ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Melijkscti Oveizicht. Iets te laat is veel te laat, VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK T£o,02T BRESKENS p,07s$,ro 31e Jaargang Zaterdag 12 November 1921 Nummer 2674 Schuld en Boete. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot u i t e r 1 ij k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Het lijkt zoo eenvoudig en in ten paar woorden te zeggen, leder het zijne. Ieder zijn goed, lijn recht, zijn vrijheid. Dan behoefde er immers geen strijd meer te zijn, geen afgunst, geen haat. Maar zoo eenvoudig is het niet. We zijn het er nog altoos niet over eens, wat ieder het zijne mag noemen. De socialisten hebben meer dan iets anders den twijfel daaromtrent in de wereld versterkt, al werd meer dan 18 eeuwen geleden die twijfel uit gesproken in de woorden „wie van u den rok begeert, geef hem ook den mantel". Maar dan Al waren we het daar nou wel over eens, dan nog..,, neen dan zou het nog allemaal niet van een leien dakje gaan. Want zij eischen wel allen het onze, maar anderen het hunne te laten, te geven als het noodig is, niet een eijjcel ding, maar de volle tnaat, vVaarop ze recht hebben, we kunnen het maar heel zelden. Dat is geen onwil altijd. Wanbegrip veroorzaakt erger dingen dan de botste on wil, We zien het zoo goed, wat ons zelf toekomt, maar wanneer het anderen geldtNietwaar? De oorlog beeft er een goed woord voor uitgevonden, beter gezegd in het algemeen gebruik gebracht. Het zelfbeschikkings recht I Het kan voor volken als individu gelden. Maar was die zelfde oorlog, die ter verzekering ervan gevoerd heette, zelf niet een miskenning daarvan Want het was een strijd toch ten slotte om eigen recht, maar ook ter vernietiging van dat van anderen. De uitkomst heeft het geleerd ook aan wié het eerst niet ge- looven wilden, en gaat voort het te leeren. Zelfs wie hielpen de Overwinning te bevechten werden er de dupe van. De Ieren, de 41) In hoever vroeg Angelina verlegen. (ie wordt daardoor immers eene schatrijke vrouw Wat wilt ge daarmede zeggen? 'k wil daarmede zeggen, dat Theresa Garancier u heden een I(er grooten dienst bewezen heeft. Angelina huiverde onwillekeu- "g en maakte een af keurend gebaardaarom ging de ander voort Vergeef mij, dat ik uw kiesch- heidgevoel kwets, doch ik meen- he, dat de dood van den com- "isndant Morain u niet al te zeer bedroefde, evenmin als de gevangenneming van zijn zoon. Dl hadt ge beiden soms toeval- hg lief? Angelina bedekte haar gelaat ®et beide handen a's wilde zij •en verschrikkelijk beeld ver- Jtgen, dat haar voorzweefde, en VlamingenBeider strijd is niet gelijk, al is er overeenkomst. Beide vechten voor hun zelfbe schikkingsrecht. Maar voor de Vlamingen is de strijd tragischer, feller ook, al lijkt het niet zoo en moeilijker. De Ieren heb ben eindelijk zich zelf gevonden. Zij zijn in hun eigen land tot een eenheid geworden. En de andere, de vreemde, die hen wellicht het volle zelfbeschik kingsrecht niet onthouden wil, erkent toch thans hun volle recht zichzelf te zijn. De Vlamingen worsteleh nog om dit meest primitieve recht. Als volk zijn ze zich nog nau welijks bewust geworden. En het zijn de eigen landgenooten, die hen daarbij, de eigen ras- genooten, die hen het meest hin deren. De Walen nog niet eens in de eerste plaats, de Franskiljons nog het meest, ontkennen het Vlaamsche beteekenis, begrijpen de primitieve beteekenis, het van zelf sprekende er ook niet van. Waar spreekt zich dit duide lijker uit dan in de nota, waar mee de Belgische minister-presi dent de benoeming van Van Cauwelaert tot burgemeester van Antwerpen tracht te verdedigen. Er zijn honderden burgemeesters benoemd in België, socialisten, katholieken en liberalen, al naar de verkiezingen de meerderheid der bevolking hadden vastge steld. Antwerpen had zich uit gesproken voor de Vlaamsche zaak door de overwinning van socialisten en Vlaamsche Katho lieken. Deze Vlaamsche Katho lieken wonnen de meeste zetels. Van Cauwelaert is een Vlaamsch Katholiek, lid van het parlement, man van uitstekenden naam. Niettemin achtte de Belgische minister-president het noodig zijn burgemeestersbenoeming te verdedigen. Spreekt het niet meer dan boekdeelen Maar ondanks die verdediging of mis schien wel om die verdediging stak er een storm op in het zeide vervolgens met een bewo gen stem Niettegenstaande ik op een vijandigen \oet stond met mijn bloedverwanten, kan ik toch niet vergeten, dat ik jarenlang bij hen in hetzelfde huis woonde, dat thans het schouwtooneel van zulk een misdaad is geworden. Ge zult moeten toegeven, dat het onder zulke omstandigheden verklaarbaar is, dat mijn zenu wen buitengewoon opgewonden zijn. Goed, breken wij dan dit gesprek af. Neen, neen, ga maar voort. Ik zeide dao, dat Therese Garancier u een grooten dienst bewees, wanneer zij het geweest is, die den commandant Morain vermoordde. Want ge weet wellicht, dat zij dit ontkent. Ik weet het En toch heeft men haar gearresteerd. Boven dien zijn de blonde haren, die men in de hand van den doode gevonden heeft, een bewijsstuk dat duidelijk van hare schuld spreekt. Nu, we zullen zien, antwoordde Vlaamsch-vijandige kamp onder Walen en Franskiljons. En minis ter Fanch, een Antwerpenaar en toch geen felle Vlaamsch-hater, vond er aanleiding in zijn ont slag te ueinen, een voorbeeld, dat de andere liberale ministers geneigd schenen te volgen. Zelfbeschikkingsrecht, niet waar Dat wil zeggen voor ons zeiven en onze vrienden, niet voor anderen. De Hongaren werden er ook de dupe van. Want per slot van rekening was het toch hun zaak of ze ex-keizer Karei of een anderen Habsburger koning van Hongarije wilden maken, zoolang ze daarmee anderen maar niet hinderden. Zeker, het was begrijpelijk, waarom de Entente, Italië vooral, waarom ook de buurstaten dat liever niet zagen. Ze konden er zelf eens nadeel van ondervinden. Maar gaf hun dit wel het recht het zelfbeschikkingsrecht der Hon garen zoozeer in te krimpen, dat zij hen tot het maken van een wet konden dwingen, die alle Habsburgers voor altijd van den troon vervallen verklaarde. De Hongaren hebben, schoon met een bloedend harte, aan dien dwang gehoorzaamd. Maar de heeren zijn nog niet tevreden. Het vervallen van de erfelijke rechten der Habsburgers waar- boigt nog niet, dat de Hongaren niet te eeniger tijd ex-keizer Karei of een andere Habsburger tot hun koning kiezen, redenee ren ze. Maar wat willen ze dan? Hongarije ten eeuwigen dage onder hun controle houden Ter verzekering van eigen belangen anderen hun rechten onthouden? Het gaat immers toch niet. Ook wanneer er een vorm gevonden kon worden, waardoor een vrije koningskeuze voor altijd aan de Hongaren verboden werd, welke kracht zou een dergelijk verbod kunnen hebben, zoodra de ver houdingen zoozeer gewijzigd waren, dat er niemand of geen Brigard glimlachend, zeker is 't in elk geval, dat de comman dant dood is, dat men zijn zoon zoowel als Therese ariesteerde, en dat men ook haar broeder, mijn geachten collega, van mede plichtigheid beschuldigt Op deze wijze hoop ik eindelijk eens van deze onuitstaanbare menschen bevrijd te worden. Zelfs voor het onwaarschijnlijke geval, dat men Therese en Claude niet van schuld zou kunnen over tuigen, blijft toch steeds de aanklacht tegen Serge Morain bestaan, dien men op heeterdaad betrapte. En deze omstandig heid, mijn lieve vriendin, zal, dunkt me, u zeer te stade komen. Ge zijt zeker van de vijf maal honderd duizend francs en deze moeten u onverwijld worden uit betaald. Nu blijven er nog echter een inillioen en vijfmaal honderd duizend francs over Die mijn neef toebehooren. Geenszins. De wet bevat in Jit opzicht zeer besliste bepa lingen. Welke wet De wet op de onwaardigheid. voldoende macht meer was om Hongarije aan dit verbod te houden Het papier is geduldig genoeg. Maar iedere wet kan immers door een andere worden opgeheven. Wanneer het volk werkelijk een koning wil, en een Habsburger tot koning, dan zal die er vroeger of later ook wel komen. In Duitschland zijn ook nog genoeg keizer- en koninggezin- den. De begrafenis van den overleden Beierschen koning te Miinchen heeft wel getoond, hoe sterk in Beieren de gehechtheid aan het koninklijk huis nog voortleeft. Maar de meerderheid van het volk is in Duitschland toch republikeinsch. Althans op het oogenblik nog. De monar chale partijen winnen wel in kracht. En dat teekent zich ook in de regeeringen reeds af. Want al is in Pruisen een sociaal democraat weer minister-presi dent, de Duitsche volkspartij maakt toch deel uit van de nieuwe regeeringscoalitie. En deze partij is in wezen monar chaal, trekt zelfs in de richting, die op herstel van het keizerschap kan uitloopen. Want nu de Volks partij in Pruisen tot de regee- ringspartijen is toegetreden, zal ook in het rijk de regeerings- meerderheid wel spoedig tot over deze partij worden uitge breid. De socialisten, die er tot nu toe tegen waren, kunnen zich niet blijven verzetten. En dit beteekent toch een lichte opschuiving naar rechts. Dat hebben de geallieerden als eer ste gevolg van hun beslissing m Opper-Silezië alvast bereikt. Wat zullen ze in Opper-Silezië bereiken Zelfbeschikkingsrecht ook daar? Men zou geneigd zijn het te betwijfelen. Volgens het algemeene rechts begrip wordt een ieder voor een erfenis onwaardig gehouden, die zijn plichten jegens den erf later grovelijk verzaakte, en volgens de speciale wetsbepa lingen is diegene de opvolging onwaardig, die wegens moord of poging tot moord van zijn rechtsvoorganger is veroordeeld geworden. Begrijp ge nu, wat ik zeggen wil Ik begin u tenminste te be- grijpen. Wordt uw neef Serge Morain schuldig verklaard aan moord op zijn vader, dan spreekt het gerecht tegelijkertijd zijn on waardigheid uit om de erfenis te aanvaarden en deze laatste valt alsdan in haar geheel u ten deel, als de eenige bloedverwante en naaste erfgename van den com mandant behalve diens on waardige zoon. Brigard blikte met een triom feerenden glimlach op zijne bondgenoote, die wederom haar vorige plaats op de divan in genomen had en peinzend naar het plafond opkeek. Na een Zooals reeds voldoende be kend, moeten personen, ouder dan 35 jaar en niet in het bezit eener rentekaart, voor 3 Dec. 1921 een Vrijwillige Ouderdoms- verzekering sluiten, willen zij op 65-jarigen leeftijd recht op rente hebben. Vele oudere personen, waar onder velen van 60 jaar en ouder, wachten nog. Voor 3 December zullen ze het zeker doen. Waarom ze wachten Voordeel hebben ze niet bij het wachten, dat weten ze ook wel. De solidi teit is ook goed, de Staat waar borgt de rente. Waarom ze dan wachten Ze wachten tot buurman of buur vrouw het doet. Of ze wachten, omdat ze graag willen weten, wat broer en zuster er van zeg gen zal. Ze weten het eigenlijk zelf niet, waarom ze wachten. En ze zullen natuurlijk wachten tot het te laat is. En als ze 65 jaar zijn, zullen ze geen rente krijgen. Dan is het „had ik het ook maar ge daan", of „Piet en Jan hebben wel rente en wij niet. En we kunnen het ook gebruiken". Maar de rentetrekkers Piet en Jan hebben niet gewachtze hebben een verzekering gesloten. Tot 2 December 1921 is hst nog tijd, dat wil zeggen op 2 Dec. 1921 moet het formulier geteekend en opgezonden zijn. Het poststempel van de enve loppe, waarin het formulier op gezonden wordt, mag geen later datum dan 2 Dec. 1921 dragen. Wachten er veel, dan kan de agent in de laatste dagen niet allen helpen en komen zij door eigen schuld te laat. Er is nu voldoende gewaar schuwd. Niemand kan zeggen „ik wist het niet". Komen zij te laat, dan moeten zij zeggen, „ik was te laksch". Deze verzekering is tevens een korte rustpoos eerst zeide zij Een wonderlijke wet Niet waar Acht ge het onder zulke omstandigheden nog noo dig om op de hand van mijn principaal te speculeeren, daar u zelf twee millioen te wachten staan Beste vriend, dat is een zon derlinge vraag. De twee millioen van den oom in Baltimore zijn wel een heel aardige som, maar de vier millioen, waarover, gelijk ge zegt, mijnheer Fourmont, te beschikken heeft, zijn ook niet te versmaden. Beide bedragen vereenigd, maken zes millioen, dat wil zeggen een zeer aan zienlijk vermogen Overigens vergeet ge bij dit alles, dat Serge beweert onschuldig te zijn. Wat doet er dat toe. Er is toch niemand, die het gelooft. Hoe dan ook de mogelijk-- heid bestaat, dat het gerecht hem vrijspreekt. Men veroor deelt zoo menigen onschuldige, waarom zou men nu niet eens een schuldige vrij spreken? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1921 | | pagina 1