ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK BRESKENS 31e Jaargang Woensdag 14 December 1921 Nummer 2683 De Zomertijd J Verschenen is het Voorloopig «V'jjlag der Comissie van Rap- ^turs over het wetsvoorstel i den heer Deckers c.s. tot lafiing van de jaarlijksche .toeging, gedurende den mer, van den wettelijken tijd. rVele leden hadden tegen dit tóiontwerp overwegend be- Laar. Zij merkten op, dat de morie van Toelichting weinig elijk en overtuigend is. Van objectiet" afwegen van de jtr- en nadeelen van den oertijd is geen sprake. De «aren, die worden aange- achtten dezen leden dan I zeer overdreven. Miuld en Boete. fs zijn K® L De Leerplichtwet. RESKENSCHE CO Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon Mo. 21 Drukker-Uitgever Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur hier aan het woord zijnde Itn waren van oordeel, dat (voorstellers in de Memorie i Toelichting blijk geven de Iteekenis van het vraagstuk t voldoende te beseften. Dit .gstuk moet niet alleen be- I worden van het gezichts- enkele groepen van lbouwers. De hygiënische en nische gronden die tot die ring van den zomentijd heb- geleid, hebben nog niets (hun kracht verloren. Ook eenige ons omringende landen Ide zomertijd ingevoerd en r is van overwegende bezwa- b bij de landbouwers niet ge iten. Gevraagd werd, waarom Ivoorstellers niet een onder- t omtrent de werking in het ilenland hebben ingesteld, "eenover de bezwaren door deel der landbouwers onder den, staat een voordeel voor erige deel der bevolking, de besparing van licht luttzienlijk, niet alleen bij de lelijke, maar ook bij de lan- Bte bevolking. Hen zou gaarne zien, dat de iratsllers sommen aangaven, (veel die besparing voor ons i bedraagt. Doch ook ander, l in geld waardeerbare voor zijn aan een zomertijd •ouden. Men vestigde de op de grootere levens olie, die voor velen, vooral domkoppen vermoeden 11 niet, dat ik op de Seine gworro, 'mijn boot 's morgens Parijs jeenen, f" 's avonds langs den- Hen weg de stad weder ver- Maar zeg eens, Sepherin, 't»at het met Brigard en I'üna? Heb je hun geheimen 'iet ontdekt '!'n. Daarentegen weet ik, principaal iederen dag s. at 1 B 130. str. 37. jsden. gelé, fare* tere* onderhoud met Angelina je'l hij haar reeds haar bel aan de Amerikaansche uitbetaald Er zijn, naar ik hoor, iog eenige formaliteiten gullen. Doch binnen twee dagen zal zij haar geld Wjgen. "ft men geen verdenking, voor de arbeiders, verbonden zijn aan de langere avonden, waarvan zij na aftoop van hun dagtaak kunnen genieten. Sommige leden merkten op, dat de zomertijd zelf reeds een compiomis is tusschen de belan gen van de overige bevolking. Immers de laatstgenoemde zou gaarne een midzomertijd zien ingevoerd, waarbij de klok in het midden van den zomer nog maals een uur verzet wordt. Die midzomertijd is door de Re geering uitsluitend met het oog op de belangen van den land bouw afgewezen. Verder mag echter, zoo betoogden deze leden, niet worden gegaan. Eenige leden waren van oor deel, dat indien door de land arbeiders bezwaren van den zomertijd mochten worden onder vonden, deze bij de Landar- beiderswet kunnen worden onder vangen. Door enkele leden werd dit wetsontwerp met instemming be groet, j omdat daardoor de levenswijze van de plattelands bevolking weer zal worden her steld in verband met de natuur lijke orde der werkzaamheden aan het platteland eigen. De natuur laat zich niet bedriegen, ook al verzet men de klok. Deze leden waren van oordeel, dat vele voordeelen van den zomertijd door de invoering van den achturigen arbeidsdag- taak reeds aan de stedelijke bevolking ten deel vallen. Eenige leden waren van oordeel, dat het internationale spoorweg verkeer, in zijn geheelen omvang belang heeft, zooal niet bij al of niet afschaffing van den zomer tijd, dan toch zeker bij een rege ling, die volkomen aansluit bij liet buitenland. Een beslissing in deze is dus zeer urgent. Sommige leden vroegen, of het niet gewenscht zou zijn in den zomer den Midden-Europeeschen tijd en in den winter den West- Euiopeeschen tijd te aanvaarden. De Commissie van Rappor teurs meent te moeten opmerken, dat bij de regeling van den zo mertijd rekening behoort te wor dat je met mij in verbinding staat r Volstrekt niet. Ik zeide zelfs heden nog tegen Brigard, dat er mij veel aan gelegen is, om mijn betrekking bij den heer Four- mont te behouden. Deze leugen is mij niet gemakkelijk gevallen, doch ik troostte mij met de ge dachte, dat het tot uw welzijn geschiedt. Ik dank je daarvoor, oude vriend, zeide Claude, terwijl hij hem de hand gaf. In zulk een ongelijken kamp als de onze tegen de overmacht der politie blijft ons niets anders over dan list. Dat zei ik ook zoo bij me- zelven. Het is een oorlog in het klein. Heb je me de voorwerpen medegebracht, die ik je opdroeg te koopen Zeker. Daar ligt alles, ant woordde Sepherin, terwijl hij op den gehouden met de daarom trent in het buitenland bestaan de regelingen. Door het onder havige voorstel van wet is dit echter niet mogelijk, omdat dit slechts ten doel heeft de af schaffing van den zomertijd, niet een meer doelmatige regeling daarvan door verlenging van het tijdvak, waarbinnen deze kon worden ingevoerd. Met het oog op de vele punten, die met dit onderwerp in verband staan en waardoor de Regeering alleen over de voldoende gegevens kan beschikken, meent de Commissie van Rapporteurs, om dat zij re den heeft te veronderstellen, dat de Regeering binnenkort te dezer zake een wetsontwerp zal indie nen, de voorstellers in overwe ging te moeten geven hun wets voorstel in te trekken en de door hen beoogde afschaffing bij de behandeling van het Regeerings- voorstel ter sprake te brengen. Hdbl. ui. We krijgen nu nog wat bijzon derheden uit de leerplichtwet. Allereerst wat de wet geeft als middelen tot bevordeiing van het schoolbezoek. Een gemeen teraad kan een verordening maken, dat politie-dienaren ge machtigd zijn, kinderen die zij gedurende de schooltijden op de openbare weg aantreffen, naar hun school te brengen. Verder kan een gemeenteraad bij verordening verbodsbepa lingen vaststellen omtrent de arbeid van kinderen beneden de veertien jaar. Een ander middel tot bevor dering van het schoolbezoek heett de gemeenteraad in het „uitloven van openbare beloo- ningan en eereblijken"de zoo genaamde „schoolprijzen" dus. En dan kan verder een gemeen teraad aan kinderen die daaraan behoefte hebben, voeding en kleeding verstrekken, of subsi die verleenen er voor. Daarbij worden leerlingen van bijzondere een pakje wees, dat hij op tafel had neergelegd. Het gesprek stokte nu een tijdlang. Beide mannen rookten en dachten na; doch zonder elkaar hunne gedachten mede te deelen, wisten zij toch, dat zij beiden aan hetzelfde dach ten, wat hu* zoo zwaar op het hart lag. Eindelijk verbrak Clau de het stilzwijgen, doordien hij met een smartelijk bewogen stem zeide Sepherin, weet je ook al het laatste bericht uit de bladen Welk bedoelt u, mijnheer Claude f Dat, volgens 't welk de justi tie voornemens is, om morgen mijne aime zuster zulk een vreeselijke foltering aan te doen? Ja! Toen ik vernam, dat men juffrouw Therese in de woning van den commandant Morain en vervolgens naar de Morgue voeren wilde, om haar tegenover het lijk te stellen, toen had ik scholen op gelijke voet behan deld met die van openbare scholen. Verplicht tot dit verstrekken van voedsel en kleeding zijn de gemeenteraden nog nieteen daartoe strekkend amendement werd bij de behandeling der wet verworpen. Zonderling ge noeg, zou men zoo zeggen. Het kind verplichten, om geregeld school te komen, maar het dan heel gemoedelijk daar laten zitten in een toestand die onder wijs onmogelijk maakt, dat is niet logies. Laat ons hopen, dat alle gemeenteraden de praktijk scheppen, die eigenlijk in de leerplichtwet moest staan Nu, voor welke kinderen de leerplichtwet niet geldt. Ten eerste zijn van leerplicht vrijgesteld de kinderen waarvan de ouders of verzorgers geen vaste woonplaats hebben; we zouden dus kunnen zeggen schipperskinderen, kinderen uit woonwagens en zoo voort. Maar zoodra de menschen langer dan acht dagen achtereen in een gemeente verblijf houden, onver schillig of zij daar wonen in een tent of een vaartuig of een wagen dan worden zij voor de leerplichtwet geacht, in die gemeente een vaste woonplaats te hebben tot aan den dag waar op zij weer vertrekken. Dan moeten dus de kinderen naar school. En behalve met de leerplichtwet kunnen de bewo ners van zulke woonwagens of woonschepen, als zij niet zorgen dat hun kinderén school gaan, nog te doen krijgen met den Commissaris der Koningin, die z'n vergunning tot het be wonen van een woonschip kan intrekken als er niet voor regel matig schoolbezoek wordt ge zorgd (Wet op de Woonwagens en Woonschepen 1918). 't Spreekt echter vanzelf dat er een uitzondering gemaakt wordt voor de menschen die elders een vaste woonplaats hebben, waar de kinderen school gaan anders zou men bij voor beeld last kunnen krijgen als men in de vacantie met z,n Sge- het wel van woede willen uit schreeuwen. Je bent dus ook van meening, dat een dergelijke wreedheid ook niet uitgevoerd worden. De justitiie had in de dagen, waarin zij tevergeefs trachtte Claude op te sporen, mevrouw Garancier meermalen een lang durig verhoor doen ondergaan; evenzoo werden Brigard en An gelina Verdier en de principaal van Serge verhoord, zonder dat men iets van belang ontdekte. De eenige grondslag voor de aanklacht vormden bijgevolg de ontdekkingen der politie, die terstond na de begane misdaad gedaan waren geworden. De politiechef juichte. Wel bleef de voorbedachtelijkheid van den moord uitgesloten, maar de schuld van Serge en Therese scheen onbetwistbaar. Om de instructie af te sluiten bleef nog slechts over, om de misdadigers met het lijk van den vermoorde te con- zin langer dan acht dagen lo geerde in een plaats, waar de school de vacantie op 'n andere tijd had Verder vallen buiten de leer plichtwet de kinderen die een school voor buitengewoon lager onderwijs bezoeken, dus doof stommen, achterlijken enz. en de kinderen die scholen voor hooger, middelbaar, nijverheids- of handels-onderwijs bezoeken, mits de kinderen, buiten de avonduren, daar minstens zestien uren onderwijs per week ont vangen. Ook geldt de leerplicht niet, als een wettelijk voorschrift het schoolbezoek verbiedtals een kind, ondanks aanvraag, op geen enkele school binnen een afstand van vier K.M. van de wo ning geen plaatsing heeft kunnen krijgen, of als een kind volgens schriftelijke verklaring van een dokter ongeschikt is voor het bezoeken van een school in het algemeen, of als de afstand van de naastbijzijnde school binnen vier K.M. te groot vindt voor het kind. Op al deze vrijstellingen kan men zich alleen beroepen als men aan de burgemeester ken nis heeft gegeven, dat en op welke grond men meen aan spraak op 'n vrijstelling te kun nen maken en deze kennisge ving nioet telkens, ieder jaar weer, voor 1 Febr. worden in gediend. Ten slotte is er nog de vrij stelling op grond van gewetens bezwaar. Als iemand overwe gend bezwaar heeft tegen het onderwijs op alle binnen «en afstand van 4 K.M. gelegen scholen, waar z'n kind plaatsing zou kunnen krijgen, dan wordt z'n kind vrijgesteld. Zoo iemand moet dan in z'n daareven ge noemde kennisgeving aan de burgemeester schriftelijk verkla ren, dat hij tegen het onderwijs op de scholen binnen 4 K.M. zóó overwegend bezwaar heeft, dat hij het kind voorloopig lie ver van onderwijs verstoken laat, dan het aan een der echo- len toe te vertrouwen. fronteeren, nadat men hen eerst naar de plaats van de misdaad zou gevoerd hebben. Bij deze gelegenheid moesten zij onfeil baar een bekentenis afleggen. Aanvankelijk was men van plan geweest, om beide aan geklaagden gezamenlijk daar heen te vervoeren men vreesde echter, dat zij bij deze gelegen heid door woorden of teekens het met elkaar eens zouden kun nen worden, vandaar dat dit plan opgegeven werd. Ook bevond Serge zich nog steeds in een hoogst opgewonden toe stand, terwijl Theresa reed* eenigszins tot bedaren was ge komen. Er werd derhalve besloten, den een na den ander aan deze wreede proef te onderwerpen en beiden later met elkaar te con- fronteeren, opdat zij zich in hunne opgaven zoo mogelijk tegen zouden spreken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1921 | | pagina 1