ze niet alleen minder dan tot nu toe, maar zeer waarschijnlijk ook minder dan ze uitgeven. De schade- en die kosten kunnen ze op Duitschland's reke ning zetten, natuurlijk. Maar wat schieten ze daarmee op. De be doeling was juist de schuldvor deringen op Duitschland te in- casseeren, reëele waarde in han den te krijgen. „We zullen nog meer bezetten", dreigt Poincaré al. De toestand zal er niet door te onderhandelen, wijst er wel op dat de invloed van Amerika's en Engeland's houding, en van Italië's aarzeling en van de in Duitschland ondervonden moei lijkheden reeds het terugkeeren der bezinning bij de Franschen in de hand werken. Eén vogel in de hand blijft beter, dan tien in de lucht. Maar Duitschland toont weinig.neiging om zoo met het Fransche pistool op de borst de onderhandelingen opnieuw te beginnen. Het heeft zijn gezan ten teruggeroepen en voelt zich blijkbaar, nu Engeland niet on- welwilend terzijde staat, in den nieuwen toestand niet zoo erg onbehaaglijk. Wil Frankrijk het daarom op een andere manier probeeren en Duitschland's kl ine vijanden in het Oosten in het veld brengeu Of wil men in Midden-Europa trachten van dezen toestand te profiteeren ten einde de nog hangende kwesties ten eigen voor- deele op te lossen De Lithau- ers hebben het voorbeeld te ge ven door op Memel aan te ruk ken, dat een Fransch garnizoen voor Polen in reserve houdt. Straks probeeren de Polen het allicht in Opper-Silezië. En de Roemenen heeten aan de Rus sische grens te mobili-seeten. Nieuwe oorlogsgevaren steken, door Frankrijk's voorbeeld ge- gewekt, overal dreigend het hoofd op. Het kan nauwelijks in Frankrijks belang zijn. Zou'Poin- incaré er nog niet over beginnen te mijmeren, dat werkelijk iets meer en beter is dan niets? Eén vogel in de hand, nietwaar Het Centraal Bestuur van het Verbond van Nederlandsche Fabrikanten-Ver eenigingen heeft bij den Hoogen Raad van Arbeid naar aanleiding van het bekende praeadvies van Commissie XII, over de- bedrijfsorganisatie een nota ingediend, bevattende vele bezwaren tegen de conclusies van deze commissie. Het Verbond bepaalt zijn aan dacht tot „de medezeggenschap door middel van ondernemings raden", de „publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie" en „de bin dend-verklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten". Het Verbond meent, dat wat het eerste punt betreft, van een recht der arbeiders tot het deel nemen aan de leiding van een bedrijf geen sprake kan zijn. Aangaande de bedrijfsraden, staan we hier voor een stelsel, waarin aan een bedrijfsraad voor alle fabrieken, die een bepaald artikel fabriceeren, de leiding wordt toevertrouwd. Aan den bedrijfsleider in de individueele onderneming moge een zekere functie worden toebedeeld, zijn gestie wordt ondergeschikt ge maakt aan die van den bedrijfs raad, waarin naast werkgevers ook arbeiders uit het betrokken vak zullen zitting hebben. Verder, zegt de nota, behoeft het geen betoog, dat hiermede de executie van het privaat bezit der productie-middelen wordt voorbereid. Geen vrijwil- lig aangegane belangen-gemeeri- schap geldt het hier, neen, door den wetgever worden alle be drijven onder oppertoezicht van den bedrijfsraad gesteld aan welken volgens de woorden van het rapport „de wetgevende en uitvoerende macht met betrek king tot regeling en bestuur van het bedrijf wordt toegekend. De medezeggenschap der ar beiders, die het verbond prin cipieel verwerpt, komt volgens de woorden van sommige voor standers van het bedrijfsraden- stelsel „in den ruimsten zin tot uiting in den bedrijfsraad". Deze medezeggenschap is uiteraard nog beperkt, omdat deze be drijfsorganisatie „nog altijd ver onderstelt het particulier bedrijf'. Andere voorstanders echter winden er geen doekjes om ten slotte zal de gemeenschap haar wil moeten doorzetten en dus „de consequentie aanvaar den, het particulier bedrijf over te nemen, socialiseeren". Omtrent de resultaten, die 39) Laten we het dus maar kort maken. Daar u het was, die de van uwe schoonzuster afkom stige vlinderbroche liet beleenen, moet u het ook geweest zijn, die ze haar ontstolen heeft. Ik heb daarvoor de overtuigendste bewijzen en ben op het punt de autoriteiten van mijn ontdekking kennia te geven, opdat onvoor waardelijk een onderzoek tegen u wordt ingesteld en tegelijker tijd het proces betreffende de abusievelijk veroordeelde jonge dame weer wordt hervat. Een bespreking met u was daarvoor absoluut overbodig, want voor mij is het volkomen onverschillig, of u mij den diefstal bekent of niet. Indien ik u hier heb laten komen, dan gebeurde ditsltchts naar aanleiding van iemand,' die u gewetenloos in uw misdaad hebt betrokken, en dat nog wel in uw eigen belang. Indien u zich met een vrijwillige beken tenis bij het gerecht aanmeldt, alvorens een aanklacht van an dere zijde volgt, kunt u zich naar alle waarschijnlijkheid bij uw latere veroordeeling op ver zachtende omstandigheden be roepen. Of u daarvan gebruik wilt maken of niet, staat geheel aan u zelf. Maar uw beslissing moet nu dadelijk volgen. Ik kan u daarvoor niet meer dan een paar minuten bedenktijd geven. Aanvankelijk had van Ranten nog wel eenige malen aanstalten gemaakt, hem heftig in de rede te vallen en zijn bewegingen moesten blijkbaar grenzenlooze verwondering en hoogste veront waardiging uitdrukken. Maar de ijskoude beslistheid in het op treden van den jongen rechts geleerde gevoegd bij datgene, dat hij vermoedelijk reeds uit den mond van zijn dochter had vernomen, was oorzaak dat hij van taktiek veranderde. En is dat alles, wat u mij wenschte te zeggen vroeg hij, zich tot een glimlach dwingend. Nu, u zult het op prijs moeten stellen, dat ik u zoo rustig heb laten uitpraten. Sta mij nu echter hetzeltde toe. Ik heb in het geheel geen reden het een of ander te verzwijgen, vooral daar ik toch wel mag aannemen, dat ik met een man van eer en met een veistandig mensch te doen heb. De kwestie met die bro che is zeer zeker een verduiveld veranderen. Het kost Frankrijk alleen geld,wat het juist niet heeft zoodat ten slotte het pleizier van dat bezetten er ook wel af zal gaan. En dan verder Maar deze finantiëele schade is niet de eenige, die Frankrijk met het nieuwe avontuur beloopt. België en Italië, die blijkbaar al beginnen in te zien, waarop het moet uitloopen, worden al een beetje weeispannig In de commissie van herstel blijken de bondgenooten het lang niet eens. En de pogingen, die Frankrijk den laatsten tijd aanwendt, om Tsjecho-Slowakije en andere sta ten van de kleine Entente in de onderneming te betrekken, dui den al op zijn vrees straks al leen te zullen staan. Daar komt bij, dat ondanks de vriendschap pelijkheid, waarover men het aan beide kanten zoo druk heeft, Engeland en Frankrijk door de ze scheiding hoe langer hoe ver der uit elkaar dreigen te raken. Het is thans reeds duidelijk, dat Engeland zijn troepen aan de Rijn laat niet ter wille van Fran krijk maar feitelijk van Duitsch land, dat wil zeggen om op te passen, dat de Franschen het met hun geweldpolitiek niet al te bont maken, en dat dit blij ven dus een weinig vriendschap- pelijker beteekenis heeft dan het wegtrekken der Amerikanen. Natuurlijk trachten de Franschen die laatste terugroeping uit te leggen als buiten verband met de gebeurtenissen der beide laat ste weken, omdat de Amerikaan- sche Senaat reeds voor dien den wensch daartoe had uitgesproken. Maar het feit dat president Har ding onmiddellijk bij den eersten opmarsch der Fransche troepen aan die wensch gevolg gaf, spreekt dat geloochende ver band duidelijk genoeg uit. De Franschen b prijpen dat trou wens zelf ook wel. De verbittering, die het Roer- avontuur bij het Amerikaansche volk gewekt heeft, sluit allen twijfel uit. En het zijdelingsch aanbod, dat zoowel Poincaré als de Belgische regeering reeds aan Duitschland gedaan hebben om onaangename geschiedenis, die mij waar'ijk al heel wat hoofd pijn heeft bezorgd. Maar zoo tragisch als u de zaak opvat, behoeven wij haar toch niet te bezien. En dat van een diefstal in de gewone beteekenis van 't woord geen sprake kan zijn, had u toch ook zelf wel kunnen weten, mijn afkomst en maat schappelijke positie in aanmer king genomen. De vlinderbroche, waarom het hier gaat, is mijn rechtmatig eigendom of liever het eigendom van mijn dochter. Mevrouw Halier en mijn over leden vrouw, waren, zooals u immers weet, zusters, en toen haar moeder stierf, ontstond er wegens de door haar nagelaten, ten deele zeer waardevolle ju- weelen, allerlei gewirwar tus- schen hen. Vooral deze ver- wenschte vlinderbroche werd een ware twistappel, daar beide zu8teis er aanspraak op maak ten. Tenslotte echter werden de rechten van mijn vrouw ook door mijn schoonzuster als de meest geldende erkend, en het was alleen aan onze welwillend heid toe te schrijven, dat zij de afgifte altijd maar weer onder allerlei voorwendsels kon uit stellen. Een kostelijk verzonnen sprook je alleen jammer, dat het maar een sprookje is. Mevrouw Haller heeft voor het gerecht onder eede verklaard, dat het sieraad een geschenk van haar man was geweest, die de broche op hun huwelijksreis in Parijs heelt gekocht. Van Ranten beet zich op de lippen en wierp een boosaardi- gen blik op den spreker, maar in de volgende seconde speelde het overmoedige, spotachtige lachje weer om zijn mond. Als ze dat gezegd heeft, dan heeft ze of gelogen of ze heeft zich vergist. En u moet zelf toch wel het beste weten, hoe gemakkelijk zoo iets in een oogenblik van opwinding of verlegenheid een getuige kan overkomen. Dus de vlinder broche behoorde mijn vrouw toe en na haar dood aan mijn doch ter. Toen ik op den bewusten dag het étui tusschen de kussens van een divan aantrof, waar het op de een of andere wonder baarlijke wijze verdwaald moest zijn, en toen ik de reeds bijna in het vergeetboek geraakte broche daarin ontdekte, handelde ik niet slechts in goed vertrou wen, doch zonder twijfel ook volgens mijn goed recht, toen ik het sieraad meenam. Zonder dat u het intusschen noodig had geoordeeld, uw schoonzuster daarvan in kennis te stellen Ik had een kleine grap in den zin, door na eenigen tijd de teruggave der broche van haar te eischen. De schrik, die haar bij de ontdekking van het ver dwijnen van het sieraad zou aangrijpen, zou haar gerechte straf zijn. Helaas werd ik door onvoorziene omstandigheden in de uitvoering van dit plan ver hinderd. Ik moest voor langen tijd op reis en toen ik terug keerde, was het ongeluk reeds geschied. De gezelschapsdame was in j hechtenis genomen en aan- I geklaagd en reeds veroordeeld, zonder dat ik van de geheele geschiedenis ook maar één woordje had gehoord. Ik bevond mij nu plotseling in den meest afschuwelijken toestand, dien men zich maar denken kan. Eigenlijk had ik mij moeten I aanmelden om de zaak op te helderen, maar u zult mij moeten toegeven, dat dit ten allen tijde een zeer vernederende blamage voor mij zou zijn geweest. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1