ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Onschuldig veroordeeld. Bezuiniging en Legerorganisatie, BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK BRESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 32e Jaargang Woensdag 17 Januari 1923 Nummer 2793 Een wetsontwerp., betreffende nederzetting van vreemdelingen in Frankrijk,hetwelk verstrek kende gevolgen zal hebben, is door de Fransche Kamer aan genomen. Het Handelsblad schrijft hier over het volgende Een natuurlijk, maar daarom niet minder betreurenswaardig gevolg van den wereldoorlog is de daling in de achting, welke een volk tegenover vreemdelin gen betoont. Het gedurende den oorlog hoog oplaaiend chauvinis me werd door de handteekenin- gen onder het vredesverdrag van Versailles niet plotseling uitge doofd. Het smeult nog na en maakt in de, zooal niet meer ge heel verblinde, dan toch nog zeer bijziende oogen van degroo- te massa den vreemdeling tot een ongewenscht, verdacht, of zelfs a priori minderwaardig in dividu. Is deze houding van een volk nog begrijpelijk, indien ze be paaldelijk de vroegere vijanden geldt, onverklaarbaar wordt ze, als ze ontaardt in een stelselma tig verzet tegen eiken niet-volks- genoot die het waagt of reeds jaren geleden gewaagd heeft, om vertrouwend op die internationale gastvrijheid, welke een voornaam kenmerk van de beschaving van een volk is, zich als vreemdeling binnen de nationale grenzen te vestigen en daar een honorabel beroep of bedrijf uit te oefenen. Heelaas heeft de Fransche Regeering het in het belang van het Fransche volk geacht, om zulk een campagne tegen de vreemdelingen in Frankrijk te openen en deze uit het land en in het harnas te jagen. Krachtens het wetsontwerp, hetwelk de Kamer van afgevaar digden den 7den November j.l. zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming heeft goed gekeurd, zal de vreemdeling die voortaan in Frankrijk den eigen dom of anders zakelijke rechten wil verkrijgen van een onroerend 38) Was er slechts een verleidelijk lachje van roode meisjeslippen, slechts de zoete verlokking van een bekoorlijke gestalte en het betooverende spelen van een paar mooie oogen toe noodig, om de rotsvaste rechtschapen heid, waarop hij zoo trotsch was geweest, omver te werpen? Neen, neen, duizendmaal neen Indien het werkelijk liefde was, wat hij voor Lili van Ranten gevoelde, deze bedwelming der zinnen, die zijn gedachten ver warde en hem sinds drie dagen tot een dwazen knaap gemaakt had, dan was het een verderfe lijke liefde, waartegen hij zich met alle macht van zijn mannen trots moest verzetten. Ja, hij WuS op dit oogenblik vast be sloten, ze met alle wortels uit zijn hart te rukken, alvorens misschien haar verleidelijke si renen-stem de stem van zijn eer en geweten tot zwijgen zou weten te brengen. Hij ging aan tatel zitten en begon te schrijven. Maar na een poos scheurde hij den voor goed, of zelfs maar een onroe rend goed wil huren voor een tijdperk van meer dan negen ja ren, daarvoor de voorafgaande toestemming moeten hebben van de Fransche regeering Met vreemdelingen worden gelijkge steld maatschappijen en venoot- schappen die niet kunnen aan- toonen dat ze haar zetel hebbtn in Frankrijk en dat haar bestuur geheel en haar kapitaal voor meer dan de helft Fransch zijn. Vreemdelingen en maatschap pijen die aan deze voorwaarden niet voldoen, en die op 't oogen blik van de invoering van de wet zakelijke rechten op onroe rende goederen bezitten of huur contracten van meer dan negen jaren daaromtrent hadden aan gegaan, zijn verplicht alsnog bin nen zes maanden een dergelijke vergunning aan te vragen, ter wijl bij het niet doen van de betreffende aanvraag of bij wei gering van de vergunning ambts halve en van staatswege tot ver koop van de zakelijke rechten en tot verkorting van den huur termijn tot negen jaar kan wor den overgegaan. Deze vergunning wordt, vol gens het ontwerp, verleend door de Fransche Regeering bij de creet, na raport van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken. Het ontwerp bevat geen enkele bepaling omtrent de voorwaar den, waarop een vergunning ver leend mag ofgeweigerd moet worden, noch omtrent den plicht tot motiveering eener eventueele weigering. De Regeering heeft dus volledige vrijheid, om een vergunning al dan niet toe te staan de afgewezen verzoeker geen enkel recht, om de be weegredenen te vernemen, waar op zijn verzoek is afgestuit. In de overgangsbepalingen wordt aan deze wet ten slotte een on beperkte terugwerkende kracht gegeven. Elke vreemdeling, ook al is hij reeds tientallen van ja ren in Frankrijk gevestigd, zal dus de bedoelde vergunning moe ten aanvragen. Het spreekt vanzelf, dat deze voornemens der Fransche Re- doctor Volkmar bestemden brief toch weer in stukken, want hij was, zonder aan zijn genomen besluit ontrouw te worden, op een ander denkbeeld gekomen. Hij nam een tweede vel brief papier, waarop hij slechts enkele regels schreef, waarna hij dit briefje in een couvert deed en er het adres van den heer van Ranten in villa Louise opschreef. Lili had hem immers gezegd, dat haar vader vandaag zou arriveeren en het leek hem de beste manier, wanneer hij dezen man dwong zichzelf bij de politie aan te klagen wegens zijn be gane misdaad. Men kon aan nemen, dat men zijn misdaad dan milder zou beoordeelen, en het zou goed zijn, als zulks geschiedde. Want het was Ru- dolf er niet om te doen hoe zwaar van Ranten gestraft zou worden, maar alleen om de rechtvaardiging van Greta Wil- lisen. Kort en beslist had hij van Ranten in zijn brief verzocht den volgenden morgen bij hem te komen, en hij twijfelde er niet aan, ot deze zou aan de uitnoodiging gevolg geven. Want met een kleinen wenk, dien hij stellig zou begrijpen, had Rudolf hem omtrent het doel van het geering groote ongerustheid heb ben gewekt onder de in Frank rijk gevestigde vreemd'elingen. Vrijwel alle Regeeringen hebben door hunne gazanten te Parijs tegen het ontwerp verzet aan- geteekend vooral de protesten van Amerikaansche en Zwitser- sche zijde schijnen zeer krachtig te zijn geweest. Ook onze Re geering heeft zoowel mondeling als schriftelijk, de aandacht der Fransche overheid gevestigd op de benadeeling van Nederland- sche belangen, welke uit deze wet kan vooitvloeien. Doch niet alleen uit het bui tenland rees verzet, ook in Frank rijk zelf vond het ontwerp geen algemeene instemming. De Fran sche federatie bouwvakarbeiders gaf in overweging het vragen der vergunning te beperken tot de grens-departementen en dit dan van allen, zoowel Franschen als vreemdelingen, te eischen. En de Temps noemt in een ar tikel, dat van een ruimeren blik getuigt, dan die der Fransche Regeering, het ontwerp een „pro jet dangereux". Het blad wijst er op, dat het terugtrekken van een belangrijke hoeveelheid kapitaal uit Frank rijk, als gevolg dezer wet, zeer nadeelige gevolgen voor den wisselkoers van de franc zou kunnen hebben, en vreest repre saille-maatregelen in andere landen tegenover daar gevestig de Franschen als een onvermij delijk gevolg van een dergelijke wet. We behoeven de gevaren voor Nederlanders in Frankrijk, die uit dezen maatregel zouden" voortvloeien, niet uitvoerig uiteen te zetten. Voor welk eene ambtelijke willekeur ze de deur openzet, is duidelijk. Aan par ticulieren, die reeds jaren lang in Frankrijk wonen, kan ten gevolge van geheime intrigues van persoonlijke vijanden, de noodige vergunning worden ge weigerd en een rustig verblijf in Frankiijk worden ontzegd. Nederlandsche ondernemingen (we denken aan de Kon. Petro leum, Jurgens, Calvé-Delftj de gewenschte onderhoud ingelicht. Het verontrustte Rudolf dan ook niet, dat hij geen antv\ oord op zijn schrijven ontving. Na een slapeloozen nacht was hij reeds heel vroeg gereed zijn bezoeker te ontvangen en hij bleek zich in zijn verwachtingen niet vergist te hebben, want reeds tegen acht uur meldde het kamermeisje hem, dat er een heer was, die hem wenschte te spreken. Laat hem maar bovenkomen, zei hij, en zorg er in ieder geval voor, dat wij gedurende ons onderhoud niet gestoord worden. Direct daarop verscheen de magere gestalte van van Ranten op den drempel. Hij was weer volgens de laatste mode gekleed en de krijgshaftig omhoog- gedraaide punten van zijn blon den knevel gaven't geelachtige, scherp geteekende gelaat een zeer energieke uitdrukking. Zijn groet bestond slechts uit een haast onmerkbaren hoofdknik. Mijn naam is van Ranten. U hebt mij daar gisteren een heel merkwaardigen en grootendeels voor mij geheel onbegrijpelijken brief geschreven, waarin u mij om een onderhoud verzoekt hier in uw woning. Vermoedelijk bemerkt u nu al, dat u zich in Internationale Maatschappij voor Gew. Betonbouw en andere industrieën, die zich reeds jaren geleden ook in Frankrijk ge vestigd hebben), zien de moge lijkheid geopend, dat haar, op instigatie van invloedrijke Fran sche concurrenten, den eigen dom harer bezittingen wordt ontnomen en de uitoefening van haar bedrijf onmogelijk wordt gemaakt. We zeggen natuurlijk niet. dat dit een gevolg der wet moet zijn. Een wet echter, die der gelijke mogelijkheden schept en het aan de willekeur van amb tenaren overlaat om deze moge lijkheden al dan niet tot werke lijkheid te maken, is in zichzelve veroordeeld- Gelukkig is het ontwerp nog geen wet. De Senaat moet er zijn goedkeuring nog aan hechten en de Temps meent de" hoop te mogen uitspreken, dat het ont werp bij verrassing door de Kamer is aangenomen en in den Senaat nog zal worden verworpen. We hopen, dat het blad in deze verwachting niet zal worden teleurgesteld en dat de Fransche Senaat alsnog een hoogere en juistere opvatting zal toonen van de gastvrijheid, welke een be schaafde natie tegenover de in haar midden gevestigde vreem delingen verschuldigd is. Het Januari-nummer 1923 van het tijdschrift der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel gaat vergezeld van een bijvoegsel, waarin bovenstaand onderwerp door den militairen deskundige der Centrale Com missie voor Bezuiniging wordt behandeld. De schrijver bespreekt daarin beknopt de verschillende meest op den voorgrond tredende mee ningen omtrent de wijze, waarop de Nederlandsche weermacht den persoon vergist hebt. Zulk een vergissing is nauwe lijks denkbaar. Maar neemt u alstublieft plaats. U zult over hetgeen ik van u wensch te weten, dadelijk opheldering krijgen. Daarnaar zou ik in ieder geval gevraagd hebben. Ik heb slechts aan uw uitnoodiging ge- volg gegeven uit een zekere nieuwsgierigheid en omdat mijn morgenwandeling mij bovendien toch in deze richting bracht. Want in 't algemeen ben ik gewoon, dat de menschen die mij iets hebben te verzoeken, bij mij aan huis komen. De toon, dien hij zich aan matigde, was te hoogdravend en te weinig in overeenstemming met dien van een welopgevoed man, dan dat Rudolf de bedoe ling om hem te ovei bluffen en hem daardoor op een dwaal spoor te brengen niet had door zien. En van Ranten had bovendien zijn zenuwen niet geheel in bedwang. Wel klonk zijn stem scherp en vast, maar de hand, waarin hij zijn hoed hield, beefde merkbaar, en zijn oogen dwaalden onzeker door het vertrek. De blik die daaruit straalde was de schuwe, onzekere blik van het kwade geweten. moet worden georganiseerd en meent, dat het niet gemakkelijk is uit deze verschillende advie zen en plannen een keuze te doen. „Vooropstellende, dat de be grooting in de toekomst belang- rijk moet dalen en dat van het aanvankelijk voorgestelde bewa peningsfonds geen sprake zal zijn" wijdt de schr. daii eenige beschouwingen aan het onder werp, in het licht, waarin het zich aan hem voordoet. Ook met behulp van cijfers, alsmede als gevolg van politieke overwegingen, meent schr. dat men het advies van den Vrij heidsbond niet kan volgen, doch dat de bezuiniging, welke ge boden zal blijken, met behoud van zoo goed mogelijke oefening en uitrusting, slechts dan te verkrijgen (is), wanneer radicaal gebroken wordt met het verband tusschen oorlogs- en vredes organisatie." Dit werd reeds in vroegere desbetreffende publicatie's van de Centrale Commissie betoogd en onverminderd blijft dit van kracht aan verschillende in die publiecaties gegeven wenken tot bezuiniging wordt herinnerd. Het wordt voordeelig geacht, dat de tegenwoordige minister van Oorlog de gelegenheid heeft, de leiding van de legerzaken te blijven voeren, omdat het dien bewindsman met behoud van zijne plannen voor oorlogsorga nisatie ten alle tijde mogelijk is verder te gaan 'in de reeds door den minister gekozen rich ting van het z.g. Zwitsersche stelsel. Met den minister werken feitelijk reeds in den zelfden geest de heeren Colijn, Deckers en de schrijver der brochure. Laatstgenoemde meent dat men al dadelijk in die richting veel verder moet gaan dan tot nu toe het geval was en geeft daartoe de noodige wenken. Als tegemoetkoming aan het denkbeeld-Dresselhuvs wordt een indeeling van de J2 bataljons in 3 vredesdivisiën aangegeven. Men zou dan in oorlogstijd ko men tot 3 divisiegroepen, d.i. 6 Het kon evenwel ook de doode- lijke angst zijn, die hem reeds zoo vroeg in den morgen hier heen had gedreven en indien hij desondanks de dwaze gedachte koesterde door een uitdagende houding zijn toestand te ver beteren, dan bereikte hij daarmee inderdaad niets anders dan dat Rudolf Imberg thans ieder mede lijdend gevoel op zij zette. Voor mij bestond daartoe geen aanleiding, antwoordde hij koel tjes. En u hebt aan mij te danken, dat ik ten slotte tot dit onderhoud ben overgegaan. Mijn naam is u immers wel bekend, niet waar Integendeel. Ik herinner mij niet, dat ik ooit het genoegen gehad heb, hem te hooren noemen. Dan is uw geheugen al heel kort. Want u zult hem toch zeker wel al? den naam van den pandhouder kennen, aan wien gij uw dochter een bril- lanten sieraad liet overhandigen. Mijn dochter naar een pandjesbaas ik Mijnheer, ik weet het niet Ik verzoek u alstublieft geen comedie te spelenDat zou verloren moeite zijn. U zult nu toch wel inzien, dat ik alles weet. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1923 | | pagina 1