De eerste Steenlegging voor de Eleoti'ische Centrale voor Z.-Vlaanderen. Heden Dinsdag had de eerste iijheenlegging plaats van het ebouw voor de eerste Centrale an de Prov. Zeeuwsche Elec- E [ische Maatschappij, algemeen ikend onder den naam P. Z. l M., welke Centrale geheel q eeuwsch Vlaanderen van Elec- [lichen stroom voor licht en ücht zal voorzien. Hes morgens om kwart over ■gen zette het mooie stoom- (hip van den Prov. Stoomboot- ienst „Luctor et Emergo", het- p elk gemeerd lag aan de uitenhaven te Vlissingen koers iaat Terneuzen, met aan boord itheeren en genoodigden. Aldaar kwamen aan de is in de nu nieuwen kanaal- n, nog verschillende genoo- „den aan boord en na het thutten stevende de boot het anaal in om voorbij Sluiskil de I enige jaren geleden nieuwen L aargeul te nemen; om het daar- oor gevormde eiland bereikte ito de plaats, waar de plech- wlieid zou plaats hebben, n.I. ibij Driekwart ouder de ge- '1 (rate Westdorpe. Alvorens over de eigenlijke lechtigheid te melden, zij hier )K igemerkt, dat dezen dag als astvrouwe fungeerde de P. Z. M., vertegenwoordigd door !n raad van commissaiissen, de leren J. A. van Rompu, voorz frneuzen, mr. P. Dieleman, mr R I. J. Sprenger, mr A. A. de eer, allen Middelburg en D. Lindenberg, lid hoofdbestuur L. M. te 's Heer Arends- erke. De heer J. F. Magendans, s aectetaris van den raad van immissarissea, vergezelde hen. I" Behalve de commissaris der ooingin, de heer jhr mr J. W. gi karles van Ufford, die zich tame bereid had verklaard de erste steenlegging te verrichten, aren uitgenoodigd alle leden 'r Prov. Staten. De heeren J. E. Gerlach van St. Joos- niï, D, Huider, R. E. E. Nol- i C. Hartoog, J. W. v. Oe- tn en A. Timmerman Cz. kden voor de uitnoodiging irn dankt, terwijl de heer jhr mr A. O. Casembroot, oud lid Staten en oud-voorzitter van iro^o raad van commissarissen der Z E. M., door een lichte ongesteldheid verhinderd was aan lot hem gerichte uitnoodiging 'olg te geven. Ook prol. C. an( "dman te Dellt, adviseur der f li v., had m degedeeld ver- :v'l°nerd te ziïn- ue meeste der andere Staten- ®eni onder wie ook de oud- 5™ van het college van com- •«rissen, de heeren J H. ,,B sn A. van der Weijde, aanwezig alsmede de Ker H. J. G. Hartman en de "deur, de ingenieur en de ^boekhouder der P. Z. E. M. 'erder waren genoodigd de '•eentebesturen van de 19 ""enten in Oostelijk- en de AA" iemeenten in Westelijk Z.- vsrf ^eren met de secretarissen. i ai Een tweetal Gemeentebesturen had niets van zich laten hooren, een drietal zond bericht van verhindering. Behalve de provincie hebben aandeelen in de P. Z. E. M. de gemeenten Vlissingen, Goes, Mid delburg, Zierikzee, Oostburg, Hulst, Sas van Gent en Terneu zen. Van de eerste vier ge meenten, die buiten Zeeuwsch- Vlaandereu liggen, waren de burgemeesters geïnviteerd, die statuair de gemeenten ook in de vergadering van aandeelhouders der P. Z. E. M. vertegenwoor digen. De burgemeesters van Vlissingen en Goes, de heeren van Woelderen en Hajenius na men de uitnoodiging aan. Van de beide andere gemeenten'' kwam geen bericht in. Nog hadden de uitnoodiging aan genomen de heeren H. van Oordt, hoofd ingenieur van den Rijkswaterstaat te Middelburg, J. J. van Leeuwen, hoofd-inge- nieur van den Prov. Waterstaat te Middelburg, de heeren Lange- meijer en Israel, ingenieurs res pectievelijk van den Rijks- en Prov. Waterstaat te Terneuzen en de heer Verhoezen, ingenieur van de Domeinen te Middelburg, terwijl ook aanwezig waren de heeren A. A. Kok uit Bus um, den architect en P. L. Buitendijk, uit Heerlen, de aannemer van het bouwwerk. Nadat de boot bij de plaats der plechtigheid had gemeerd en de gastheeren en gasten zich naar de plek, waar de steen legging zou plaats hebben, had den begeven, nam de voorzitter van commissarissen, de heer J. A. VAN ROMPU, het woord en sprak ongeveer als volgt Mijnheer de Commissaris der Koningin 1 Mijne Heeren 1 Het is den Raad van Commis sarissen der Provinciale Zeeuw- sche Electriciteits-Maatschappij recht aangenaam en mij als zijn Voorzitter en woordvoerder een bijzonder genoegen U hier tegen woordig te zien op een tijdstip, dat in de geschiedenis der-werk zaamheden onzer maatschappij niet zonder beteekenis zal blij ken te zijn. Onze vennootschap immers is, na velerlei moeilijkheden door worsteld te hebben, thans zoover gevorderd, dat zij het gebouw harer centrale kan gaan optrek ken, d.w.z. het huis kan gereed maken, waarin de machtige ma chines den stroom zullen opwek ken, die geheel Zeeuwsch-Vlaan- deren van licht en kracht zullen voorzien. Commissarissen hebben ge meend, dat dit tijdsip als aan gewezen was, om de leden der Provinciale Staten, het College dat ons financieel tot dezen bouw in staat stelde, en de gemeente besturen uit dit deel van Zeeland, die naar wij vertrouwen straks onze stroomafnemers zullen zijn en propagandisten voor ons be drijf, hier bijeen te brengen in het hart van onze onderneming, ten einde hun een blik te gunnen op wat onze maatschappij reeds deed en straks zijn zal. Daarbij behooren de hoofd ambtenaren onzer Maatschappij, met name de Directeur, uit den aard der zaak aunwezig te- zijn, terwijl ook de bij onze werken en plannen betrokken hoofdamb tenaren van Rijk en Provincie, wier medewerking wij tot nu toe zoo ruimschoots mochten onder vinden en op wie wij waar schijnlijk nog meermalen een beroep zullen moeten doen, niet mogen ontbreken. Ten slotte moest, meenden wij, ook de Zeeuwsche pers vandaag naar Sas van Gent ge roepen worden wij zelf zouden ons werk in het algemeen en de gebeurtenissen van heden in het bijzonder als onbelangrijk be stempelen, indien wij haar niet in de gelegenheid stelden van onzen arbeid kennis te nemen en daarvan te vertellen in hare organen. Zij zal, naar wij mo gen aannemen, ons hare onmis bare medewerking, gelijk voor heen, ook in de toekomst niet onthouden. Mijne Heeren! het leggen van den eersten steen van een lang gewenscht gebouw, zij het den werkelijk eersten steen of den als symbool bedoelden eersten steen, is een feestelijke, een plechtige handeling die de be trokkenen met vreugde vervult ik twijfel niet of gij allen zult in de voldoening van Commis sarissen deelen, dat dit oogen- blik thans voor ons voor dit ge bouw bereikt is. Een bijzondere glans wordt aan die handeling verleend waar zij door U, Mijn heer de Commissaris der Konin gin in Zeeland, zal worden vol voerd. Uw sympathie, Uw warme belangstelling voor onzen arbeid zijn ons bekenddat daarvan ook thans wederom blijk wordt gegeven stemt ons tot groote erkentelijkheid. Ik veroorloof mi] U uit te noo- digen, de plechtige eerste-steen- legging van het gebouw der Zeeuwsch-Vlaamsche Electrische Centrale thans te willen verrich ten. Vervolgens nam de Commis saris der Koningin het woord en sprak als volgt In de eerste plaats mijn har- telijken dank aan den Raad van Commissarissen der P. Z. E. M. voor de uitnoodiging tot het leggen van den eersten steen van het bouwwerk, hetwelk hier straks zal verrijzen: Die uitnoodiging heb ik dank baar aanvaard. De bouw van deze centrale is een feit van zoo groote beteekenis voor Zee land in 't algemeen en voor Zeeuwsch-Vlaanderen in 't bij zonder, dat ik het ten zeerste toejuich, dat commissarissen der P. Z. E. M. gemeend hebben nevens de Dagelijksche besturen der gemeenten in dit deel der provincie ook alle leden van het Prov. bestuur tot deze plechtig heid te moeten uitnoodigen en mij als hunnen voorzitter ver zocht hebben door eene hande ling mijnerzijds mijne daadwer kelijke medewerking te verlee- nen aan de oprichting van het bouwwerk, hetwelk licht en kracht aan een groot deel onzer provincie en hare ingezetenen zal brengen. Ik stel het zeer op prijs, dat ik niet alleen door woorden, maar ook door eene daad heb kunnen toonen, dat de uitvoering der electriciteitsplanr.en, welke voor Zeeuwsch-Vlaanderen zijn ont worpen, mijne volle instemming- heeft. Reeds sedert meerdere jaren hebben de staten van Zeeland aan het vraagstuk der electrici- teitsvoorziening dezer provincie hunne aandacht gewijd. Na een korte uiteenzetting van zijne geschiedenis gaat spr. voort Mijne Heeren, Wij leven tegen woordig helaas nog steeds onder ernstige tijdsomstandigheden en de vraag, of er wel aanleiding bestaat om van provinciewege de groote offers, welke dat werk, zal vorderer, bijeen te brengen, moest, en is ook, met ernst onder de oogen worden gezien. Dat de Staten van Zeeland niet "over één nacht's ijs zijn gegaan, toonen m. i. cie discussies in de zomerzitting van het vorige jaar. Er zijn optimisten en er zijn pessimisten. Wilt het mij niet ten kwade duiden, dat ik mij in de rij der eersten schaar. Ja, zeker, wie zal 't zeggen, of de moeilijk heden, waarmede wij te kampen hebben, nog niet veel zwaarder zullen worden en of de malaise reeds haar toppunt heeft bereikt. Het antwoord op die vraag ligt in het duister, maar dit neemt niet weg, dat een .menschdom zonder hoop een proci wordt van diepe ellende. Hoop doet leven en het leven eischt voor uitgang, geen stilstand. Hoe somber en donker de tijdsom standigheden dan ook schijnen of in werkelijkheid zijn, wij mogen, neen wij moeten de hoop blijven koesteren, dat betere tijden weer eenmaal zullen aan breken. Die betere tijden zullen ook straks aanbreken. Mogen, neen moeten wij dan thans niet daarmede rekening houden Zouden wij, Zeeuwen, terwijl in nagenoeg alle piovin- cies de hand aan den ploeg wordt geslagen en van de ont wikkeling der electrotechniek partij wordt getrokken, rustig en kalm stil blijven zitten, waai het geldt de uitvoering van een werk, waarvan de noodzakelijk heid en de wenschelijkheid niet in twijfel kan worden getrokken! Niemand zal toch willen ont kennen, dat wij thans in het tijdperk der electriciteit leven en dat, ware het nu niet, dan toch over eenige jaren tot stich ting der centrale zou moeten worden overgegaan. Maar door uitstel zouden wij achteraan komen en dan in Landbouw, Industrie enz. niet meer kunnen wedijveren met onze buren in binnen- en buitenland. Besturen der gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen. De staten dezer provincie hebben een zeer, prijzenswaardig besluit getro -n om de gelden beschikbaar tV t 1- len voor de oprichting dezer cen trale. Ik zou U thans willen toe roepen toont U dit besluit waar dig, toont het door. in talrijke mate U aan te sluiten aan het net der Maatschappij, wilt niet eerst de kat uil den boom kijken, en steeds maar afwachten, wat anderen doen. Neen, overtuigt U zelf, dat met de stichting dezer centrale rechtsstreeks het voordeel Uwer gemeente en hare inwoners wordt beoogd. Onnoodig zal het zijn hier te gaan uitwijden over l>et nut van den electrischen stroom. De stroom die U van uit deze cen trale zal worden toegevoerd, zal U licht en kracht brengen in huis en boerderij,- stal en erf, in fabrieken en winkels, op den openbaren weg en overal, waar zulks wenschelijk mocht blijken. Voor talrijke doeleinden zal hij kunnen worden toegepast, voor den landbouw, de groot- en klein industrie, tractie, polderbemaling, drinkwatervoorziening, enz., enz. Speciaal ook voor den landbouw zal hij van groot nut kunnen zijnik denk aan 't electrisch ploegen, dorschen, voederberei ding, gr aanmalen, 't zij coöpera tief, 't zij met eigen motoren, het electrisch schapenscheren, wellicht ook electrisch melken. Laat ik hiermede volstaan om aan te toonen, dat eene land bouwende provincie als Zeeland haren goeden naam op het spel zou zetten, indien zij zich niet wist aan te passen aan de eischen van den tfgenwoordigen tijd. Licht en kracht, zeide ik, dat zal deze centrale u brengen. Moge het niet alleen in letter lijken maar ook in figuurlijken zin zijn en moge de stroom ook Uw -geesten, Uw energie en Uw arbeidslust steeds meer en meer doen ontvlammen. Het wil mij voorkomen, dat de dag van fieden een zekere voldoening en vreugde zal schenken aan allen, die hebben meegewerkt aan- of hun invloed hebben uitgeoefend bij de voorbereiding der stichting van dit bouwwerk. Heden toch mag met vrij groote zekerheid worden aangenomen, dat op den ingeslagen weg zal kunnen wor den voortgegaan en dat de voor Zeeuwsch-Vlaanderen ontworpen plannen werkelijkheid zullen worden. Hulde en dank in de eerste plaats aan heeren commissaris sen voor al hunne werkzaam heden en voor het aandeel, het welk zij in de voorbereiding heb ben gehad. Buitenstaanders zullen zich wellicht niet gemakkelijk een denkbeeld kunnen vormen van de talrijke beslommeringen en zorgen, welke het commis sariaat eener maatschappij als de P. Z. E. M., vooral in de jaren harer eerste ontwikkeling medebrengt. Aan hen, die het werken der commissarissen even als spreker van meer nabij heb ben mogen gadeslaan, zal het duidelijk zijn, dat op den dag van heden, waarop de eerste kiemen van het zaad, door com missarissen uitgestrooid, tot de oppervlakte der aarde door dringen, woorden van dank en idI namen» de provincie niet mogen ontbreken.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1922 | | pagina 1