ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
.Ri
'S
Onschuldig veiooideeld.
De Ciisis in Engeland,
of ru
-D
Pe
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
BRESKENS
32e Jaargang
Woensdag 25 October 1922
Nummer 2770
Moed houden.
Ill
ei
r.
n;
^<Kl
2®,
i
fostj
,H|
BRESKENSCHE COURANT
IN
:nob
elen.
PEE
app
5 bels
MO
31*11
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Telefoon
No. 21
Drukker-Uitgever
Postgiro
17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
eiil
We kunnen niet anders en we
emi oen ook niet anders. Daar zorgt
K-Ai [t leven zelf wel voor. Het is
s een dwang, die niet allaat
i ons niet toestaat neer te zit-
Llei n in moedeloosheid. We moe-
n vooruit. En omdat we vooruit
loeten, moeten we, of we willen
niet, moed houden.
Voor u als voor mij, voor
dereen is het leven vol tegen-
sgen en teleurstellingen. Het
kt wel eens anders. Bij som-
jigen schijnt het als van een
'1 ien dakje te gaan. Maar wie
e uiterlijke tegenslagen niet
ennen, kennen de innerlijke, die
itterder vaak zijn en wreeder.
aar de meesten kennen ze
aar lebei.
Het is wel grootendeels onze
en schuld. We verwachten te
eel. Dat is geen kwaad. Het
ven is gelukkig door de ver
achtingen. Maar de tegenstel-
ing moeten we dan ook op den
oop toe nemen. Hoe meer
mand verwacht en hoopt, des
gelukkiger zal hij zich voelen,
laar ook des te ongelukkiger
oelt hij zich straks, wanneer
verwachtingen ijdel blijken.
30 laar mag hij feitelijk niet over
agen. Met de verwachting
:hept hij zich zeiven de moge-
jkheid van de kans op teleur-
telling. Is het dan het beste zon-
er verwachtingen door het leven
p egaan Misschien. De bitterheid
er ontgoocheling zou bespaard
lijven. Maar ook de zaligheid
an het verlangen, het verwach-
Prl)en. Zou iemand de lente willen
e'e lissen omdat de zomer zoo
aaak teleurstelt en omdat straks
e herfst komt en de dood van
en winter Maar we kunnen
TJIns deze overwegingen feitelijk
paren. Het leven laat geen keus,
iet schept telkens opnieuw ver
pachtingen, het dringt ze ons
C ip. En het is daarom ook niet
ie vraag, of we verwachtingen
lullen hebben of niet, maar of
r weinig, sterke of
de
K'
bc
1 ive veel of
FE0IÏ.Ï.BT0K.
15)
5 Het openbaar ministerie stelde
voor om den referendaris, die
Ïitellig in dwaling verkeerde, den
getuigeneed niet af te nemen,
en ondanks Rudolf's besliste ver-
31 klaringen, verkondigde de voor
zitter na kort beraad, dat het
gerechtshof overeenkomstig het
voorstel van het O. M. had
LI besloten. Dat stond bijna gelijk
y met de veroordeeling van den
beklaagde, want dit bewees toch
timmers, dat men aan de onder
eede afgelegde verklaring van
"den pandhouder volkomen ge
loof hechtte.
Rudolf Imberg, die zeer bleek
was gewoiden, verzocht nog
eenmaal het woord.
Mej. Willisen heeft, zooals ik
zie, helaas geen verdediger.
Deze zou zonder eenigen twijfel
zwakke verwachtingen zullen
hebben. Dat hangt ook niet van
onze keus af, maar van onze
persoonlijkheid. Alleen we kun
nen er door wilsoefening wat af
en wat toe doen. In zooverre
kunnen we dus vragenZullen
we verwachtingen trachten te
wekken, ze kweeken en er ons
heel sterk in leven of zullen we
ze bestrijden? Maar het ant
woord op deze vraag wordt be
paald door een andere. Wat is
het gelukkigst, waardoor wordt
ons leven het heerlijkst, maar
ook het mooist en het nuttigst
door hoogtepunten van zaligheid
en geluk en laagtepunten van
teleurstelling en depressie of
door de gelijkmatigheid van de
vlakte. Het is niet in het alge
meen te zeggen. Maar dit kun
nen we wel zeggen, dat ieder
mensch ook de prikkel van de
geestdrift noodig heeft en dat
alleen onder de werking van
dien prikkel het hoogste kan
worden tot stand gebracht, dat
dus vlakke gelijkmatigheid, het
zich nooit laten meevoeren door
verwachtingen en verrukkingen
uit vrees voor den terugslag,
doodend werkt op alle werkelijk
leven en doodend in de eerste
plaats op iedere geestesproductie.
Zoo we dus moeten trachten
ons innerlijk evenwicht te bewa
ren, het welslagen van die po
ging moet niet gekocht worden
met innerlijke afstomping, die op
het zwak reageeren op het leven,
op het afwijzen van de verhef
fingen en verwachtingen op den
duur volgen moet. De verwach
tingen, die het leven ons in de
hand legt, moeten we aanvaar
den als gelukbrengsters. En de
teleurstellingen en tegenslagen,
die haar onvermijdelijke gevol
gen zijn, hebben we dan ook
goedmoedig te dragen. We kun
nen het te gemakkelijker, naar
mate we de verwachtingen te
blijder verwelkomen. Want dit
is immers onloochenbaar, dat op
iedere tegenslag, iedere teleur
stelling een nieuwe verwachting
volgt.
nadrukkelijk geprotesteerd heb
ben tegen het voorstel van het
O. M., en ik meen
Dat zijn uitlatingen, mijnheer
de referendaris, die een getuige
zich niet mag veroorlooven.
Hebt u nog iets te zeggen
wat de zaak zelf betreft
De jonge man richtte zich
fier op en op plechtigen toon
verklaarde hij: Ja, dit .heb ik te
zeggen, dat de veroordeeling
van Mej. Willisen op grond van
de getuigenis van mijn vader
een beklagenswaardige dwaling
van de justitie zou zijn, en dat
ik, wanneer de veroordeeling
werkelijk volgt, alles in het werk
zal stellen, de gerechtigheid te
doen zegevieren
Ik verbied u verder een woord
te spreken en ik eisch van u,
dat u de gerechtszaal verlaat.
Rudolf Imberg boog zwijgend
het hoofd en vertrok. Met ge
rimpeld voorhoofd en somberen
blik liep hij buiten in de gang
ongedurig heen en weer, tot na
verloop van een kwartier de
Het kan soms vreemd lijken,
dat u en ik, wij allemaal zoo
veel meer van het leven ver
wachten dan het geelt en geven
kan. Het lijkt verspilling van
energie. Maar het is niet zoo.
Onze geest- en onze daadkrachten
blijven levend alleen onder
de voortdurende wisselwerking
van tegenslagen en verwachtin
gen. Niet om den inhoud dier
verwachtingen dringt het leven
ze ons in de hand, maar om de
prikkel, de zweepslag als 't ware,
die ze zijn voor onze energie.
Ze laten ons telkens een nieuwe
heerlijkheid zien, ter verkrijging
waarvoor het de moeite waard
is, onze krachten in te spannen.
Wat geeft het dan eigenlijk, of
we die heerlijkheid bereiken|?
Om de werkzaamheid is het te
doen. Het bereiken brengt niet
geluk maar het verlangen en het
streven. Als we dat goed be
grijpen, dan deren de teleur
stellingen en tegenslagen ons
veel minder. Mits we maar iets
bereiken. Het leven kan te
troosteloos worden door de aan
houdende tegenslagen. Dan zit
ten we eindelijk neer als met
gebroken vleugels. En in ons
hart kunnen de verwachtingen
niet meer ontkiemen.
Het gebeurt zoo zelden. Ook
de ongelukkige heeft nog meestal
een plekje in zijn hart, waar hij
een zoete hoop bewaart. En het
is de kunst dat plekje onaan
getast tebewaien. Maarhetleven
zelf helpt ons immers. Het is
niet zoo moeilijk moed te hou
den ook in de donkerste dagen,
als men elkaar wijs maakt. Het
is moeilijker vaak den moed af
te schudden. Het is de inner
lijke levensdrang, die zich hier
gelden laat, juist omdat het leven
uit actie geboren wordt en voor
actie de wil noodig is, die uit
verwachting ontstaat, dringt ons
het leven telkens naar een nieuwe
verwachting. Maar zoodra die
verwachting levend in ons ge
worden is, zich als kracht laat
gelden, springt onze levensmoed
weer als een veer omhoog. We
deur opengerukt werd en de
volgende rechtszaak in behan
deling werd genomen. Mevrouw
Haller was de eerste, die met
zegevierend gelaat vol trots in
haar ruischende zijden japon als
een pauw de zaal verliet, met
een uitdrukking van innige vol
doening op haar thans nog
donkerder roode volle gezicht.
De blik, dien zij den referen
daris toewierp, zei duidelijker
dan woorden, dat zij hem in
haar hart voor een medehelper
van haar ontrouwe gezelschaps
dame aanzag, dien zij ongetwij
feld met haar zoete lachje in
verzoeking had gebracht.
Rudolf echter bekommerde
zich niet om haar, doch snelde
op zijn heel langzaam uit de
zaal komenden vader toe. En
vroeg hij ongeduldig. De uit
spraak
Drie maanden gevangenis, klonk
het beklemd over de lippen van
den ouden man. Ik geloof, Ru-
dolf, ik geloof, dat het de om
standigheden in aanmerking
willen weer. En iets anders is
niet noodg. De druk van den
tegenslag laat af. En een nieuwe
kracht wordt door en uit dien
druk geboren. Het is de kracht,
die leven schept. Ligt hier niet
de verklaring van den eeuwigen
kringloop van verwachting, te
leurstelling en -nieuwe verwach
ting En vinden we zoo ook
niet het antwoord op de vraag,
hoe we tegenover de verwach
tingen moeten staan Als ze den
levensmoed scheppen en de drijf
veer zijn voor elke levens
functie, dan hebben we ze als
levensnoodzakelijkheden te aan
vaarden. Maar we hebben ze
ook in te halen als de nieuwe
boden van een nieuw geluk, meer
nog als de brengers van ons
levensgeluk, immers van den
nieuwen moed en de nieuwe
verrukkingen. Is in dat besef
en met de wetenschap, dat ze op
iederen tegenslag even regel
matig keeren als de dag op den
nacht, hit moed houden dan
zoo moeilijk Het leven, dat
den moed noodig heeft, heeft er
zelf voor gezorgd, dat het niet
zoo was. Moed houden ook na
de felste tegenslagen is niet het
bovenmenschelijke, maar het na
tuurlijke. En het is juist iedere
teleurstelling, iedere tegenslag,
die ons er opnieuw van overuigt.
In Engeland is een crisis uit
gebroken, ditmaal een politieke
crisis van ernstigen aard, ten
gevolge waarvan de premier is
heengegaan.
Lloyd George was premier van
het ministerie, bestaande uit
liberalen en conservatieven, die
te zamen een coalitie hadden
gesloten. In de conservatieve
partij ontstond verschil van mee
ning over de vraag of de coali
tie al of niet gehandhaafd moest
blijven. Chamberlain, de meest
invloedrijke van den vleugel der
conservatieve partij, die wel de
genomen, nog een zeer milde
straf is.
Een ten hemelschreiende on
gerechtigheid is het een
misdaad En gij vader, gij hebt
het op uw geweten.
Ik! Maar Rudolf! Ten
slotte zul je mij nog wegens
meineed gaan aanklagen. Naar
je gedrag daar binnen te oor-
deelen zou het mij zelfs in het
geheel niet verwonderen.
Ik zal doen, wat mijn plicht
is, zei de refetendaris somber.
Vaarwel, voorloopig, vader Wij
zullen naderhand thuis wel ver
der over de zaak spreken.
Zonder op den uitroep van
den oude te letten, snelde hij
weg. Hij wist, dat men de ver
oordeelde eerst weer in de
onderzoekings-gevangenis zou
hebben teruggebracht om haar
daarna voorloopig op vrije voe
ten te stellen. En wanneer het
hem misschien ook niet mocht
gelukken, haar zelf te spreken,
dan kon hij toch in ieder geval
haar adres vernemen. Inderdaad
coalitie wilde behouden, schreef
'n vergadering van conser\atieve
Lagerhuisleden - Hoogerhuisle-
den hadden geen toegang - uit,
om te laten uitmaken ofhij in het
kabinet zitting kon blijven houden
m.a.w. of de coalitie zou blijven,
bestaan. Er was een zekere stroo
ming, die dit niet door de Lager
huisleden, doch door de pat tij
in zijn geheel wilde doen uit
maken.
Echter, door de conservatieve
Lagerhuisleden, is met 186 tegen
87 stemmen een motie aangeno
men, waarin te kennen wordt ge
geven, dat de conservatieve
partij wel met de coalitie-libe
ralen wil samenwerken, maar
den verkiezingsstrijd wil voeren
met haar eigen leider en haar
eigen program.
Dit beteekent dus, dat de
coalitie werd opgezegd en wel
over het hoofd heen van den
leider der coalitie-conservatieven
Chamberlain. Tot aller verwon
dering verklaarde zich ook Bonar
Law voor de motie, zoodat nu
hij de aangewezen leider werd
en de kabinets-formateur. Want
na het gevallen votum moest
Chamberlain als regeeringsleider
van het Lagerhuis aftreden, Bal
four als voorzitter van den staats
raad en sir Robert Home als
minister van Financiën. Dit ge
schiedde ook door Boscawen,
den minister van Landbouw en
door-verschillende andere leden
van de regeering.
Het geheele minister spatte
derhalve uiteen en er bleef den
premier Lloyd George niets an
ders over dan aan den koning
zijn ontslag in te dienen.
Een heel scherpe uitdrukking
is op de vergadering der conser
vatieve Lagerhuisleden gebruikt
door Bonar Law, die deze woor
den sprak
„Lloyd George heeft, hetzij
door zijn eigen schuld, of door
de macht der omstandigheden
het vertrouwen van het land
verloren."
Intusschen mag nog wel eens
gezegd worden, dat Lloyd Ge-
antwoordde men hem op zijn
vraag, dat Greta Willisen het
gebouw reeds had verlaten, en
hij kon niets anders doen dan
haar woning in een van de meest
bescheiden stadswijken noteeren.
Zonder zich verder te beden
ken sprong hij in een naar die
richting gaande paardentram,
want met onomstootelijke zeker
heid stond in zijn hart vast, dat
er vooreerst voor hem geen
dringender en heiliger plicht
bestond dan het zooeven begane
vreeselijke onrecht te herstellen.
Tot op de 3e verdieping van
een oud huis had Rudolf Im
berg omhoog moeten stijgen,
alvorens hij op het porceleinen
naambordje op een deur den naam
van Willisen had gevonden. Hij
belde, doch hij moest eenige
minuten wachten, voor men open
deed. Ondanks de schemering,
die er in de gang heerschte, zag
hij dadelijk, dat Greta zelf voor
hem stond.
(Wordt vervolgd).