ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEBEN gBgHABTOM. Onschuldig veiooideeld, Herfstgedachten. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK TNo,02T breskens p°7s$4r0 32e Jaargang Woensdag 11 October 1922 Nummer 2766 Centraal Zeeuwsch Pachtbureau. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1—5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur liet is de onvermijdelijke gang van het leven, bloeien, groeien en vergaan. En ieder jaar op nieuw, van dat de boomen te knoppen beginnen, totdat ze bladerloos en naakt staan in de winterkou, teekent ons dezen ng voor met onovertroffen uidelijkheid. Maar geen jaar getij kan als de herfst, ons van de onvermijdelijkheid van dezen gang zoo diep bewust maken. ï)e lente is de verwachting en de verwachting kent geen be zinning. De zomer is het bezit, het genieten, de zekerheid van de weelde en van de volle levens kracht. Dan moge al een enkele maal, wanneer herfstige buien den zomerhemel verdonkeren, in ons de gedachte groeien aan de rustelooze verandering, die eens het einde brengt, gewoonlijk leven we te zeer in den roes van genieten, in volle aandach tigheid voor de heerlijkheid, die het leven en de aarde om ons uitspreiden, dan dat we zouden denken over de vergankelijkheid, die het leven is. Maar in den herfst, wanneer de blauwe luchten waziger wor den, en telkens weer nevelen rijzen aan de kimmen, als het groen verbleekt en de vruchten rijpen in de dunnende bladeren- volte, en de gele en bruine bla deren neerdwarrelen op de tuin paden, dan in de stilte soms van de zonnige middagen, wanneer roerloos het leven om ons staat als de onwezenlijkheid van een droom, zien we plotseling het onvermijdelijke vergaan. De wereld om ons schijnt nog te leven in den volsten bloei barer Bchoonheid, Maar het is de schoonheid der kracht niet meer. Wie aandachtig rond ziet en luistert, bemerkt al de eerste teekenen van het verval. En plotseling wordt in ons het be wustzijn levend van het onver mijdelijk einde. Dan staan we onwillekeurig stil. En onze ge- li) Welnu dan. Ik gaf Greta Wil- lisen den sleutel van de ijzeren 1 kast, die in den muur van mijn slaapkamer is ingebouwd en gaf haar opdracht mij de beide groote kistjes met de juweelen te halen. Wij spreidden alles op de tafel van de ontvangsalon uit, omdat daar het beste licht is en ik liet haar de edelge steenten stuk voor stuk bekijken, terwijl ik haar uitlegde, welke waarde ieder sieraad ongeveer vertegenwoordigde. De met bril- lanten bezette vlinder met de robijnen en safieren scheen zeer in haar smaak te vallen en ik vertelde haar dat mijn echt genoot zaliger deze voor mij op onze huwelijksreis in Parijs voor 8000 francs gekocht had. Daar- dachten teiken van de lente en den heerlijken lentebloei naar den bladerloozen winter en het eindelijk sterven. Het is de tijd der bezinning. Straks dwar relen de bladeien al talrijker los van de hooge boomen. Stormen en regenvlagen gieren om ons heen. Totdat de aarde kaal ligt en verlaten en het leven versom- be t tot aan de duisternis van den dood. En gelaten buigen we het hoofd. We weten, dat het zoo komen moet en we begrijpen het. Uit de wereld om ons tre den we die andere wereld bin nen, die binnen in ons is. Zullen we er om treuren Waarom? Maar waarom is de lente schoon en de zomer en de herfst ook en zelfs de barre winter Is het niet alleen hier om, omdat er een tijd is van komen en- van gaan, omdat er vergankelijkheid is? Laten we ons is even de zaligheid herin neren van het lenteverlangen als de eerste knoppen komen en de eerste lentewind door de nog bladerlooze lanen huivert. Is het niet, of we dan een oogenblik staan op hel hoogtepunt van ons leven en we tot het oogen blik zouden willen zeggen blijf toch ge zijt zoo schoon Wat zou het leven aimer zijn als we dat, dat verlangen, die verwachting, die lente-zaligheid moesten missen. Maar we zou den het missen, wanneer er geen zomer was en geen hertst en geen winter, geen vergankelijk heid, wanneer dit de gang van het leven niet was, bloeien, groeien en vergaan. Zouden we er dan om treuren Maar denk aan de blauwe herfstdagen, wanheer de boomen roerloos staan in het ijle licht en rondom over het land de toren spitsen glinsteren en het water der vlieten rimpelt in het zachte, gulden licht. Herinnert ge U den wonderen vrede niet meer, die daalde in uw hart en u stil maakte, stil als de herfstdroom zelf? Was dan de herfst zelf, die u het volle bewustzijn van na pakte ik alles weer eigen handig in de beide kistjes en beval haar ze op hun plaats terug te brengen. Daar ik haar den geheelen sleutelbos moest meegeven, opdat zij immers de bewuste kast zou kunnen sluiten, had zij op weg naar mijn slaap kamer de allergemakkelijkste gelegenheid, het eene kistje open te maken en zich van den briilanten vlinder, die waar schijnlijk bovenop lag, meester te maken. Toen zij terug kwam, was zij heel gewoon zooals altijd. Ik was er echter niet gerust op, of zij de kastdeur wel goed had afgesloten, en ik ging er dade lijk daarna heen, om mij te overtuigen of alles in orde was. Aan de mogelijk van een onder weg door haar gepleegden dief stal dacht ik natuurlijk niet. En op welke wijze ontdekte u dan dezen diefstal? Het was een heele week later, toen ik voor mijn bezoek aan den Schouwburg mijn smaragd de vergankelijkheid bracht, niet ook de bron van schoonheid en genieten? De verwachting is schoon, die in de lente bloeit en de bloeiende weelde van den zomer, maar de herinnering ook en de bezinning, die de herfst bracht. En wanneer stiaks in de stille winteravonden in de warme beslotenheid der gezel lige kamers langzaam aan de gedachten weer gaan reiken naar de lente, die eens komen zal, dan beseffen we, dat het niet het minst de verandering is, uit de vergankelijkheid geboren, die ons de schoonheid en de vreugd en het geluk brengt. Het is ook het bewustzijn der vergankelijkheid, die ons leven rijker maakt. Wanneer niet altijd weer de gedachte der vergan kelijkheid, onopgemerkt vaak, naast ons ging, dan zouden we niet zoo intens genieten van wat het leven ons aan schoons en heerlijks brengt. Omdat we toch altijd weten, dat de lente maar even is en dat alles maar eert oogenblik binnen ons bereik is, daarom drinken we zoo gretig en met zoo volle teugen de vreugde van het geluk in. Maar daarom ook dragen we het leed te gemakkelijker, omdat onze hoop achter de somberheid van zijn schaduwen al weer het nieu we licht gloren ziet. Zeker, het is een weemoedige gedachte, dat tusschen al dat komende en gaande er geen blijvende vastheid, geen enkel rustpunt is, waarheen we altijd kunnen weerkeeren. De bezinning van den herfst laat geen plaats meer voor de zorgelooze genietingen en over volle verwachtingen van de lente. Maar ze brengt een verdieping van ons innerlijk leven, die ons tot winst wordt. Leven met het hart. Dat is de winst, die het leven waarde geeft. Alleen wie leefde met zijn hart, kan de volle waar de van dat leven genieten en erkenn :n. En het is enkel de verklaring, het begrijpen van het komen en gaan en zijn armband wilde omdoen, een geschenk, dat mijn echtgenoot zaliger voor mij uit Petersburg.... Och ja, dat interesseert u immers niet. Nu dan, ik opende het kistje, waarin ik wist dat de armband lag. Toen viel het mij op, dat de met briilanten bezette vlinder er niet meer was, hoe wel ik me toch duidelijk wist te herinneren, dat ik deze tegelijk met den armband erin had ge legd. Hevig ontsteld onderzocht ik desondanks ook het andere kistje, om spoedig te moeten ervaren, dat ik door dat meisje daar op een schandelijke wijze bestolen was. U had de kast tusschentijds niet open gehad Mevrouw Haller schudde ont kennend het hoofd. En de sleutel kan ook niet in handen zijn gekomen van een ander persoon, die zich dan daarvan op strafbare wijze be diend heeft Onmogelijk, mijnheer de presi- onvermijdelijkheid, het door voelen van zijn beteekenis, het aanvaarden en het erkennen, die zulk leven met het hart moge lijk maakt. De bezinning van den herfst brengt ze ons. En dit is de winst, waarmede de herfst ons leven verrijkt. Het Bestuur van de Zeeuw- sche Landb.-Maatschappij heeft aan heeren Grondeigenaren, Kerkvoogdijen en Rentmeesters in de provincie Zeeland de vol gende circulaire gericht: Den laatsten tijd hoort men in landbouwkringen weer ernstig over de gebreken van het pacht stelsel spreken. Vooral de zeer ongunstige economische toestand dien we op het oogenblik door maken, alsmede de belangrijke verliezen, ivaarvoor velen over het atgeloopen boekjaar reeds kwamen te staan, hebben daar toe veel bijgedragen. Het zal duidelijk zijn, dat, waar in ons gewest meer dan de helft van den grond bebouwd wordt door pachters, eene maat schappij als de Zeeuwsche Land- bouw-Mij aan het pachtvraagstuk meer en meer aandacht is gaan schenken. Een en ander geeft het Dag. Bestuur onzer Maatschappij aan leiding tot U het beleefde ver zoek te richten in dezen moei lijken tijd een nauw persoonlijk contact met de(n) huurder(s) Uwer landerijen zooveel moge lijk te willen bevorderen en U op de hoogte te houden van de moeilijkheden, waarmede het landbouwbedrijf heeft te kam pen. Wij zijn er van overtuigd, dat voor velen Uwer dit verzoek eene overbodigheid is, doch U zult het ons ten goede willen houden, dat wij dit verzoek hier neerschrijven daar het ons on mogelijk is in deze een grens te trekken. dentIk ben met zulke dingen heel voorzichtig en ik kan er een eed op doen, dat ik den sleutelbos dag en nacht op de vaste bewaarplaats heb gehou den. Welnu, beklaagde, u hoort, wat deze getuige beweert. Zou u naar aanleiding van deze met beslistheid uitgebrachte beschul diging niet liever openlijk schuld willen bekennen De smalle handjes van Greta Willisen gingen bij de woorden van den president langzaam van haar bleeke gezichtje omlaag en een vermoeide stem sprak Ik kan slechts opnieuw herhalen, dat ik niets te bekennen heb. Ik heb noch het kistje geopend, zooals Mevrouw Haller vermoedt, noch het bewuste sieraad weggenomen. En u kunt ook niet vermoe den hoe dit sieraad dan is ver dwenen en bij den pandhouder is terecht gekomen Neen. De rechter haalde de schou- Eêne zeer groote moeilijkheid is het zeer zeker het huidige pachtstelsel zoodanig te wijzigen, dat de daaraan verbonden be zwaren komen te vervallen. Onze maatschappij heeft zich steeds op het standpunt gesteld, dat deze moeilijke aangelegen- he'd niet in de eerste plaats tot oplossing dient te worden gebracht door middel van wet telijke voorschriften, doch veel eer door gemeen overleg tusschen beide belanghebbende partijen, waarbij zoo noodig hulp en voor lichting kan worden ingeroepen van een onpartijdig deskundig lichaam. Vandaar, dat de Z. L. M, overging tot de oprichting van het Centraal Zeeuwsch Pacht bureau, hetwelk zich laatstge noemde taak ten doel heeft gesteld. Evenwel de verhuurders kun nen naar onze meening ook individueel doen om de nood lottige gebreken van het pacht stelsel te verzachten. We denken hier aan loopende huurovereenkomsten, die niet alleen tot den financiëelen onder gang van den huurder zullen leiden, maar ook noodgedwongen roofbouw op de eigendommen van den verhuurder zullen ten gevolge hebben, zooals dit het geval zal zijn, wanneer het stel sel der publieke verhuring ge leid heeft tot het bieden en aanvaarden van een pachtsom, welke de werkelijke huurwaarde belangrijk overtreft. Dergelijke gevallen dienen elk op zich zelf te worden beoor deeld en het is duidelijk, dat hier door onderling overleg van eigenaar en pachter, al of niet voorgelicht door het Zeeuwsch Pachtbureau, gemakkelijker een schikking is te treffen, dan dit het geval zoude zijn door eene algemeene wettelijk regeling. Voorts meent ons Dagelijksch Bestuur, dat de verhuurder vee) doen kan ter verbetering van de pachttoestanden door nieuwe pachtovereenkomsten enkel af te sluiten na onpartijdige taxatie. ders op en wisselde eenige zachte woorden met de overige raadsheeren. Toen drukte hij op een voor hem staande bel en beval, nadat hij Mevrouw Haller met een handbeweging had be duid, op de getuigenbank plaats te nemen, den gerechtsdienaar De pandhouder August Imburg. De kleine oude man maakte een diepe buiging voor de heeren van het gerechtshof. Hij was zeer ver'egen en antwoordde op de vragen van den voorzitter met zachte, schuchtere stem. De eed echter, die hem verplichtte de zuivere waarheid te zeggen, sprak hij met vaste stem en zonder aarzelen uit. Kijkt u de beklaagde eens goed aan, getuige, en zegt u ons, of u haar kent. August Imberg voldeed aan dit verzoek. Ja, ik geloof haar beslist te herkennen. W ordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1922 | | pagina 1