ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Van tiet Oude in tiet Nieuwe,
vet
?B3FXX.&B¥e3E.
De Zaaigraankandel.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie m&anden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
tno.,02T BRESKENS p1°7s$4ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
32e Jaargang
Woensdag 3 Januari 1923
Nummer 2789
liet zijn niet de dagen, de
weken en maanden, ook niet de
jaren, die zeiven een bizondere
beteekenis hebben. Iedere dag
is als zijn voorgaande en zijn
volgende in zijn regelmatigen
wederkeer van licht en duisternis,
van morgen en middag en avond.
En ieder jaar komt met zijn
zelfden winter en zomer, zijn
lente en herfst. Onverstoorbaar-
gelijkmatig tikt de klok van
den tijd de seconden en minuten
af. En ernaar luisterend merken
we geen onderscheid, geen
verschil in den eentonigen maat
gang, of we misschien daareven
het liefste wegdroegen naar de
plek der eeuwige rust, dan wel
een nieuwe geboorte toejuichten
oi een nieuw geluk vonden.
Maar in ons hart is er wel een
onderscheid. Zoo onze ooren
het niet beluisteren kunnen, daar
binnen höoren we het klokke-
tikken anders, wanneer het de
uren van onze droefheid en onze
wanhoop, dan wanneer het de
seconden van onze vreugd af
telt, anders ook wanne* het
nieuwe lentelicht jubelt aan onze
ramen dan wanneer de doodsche
winternevel zich als een ondoor
dringbare sluier over ohzéMakte
uilspreidt. Het is het tikken
daarbinnen, dat anders schijnt
te antwoorden en een anderen
klank geeft. En deze klank is
het, die aan de dagen 'en uren
hun beteekenis geeft, die ze een
ander aanschijn schenkt, al naar
we er een liefde op verloren of
een liefde op vonden, naar ze
ons een vreugde brachten of
een geluk dan wel een nieuwe
smart. Het is het gebeuren en
de weerklank daarvan in ons
hart, dat het licht der dagen
verschillend maakt Het is het
licht onzer ziel, dat altijd een
anderen glans heeft en dat over
de dagen en de weken en de
jaren dien glans uitschijnt, zoo
dat we ze in dien glans alleen
zien. En zoo komt het dan dat
wel iedere dag anders is, al is
hij als zijn voorganger en zijn
34)
Werkelijk Dat leek er van
avond echter niet veel op om
je de waarheid te zeggen. De
kleine heeft een paar prachtige
kijkers en ze weet er een goed
gebruik van te maken ook. Ik
zal toch eens een beetje naar
haar informeeren.
Het gezelschap van den praat
gragen vriend was voor Rudolf
onverdraaglijk geworden en. hij
nam gauw afscheid van hem,
zonder eerst lang naar een voor
wendsel te zoeken.
Die heeft het geducht te pak
ken, dacht doctor Stahlschmidt,
terwijl hij hem glimlachend na
keek. En die kleine tooverheks
heeft het klaarblijkelijk ook wel
op hem begrepen. Na een kennis
making die slechts een etmaal
oud is, was het spelen met haar
oogen toch wel wat al te leven
dig en al te vol uitdrukking.
Gedurende den gancchen vol
genden dag liep Rudolf Imberg
maar steeds berg op, berg af,
om Lili van Ranten's sprookjes-
verblijf te ontdekken. Toen hij
den adelaarsrotswand passeerde,
volger en dat ieder jaareinde
voor ons zijn zoo bijzonderen
diep-innerlijken glans heeft, die
zich om den Oudejaarsavond als
een vast punt schijnt te con-
centreeren en die ons stemt tot
nadenken en herinnering.
Want, nietwaar als op den
laatsten dag van het jaar de
vroege schemering valt en de
Oudejaarsavond onze huizen
binnentreedt, dan zijn er maar
weinigen die, neerzittend na
volbrachten dagtaak, niet, korter
of langer, zich als voelen op
genomen in een andere sfeer dan
die van hun dagelijksche leven
en die niet een oogenblik, het
peinzend hoofd buigend, in
gedachten staan op den hoogen
berg, van waar ze hun leven
van nu en later overzien en die
verleden en toekomst als een
lange onvei breekbare schakel
zich zien strekken tot in de
nevelige verte van een onzxht-
baar verschiet. Het is de won
dere bekoring der herinnering
allei eerst, die ons stil doet staan
en achter ons zien, tot waar we
nauwelijks de schakels meer
onderscheiden kunnen. Wat we
liefhadden en haatten, wat we
wonnen en verloren, wat ons
ophief tot in de hoogste hemelen
der gelukzaligheid en ons neer
drukte tot in de diepste duisternis
van wanhoop ep smart, en daar-
tusschen al het dagelijksche,
gewone, dat soms plotseling een
beteekenis kan krijgen, die we
er nooit van vermoedden, we
zien het nog eens, maar anders
nu, immers in een ander licht en
op een anderen afstand. En
verwonderd vragen we ons af,
of het dit nu was, waarom we
ons eens zoo druk maakten en
waarom dat andere ons niet
wonderlijker en beteekenisvoller
scheen, toen we het beleefden.
Vrienden zien we, en vertrouw
den, wie ons eens na stonden en
die wij liefhadden en die zoo
ver,"oo vreemd ver van ons
afschijnen, als hadden we ze
nauwelijks gekend. Wie er heen
gingen in den vreemde of stier
ven maar bleven leven, in ons
hart, wie een anderen weg von-
las hij ontroerd het opschrift,
dat van het plotselinge einde
van een hoopvol jong menschen-
leven vertelde. Een licht gevoel
van ontzetting doortrilde zijn
ziel, toen hij over de ruwbe-
werkte brugleuning heenboog en
in de grenzenlooze diepte keek,
die met haar uitstekende klip
pen en scherpe rotspunten ieder
een, die het ongeluk mocht over
komen, hierin neder te storten,
een zekeren dood voorspelde.
Maar het groote verlangen, dat
hem naar de bergen getrokken
had, gaf echter spoedig weer
een andere richting aan deze
sombere gedachten.
Hij volgde het pad, dat schijn
baar zeer weinig betreden was
en dat steeds moeilijker te vol
gen was; steeds ging het ver
der en verder en hij verzuimde
niet, overal scherp rond te turen.
Doch datgene, wat hij zocht,
kon hij maar niet vinden. Als
op zijn geroep, dat hij nu en
dan liet weerklinken, soms een
antwoord volgde, dan was het
stellig een uitdagende echo, die
het teruggaf. Toen hij eindelijk
op aanzienlijke hoogte boven het
dal de grens van den planten
groei had bereikt, waar zelfs de
meest armoedige boomengroei
ophield en de eenzame velden
den, waarop we hen zoo lang
weemoedig hebben nagestaard
en de anderen die leven bleven,
maar voor wie ons hart stierf,
we hebben zé opnieuw naast en
bij ons als in lang verleden tijden.
Het dorp zien we of de stad,
waar we opgroeiden, de school,
waar we leerden, al de plekken,
die voor ons leven, uiterlijk of
innerlijk leven, beteekenis kre
gen. En in een enkele seconde
doorleven we dat leven opnieuw,
zien we het langs ons heen
trekken met zijn bonte rij van
menschen en dingen en gebeu
ren. We zouden willen grijpen
hier en daar, willen vasthouden,
nog eens doorleven. Er is zoo
veel moois en liefs, maar zoo
veel droevigs ook, waaraan ons
hart nog hangt. Maar het trekt
alles voorbij. En met leege han
den blijven we zitten bij het
haardvuur van den Oudejaars
avond.
Met leege handen Maar wan
neer de herinnering ons niets
achterlaat, dan staat het er met
ons leven niet te best voor. Wat
voorbij is, kunnen we niet terug
nemen. Het verleden, het leven,
dat achter ons ligt, is voor altijd
en onherroepelijk weggestoten
voor onze verlangende handen.
Maar in ons leven moet iets er
van zijn achtergebleven. En wan
neer we goed zien, moeten we
het kunnen bespeuren, moeten
we de gevolgen kunnen opmer
ken van wat ginds op ons dorpje
of in onze stad, ginds op onze
school, van wat overal in ons
voorbije leven gebeurde. Zoo we
dat niet kunnen, zoo de herin
nering van den Oudejaarsavond
ons niet in de peinzende han-
•den de lamp achterlaat, die ons
leven het voorbije maar ook het
toekomende belicht, dan is al
het doorleefde vruchteloos langs
ons heengegaan.
Nietwaar de Oudejaarsavond
is niet enkel een avond van her
innering, maar ook van zelfbe
zinning. Naast zijn weemoed
worden we ook zijn ernst ge
waar. Terugziend over het ver
leden geven we ons niet alleen
van dat verleden, maar van
van naakte, ruwe rotssteenen
zich uitstrekten, beschouwde hij
verder doordringen in deze
woestenij als geheel vruchteloos.
Terwijl hij langzaam weer
afdaalde, dikwijls terzijde van
den weg het terrein doorzoekend,
wanneer een of andere prachtige
boomengroep of een paar fan
tastisch over elkaar gerolde rots
blokken hem met nieuwe hoop
vervulden, hier de gezochte te
vinden, leek het hem eensklaps,
alsof hij het vroolijke heldere
lachen van Lili hoorde. Blij
verrast bleef hij staan en riep
haar naam. Maar hij riep tever
geefs, ook toen hij haar naam
ten tweeden en ten derde male
herhaalde, en nadat hij toen in
breede kringen ieder plekje
meende afgezocht te hebben,
moest hij wel tot de overtuiging
komen, dat een of ander dieren
geluid, dat men hier in de bos-
schen zoo vaak hoorde, hem
misleid had.
'Hij keerde naar het dal terug,
om het avontuurlijke zoeken, dat
hij anders stellig overdreven
dwaas gevonden zou hebben,
des middags opnieuw te begin
nen. Het resultaat was niet beter
dan des morgens en toen hij
zich bij het invallen der duister
nis ontstemd en doodmoe op
gansch ons leven rekenschap.
En wanneer we dat ernstig doen,
wanneer w e trachten te begrijpen,
waarom alles, waarom ook wij
zeiven werden, zooals we nu zijn,
dan zal dat rekenschap geven
zijn onloochenbaar nut hebben
ook voor ons volgend leven.
Op de Oudejaarsavond staan
we niet alleen aan het einde van
een jaar, maar ook aan het be
gin van een nieuw. En zooals
het oude voor ons het verleden
beteekent, zoo is dit nieuwe voor
ons de toekomst. De Nieuwjaarsr
dag is ook een dag als andere
dagen. Maar de gedachten van
ons hart maken hem tot de
poort eene nieuwe toekomst.
Een nieuw leven is het niet, dat
we ingaan. We zitten onherroe
pelijk vast aan het oude, dat
voorbijging. Maar daarom heeft
het nieuwe nog niet als het oude,
dat voorbijging. Maar daarom
hoeft het nieuwe nog niet als
het oude, de toekomst nog niet
als het verleden te zijn. Haar
vorm hebben we ten deele toch
ook in eigen handen. En op den
Oudejaarsavond, die ons den
weemoed en de weelde der her
innering brengt, moet ook de
ernst der bezinning die handen
sterk en geschikt maken voor
het nieuwe werk. Het nieuwe
werk dat wij hebben aanvaardt.
In de laatste 25 jaar zijn vele
oudere graansoorten vervangen
door nieuwe en betere, voortge
bracht door bekwame kweekers.
Aan alle eenigszins ingewijden
is het bekend, dat alle betere
soorten in verreweg de meeste
gevallen slechts na langdurig
vorschen en zoeken, worden ver
kregen. Aanvankelijk werd het
kweekersbedrijf hoofdzakelijk ter
hand genomen door mannen, die
zich bij dien arbeid voorname
lijk lieten leiden door eigen
groote liefhebberij en vooral
ook door hun zeer specialen en
bijzonderen aanleg, zonder welke
uitblinkende eigenschappen bijna
nimmer iets in die richting zou
weg naar huis begaf, koesterde
hij eensklaps de verdenking, dat
de overmoedige kleine slechts
de bedoeling had, den spot met
hem te drijven en dat het roman
tische plekje waarover zij met
hem had gesproken, in het geheel
niet bestond.
Misschien amusseert zij zich
op het oogenblik kostelijk om
den dwaas, die in de bergen
rondklautert om haar fabelach
tig sprookjesslot te vinden, dacht
hij. Laat het dan ook maar uit
zijn. Ik zal niet langer moeite
doen, haar heerlijke eenzaam
heid in het woud te verstoren.
Gedurende de geheele eerste
helft van den volgenden dag
hield hij zich angstvallig aan
dit besluit, en toen hij 's mid
dags toch weer de bergen introk,
geschiedde dit, zooals hij het
zich zelf trachtte voor te stellen,
slechts ter wille van de pracht
en de rust van den door alle
andere toeristen gemeden weg.
Maar hij steeg ook thans zonder
het te willen hooger en hooger
en plotseling, ditmaal kon het
werkelijk geen vergissing zijn,
klonk hem weer het heldere,
plaagzieke lachen in de ooren.
Toen was opeens al zijn boosheid
verdwenen.
Juffrouw van Ranten 1 riep hij.
kunnen worden bereikt.
Naast dien bijzonderen aan
leg voor voortbrenging van bel i e
cultuurgewassen, is natuurlijk
vooral van groote beteekenis
indien de kweeker zich gehe-l
laat leiden door attru -stie
gedachten, namelijk in
zin, dat hij door zijn arbe hei
algemeen belang dient.
Slechts steunend op eigen
bekwaamheid en 'op initiale
zouden de voortbrengers r»
nieuwere graansoorten hun arbeid
natuurlijk steeds met enthousias
me voortzetten, indien der-
arbeid niet eene voortdurende
aaneenschakeling van teleurstel
lende resultaten ware. In ver
houding tot de groote moeite,
die elke kweeker zich voort
durend moet getroosten, verkrijgt
hij slechts zelden vpor de prak
tijk. waardevolle successen
Indien een kweeker van aanleg
en met veel ambitie bovendien
is toegerust met bijna onuitput
telijke geldmiddelen, dan is het
denkbaar, dat hij louter uit
altruïsme zich ten volle geeft
aan zijn veelomvattende taak,
maar dergelijke voorbeelden
zullen natuurlijk slechts uiterst
sporadisch voorkomen. Indien 't
kweekersbedrijf dus tot de grootst
mogelijke hoogte zal worden
opgevoerd in dien zin, dat ieder
een, die daarvóór specialen aan
leg bemt, er zich geheel aan
kan geven, zonder dat de finan-
cieele factor als een overwegend
bezwaar behoeft te gelden, dan
zou in de eerste plaats de over
heid moeten ingrijpen, om door
het scheppen van een bepaald
handelsprivelegie zulks mop "lijk
te maken.
Mede omdat in .den loop der
jaren is gebleken, dat de bodem
productie juist tengevolge van
het kweekersbedrijf zeer veel
hooger kan worden opgevoerd,
zoo zou men meenen, dat de
overheid met voortvarendheid
de gelegenheid zou aangrijpen,
om dit bedrijf door instelling
van een officieel handelsprivi
legie voor de kweekers zno
krachtig mogelijk te steunen.
En toch was zulks tot nu toe
Heb medelijden met me en laat
u thans vinden I
Een helder klinkend gejodel
gaf hem antwoord. Direct daar
op trad zij, nauwelijks vijftig
passen van hem verwijderd, tus-
schen twee rotsblokken te voor
schijn, die bovenaan zoo dicht
elkander naderden, dat er slechts
een smalle opening in den vorm
van een klein poortje overbleef.
Heb ik het u nietgezegd.dat
u mijn schuilhoek nooit zoudt
ontdekken riep zij hem triom
fantelijk toe. Maar ik wil edel
moedig zijn en daar ik dit plekje
vermoedelijk vandaag toch voor
de laatste keer bezocht heb, wil
ik het u vrijwillig laten zien.
Zij beduidde hem dat hij zich
door den smallen toegang zou
werken en toen hij aan haar
wensch gevolg had gegeven, zag
hij zich met eenige verrassing
verplaats in een grot, ro.idom
ingesloten door dik met mos be
groeide rotsblokken, waarop de
hemelsblauwe lucht lachend
neerzag en die alleszins als ge
knipt scheen voor de eenzame
droomen van iemand die het
wereldsch rumoer ontvlucht was.
(Wordt vervolgd.)