ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN )e Misdadiger. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. 31e Jaargang Woensdag, 26 Juli 1922 Nummer 2744 Onze vacantie. VERSLAG van den Keuringsdienst van Waren voor het Keuringsgebied Goes over het tweede kwartaal 1922. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever BOO M—B L I E K BRESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterljjk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur De boog kan niet altijd ge- pinnen zijn. Dat is te meer nar naarmate de spanning [rakker is. En waar in onzen ademen tijd die spanning over een bedenkelijke hoogte heeft «reikt, doet zich ó"ok duidelijker nadrukkelijker dan vroeger behoefte gevoelen aan ont- panning in den zin niet van vtrmaak, maar van een uitspan- uit het gareel van den dage- ibchen arbeid. Natuurlijk is er ook hier onder- iheid. Over 't algemeen eischt stadsleven meer inspanning den geheelen mensch, spe- aal van zijn zenuwgestel, dan leven op het platteland. En is de arbeid in de meeste ittllectueele beroepen en in ten, zoo ai niet inspannender Br de lichamelijke kracht, dan [h fnuikender voor de gezond- id door zijn zenuwinspanning de landarbeid. Maar onver- tbillig, welke arbeid iemand iricht, ieder heeft de ont- anning van den boog noodig. de nachtrust en wekelijksche indagrust schenken die niet in Idoende mate. Men moet al ms eenmaal ieder jaar eens ■gen, liever nog weken, uit spannen zijn uit het gareel den arbeid om niet alleen lichaam, maar ook den geest vooral het zenuwgestel geheel rust te laten komen. Dit ltste vooral is het, dat die rust onzen tijd zoo dringend be- tft. Heel ons leven gaat in leds sneller tempo. We voelen vaak als voortgejaagd. En I is niet alleen de arbeid, die ons zenuwleven veel zwaar- eischen stelt. De snelle ng van dat leven zelf, de ik duizelingwekkende drukte steden, de tallooze materi- ie en andere zorgen, de ver- ogde intellectueele belang- ig, de groei van ons ver- woordelijkheidsbesef, dat alles ikt zenuwuitputtend. En ons «uwgestel, eenmaal vermoeid, öe huishoudster voldeed aan verlangen en zag onmid- Bjk weer een andere schaduw gs den muur glijden, een itrpgeteekende, zwarte scha- S die echter geen oogenblik 1 portret verduisterde. Zij de dit aan den detective, die -nlichend antwooidde: Overmorgen, 6 November, zal om dezen tijd terugkomen, teid er u op voor dan een deelte van den nacht wakker Wijven. Ik meen een spoor hebben ontdekt. Laat mij een oogenblik alleen. Zij gehoorzaamde, maar hem slechts ten halve vertrou- 'de, liet zij Ami voor Rudolfs ■®pel neerleggen, wel weten dat de hond niemand anders de huisgenooten over den herstelt zich veel langzamer dan onze spieren en lichaamsorganen. Dat herstel kunnen we niet be reiken door een enkelen rustdag. We moeten er eens uit, heelemaal eruit. We moeten niet 's mor gens wakker wórden met de gedachte aan ons werk nog in het hootd. En een Zondag, die ons gelegenheid geeft onze werkplannen voop de week vast te stellen, is niet voldoende. Alleen een langere rustpoos, waarin we slapen gaan met niets dan de gedachte aan de zon en den wind en de blauwe luchten in ons hoofd en wakker worden met het verlangen opnieuw door de bosschen te dwalen of ons te koesteren in het duinzand, kan ons geheel tot ons zelf brengen en verfrisschen met nieuwe kracht. We moeten er in den volsten zin eens uit zijn, dat wil zeggen niet uit den arbeid alleen, maar uit den vermoeienden sleurgang van ons eigen leven, die immers telkens weer onze gedachten terugvoert naar ons werk, naar onze zorgen, naar het geheele warnet onzer persoonlijke om standigheden, waarin we als 't ware ons zelf hebben ingeweven. We moeten trachten eens even een ander te worden. En om dat te kunnen, moeten we niet alleen onzen arbeid een tijdlang laten rusten, maar ook uit onze dagelijksche omgeving los raken. Onze vacantie, zal ze het volle effect hebben, dat we er van hopen, moeten we niet in eigen huis, niet in eigen dorp of stad, maar zoo eenigszins mogelijk in den vreemde uit vieren. Hoe vreemder die om geving, des te beter, want des te volkomener zullen we alle gedachten aan dagelijkschen arbeid en zorgen uit ons hoofd kunnen zetten en als 't ware een ander worden door de sterkere indrukken en het vele nieuwe, dat we zien en ervaren. Maar die omgeving moet rustig zijn. Geen nieuwe vermoeienis door vermoeiend zware en enervee- rende reizen en geen geestelijke vermoeienis ook door een snelle drempel zou laten gaan, zonder met zijn luid geblaf om hulp te roepen. Daarna liep zij recht de trap af, opende de tuindeur en trad naar buiten. Zij kon er aanstonds een buitengewoon tooneel zien. Wales stond op de vensterbank en onderzocht het bovengedeelte van het raam. Zijn gelaat werd helder door het lamplicht be schenen en zij las er verbazing opdaarna stapte hij haastig naaf omlaag. De huishoudster trad juist weer in huis, toen hij de werk kamer verliet. Hij kwam op haar toe en vroeg Wanneer is uw meester het laatst te Weenen geweest? Omstreeks half September. Goed. Overmorgen keet ik terugmaar niet voor half tien 's avonds. Hij groette haar haastig en verliet het huis, zonder iets anders medegenomen te hebben dan het stukje wit papier, waarin bioscoopachtige opeenvolging van telkens nieuwe indrukken. De indrukken kunnen zeer sterk en machtig zijn, wanneer ze maar niet in verbijsterende snelheid elkaar opvolgen, zooals dat b.v voor den buitenman veelal het geval zal zijn bij~een verblijf in groote, drukke steden. Ook die Duitenman zoeke dus zijn rust op het land, brenge zijn vacantie in landelijke omgeving door. Maar hij kieze daarvoor een omgeving, die afwijkt van de zijne. Juist omdat een eenigs zins vreemde omgeving, mits we er ons rustig in neergeven, ons het verst buiten ons eigen leven brengt en ons zoo het best tot rust laat komen, is een verblijf in een vreemd land ge- duiende onze vacantie het ver- kieslijkst, tenzij dan dat onbe reisdheid en gebrekkige talen kennis daaraan weer te veel ver moeiends verbindt. Maar niet ieder kan het zoo nemen. Het vacantitkrijgen is geen voorrecht meer van school kinderen, studenten, ambtenaren en enkele bevoorrechtigden. Ook in het particulier bedrijf wordt aan de employe's en veelal ook aan de arbeiders een zij het wel wat korte vacantie toege staan. Toch moeten nog vele duizenden dag aan dag vooruit, of, zoo ze vacantie nemen, dat doen ten koste van hun eigen beurs, die het gewoonlijk niet dragen kan. Maar naast die duizenden staan nog weer andere duizenden, die hun vacantie in eigen huis moeten doorbrengen. En betrekkelijk maar enkelen brengen het tot over de grenzen. Dit laatste is ook niet bepaald noodig. In ons land zijn nog mooie, onbekende, rustige plekjes genoeg. Nu de zomervacantie voor de meesten gaat beginnen, moeten ze zich dat maar herin neren. Een verblijf van enkele dagen op een eenvoudig dorp kost zooveel meer niet dan een daagje uit en werkt heel wat verfrisschender. Zelfs als het duurder mocht zijn, brengt de verhoogde lichaams- en levens- de klos gewikkeld was geweest. Het was de laatste bladzijde van een brief. De eene kant was nog onbeschreven; op de andere zijde stonden maar deze enkele slotregels Buitengewoon zeldzaam. Kijk die zaakjes dus eens goed na. Met hoogachting, H. Von Lockeren. Weenen, 9 September. ,9 September", mompelde de detective onder het voortgaan en op 10 October heeft men mijnheer Wemar vermoord ge vonden. Dat „overmorgen" was „heden" geworden. Men had niets meer van Wales vernomen, en Rudolf was aan de grootste spanning ten prooi. Zelfs Thérèse vond nergens rust of duur meer. Toch brak de bepaalde avond einde lijk aan. Steel was gaan slapen, en aan Rudolfs bed zat de getrouwe huishoudster. Op het oogenblik dat de klok tien kracht die meerdere kosten wel op. We hebben de goede ge woonte in het volle van den zomer onze vacanties te nemen en te krijgen. Laten we er al het voordeel uithalen, dat eruit te halen is door een rustig ver blijf buiten. Het zal ons en onze omgeving tot voordeel zijn. Uit het Verslag over het tijd vak 1 April 1 Juli ontleenen wij het volgende Het aantal inspectiën over 80 gemeenten heeft bedragen 1057, waarvan 3.14 bakkerijen, 721 winkels en 2 fabrieken; gekeurd werden 26917 partijen voedingsmiddelen en 1679 par tijen visch. Het aantal monsters volle melk, dat in het tweede kwartaal op het laboratorium werd onder zocht, bedroeg 1301, waarvan 128 ondeugdelijk van samenstel ling werden bevonden (9,83 pCt.) Wanneer men deze getallen vergelijkt met die van het vorige kwartaal (747, waarvan 78 on deugdelijk is 10.44 pCt.) is er wel is waar geen groote voor uitgang te bespeuren, maar moet niet uit het oog worden verloren, dat een groot aantal plaatsen in dit kwartaal voor de eerste maal bezocht werden. Vooral op vele plaatsen in Zeeuwsch- Vlaanderen bleek water-toevoe- ging algemeen gebruikelijk. Wat de reinheid der melk betreft is hierin verbetering te bespeurenhet aantal monsters „zeer vuile" melk verminderde sterk, terwijl de beoordeeling strenger werd (8,4 pCt. zeer vuile melk, vorig kwartaal 23 pCt.) Naar aanleiding van deze bevindingen werd 16 maal pro- ces-verbaal opgemaakt door de aanwezigheid van toegevoegd water. uur sloeg, werd er gescheld. Eene minuut later bracht de gejaagde vrouw den geheimen agent binnen, die er opgeruimd maar zeer vermoeid uitzag. Hebt gij nog niets kunnen ontdekken vroeg de zieke. Zoo weinig, dat het de moeite niet waard is er u over te spre ken. Ik moet u echter eene vraag doen. Bezat uw oom in den laatsten tijd eene kleine pendule het kastje gemaakt uit rood koper en ivoor Het klokje heeft den vorm van een kapel. Ik kan mij dat niet herinne ren. Weet gij het ook soms, juffrouw Neen, klonk het vol over tuiging. Het klokje kan pas sedeit 12 September in het bezit van den overledene zijn geweeet, hield Wales vol. Het is mogelijk, maar hij ver telde ons niet altijd van zijne inkoopen, omdat hij vreesde voor verkwistend door te gaan. De samenstelling der karne melk laat nog veel te wenschen over. Een monster geconsendeerde melk bleek gecondenseerde tapte melk te zijn, den verkooper werd verzocht de etiquetteering in overeenstemming te brengen met den inhoud. Nu het dagelijks terugkeerende melkonderzoek geregeld was, werd een aanvang gemaakt met het onderzoek van azijn. Uit de cijfers blijkt dit een gelukkige gedachte te zijn geweest, daar van de 75 monsters 31 ondeug delijk van samenstelling bleken. Meestal was het gehalte water- vrij azijnzuur te gering, een enkele maal kwamen zoogenaam de azijnaaltjes voor. De verkoop van de zooge naamde „bruine azijn", die niet in dit besluit was opgenomen, maar blijkbaar in Zeeland een geliefd artikel is en zeker bur ger-recht heeft verkregen, wordt in het vervolg toegestaan. Deze „bruine azijn" wordt gekleurd met niet onbelangrijke hoeveel heden caramel, zooveel zelfs, dat een fabrikant, die z'n azijn controleerde met een aceto-meter, meende, dat deze voldoende watervrij azijnzuur bevatte, ter wijl het gehalte op het labora torium door titratie gevonden te gering was. Hem werd aan geraden zich een titreer-inrich- ting aan te schaffen, daar door de aanwezige caramel foutieve uitkomsten werden verkregen. Aan het eind van dit kwar taal werd een aanvang gemaakt met het onderzoek van brood. Nadat het Broodbesluit bij Koninklijk besluit van 25 April 1922 was afgekondigd, werden op verschillende plaatsen bakke rijen geïnspecteerd, waaibij de keurmeester den betrokken bak ker er tevens op attent maakte, dat het broodbesluit in werking was getreden. Het onderzoek van 27 mons ters specerijen gaf geen aan leiding tot bijzondere opmer kingen. Drie monsters gemalen Zou ik de verschillende kasten na mogen zien Zeer zekermaar gelooft gij dus Ik geloof niet meer, ik maar dat komt er niet op aan; wij moeten nog bewijzen heb ben. Als ik u verzoeken mag, juffrouw, ga dan met mij mede. De zieke zag hem onschuldig na. Het viel hem zoo hard, daar werkeloos te moeten neerliggen. Wales begaf zich het allereerst naar den tuin. Zij behoefden geen lantaarn mede te nemen, want de maan verlichtte helder de smalle paden. De detective vroeg om een ladder, en Thé rèse wees er hem een aan, die horizontaal aan twee haken hing, in de schutting geslagen, welke den tuin van den heer Wemar van dien van zijn buurman scheidde. Well sprak de vreemde man: die ladder is niet zwaar. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1922 | | pagina 1