f ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 30e Jaargang Woensdag 21 September 1921 Nummer 2659 Bezoek van H. M. de Koningin. Joninklijk bezoek aan Z.Vlaanderen. |j I Bezoek aan het kerkgebouw m I der Ned. Herv. Gemeente te Biervliet. chuld en Boete. Japan en Nederland. I 6RESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 15 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK BRESKENS Po78$4ro Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Hare Majesteit de Koningin heeft mij opgedragen, aan de leuwsche bevolking mededee- te doen van Hare gevoelens van oprechten en diepgevoelden Jank voor en van groote in- ■nomenheid met de aller- rtelijkste ontvangst, welke aan loogatdezelve en aan het jninklijk gezin op 15 en 16 itember j.l. in Zeeland is wreid. De talrijke bewijzen van aan- lankelijkheid en liefde, welke Jltrwege op zoo spontane en «dubbelzinnige wijze tot uiting «amen, zoomede de algemeene lilde en geestdrift der bevol ing hebben Hare Majesteit ten tiepste geroerd en getroffen. Middelburg, 19 Sept. 1921. De Commissaris der Koningin in Zeeland, QUARLES VAN UFFORD. Omtrent het bezoek aan deze nek valt nog het volgende 'de te deelen, ter aanvulling het verslag in het vorig imer. f |Ns de meer ofticieele ont- get door den Burgemeester, Heer Maarleveld, bij den ig van het Kerkgebouw, d het Koninklijk gezelschap de kerk door Ds Krul een k pitelijk welkom toegesproken. Daarna zong een dameskoor IZeker wordt ze weer ver- Twld door Angelina Verdier, f waagt het daarom niet om J1' huiten te kijken, zeide ^»de gemelijk tot zichzelven. Anneer die Angelina onze "Mnkomst maar niet verhin- IWant om een samenkomst met jfane was het hem te doen, j twijfelde er niet aan, dat 'Pge meisje alleen dat uit- •PJtnaar Asnières ondernomen li om ongestoord met hem te »en praten, alhoewel zij tegen vader had gezegd, dat zij I™ villa het een en ander in wide gaan brengen. «wijl hij hierover nadacht, NUaude een eind de rivier ■Beid, en toen hij in de fld van door een hoogen omgeven park kwam, 1 men van uit de verte een i elegante villa bespeurde, «e hij zijn boot dichter naar 'ever, haalde een klein zil Psalm 134 3 en vervolgens werden door het hooge gezel schap de in die kerk aanwezige gebrandschilderde kerkramen bezichtigd, 3 in getal, vervaar digd in de jaren 1660 en 1661 en aan de kerk geschonken 1 door het Oranjehuis, 1 door de Provincie en 1 door de Gemeente. Hare Majesteit betuigde Hare groote bewondering voor de mooie ramen. Ook een in die kerk aanwezige oude koperen kroon trok allei aandachtmen kan wel raden wat Hare Majes teit dacht toen Zij Hare geluk- wensch uitsprak dat zoo'n mooi kerkgebouw voor bombardement gespaard is gebleven. Daarna zong het koor Psalm 121 4. Bij het' verlaten van het kerk gebouw gaf H. M. den wensch te kennen den Voorzitter te spreken van het anti-annexatie comité, die toevallig aanwezig was als Wethouder der gemeente, nl. de Heer W. P. Verplanke, wien H. M. dank betuigde voor de houding van Biervliet ten opzichte van Nederland en het Oranjehuis. Ten slotte sprak H. M. hare bewondering uit over de mooie versiering van Biervliet, welke gemeente Haar een onvergete- lijken dag had bezorgd. Bezoek aan de oudheidkun dige verzameling van Mej. en de Heer Ceulenaere te IJzendijke. Omtrent dit bezoek was Mej. Ceulenaere zoo vriendelijk ons eenige mededeelingen te doen, welke wij hier gaarne vermelden. Al de Hooge Gasten drukten hun verrassing uit over de uit gebreide oudheidkundige verza meling porcelein, zilver, tin, ko per, meubelen, enz. Mej. Ceulenaere mocht het genoegen smaken, het Hooge gezelschap koffie aan te bieden in de antieke kamer, bereid op een antieke theestoof, in antieke veren fluitje te voorschijn en floot daarop kort achter elkander drie malen. Vervolgens roeide hij nog verder de rivier af, doch hield daarbij steeds den tuin muur in het oog. Julienne's moeder was reeds voor gangen tijd gestorven, en het^jonge meisje had het grootste gedeelte van haar vroegste jeugd in het zelfde kloosterachtige pensionaat doorgebracht, waar ookTherese Garancier hare opvoeding ge noot. De beide kinderen sloten reeds destijds een innige vriend schap met elkaoder, die in het vervolg bleef voortduren en nooit door eenige oneenigheid verstoord werd. Therese was ondanks al haar vroolijkheid toch ernstiger en verstandiger dan Julienne, die van haar kindsheid af een weinig verwend en daarom zeer eigenzinnig was. Ook op de kostschool liet men haar tamelijk haar eigen wil, en 'oen zij later in het vaderlijke huis terugkeerde, was zij een mooi en gevoelvol meisje geworden, maar toch bij al haar goedhar tigheid en beminnelijkheid een vrij eigenzinnig persoontje ge koperen ketel, aangeboden op een antiek houten schenkblad en gedronken uit een antiek servies, alles bij elkaar passend. Tijdens de ontvangst vroeg Mej. Ceulenaere van Hare Majes teit als aandenken aan dezen grooten dag de handteekeningen van Haar, de Prinses Juliana en Z.K.H. den Prins, welk verzoek gaarne werd ingewilligd; deze handteekeningen zijn geplaatst bovenaan op het titelblad van een geïllustreerden Statenbijbel van Pieter Keur uit het jaar 1719 en zijn daarin geschreven met ganzen-veerenpen, alles even typisch. Van hare zijde vroeg Mej. Ceulenaere H.M. verlof als aan denken voor de Koninklijke fa milie Prinses Juliana een klein souvenir te mogen aanbieden, wat gaarne weid toegestaan; dit geschenk bestond uit een ge dreven zilveren z.g. eau-de-la Reine-doosje, versierd op de zijden met de beeltenissen der 4 evangelisten en op het deksel met den beeldenaar van een der leden van den Oranjestam. Zoowel de Koningin als de Prins en de tot het gevolg behoorende dames en heeren deden meermalen hun groote bewondsring voor de keur- verzameling oudheden blijken. De korte tijd voor het bezoek beschikbaar was tè gauw ver streken en onder wederzijdsche dankbetuiging, eenerzijds voor de vriendelijke ontvangst en anderzijds voor de groote eer van het Vorstelijk bezoek, trok ken de Hooge gasten weder verder. Het is voor den Heer en Mej. Ceulenaere een onver- getelijken dag geweest. De „Javabode" vertelt van een onderhoud, dat een van zijn bleven. Een ieder moest zich wel voor haar buigenvooral ook haar vader, die, zoodra de een of ander er het gesprek op bracht, placht te zeggen: „Wat zal ik er aan doen Ik kan haar nu eenmaal niets weigeren. Julienne was van een bevallige, middelbaar groote gestalte, bru nette, met prachtig haar, terwijl haar lief, smal gezichtje een bijzondere bekoorlijkheid ver kreeg door de groote, zwarte, schitterende oogen. Even na den dood van den kolonel Garancier had Julienne op zekeren dag tot haar vader gezegd Ge moet Claude Garancier op uW kantoor nemen, pa 1 In welke hoedanigheid Vooreerst als klerk. Wat? Dat opgeblazen, kwas terige heertje! Ge moet hem bezighouden en daardoor gelègenheid geven om een ordelijk man te worden. Geen haar op mijn hoofd, die er aan denkt. En toch zal 't gebeuren, want ik wil het. Dat is immers te dol om van te praten. redacteurs had met professor Nagayo, van de keizerlijke uni versiteit te Tokio, een der deel nemers aan het congres derFa- Eastern Associaton of tropical Medicine, dat in Augustus te Batavia plaats had. Professor Nagayo vertelde o.a. dat zijn grootvader en vader beiden geruimen tijd in Holland de medische wetenschap bestu deerd hadden beiden spraken vloeiend Hollandsch en gevoel den zeer veel eerbied voor het hooge peil waarop de Neder- landsche medische wetenschap steeds stond. De vader van professor Na gayo verbleef zeer lang in Hol land en bestudeerde daar vooral de hygiëne-leer. Nu was in Japan toentertijd wel reeds de medische wetenschap vrij ver gevorderd, dank zij het geen men van de Hollanders had geleerd, doch van hygiëne had men daar in het land van de rijzende zon „nog geen kaas gegeten", ja, het was zelfs zoo sterk, dat men daar geen woord had voor het Hollanasche woord „hygiene". En het is de vader van prof. Nagayo geweest, die een Japansche vertaling voor hygiëne uitvond, namelijk het woord „eseij". „En het zijn dus alweer de Hollanders geweest", aldus ein digde prof. Nagayo zijn boeiend gesprek, „die ons, Japanners, de hygiëne hebben doen leeren. En alleen omdat ik persoonlijk mijn dank wilde brengen aan onze Hollandsche vrienden, ben ik hier gekomen om aan het congres deel te nemen. Ik wilde graag deze gewesten persoonlijk leeren kennen, persoonlijk con tact krijgen met de mij zoo sympatieke bewoners van dit schitterend land en persoon lijk eens zeggen aan mijn vrien den wat mij op het hart lag." Het voornaamste is wel dat het Nederlandsche volk het Hoor eens pa, wanneer ge niet inwilligt, dan hebt ge een heftig tooneel te verwachten. Deze bedreiging hielp steeds, want de notaris vreesde niets zoozeer dan huiselijke twisten. Hij willigde dus in, dat Claude bij hem op het kantoor kwam. Maar onder eene voorwaarde, voegde hij er bij, dat ge allen verderen omgang met de familie Garancier afbreekt, wier finan- ciëele omstandigheden niet meer bij de onze passen. Julienne onderwierp zich hier schijnbaar aan, doch bezocht hare vriendin Therese en hare moeder vaak genoeg, al beant woordden deze wel is waar die bezoeken niet. Voor Claude interesseerde het jonge meisje zich voortdurend zeer levendig. Nadat hi] twee jaar op het kantoor van haar vader had gewerkt, vroeg Julienne aan laatstgenoemde. Hoe is 't, bent tl tevreden over mijn protégé Tevreden Nu, dat kan ik u juist niet zeggen. In de eerste plaats kan hij niet overweg met mijn eerste en oudsten klerk, blindelings volgen der klassieke onafhankelijkheid geheel uit d« fedachten der Japanners ver- annen heeft, overtuigd als zij waren, dat deze afhankelijkheid weinig meer dan bijgeloof was. Onze voorvaderen geloofden, dat de aarde plat en de zon rond is, niet omdat hun eigen astronomische en physiographi- sche ingevingen hen dermate overtuigden, maar omdat de tijd hen zoo geleerd had. Toen ech ter de Hollanders kwamen wil den deze er niet aan gelooven, tenzij wiskundige berekeningen zulks konden bewijzen en onder steunen. Dit heeft een groote omwenteling in onze geschiedenis teweeg gebracht. Zij gingen daarom nieuwe wetenschappelijke wegen bewan delen en baseerden hun studie op zuivere gegevens en objec tieve data. Er is echter nog een andere factor, die u wellicht belang zal inboezemen. Dat Japan een groot deel, wat wetenschap betreft, aan Holland verschuldigd is, is een bekend feit, maar weinigen zul len weten, dat Japan eveneens schuld aan Nederland heeft in den vorm van politieke- en di plomatieke connecties. Eenigen tijd geleden hoorde ik van den professor in de ge schiedenis, die aan de Tokio Imperial University verbonden is, omtrent de bewijzen van be- langlooze vriendschap, bewezen door de Hollanders tijdens het bezoek van Commodore Perry te Uraga in 1853. Commodore Perry richtte toen het verzoek tot het Tokugawa Gouvernement om handelsver dragen te mogen afsluiten. Algemeen gelooft men, dat dit bezoek onverwacht plaats vond, hetgeen echter niet overeenkomt met de werkelijkheid. Een jaar vóórdat dit historisch feit plaats greep, ontving het Dat vind ik zeer verklaarbaar, pa. Ik kan dien mijnheer Bri- gard ook niet luchten of zien. Ik geloof, dat hij een valschaard is, en een die het achter de mouwen heeft. Dat is weer zoo een voor oordeel van je. Brigard bewijst mij groote diensten en ik moet je uitdrukkelijk verzoeken, hem niet te belasteren. U zult me zeker toch wel niet willen beletten te zeggen, dat ik hem verafschuw. En waarom verafschuw je hem? Daar kan ik mijzelve geen rekenschap van gevendoch genoeg, ik heb een afkeer van hem. En wat hebt ge verder op Claude aan te merken Hij schikt zich op mijn kan toor niet naar de aldaar heer- schende gebruikenwat hij het liefst doet, dat is den grand seigneur te spelen. Zijn werk doet hij, dat moet ik hem tot zijn eer nageven, vlug en goed, maar daarna krijgt men hem ook niet meer te zien. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1921 | | pagina 1