ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN mmhi&xow* VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Nummer 2679 De Ontwapening. Schuld en Boete. Het proces Landru, BRESKENSCHE COURANT ii DruUker-Uitgever E. BOOM—BLI EK Abonnernenfs-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Terwijl nieuwe uitlatingen van Briand, die schimpscheuten be helzen aan het adres der Engel- ichen, die tegen de Italianen te velde trekken en overeenstem ming betieffeude de bewapenin gen te land verhinderen, een zeer ongunstigen indruk maken terwijl de Chineezen opgewonden zijn over de Britsche interpre tatie van de vier resoluties, welke neerkomt op aanvaarding van een consortium, dat de spoor wegen beheert en de interna tionale controle onder alle mo gendheden gelijkelijk verdeelt terwijl officieel wordt ontkend dat de conferentie de quaestie der schulden in behandeling zal nemen, bestaat nochthans de mogelijkheid dat Amerika, dat de Europeesche mogendheden aanmoedigt om tot overeenstem ming te geraken, de conferentie zal doen slagen en we! door voor te slaan om, zoo de Washingtonsche conferentie leidt tot een vreedzaam en opbouwend tijdperk, op een tweede confe rentie de financieele verplich tingen, die Europa op de schou ders zijn gelegd nadat Amerika aan den oorlog deelnam, te be spreken. Aldus deelt het Han delsblad mede. Er zijn aanwij zingen, dat Amerika bereid is om eventueel vijftig percent dezer schulden kwijt te schelden, zoo Engeland desgelijks doet. Een dergelijk plan vereischt de goedkeuring van den Senaat, die op het oogenblik daartoe niet geneigd is, doch men voor spelt een krachtige poging om den Senaat ervan te overtuigen, dat ontwapei ing moet worden gevolgd door economische sta biliseering van Europa. Ik geef deze inlichten onder voorbehoud, ofschoon het denkbeeld reeds vroeger aan de hand is gedaan en steeds weer hardnekkig terug komt. Voor Briand aan boord ging, verklaarde hij dat hij niet kon antwoorden op de rede van 46) Wanneer men mij vraagt, waar ik gisteravond geweest ben, dan zal ik zeggen, dat ik met mijn boot op de Seine was in de nabijheid van Suresnes. Zoodra ik weet, dat ge mij onveranderd lief hebt, en dat ge noch aan mijn schuld, noch aan Serge en Therese twijfelt, zult ge door Sepherin vernemen, waar ik mij verborgen houd. Vaarwel, tot weerziens. CLAUDE. Nadat zij dezen brief gelezen had, drukte zij hem aan hare lippen, waarna zij tegen Sephe rin zeide Dit is mijn antwoord. De oude soldaat kuchte ver legen, om zijn ontroering te verbergenhij kon echter niet beletten, dat eenige tranen uit lijn oogen in den grijzen snor- Curzon, daar hij den officieelen tekst van deze rede nietin zijn be zit had. Wat betreft de ontwape ning zeide Briand, dat Frankrijk op dezen weg stellig even ver is gegaan als welke mogendheid ook. Frankrijk heeft, in weerwil van het gevaar dat het loopt, zijn leger met een derde deel verminderd. Ondanks de wet, die behelst dat er drie lichtin gen onder de wapenen mogen zijn, worden thans slecht9 twee op de been gehouden Een wets ontwerp, dat bij het parlement is ingediend, zal den diensttijd met de helft verminderen en dientengevolge het effectief in dezelfde verhoud! .g. Frankrijk heeft derhalve wat het leger aangaat méér gedaan dan de andere landen ten opzichte hun ner marine deden, daar de ver mindering der vloten, die wordt beoogd, de 40 percent niet te boven gaat. Na den oorlog is de Fransche groote vloot ver minderd van drie eskaders tot een. Frankrijk was bereid op dit gebied een overeenkomst te sluiten met zijn geallieerden, dezelfde proportioneele vermin deringen betreffende. Dienten gevolge heeft Frankrijk ten op zichte van zijn strijdmacht voor de nationale verdediging, zoowel leger als vloot, een poging tot vermindering gedaan, welke uit gaat boven die van elk ander landde verdienste daarvan is grooter. omdat Frankrijk werke lijk gevaar loopt. De Duitsche vloot levert geen gevaar meer voor Engeland op, maar Frank rijk geeft er zich rekenschap van, dat zeven millioen gewa pende Duitschers steeds beschik baar zijn. Zijn verklaring beslui tende, zeide Briandlk heb met voldoening gemerkt, dat het voldoende voor rnij was open hartig den toestand voor het Amerikaansche volk uiteen te zetten om door de geheele wereld begrepen te worden. Ik vertrek naar Frankrijk met een rustig hart en in een geest, die vrede ademt. De zeventiende zitting van bat proces wordt gewijd aan het hooren van deskundigen terwijl tevens enkele getuigen 4 décharge voor het front komen. Het décor van de voorstelling is hetzelfde gebleven, zegt het .Journal" in zijn verslag, dezelfde kokette doosjes met asch en andere verbrandingsresten, en 't befaamde fornuis. Het eerst wordt dr. Antony gehoord, professor aan het mu seum voor natuurlijke historie. Hij kan weinig anders doen dan de verklaringen van ur. Paul bevestigen. De beenderresten worden aan Landru en aan de gezworenen getoond. Landr. bekijkt ze aan alle kanten en zegt dan Dit is de eerste maal, sinds den aanvang van de instructie, dat ik deze overtuigingsstukken zie. Ik heb altijd gemeend, dat men aan een beklaagde, als ik ben, die van de vreeselijkste mis drijven beschuldigd wordt, tijdig al de zoogenaamde overtuigings stukken zou moeten laten zien. Doch zooals ik zeg. tot heden toe is mij niets vertoond. Doch heden, nu ik mij tegen alle be schuldigingen verdedigen moet, toont men rnij beenderen en allerlei anderen rommel." Mr. Lagasse, de advocaat van de civiele partij-, zooals men weet, valt hem in de rede: Bekijk de resten van je slacht offers maar eens goed, Landru! Men begrijpt, welk een sen satie deze uitroep in de recht zaal teweegbrengt. Mr. Naviéres du Treuil pro testeert met nadruk. U heeft niet het recht om dat te zeggen. De president moet tusschen- beide komen. Intusschen gaat dr. Antony voort met zijn rapport. Hij zegt er zeker van te zijn, dat de I beenderresten die te Gambais zijn gevonden, van menschelijke origine zijn, en herkomstig van drie lijken. Het fraaiste is wel, werpt Lan dru tusschenbeide, dat al die stukjes been in een 6chuur ge vonden zijn, die aan alle kanten open stond. De deskundige laat intusschen de resten aan de gezworenen zien, die ze met alle aandacht bekijken. Intusschen zijn er hooge gas ten in de zaal gekomen. Niet minder dan prins Mohammed Hassan Mirza, .kroonprins van Perzië met zijn beide ooms Ja- niinot-Dowlet sen en jan. Zij nemen plaats naast het echtpaar Sylvan, de tooneelspelers, die reeds met aandacht het verloop der zitting volgen. Na dr. Antony wordt dr. Sau- vez gehoord, een deskundige op tandheelkundig gebied. Hij geeft nadere bijzonderheden over de gevonden kaakresten en de stuk ken van tanden en kiezen. Van de kiezen is de kroon verbrand en de wortel niet, hetgeen doet vermoeden, dat zij na de ver branding uil de kaak zijn ge trokken. Volgens dr. Sauvez hebben zich twee verbrandingsprocessen afgespeeld. Dr. Paul wordt dan door den advocaat-generaal voorgeroepen, die hem vraagt: Wanneer een menschelijk lichaam in stukken gesneden wordt, hoe komt dan het bloed naar buiten De deskundige antwoordt Indien het lichaam leeft, springt het bloed bij elke snede tevoor schijn, doch indien hel dood is, sijpelt het bloed er uit. De inspecteur van politie Ta- rabant vertelt daarna het volgen de Na een der verhooren door den rechter van instructie zei Landru tot mij Men heeft het op mij voorzien, maar ik zal Bonin (den rechter van instruc tie) er tuachen nemen. Men zal nog eens wat zien, als er meer lijken gevonden zijn. Laduru meent hierop te moe ten antwoorden Ik denk dat allen hier in de zaal zich wel ten zeerste zullen verbazen, als zij hooren, dat ik een politie agent in verti ouwen heb geno men. Beklaagde wil deze op merking van een Latijosch citaat vergezeld doen gaan, doch he laas, al de zorgen van den laatsten tijd hebben zijn kennis der klassieken uit zijn geest verbannen, hij hakkelt wat, en zwijgt ten slotte eenigszins ver stoord. Dan komt zoowaar een getui ge voor het voetlicht, die door de verdediging is opgeroepen. Hij heet Armand Robert, is raadslid van Gambais, en is zelfs een tijdlang loco-burgemeester geweest. In deze kwaliteit is hij bij het afnemen der zegels tegen woordig geweest. Mr. de Moro-Giafferri vraagt hem: -Waren er veel menschen bij Zeer veel, is het antwoord. Kan men den tuin aan den achterkant gemakkelijk binnen komen O ja, daar is geen enkele af sluiting. Voorts verklaart getuige, dat de politie niet bij de huiszoeking tegenwoordig is geweest. Een andere getuige, een zekere Lambert, bezat een jachtterrein te Gambais, en had in 1918 de villa Trick van Landru onderge- gehuurd. Hij heeft er echter niet gewoond, want Landru had de overeengekomen reparaties niet uitgevoerd. Hij verklaart: Landru dien ik alleen onder den naam Dupont kende, deed zich aan mij voor als eigenaar van de villa. Hij beweerde haar gekocht te heb ben van den heer Trick. Maar de sleutel van de villa, wie had dien dan? Had u dien dan niet gekregen, vraagt de verdediger hem. De sleutel Ik weet het waar lijk niet. Ik geloof dat de sleutels in handen waren van een koet sier, die naderhand gek gewor den is. Hoort gij dat wel, mijne heeren gezworenen, roept Mr. de Moro uit. baard neerdruppelden. Wanneer gaf mijnheer Claude u dezen brief? vroeg Julienne, wie de ontroering van Sepherin niet ontgaan was. Deze pinkte heimelijk zijn tranen en zeide Zooeven eerst, toen ik op het kantoor kwam. Hij was dan zoo in de na bijheid Ja zeker. Ik had juist mijn courant uitgelezen en was nog geheel verbouwereerd van het ontzettende nieuws, toen ik het kantoor binnentrad. Verbeeld u mijn verbazing bij den aanblik van mijnheer Claude, die even bedaard en kalm als altijd aan zijn schrijftafel zat. Ik dacht toen, dat het geheele verhaal van mijn courant een ongepaste aardigheid was, alleen om de politie te plagen en wilde juist een vreugdekreet slaken. Mijnheer Claude legde echter den vinger op den mond en zeide Geen kabaal, Sepherin. Wij moeten voorzichtig zijn, want 't geldthier de politie te verschalken. Nu, dat zal niet moeilijk we zen, kon ik mij niet weerhouden te antwoorden- Wat is er nu eigenlijk aan van al die couran ten-berichten Een weefsel van leugens. On gelukkigerwijze echter heeft men mijn zuster evenals Serge Morain gearresteerd, en men zoekt ook mij, om zich van mijn persoon te verzekeren. En toch waagt ge het, hier te komen ?j Waarom niet Hier ben ik veiliger dan in mijn woning, want ons geheele huis wordt omsingeld en bewaakt. Den geheelen nacht door heb ik gewandeld daar ik echter nog eenige brieven te schrijven had, ging ik hierheen, waar ik wist, al het noodige te zullen vinden, om ongestoord te kunnen schrij ven. Ook moest ik er mijnheer Fourmont kennis van geven, dat ik mijn ontslag neem. Dan ga ik ook heen, viel ik hem in le rede. Neen, Sepherin, hernam Clau de, je zult hier blijven, al ware het alleen maar om Julienne van dienst te kunnen zijn. Vermoe delijk 7.ul je veel kwaads van mij hooren vertellen. Dep eersten, die wat kwaads van u zegt, sla ik de hersens in, schreeuwde ik. Doe dat niet. Wanneer men iets slechts van mij zegt, hoor het dan zwijgend aan, je zult den schijn aannemen, alsof je het gelooft, ja, je moest het zelfs beamen. Ik Het beamen Zeker, alleen opdat men je niet verdenken zou, van met mij te heulen. Ik moet toch iemand hier in huls hebben, om mij van alle voorvallen op de hoogte te houden. Wat bleef mij ander9 over, dan mij aan zijn verlangen te onderwerpen. Vervolgens gaf hij mij dezen brief voor u met de woorden Zeg aan juffrouw Julienne, dat zij zich in het vervolg nog meer dan tot dusver voor de bewusten in acht moet nemen Ge weet zeker wel, mejuffrouw, wie de bewusten zijn Ja, Sepherin. Weet gij het ook Dat zou ik denken had mijn heer Claude het mij niet gezegd, dan zou ik het toch geraden hebben, dat er hier sprake was van mejuffrouw Angelina Ver- dier en van mijnheer Brigard. Deze twee heb ik nooit mogen lijden, en daarom dan ook doet het mij innig genoegen, dat mijnheer Claude mij opdroeg, een oogje op hem te houden. Ik zal wel achter de geheimen komen, die deze twee met eik kaar hebben. Heeft mijnheer Claude nog andere brieven geschreven Ja, een aan den chef der veiligheidspolitie, dien ik zoo even op de post bezorgde, en dan nog verscheiden brieven aan de redacties van de dag bladen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1921 | | pagina 1