ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Uelijhcli Omzicht,
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
["31e Jaargang
Zaterdag 6 Mei 1922
Nummer 2722
Eerste Blad,
De wijziging van de
Arbeidswet,
BRESKEMSCHE COURANT
[Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
j Ad v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent
I Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo'21" BRESKENS p°78$4ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
j Men behoeft het natuurlijk
|jtt in alles eens te zijn voor
emeenschappelijke samenwer-
of voor een bijzondere actie
i eenigerlei richting. Ileelwat
fenschen loopen in een zelfde
irtij samen wier meeningen ver
l elkaar loopen. En de wereld-
jrlog zelf heeft ons geleerd,
verscheidenheid van bedoe-
gen toch tot een geestdiiftige
jzamenlijke krachtsinspanning
i tot gemeenschappelijke offers
i staat kan stellen, mits maar.
(ietwaar op dat „mits" komt
lit aan. Menschen, die in alles
willen en zelfs voor be
king van verschillende bedoe
ken niet eens van een zelfde
willen gebruik maken,
tanen niet samenwerken. Er
oet althans iets gemeenschap-
lelijks zijn, al is het dan maar
iet gebruikmaken van een ge-
leenschappelijk middel. In den
pooten oorlog bestond die ge-
leenschappelijkheid juist vooral
ihet middel, dat allen geza-
lenlijk dienstig oordeelden tot
eiking van de zoo uiteenloo-
lende bedoelingen. Thans na
ooi log is die gemeenschap
lelijkheid opgeheven. Duitsch-
jlnd staat niet meer als gevaar
lijke vijand allen in den weg.
En meer en meer blijkt nu de
'erscheidenheid der bedoelingen,
allen een anderen kant uit
trekken.
Ook te Genua 1 Lloyd George
keelt juist Genua gewild om de
gemeenschappelijkheid te her-
Itellen en om ook het uitgevallen
Rusland en zelfs de overwon-
en neutralen binnen den
[ring diergemeenschappelijkheid
betrekken. Maar het is de
Genueesche conferentie, dia deze
(«erscheidenheid allerduidelijkst
het licht brengt, die zich
I in de tegenstelling Engeland
[Frankrijk manifesteert.
I Engeland en Frankrijk willen
|ieder wat anders. Laat mij rond
tuit zeggen, als iemand meent,
dat hij door eenige combinatie
op den duur twee groote volken,
die twee derden van Europa
Ivertegenwoordigen eronder kan
[houden, moet hij wel stekeblind
[zijn", heeft Lloyd George ge-
[iegd. Dat was aan Frankrijk's
[adres. Want Frankrijk heeft het
I gemeend, meent het nog. Het
zegt het aiet zoo. Misschien is
het zich niet eens dat doel dui
delijk bewust. Maar zijn politiek
ia erop gericht. Het hoopt den
kunstmatige» toestand, die de
vrede van Versailles geschapen
heeft en waardoor Duitschland
in een minderwaardige positie
gedrongen is, te kunnen besten
digen en Rusland's huidige toe-
'tand te kunnen benutten om
eigen macht in het Oosten te
verzekeren.
,Een onmogelijkheid, een
dwaasheid, een krankzinnigheid",
noemt Lloyd George het. Het
was beter geweest, wanneer hij
dat eerder had ingezien, waar
door de vrede van Versailles
ons bespaard ware gebleven.
Maar het is ook beter ten halve
gekeerd, dan ten heele gedwaald.
Het DuitschRussisch verdrag
heeft ongetwijfeld meegeholpen.
Lloyd George heelt zelf erkend,
dat het voor sommigen een open-
ba'ing is geweest. Dat hij het
zeil al iang als onvermijdelijk
had gezien, is mogelijk. Enge-
land's politiek is vanaf Versail
les altijd anders geweest dan de
Fransche. Maar zoo duidelijk als
te Genua heeft zij nooit daar
tegenover stelling genomen. Dat
geldt niet alleen Duitschland,
ook Rusland. Engeland wil wer
kelijk de verzoening. „Gij moet
tot een overeenkomst komen,
die beide volken mede-omvat".
Dat is de tegenstelling. En Lloyd
George zelf ziet ze duidelijk ge
noeg. „Op het oogenblik be
lmoren wij tot de overheer-
schende groep, die den grooten
oorlog gewonnen heeft heeft
hij gezegd, „wij zijn oppermach
tig en zegevierend". Het ver
schil is maar, hoe men van deze
oppermacht gebruik wil maken.
Frankrijk wil de tegenstelling
overwinnaars en overwonnenen
handhaven. Zijn zeer bijzondere
positie in Europa dringt het
daartoe. Maar Lloyd George en
Engeland zien de onmogelijkheid,
de krankzinnigheid. Hopen ze
ook Frankrijk daarvan te over
tuigen? Zoo niet, wat zoeken
ze dan eigenlijk in Genua
Want zonder die overtuiging
van Frankrijk's zijde is het doel
van Genua, het doel van Lloyd
George onbereikbaar. En over
dit doel is het dan ook, dat de
FranschEngetsche strijd thans
te Genua gevoerd wordt. De
overwinning van Frankrijk, die
na Lloyd George's onomwonden
verklaringen onmogelijk schijnt,
even goed als een breuk tusschen
Frankrijk en Engeland, is voor
Eutopa's naaste toekomst ramp
zalig. Maar de overwinning lijkt
het noodlottigst. Een breuk zal
ook Frankrijk niet kunnen ver
dragen. En het zal eindigen met
toe te geven, zoo het niet te
Genua is, dan eldsrs. Dat is het
hoopvolle vers«hiet, dat zich in
Engeland's beslissing voor Euro
pa opensluit. De strijd over
oorlogsdocumenten, die thans
nog voor de Munchensche recht
bank gevoerd wordt, naar aan
leiding van rapporten van wijlen
Eisner, Beieren's eerste minister
tijdens de bolsjewistische psriode,
is feitelijk voorbij. We moeten
het verleden als afgedaan be
schouwen en voor een nieuwe
toekomst wsrke».
Rusland blijft daarin hetgroote
vraagstuk, dat naast de Fransch-
Engelsche tegenstelling de Ge-
nueesche conferentie beheerscht.
De Russen toonen er zich weinig
bescheiden. Zijn ze zich van de
macht hunner hulpeloosheid
bewust Zij hebben niets te
verliezen, Europa alles, zoo het
den Russisehen warboel niet helpt
ordenen. Een kolos als het
Russische rijk kan niet als een
zieke plek in Europa's lichaam
blijven etteren.
Maar achter den Russisehen
kolos rijst nog een andere kolos
op, een kolos met leemen voe
ten. Zoo het Russisshe vraag
stuk de naaste toekomst be
heerscht, over een verwijdeider
verschiet donkert de schaduw
van China's ontzaglijk lichaam.
Een volk van meer dan 400
millioen moet te eeniger tijd zijn
woord, en een beslissend woord
in de wereldgeschiedenis mee
gaan spreken. Maar tot dien
Overgeleverd aan de expansie-
zucht der anderen, van Japan in
de eerste plaats, blijft China
ook nu Washington een gevaar
voor den wereldvrede. En dat
gevaar is te grooter, naarmate
zijn innerlijke verdeeldheid het
tot een gemakkelijker buit maakt
en gereede aanleiding tot in
grijpen van anderen geeft.
Daardoor juist krijgt een bur
ger-oorlog als thans tusschen
twee machtige generaals is uil
gebroken, ook voor het Westen
beteekenis. Wanneer dejapan-
sche partij er de overhand houdt,
zal dan Amerika rustig blijven
toezien De omstandigheden zijn
veranderd. Het Japansch-En-
gelsch bondgenootschap vormt
geen barrière meer tegen elke
tusschenkomst. De toenadering
tusschen Engeland en "Amerika
maakt integendeel Amerika ster
ker. Zoekt daarom Japan Frank-
rijks zijde of is het de vrees
voor een herlevend Rusland, dat
het beweegt. Nieuwe machts
groepen zijn zich aan 't aftee-
kenen. F'rankrijk's politiek ligt
feite'ijk al aan stukken. Het is
alleen nog maar de vraag wat
er voor in de plaats zal komen.
De Vereeniging van Neder-
landsche Werkgevers heeft om
trent de voorgestelde wijziging
van de Arbeidswet een adres
gezonden aan de Tweede Kamer,
waarin zij er op wijst, dat naar
haar oordeel de ernst der tijden
gebiedt, dat voor een overgangs
tijdperk, stel voorloopig drie
jaren, afwijking van de bepalin
gen omtrent den normalen werk
tijd mogelijk worde gemaakt,
met dien verstande, dat zonder
vergunning voor arbeiders van
zestien jaren of ouder een ar
beidstijd tot een maximum van
56 uren per week wordt toege
staan.
Het Hbl. ontleent nog aan de
toelichting, dat bij de adresee-
rende vereenigingen een 300-tal
Nederlandsche ondernemingen
zijn aangesloten, bij welke teza
men ruim 170,000 arbeiders in
dienst zijn. Bovendien is ten aan
zien van twee puntende af
wijking van de normen door
collectief overleg tusschen werk
gevers en arbeiders en het ver
binden van voorwaarden aan
overwerkvergunningen in het
bijzonder het oordeel ingewonnen
van de Vereeniging Centraal
Overleg in Arbeidszaken voor
Werkgeversbonden.
In deze vereeniging hebben
zich 15 landelijke vakbonden van
werkgevers, omvattende onge
veer 180.000 arbeiders, aaneen
gesloten, welke in hun bedrijfstak
de arbeidsvoorwaarden regelen.
Hun centiale mag dan ook in
de eerste plaats competent wor
den geacht zich uit te spreken
over de genoemde twee punten,
welke immers zulk een gewichtig
onderdeel vormen van de al-
gemeene arbeidsvoorwaarden.
De in dit adres naar voren
gebrachte verlangens mag men
dan ook beschouwen als de
verlangens van de leiders der
grootste industrieele ondernemin
gen in Nederland, derhalve van
hen, die de Nederlandsche rij
verheid hebben weten te maken
tot wat zij nu is.
Als hunne woordvoerders meent
adressante. voor alles de aandacht
der Kamer te moeten vestigen
op de malaise, welke nu reeds
geruimen tijd in het bedrijfs
leven heerscht.
De concurrentie, welke de
Duitsche industrie ons aandoet,
is inderdaad zeer ernstig, ter
wijl voor vele bedrijven, wat dit
betreft, de Belgische en Fran
sche mededinging met de Duit
sche gelijk gesteld kan worden.
De algemeene verarming, welke
als gevolg van den oorlog is
ingetreden, maakt dat de con
sument over de geheele lijn voor
dezelfde hoeveelheden minder
kan betalen dan vroeger.'
En naarmate het besef leven
diger wordt, dat de wereld sterk
verarmd is, een besef dat door
verschillende omstandigheden
slechts langzaam doordringt, zul
len de werkelijke prijzen, welke
de afnemers voor dezelfde hoe
veelheden goederen willen be
talen, meer en meer dalen.
De nijverheid wordt dus ge
dwongen steeds en steeds goed-
kooper te produceeren.
Waar d« 'toestanden zoo zijn,
dient ook de overheid, voor
zoover dat in haar vermogen is,
mede te helpen om onze «ijver-
heid in staat te stellen de pro
ductie zoo goedkoop mogelijk
te doen zijn.
De overheid kan daartoe me
dehelpen door in deze tijde» zoo
min mogelijk lasten op de in
dustrie te laten drukken en zich
zooveel mogelijk van ingrijpen
in het bedrijfsleven te onthouden.
Hoezeer adr. dan ook de zelf
overwinning van den Minister
van Arbeid apprecieert, dat hij
openlijk heeft erkead, dat nu
een 45-urige werkweek in ieder
geval onhoudbaar is, kan zij
toch niet nalaten, er de aan
dacht der Kamer op te vestigen,
dat naar haar oordeel de ver
andering van de 45-urige in
de 48-urige arbeidsweek voor
deze ernstige tijden onvoldoende
is. De ernst der tijden gebiedt
veeleer, dat voor een overgangs
tijdperk stel voorloopig voor
3 jaren afwijking van de be
palingen omtrent den normalen
werktijd mogelijk worde ge
maakt met dien verstande, dat,
zonder vergunning, voor arbei
ders van 16 jaar of ouder een
arbeidstijd tot een maximum van
56 uren per week worde toege
staan.
Door een en ander zullen die
takken van nijverheid, welke door
hunne te dure productie hetzij
1
hun bedrijf reeds hebben moe
ten stilleggen of inkrimpen, het
zij noodgedwongen dit binnen
kort zullen moeten doen, hunne
productiekosten kunnen verlagen.
Immers, dezelfde algemeene
onkosten zullen bij verlengden
arbeidsduur op een veel grootere
productie drukken.
Ook zal in vele gevallen be
reikt kunnen worden, dat de
fabrikant in de gelegenheid wordt
gesteld, zijn arbeiders hetzelfde
weekinkomen te laten verdienen,
een weekinkomen, dat zelfs br|
de door den Minister voorgestel
de wijziging van dsn wettelijken
arbeidsduur in vele gevallen niet
zal kunnen worden gehandhaafd.
De verlengde arbeidsduur heeft
dan tot gevolg, dat anders in
tredende werkloosheid wordt
voorkomen en dat voor de toe
komst bedrijven voor ons land
behouden blijven, die ons vader
land anders zou verliezen.
Tenslotte zullen daardoor ook
de belastingen dalen, omdat ook
de overheidsbedrijven en de
spoorwegen, aan wien de ver
korte werkdag tallooze millioe-
nen hebben gekost, in staat zullen
worden gesteld hun onderneming
meer rendeerend te maken.
Wij verwachten niet, dat vele
fabrieken aangenomen, dat
aan onzen wensch gevolg wordt
gegeven een maximalen werk-
duur zullen invoeren, maar men
schept althans de mogelijkheid
voor hen, die daaraan waarlijk
behoefte hebben, hunne concur-
rentiemogelijkheid te vergrooten.
Weliswaar zou ook nu de Mi
nister nog voor 2 jaar een zekere
werktijdverlenging kunnen ver-
leenen, maar het bezwaar van
zulk een verlening bij bestuurs
maatregel of bij ministrieele be
schikking ligt hierin, dat de fa
brikant daarbij steeds afhanke
lijk blijft van het commeroieel
inzicht der betrokken ambtena
ren. Bovendien moeten volgens
dit systeem vele ondernemingen
van contracten afzien, omdat zij
bij spoedaanvagen niet weten, of
hun een verlengde arbeidsduur
zal worden gegund.
Adr. verwacht dat dit oordeel
direct als „onbekookte reactie"
zal worden aangeduid. Dan ech
ter wenscht zij er op te wijzen
dat, hoewel de Vereeniging nooit
aan onbekookte reactie heeft
meegedaan, zij in 1919 reeds
dadelijk Minister en Volksver
tegenwoordiging er met klem op
heeft gewezen, dat een 45-urige
arbeidsweek in de praktijk on
mogelijk zou zijn te handhaven,
dat de toenmalige tijden een
48-urige arbeidsweek als normaal
minimum vereischten. De Mini»,
ter noemde toen dit verlangen
„pietluttig gepeuter", maar de
geschiedenis gaf adressant gelijk.
Zij wil niet, misbruik makende
van de heerschende malaise,
terug nemen wat in vorige jaren
waarlijk ten gunste der arbeiders
is bepaald, maar zij voelt aan
den lijve de heerschende malaise
en zij ziet dat een verkorte
arbeidsdag den werkloozen niet
baat, integendeel de werkloos
heid nog aanzienlijk zal ver
grooten.
Gunstige arbeidsvoorwaarden,