ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijksch Overzicht.
fBreSLLBTere.
De Misdadiger.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
31e Jaargang
Zaterdag 1 juli 1922
Nummer 2737
Maatschappij tot bevor
dering van Landbouw en
Veeteelt in Zeeland.
ESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
A d v er t e n t i e p r Ij s v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
™oefo2°,n BRESKENS P°7S*§J°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
„Het was niet altijd mogelijk",
heeft Lloyd George onlangs op
een bijeenkomst van de Wes-
levaansche beweging gezegd,
„de menschen in het buitenland
er toe te krijgen de motieven te
realise eren, die honderdduizenden
en zelfs millioenen jongel'eden
tijdens den oorlog naar dood en
verminking hebben gezonden Zij
toeken steeds naar materiëele
redenen. Zij dachten, dat de su
prematie van Engeland op han
delsgebied werd bedreigd, dat
de sterkte van zijn vloot werd
de weegschaal gesteld, dat
zijn kusten werden bedreigd. Het
ivas geen van deze dingen De
oproep, die aan het begin van
den oorlog is uitgevaardigd, was
de meest ridderlijke, die ooit op
ongelieden is gedaan, om zich
in den strijd te begeven, sinds
de dagen, dat de ridders en de
boeren in de middeleeuwen ten
kruistocht gingen. De oproep
gold het beschermen van de
zwakken tegen de sterken. Dit
was het oogmerk."
De wereld heeft het lang ge
loofd. En het is niet de schuld
dier wereld, dat dat geloof ver
dwenen is en de menschen in het
buitenland er moeilijk toe te krij
gen zijn de motieven te reali-
ieeren, die honderdduizenden in
den dood joegen. We hebben een
oorlog gehad van tien tegen een,
wat niet den indruk wekt van
ten strijd van zwakken tegen
iterken. En het vredesverdrag
lan Veisailles was al te zeer ge
beend van de edele onbaatzuch
tigheid der kruisridders Maar
oiettemin weten de menschen in
het buitenland de motieven heel
itcuur te realiseeren. En ze on
derscheiden daarbij op voortref-
lelijke wijze. De motieven der
derdduizenden, zeker, die
londen wel een oogenblik doen
denken aan de geestdrift, die
ïuropa naar het Heilige Land
Ireef in den strijd tegen de Sa-
tacenen. Maar het waren niet
die honderdduizenden, die den
org.
i)
De heer Wemar, gepension-
lerd politie-Cv mmissaris te L.
trd in een ochtend op ge-
Bmzinnige wijze vermoord.
Een met vaste hand toe-
ibrachte dolkstoot had een
inde aan zijn leven gemaakt
'aar niets vermist werd, kon
efstal de drijfveer niet zijn.
politie kon, ondanks haar
ifvge/.et onderzoek, niet den
fg vinden vanwaar de moorde-
aar gekomen of verdwenen was.
Deze moord, gepleegd op den
>0 algemeen bekenden en door
'en gewaardeerden ex-com-
"ssaris van politie, had alge
mene deelneming en veront-
aardiging opgewekt.
Op zekeren avond, dat het
«aangenaam en stormachtig
oorlog gemaakt hebben. Zij gin
gen toen de oorlog er was, ieder
in het vaste geloof aan zijn goed
recht. Franschen en Engelschen
en Duitschers, zij vochten, de
meesten althans, voor wat zij
goed en recht dachten. Maar de
ontgoocheling is gekomen bij
Franschen en Engelschen en
Duitschers. En van de geestdrift
is niets overgebleven dan ver
bittering en ellende en bar-
baarschheid. Vijf jaren oorlog,
waarvoor ieder sprankje van
geestdrift al was uitgebluscht,
heeft de menschen verwilderd
en het peil onzer beschaving
naar beneden gehaald. En de
edele geestdrift, waarvan Lloyd
George nu nog de herrinnering
durft oproepen, is verkeerd in
een cynische ongevoeligheid en
een brutale minachting voor an-
derer leven. Het eenige, wat we
van ons geloof hebben overge
houden is het geloof aan de
macht van het geweld en aan de
volstrekte heerschappij van het
bloedige wapen. En dat geloof
demonstreeren we op ontstellen
de wijze.
Het is een wel averechtsche
methode om ten bewijze van
eigen gelijk zijn tegenstander de
hersens in te slaan'. Ze bewijst
niets dan eigen ongelijk en bar-
baarschheid. Maar sinds de oor
log die methode in het groot
heeft zien toepassen en democra
tie. recht en beschaving zich zelf
in bloedig geweld overtroffen,
schijnt de menschheid een bij
zonder vertrouwen in en daar
door een bijzondere voorliefde
voor die methode genomen te
hebben.
De Russen hebben haar in het
groot-toegepast Want hetSow-
jet-gezag berust toch voor een
groot deel op terrorisme. Het
proces tegen de sociaal-revolu
tionairen is bezig er getuigenis
van af te leggen. En de verde
digers uit België en Duitschland
hebben dat blijkbaar begrepen
en daarom hun ondankbare taak
opgegeven. Zeker, Europa heeft
er zelf schuld. De gewezen Bel
gische minister Van der Velde is
eerlijk genoeg geweest om het
w eer was, vormden zich weder
verschillende groepen in den
omtrek van het huis, waarin de
moord gepleegd was. Onder de
vele aanwezigen kon men een
man met een in het oogvallend
uiterlijk opmerken. Het was een
reeds bejaard man, met grijs
haar en een streng, ja zelfs norsch
gelaat, met vast op elkander
geknepen lippen en een loeren
den blik.
Zijn naam was Bosman hij
was belast met het oppertoezicht
der gevangenis te L. In die
betrekking werd hij, zoo dan al
niet bekend, toch zeer geacht,
want Bosman was een stipt die
naar van zijn plichthij had dit
trouwens bewezen door een meer
dan veertigjarigen diensttijd.
Geen wonder dat hij van alle
kanten door de nieuwsgierigen
werd bestormd. Een ieder toch
wilde de schaarschte, maar
meerendeels gegronde opmer
kingen hooren, die de grijze, in
te bekennen. De blokkade, de
militaire interventies, die het
reeds uitgeputte land nog langer
onder de geesel van den oorlog
lieten, zijn voor een deel schuld
aan den bestaanden toestand.
Maar de Sowjet-macht zelf is in
haar wezen grootendeels intimi
datie en steunt op terrorisme.
De macht der Iersche republi
keinen deed het blijkbaar ook,
schoon niet in die mate. Er is
verklaring voor dit terrorisme,
beter nog dan voor dat van de
bolsjewiki, en verontschuldiging
dus ook. Maar nu de verkiezin
gen hebben aangetoond, dat het
Iersche volk zelfs de goedkeuring
van het tractaat met Engeland
wil, hebben ook de republikeinen
zich daarbij neerteleggen. „Het
is gezwicht voor Engeland's be
dreiging met nieuwen oorlog",
zegt De Valera. Toegevende, dat
het zijn republikeinsche gevoe
lens niet heeft losgelaten, moet
men tevens vaststellen, dat het
rust wil. Maar de desperado's der
republikeinen willen dat niet. En
aan hun haat is nu ook Sir Henry
Wilson, de chef van het Engel-
sche leger, ten offer gevallen.
Als helper van de Ulstersche
regeering, die hij met hart en
ziel diende en als tegenstander
van lerland's vrijheid is hij ver
moord. En in Ulster zal onge-
getwijfeld die moord weer op
onschuldige ngewroken worden.
Want de katholieke Ieren zijn
voor den moord zeker niet vei-
antwoordelijk. De republikeinen
onder hen zijn het zelfs niet, al
is de moord wellicht het zijde-
lingsch gevolg van hun actie.
Zijn de monarchisten het ook
niet aan den moord op Rathe-
nau, den bekenden Duitschen mi
nister, die het eerst den weg
naar een overeenkomst met
Frankrijk vond? Het vinden van
dien weg hebben de militaristen
en monarchisten hem niet ver
geven. En men kan niet met de
zelfden gerustheid als ten op
zichte van de Iersche republikei
nen hun rechtstreeksche schuld
ontkennen.
„Moordenaar"' schreeuwden de
socialisten Helfferich in de Rijks-
alles wat misdaden betrof zoo
volkomen doorkneede ambtenaar
bij het gevangenisleven zich af
en toe liet ontvallen.
Men zegt immers dat de ver-
slagene geen vijanden bad, en
dat er niets werd ontvreemd,
merkte een kleine, levendige man
op, die zich als het ware tegen
hem had opgedrongen en, gelijk
men geen moeite had te be
speuren, den post van verslag
gever aan de eên of andere
courant bekleedde.
Bosman zag hem van het hoofd
tot de voeten aan. Hij kon zulke
opgeblazen lieden niet uitstaan,
waarschijnlijk wel omdat hijzelf
zoo gesloten en karig met zijne
woorden was.
Hij antwoorde minachtend
Denk toch eens verstandig
over de zaak na. Zou er bij de
politie wel één beambte wezen,
die geen vijanden bezit
Onder het uiten dezer woor
den zag Bosman zijn toehoorder
dag toe. Ze bedoelden daarmee
zeker geen andere medeplichtig
heid dan die, welke uit de actie
der conservatieven volgt. Maar
het is nog de vraag of zooal niet,
Helfferich, dan toch de Pruisische
jonkers en zelfs de partij der
Duitschnationalen niet in meer
directen zin aan dezen moord
schuldig staan. „Ik ben ervan
overtuigd", heeft de voorzitter
van den Rijksdag gezegd, „dat
de moordenaars een organisatie
achter zich hebben, die hen be
schermt en finantieël steunt. An
ders zou een dergelijke daad niet
mogelijk zijn." Want het is im
mers niet de eerste. Niet in de
eerste plaats de haat tegen den
man van den moord van Wies-
baden spreekt zich in dezen
moord uit Hij is het vervolg op
den moord op Erzberger ge
pleegd „Tegen de mannen, die
den nieuwen staatsvorm dienen,
wordt met millioenen gelds het
volk opgehitst. Van Koningsberg
tot Constanz wordt ons vaderland
door moord bedreigd." Met deze
woorden heeft de rijkskanselier
de daad in het juiste licht gezet.
Hij komt voort uit den geweldigen
wrok dergenen, die door de re
volutie van 1918 de macht in
Duitschland verloten hebben. De
ze haat spreekt er zich in uit.
Hij maakt de waarschuwing van
den rijkskanselier aan de „geach
te heeren der rechterzijde" be
grijpelijk. „Thans", zoo eindigde
deze, „roep ik allen op, die be
reid zijn de ware vrijheid te
verdedigen. Beschermt de repu
bliek.''
Dit moet ongetwijfeld de uit
werking zijn, dat zij de repu
blikeinen en democraten eindelijk
wakker maakt voor het gevaar
en tot verweer bijeen drijft. Het
is tijd niet alleen ter wille van
de republiek. „Zorgt er voor,
dat in het Duitsche land de
moordatmosfeer verdwijnt."
Deze woorden door Dr. W'irth
bij de begrafenis van Erzberger
gesproken, krijgen steeds meer
beteekenis. Wanneer de politieke
haat zich als regel gaat uiten
op deze wijze, dan loopt de
beschaving zelve gevaar. Hoe-
niet aan. Schijnbaar in zichzelf
gekeerd, keek hij voor zich uit.
Dit was zijn gewoonte geworden.
Plotseling echter viel er op zijn
gelaat te bespeuren, dat hij in
diep gepeins verzonken waser
kwam eene uitdrukking van op
gewondenheid in zijne trekken
en zijne wangen verbleekten.
Vol aandacht luisterde hij toe.
Dit duurde slechts een oogen
blik daarop baande hij zich,
zonder zich aan iemand te storen,
een weg door den kring waarin
hij stond, en trad, of liever
snelde toe op een verwijderde
groep heeren, die, zijne richting
uitkomende, zoo juist de onmid
dellijke nabijheid van het tooneel
der misdaad verlieten
Drommels mompelde Bosman,
waar is hij gebleven?
De persoon, dien hij eenige
oogenbltkken lang had gezien,
de slanke man, wiens schuw,
donker en vermagerd gelaat naar
hem toegekeerd was geweest.
veel mannen van links zijn aan
dien haat al niet ten offer ge
vallen „In de bitterste chao
tische tijden heeft het proleta
riaat niet een enkelen, die den
ouden staatsvorm trouw bleef,
een haar gekrenkt", mocht de
rijkskanselier wel herinneren. De
moordatmosfeer is hier gescha
pen door de mannen, die van
bovenaf op het volk neerzien,
door de zoogenaamd beschaafde
en allerhoogste klassen. Dat is
het bedenkelijkst.
De oorlog Ja, ook de oorlog.
Wanneer de Pruisische jonkers
en de Iersche desperado's en
Ulsterianen en in Rusland de
bolsjewiki het meest brute ge
weld tot hun god maken en een
moordatmosfeer scheppen, dan
is daarvan voor een groot deel
ongetwijfeld de oorlog schuld.
De Maatschappij tot bevordering
v. Landbouw en Veeteelt in Zee
land, bij verkorting genaamd Z.L.
M., hield deze week haar vergade
ringen te Colijnsplaat, waar Don
derdag door den ring Noord-
Beveland een tentoonstelling
wordt gehouden.
Dinsdagavond werden de leden
van 't Hoofdbestuur ten Gemeente
huize officieel ontvangen door
het Gemeentebestuur, waarbij het
woord werd gevoerd door den
burgemeester, de heer J. A.
State.
Namens het hoofdbestuur be
dankte de algemeen voorzitter,
de heer mr. P. Dieleman voor
de vriendelijke ontvangst en
wees er op, dat Noord-Beveland
reeds voor eeuwen de lusthof
van Zeeland werd genoemd.
Spr. uitte de beste wenschen
voor den bloei en den groei van
Colijnsplaat en het geheele
eiland.
Na deze ontvangst werd in de
raadzaal de vergadering van het
hoofdbestuur gehouden, waarin
allereerst aan de orde was de
wiens stralende blik den zijne
had ontmoet, was spoorloos ver
dwenen.
Bosman richtte zich naar het
kleine, van een tralievenster
voorziene poortje, dat den dicht
beplanten tuin van Wemar's huis
van de straat afsloot. Het zat
op slot. Hij keek rechts en links
om zich heen nergens ontdekte
men een nis of een schuilhoek,
waar de zoo eensklaps verdwe
nen man zich had kunnen ver
bergen. Hier, aan den meest
van de stad verwijderden kant,
liep de straat uit op, van hooge
houten schuttingen omgeven tui
nen. Zij vormden slechts een
rechte lijn, welke zich nog tame
lijk ver uitstrekte, althans zóó
ver dat een vluchteling dien
afstand onmogelijk in den tijd
van eenige seconden had kunnen
afleggen, om den uitersten hoek
daarvan te bereiken.
(Wordt vervolgd.)