ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN 0 Misdadiger. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 31e Jaargang Woensdag 16 Augustus 1922 Nummer 2750 ,chtgeld burgerlijke rijksambtenaren. De Schoolwet. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Ad vertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever Telefoon No. 21 BRESKENS Po78$4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur ,St.-bl." no. 479 is opge- en de regeling der toeken van wachtgeld aan burger- rijksambtenaren; daaraan is volgende ontleend kn een burgerlijk rijksamb- ar in vasten dienst, wien ól ontslag wordt verleend ■os opheffing zijner betrek- of wegens verandering in nrichting van het dienstvak, bij hij werkzaam is en waar- kijn werkzaamheden over- g zijn geworden, wordt met ng van den dag van ontslag, zoover hij alsdan niet uit iren hoofde in de termen om pensioen te genieten, laste van het lichaam, voor ;s rekening zijn bezoldiging itelijk kwam, een wachtgeld ekend op den voet der be- igen van dit besluit, en zoodanig wachtgeld kan worden toegekend aan den jerlijken rijksambtenaar, die lag vraagt, nadat het voor- en hem is medegedeeld om betrekking op te heffen of nrichting van zijn dienstvak lanig te veranderen, dat zijn tzaamheden overbodig zullen den. nder burgelijke rijksambte- tn verstaat dit besluit hen, bezoldiging wordt geregeld bet Bezoldigingsbesluit Bur- jke Rijksambtenaren 1920, lede de ambtenaren bij de dbouw-Hoogeschool en de artsenijkundige- Hoogeschool zoover ten aanzien van de it lid bedoelde personen de enning van wachtgeld niet de wet is of wordt geregeld, n vasten dienst worden mede cht te zijn de ambtenaren, krachtens wet of algemee- maatregel van bestuur voor bepaalden tijd zijn aange- d, doch als regel zullen wor- herbenoemd. let betrekking tot den duur iet bedrag van het wacht- lij dagteekent uit de eerste in der vijftiende eeuw de m is die eener kapel en zij it een zeer zeldzaam uurwerk, faarvan is zij vervaardigd 'an geheel koper, met ivoor j'egd. eer goedik zal den heer mar kennis geven van uw langen, zoodra ik mijn zaken [edaan heb en naar L. terug- Ti lus hoort gij daar te huis? 3 kent gij ook zeker alle 'Onderheden omtrent dien 'egrijpelijken, afgrijselijken ord a, wel onbegrijpelijkher- 'Ide Hover, in gedachten vei- 'Pt maar misschien wilt gij den prijs wel opgeven, dien voor de pendule over hebt, #f het geval dat men er af- geld worden de burgerlijke rijks ambtenaren onderscheiden in a. hen, die een ambt beklee- den, dat een hoofdbetrekking vormt, en uit hoofde van den aard hunner bekwaamheden redelijkerwijze geacht moeten worden eengelijkwaardige positie anders dan in openbaren dienst niet binnen een redelijken termijn te kunnen verkrijgen D. de overigen Aan een burgelijk rijksambte naar, als bedoeld onder a, wordt het genot van wachtgeld toege kend gedurende een tijdvak, ge lijk aan zijn diensttijd, ten be drage van a. indien hij ten tijde van het ontslag kostwinner is van een gezin, gedurende de eerste drie maanden de laatstelijk door hem genoten wedde, gedurende de volgende drie maanden 85 ten honderd en daarna 70 ten hon derd van de laatstelijk door hem genoten wedde b. in de overige gevallen, ge durende de eerste drie maanden de laatstelijk door hem genoten wedde, gedurende de volgende drie maanden 75 ten honderd en daarna 60 ten honderd van de laatstelijk door hem genoten wedde. Aan een burgerlijk rijksamb tenaar, als bedoeld onder b, wordt het genot van wachtgeld toegekend gedurende drie maan den, vermeerderd voor hem, die ten tijde van het ontslag kost winner van een gezin was, met een maand voor elk jaar door hem volbrachten diensttijd, tot een maximum van in totaal een jaar. Het wachtgeld voor de in dezen bedoelde ambtenaren be draagt gedurende de eerste drie maanden het bedrag van de laatstelijk door den betrokkene genoten wedde en daarna 70 ten honderd daarvan. In buitengewone gevallen kan het wachtgeld tot een bedrag van ten hoogste 70 ten honderd van het laatstelijk genoten wacht geld voor een bepaalden tijd na het verstrijken der vorenom- stand van wil doen. De heer von Lockeren opende eene lade, nam er een boek uit, bladerde er in, en eindigde met het aan zijn bezoeker over te reiken. Ziehier de prijs, waarvoor ik de pendule verkocht. Driehon derd gulden. Die som geef ik er gaarne weer voor. O Ik zie daar dat gij door uwe klanten den verkoop met hunne handteekening laat be vestigen. Die maatregel heeft mij reeds meermalen voor onaangenaam heden gevrijwaard. Gij kunt daarenboven wel nagaan, dat ik gaarne weet waar ik, zpo noo- dig, de door mij verkochte voorwerpen weer kan vinden, wanneer de politie, of andere verzamelaars ernaarinformeeren. Maar gij kunt toch niemand noodzaken hier zijn naam en woonplaats op te geven. Noodzaken, neen. Maar ik heb meestal klanten, die daar niet tegen opzien. schreven termijnen worden voort gezet. Onder diensttijd wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan de aan het ontslag voorafgaande tijd, die in aan merking komt voor pensioen, met dien verstande echter, dat a. diensttijd, voor het bereiken van den voll :n leeftijd van 18 jaren vervuld, buiten aanmerking blijft b. diensttijd in een nevenbe trekking slechts in aanmerking komt, indien het wachtgeld uit hoofde van ontslag uit die be trekking wordt toegekend c. indien de diensttijd wegens verleend ontslag onderbroken i9 geweest, de tijd vóór de onder breking slechts medetelt, indien de onderbreking minder dan een jaar heeft geduurd d. alle diensttijd slechts een maal wordt medegeteld. Wanneer de op wachtgeld- gestelde inkomsten gaat genie ten uit of in verband met arbeid of bedrijf, na het ontslag ter hand genomen, wordt, zoodra en zoolang het wachtgeld ver meerderd met die inkomsten de laatstelijk genoten wedde zou overschrijden, het wachtgeld met het bedrag dier overschrij ding verminderd. Indien de op wachtgeld-ge stelde een hem aangeboden ambt of betrekking, die hem naar het oordeel van den betrokken Mi nister in verband met zijn per soonlijkheid en omstandigheden redelijkerwijze kan worden op gedragen, weigert te aanvaarden of ook anderszins, indien hij in de gelegenheid komt om op een wijze, die in verband met zijn persoonlijkheid en omstan digheden naar het oordeel van den betrokken Minister voor hem passend kan worden geacht, inkomsten te verkrijgen, daarvan geen gebruik maakt, dan vert valt het wachtgeld voor het bediag, waarmede het wacht geld vermeerderd met de ver zuimde inkomsten de laatstelijk Den 12den September was mijnheer Wemar dus hier Dan is hij al spoedig na uw bericht gekomen Is het u dan bekend, dat ik ham uitnoodigde de klok eens te komen zien vroeg de koopman verbaasd. Zeker. Op hetzelfde oogen- blik nam Hover het boek op, trad er mede tot aan de deur van den winkel en bekeek daar de bladzijde, waarop niet slechts één verkoop beschreven stond, niet slechts één kooper zijn hand teekening gezet had. Vlak onder den naam van Wemar stond geschreven Een horloge uit Genève (merk Facio) gekocht. Vijf en twintig gulden er voor betaald. 12 September. Ludwig Hahler, Weenen X, Straat 17. Hover had zijne zelfbeheer- sching herwonnen en wendde zich bedaard tot den verbaasden koopman. Ook het jonge mensch genoten wedde zou hebben overschreden. Het wachtgeld vervalt, zondra de op wachtgeld-gestelde uit anderen hoofde dan de ophef fing zijner betrekking in de ter men komt om pensioen te ge nieten. Indien de op wachtgeld-ge stelde ambtenares in het huwelijk treedt, dan vervalt voor den duur van dat huwelijk het wacht- geld. Bij K. B. wordt eene oommissie van drie personen ingesteld, wier advies, indien de belanghebben de dit wenscht, wordt ingewon nen over door hem ingebrachte bezwaren. De „Standaard" bevat een beschouwing over de stichtings vrijheid van scholen voor elke inrichting (de zoogenaamde „kleine schooltjes"). Het volgende wordt hierover medegedeeld „De publieke kas is bij deze kwestie ten zeerste geïnteres seerd. Onbeperkte vrijheid van scholen-stichting leidt indien de Overheid meent gelijk hls nu, dat zij „alles" betalen moet - in ons theologisch en kerke lijk zoo verdeeld vaderland tot een financiëele losbandigheid, welke door geen enkele staats kas gedragen kan worden, zelfs niet in dagen van weelde. We hebben het reeds mee gemaakt, dat de Lager Onder wijswet, in 1920 ingevoerd, haast op den voet moest worden ge volgd door een wet tot beper king dier wet. Het verwonderde ons niet. Staatsalbetalerij is met vrijheid onvereenigbaar. En één van tweeën men zal de vrij heid moeten beknotten, of de staatsalbetalerij moeten opge ven. Voorloopig koos men en op het moment was in de gegeven omstandigheden wel haast niets anders mogelijk beknotting der vrijheid. had zijn arbeid gestaakt en sloeg hem gade. Wat heeft u toch zoo ver wonderd vroeg de grijsaard glimlachend. Wel, heel toevallig ontdekte ik hier den naam van een vriend mijner jeugd. Hoort Ludwig Hahler ook tot uwe klanten Wel zoo, was dat een vriend van u klonk het eenigszins kortaf. Wat hebt gij tegen hem? vroeg Hover. Alles en niets. Ik weet alleen dat hij, met zijne ziekelijke over spanning, en zijn onbegrensde eerzucht slecht past bij uwe kalmte en voorkomendheid. Gij hebt hem sedert lang uit het oog verloren, zeker? Sedert ik een knaap was. Was hij destijds nog gezond? Hoe bedoelt gij dat Wel, thans lijdt hij aan val lende ziekte. Hij is iemand, van wien zijne engelachtig geduldige vrouw heeft moeten scheiden, omdat zij haar leven niet meer Men kon niet anders, want het beginsel der Staatsalbetale rij ligt in de Lager Onderwijs wet 1920 zoo vastgesmeed, dat een schudden en rukken daaraan ondoenlijk is. In den nood toestand, waarin de publieke kwam, kon men welhaast niet anders doen dan met een nood- ontwerp tot beknotting der vrij heid komen". Het blad is overtuigd, dat deze keuze toch verkeerd is, en bij nadere bezinning niet gehand haafd zal kunnen worden. Bovendien is beknotten der vrijheid voor dat deel des volks, dat zich om der wille van de vrijheid in den schoolstrijd ge worpen heeft tegen de beginselen, welke aan dien strijd ten grond- slag lagen, en dus voor de Anti-Revolutionaire Partij het tegendeel van „bevrediging". „Maar wat dan Niet de vrijheid moet beknot, maar de Staatsalbetalerij moet opgegeven worden, meent het antirevolutionnaire orgaan. E11 het beproeft dan, practisch aan te geven, hoe het moet. Neemt bijvoorbeeld eens een middelmatig dorp, waar rede lijkerwijs een neutrale, een Room- sche en een Protestantsch-Chris- telijke School kunnen bestaan, maar waar in de laatste school Hervormd en Gereformeerd het niet al te best met elkaar kunnen vinden. Nu beperkte de Overheid zich tot dat, wat landelijk en naar vaste regelen algemeen, als het minimum van vereischte vrijheid wordt aangenomen. De overheid vrage niet, hoe ver of ze de splitsingsvrijheid bij mogelijkheid kan laten ge worden. Daarmee heeft de Overheid niets te maken. Maar de Overheid vrage, welk mini mum van vrijheid zij beslist moet honoreeren. Op een middelmatig dorp, waar, redelijkerwijs, de drie genoemde scholen kunnen be staan, is onzes inziens dat mini mum met het bestaan dier drie zeker was bij hem. En wat hem, buitenzijn lichamelijk lijden, ten gronde richt is zijne waar lijk ziekelijke verzamelingswoede en het vaste denkbeeld dat er een uitvinder in hem schuilt. Aan die herschenschim offert hij al zijn geld, en wat hem nog aan gezondheid rest, op. Hij is de schrik van alle werktuig kundigen en handelaren in oud heden uit Weenen. Niets blijft voor hem verborgen. Hij neemt aanstonds alles, wat maar eenigs zins daarvoor vatbaar is, uit elkaar, en koopt de dwaaste prullen op. De gi ijsaard was, al sprekende, uit zijn humeur geraakt, nu viel hij zichzelf echter in de rede Het was niet mooi van mij dat ik u den vriend uwer jeugd zoo van de slechtste zijde beschreef; maar gij weet nu ten minste wie hij is, en dat gij voorzichtig met hem te werk moet gaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1922 | | pagina 1