ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEBEN fclijkscti Overzicht, n :N! VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 31e Jaargang Zaterdag 28 Januari 1922 Nummer 2695 chuld en Boete. De bevaarbaarheid van de Schelde. JE BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNo.'°2? BRESKENS Postij0 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur ID Toen president Fallières het jeé ontruimde voor zijn opvol- Poincaré, moet hij gezegd iben: „Achter mij komt de rlog binnen". Zou het wonder j, wanneer Briand, zich dat linoerend, onwillekeurig eens iterom gekeken heeft, toen als minister-president voor jncaré plaats maakte Het tl er niet veel toe, of Fallié- dat werkelijk gezegd heeft, hij dat gezegd heeft, zou van een eigenaardige hel- rziendheid getuigen. Het doet eigenlijk ook niet eens veel ot hij recht had dit als een wijt aan Poincaré's adres te •gen, dat wil zeggen, of Poin- e werkelijk bewust op den I -log heeft aangestuurd, waar- i nog dezer dagen de Bel- ehe Volksgazet! hem met een roep op de rapporten van Igische gezante beschuldigde waarvan hem niet enkel de itschers maar ook een deel i zijn eigen landgenooten bij ortduring een verwijt maken, incaré, wat hij dan ook ten dichte van den grooten oorlog jH :h al of niet te verwijten mag J^bben, heeft de beteekenis van n vaandel, van een symbool de Fransche politiek. En incare's premierschap op dit renblik beteekent dus het ont ij van dit vaandel, waarach- de stoet der Fransche on- ■zettelijken, de felle nationa- en en chauvinisten, die van va verzoening weten willen van een al hooger machts- isitie en al roemrijker glorie #r Frankrijk droomen, geest- ftig volgen. Zou het dan wonder zijn, dat and wantrouwend en angstig iterom keek Briand heeft, ie weinig dan ook, willen toe ven aan den aandrang van geland niet alleen, maar van wereld. Dat men hem aan den k zette en Poincaré met een trweldigende meerderheid aan «Herstemmen binnenhaalde, tft de beteekenis van een iborj Serge antwoordde echter met plechtige, vaste stem, terwijl opstond en de rechterhand zweren opstak. !<og eenmaal zweer ik, dat onschuldig ben. Ia woede ontstoken over deze 'dnekkigheid beval de rechter, men den gevangene terstond tav de Rue de Rome zou bren- Tusschen den chef der 'igheidspolitie en een van tn' agenten in een rijtuig zit- jd, reed Serge daarheen, 'oen het rijtuig voor het huis 1 &6 aankwam, had zich daar 'is een ontzaglijke menschen- '•sa verzameld, waaronder, #®el naar de meening van "Se als van die van den poli- thef, zich ook Claude be- Maar hoe nauwkeurig de een zoowel als de ander ook degenen monsterden, die den ingang van het huis belegerden, zoo bemerkten zij toch niemand, die op den gezochte geleek. Het begon reeds donker te worden, want de rechter had opzettelijk denzelfden tijd van den dag gekozen als die, waarop de misdaad was gepleegd ge worden. Toen Serge op de vierde ver dieping kwam en den corridor der hem zoo welbekende woning betrad, was hij ten hoogste ver baasd, het zich daar bevinden- dende venster reeds geopend te vinden, evenals wilde het toeval zijn vlucht begunstigen. Hij beschouwde door dat venster de tusschen de beide huizen horizon taal aangebrachte ijzeren stagen, om te berekenen, welke kracht hij moest aanwenden, om zich in het tegenovergelegen, even eens openstaande venster te werken, hij werd echter in zijne nieuwe oorlogsverklaring. „Zoo lang de bepalingen van het vre desverdrag niet zijn ingevoerd, zullen wij niet alleen het recht hebben, de genomen sancties in hun geheel te handhaven en er zoo noodig nieuwe te nemen, maar wij zullen ook gerechtigd zijn te verklaren dat de termij nen voor de ontruiming van den linker Rijn-oever nog niet zijn beginnen te loopen. Poincaré kan niet vergeten, dat de Fran- schen in het vredesverdrag deze fout hebben laten insluipen, dat de Rijnprovincie niet bij Frank rijk is gevoegd. Hij streeft nog naar die annexatie. De Duitschers hebben het hem altijd verweten en herinneren het zich. Heeft dan zijn optreden niet de beteekenis van een nieu we oorlogsverklaring Maar aan Duitschland niet alleen. „Poincaré," zoo schrijft de Daily Express, „geeft er zich geen rekenschap van, dat de redding van Duitschland van een bankroet en ondergang niet minder belangrijk is dan het herstel van de verwoeste ge bieden." Poincaré's optreden is een oorlogsverklaring aan Enge- land's wenschen eveneens. Zal Frankrijk er bij volharden kun nen De Times, een ander En- gelsch en sterk pro-Fransch blad, waarschuwt„Zij kunnen niet zeggen, of Frankrijker de voor keur aan geeft, in deze vertroe belde en gevaarlijke wereld pal te staan op den bodem van het nationalisme dan wel of het de noodzakelijkheid begint te be speuren van een breedere aan eensluiting van volken". Want de wenschen van Engeland zijn de wenschen der wereld. Dat is voor Frankrijk het gevaarlijkst. Zal het zich van die wereld kun nen isoleeren „Een van mijn sterkste indrukken is", zoo schreef een onlangs uit Washington te- rugkeerend journalist, ,de radi cale wijze, waarop Frankrijk hier heelt afgedaan." Dat was niet de schuld van Poincaré. Reeds voor zijn optreden waren de Fransche sympathieën, eens in Amerika zoo sterk, tengevolge van Frankrijk's imperialistische en militaristische politiek en zijn daarmee verband houdende hou ding te Washington, tot een minimum geslonken. Poincaré's ministerschap heeft de rest ge daan. En het verzet van Amerika tegen de Fransche politiek, die Poincaré vertegenwoordigt, moet zoo sterk zijn, dat Amerika zelfs zou weigeren deel te nemen aan een internationale conferentie te Genua of elders, waarbij men de vraagstukken der sancties, het herstel en de schadeloosstelling terzijde zou laten, aangezien men in Amerika deze vraagstukken beschouwt als de grondslagen van het geheel. Dat belooft niet veel goeds, ook niet voor de conferentie van Genua. Zonder Amerika lijkt een internationale poging tot weder opbouw der wereld een dwaas heid. Zal dan Frankrijk, dat nooit in deze Amerikaansche voorwaarden zal toestemmen, er buiten moeten blijven Lloyd George heeft al zoo iets gezegd, dat ook z-onder Frankrijk de conferentie zal doorgaan. Maar ook Lloyd George zal zich nog wel eens bedenken. Dat was in de eerste bitterheid der teleurstelling over het waar schijnlijke mislukken van zijn plan. Want die conferentie van Genua, dat was Lloyd George's glorie. Nadat hij Ierland ha'd beter gemaakt, zou hij ook de wereld beter maken. De Fran- schen hebben het hem belet. En zonder deze nieuwe glorie heeft hij naar huis moeten keeren. Zonder den steun van die glorie heeft hij het strijdperk van de Engelsche binnenlandsche poli tiek moeten binnen treden. Lloyd George is ongetwijfeld populair in Engeland. Maar de meerderheid, waarop zijn minis- teriëele macht steunt, bestaat niettemin voor drievierde uit conservatieven, die te eeniger tijd in hem, den vroegeren radi caal, wel weer eens de oude vijand zouden kunnen gaan zien. De coalitie-liberalen, die Lloyd George's partijgenooten zijn, zijn nu bezig een nieuwe partij tegen beschouwingen gestoord door den hem begeleidenden agent, die hem zeide, voorloopig de vroegere huiskamer van zijn vader binnen te treden, die daar dicht bij was. In deze, op de spoorbaan uitziende achterkamer bleef Serge nu onder bewaking van den agent terwijl de chef der veiligheids politie zijn maatregelen nam, om den gevangene te betrappen, zoodra deze een poging tot ontvluchting door het corridor- venster wagen zou. Te dien einde plaatste hij op de achter trap en op de binnenplaats van het huis No. 68 een aantal agenten, die in last hadden den getangene gade te slaan, doch hem eerst te grijpen, wanneer hij zich met Claude zou ver- eenigd hebben. Op deze wijze hoopte de politiechef tevens laatstgenoemde in handen te krijgen, terwijl hij tegen Serge zeggen kon over de onaf hankelijke liberalen onder Asquith te formeeren, welke de partij der nationaal- liberaien zal heeten. Het is het eerste voorspel van de Engelsche verkiezingen, die langzamerhand in zicht komen. Lloyd George's Iersch succes geeft hem daarbij ongetwijfeld een goede kans, evenals ook het onbetwistbare succes, dat de Engelschen te Washington behaalden. Maar met het herstel der wereld, het herstel van het internationale vertrouwen, als Lloyd George het noemde, is hij tot nu toe nog maar weinig opgeschoten. Genua is nog hoogst twijfel achtig. En als het gebeurt, zijn de waarborgen voor een succes door Frankrijk's houding uiterst gering. Washington is een mis lukking geweest, dat woidt al meer duidelijk. Van de vier voudige Entente ten aanzien van het Verre Oosten komt misschien niets, omdat de Amerikaansche Senaat er niet veel zin in heeft, zoolang de Japansch-Chineesche kwesties niet geregeld zijn. En van de ontwapening Ja, dat was men bijna ver geten, dat het een ontwapenings conferentie heette. Welke ver wachtingen heeft het niet gewekt bij de wachtende wereldMet welk een geestdrift werd het plan van president Harding be groet En nu De menschheid wacht al zoo lang op den vrede. En angstiger dan ooit kijkt ze achter zich, waar ze opnieuw den oorlog waant te zien binnenkomen. „Welken oorlog bedoelt u, den voorbijen of den nieuwen vroegen Amerikaansche jongelui aan den Engelschman, die over den oorlog sprak. Zou het waar zijn? „Achter mij komt de oorlog binnen", zei Fallières. Moet dan altijd achter ons en onze pogin gen om den blijvenden vrede te grondvesten, weer de oorlog binnenkomen en is de vrede alleen in den dood Hij, die zoo straks dezen vrede is ingegaan, Paus BenedictusXV, heeft zich moeite genoeg gege ven om. dit kwaad te keeren en Ge hebt willen vluchten, bij gevolg zijt ge schuldig, Inmiddels zat Serge in den leuningstoel zijns vaders, met ongeduld het oogenblik afwach tend, waarop men hem weer op den corridor brengen zou, dien men doorgaan moest om in de eetkamer te komen. Recht tegen over hem was de agent, reeds een man op jaren, op een an deren stoel gaan zitten. Blijk baar vermoeid van zijn inspan- nenden dienst, steunde deze het hoofd op de hand en ware wel licht in slaap gevallen toen de deuren van een, zich achter zijn rug bevindende muurkast onhoorbaar geopend werd, en er twee mannen voorzichtig uit te voorschijn kwamen Claude en Sepherin. Laatstgenoemde maak te zich van den agent meester, en vóór deze wist, wat er met hem gebeurde, was hij gekne veld, zoodat hij geen geluid kon geven; vervolgens bond Sephe- den vrede onder de menschen te bevorderen. Hij heeft in een moeilijke tijd het hooge kerke lijke gezag uitgeoefend en zijn vredespogingen tijdens den oor log hebben hem h el wat moeite en verdachtmaking op den hals gehaald. Maar heengaande be hoeft hij niet als vorsten en minister-presidenten angstig ach terom te zien. Achter hem zal de oorlog niet binnenkomen. De redacteur van „de Maas bode" te Brussel schrijft Op het einde van het jaar 1921 werd, zoo meldt de „Inde- pendance", de Schelde door het personeel van den loodsdienst gepeild. Deze peilingen hebben aangewezen, dat de diepten van de rivier over het algemeen onveranderd zijn gebleven, be halve in het Krankeloon, bij de roode boeien 55 a 56 Rgl. Ver scheidene malen heeft men op deze plaats gebaggerd, maar tel kens kwamen er na eenigen tijd weer nieuwe zandlagen te liggen. Het is noodzakelijk, wil men groo- te ongelukken voorkomen, dat er werken worden verricht aan den ingang van het nauw van Bath, stroomopwaarts, tusschen de zwarte lichtboei 45 en de roode boeien 4 en 39, waar de bevaar bare geul nauwer wordt. Op deze plek zal de boei 34 waarschijnlijk dichter bij de bevaarbare geul moeten worden geplaatst. De tegenwoordige toestand van het nauw van Bath, geeft aanleiding tot een groot gevaar, namelijk, dat, indien er op die plek een aanvaring zou plaats grijpen, de toegang tot Antwer pen waarschijnlijk voor langen tijd zou zijn afgesneden. Dit gevaar is reeds aan de overheid kenbaar gemaakt, zoowel door de Nederlandsche als door de Belgische loodsen, zonder dat er eenig gevolg aan is gegeven. Het is nochthans absoluut nood zakelijk, dat de doorvaart ver- rine hem met stevige touwen aan zijn stoel vast. Tegelijker tijd had Claude de beide deu ren der kamer gegrendeld, en zeide zacht tegen Serge, die op het punt stond het van verba zing luid uit te schreeuwen Geen woord, anders zijn wij verloren. Hij opende het venster en bevestigde daaraan haastig een lange zijden touwladder, deze reikte met gemak tot aan den muur, die de kleine achterplaats omsloot, welke onmiddellijk aan het station van den Wester spoorweg grensde. Claude werkte zich het eerst het venster uit, terwijl hij Serge een wenk gaf om hem te volgen en klom haastig de ladder af. Zwijgend volgde Serge het hem gegeven voorbeeld en Sepherin volgde de beiden, nadat hij er zich nogmaals van overtuigd had, dat de agent zich niet uit zijn toestand bevrijden kon. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1922 | | pagina 1