ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
m
Kelijhcti Overzicht
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
t&o.,02t breskens p,°7s$4ro
30e Jaargang
Zaterdag 6 Augustus 1921
Nummer 2646
fgflUgTOi.
Schuld en Boete.
H. M. de Koningin en
H. K. H. Prinses Juliana
naar Noorwegen.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 15 cent dispositiekosten.
Ad v e r t e n t i e p r ij s v a n 1—5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot u i t e r 1 ij k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Men moet niet alle glimlachjes
tn vriendelijke woordjes geloo-
ven. De menschen doen vaak
maar zoo'n beetje, omdat een
kwaad gezicht niet mooier maakt.
2e doen het ook vaak om achter
dit masker van vriendelijkheid
hun ware stemming en hun wer
kelijke bedoelingen te verbergen.
Wie ouder geworden is, heeft
dat ervaren en daarmee groo-
tendeels het geloof en het ver
trouwen van zijn jeugd ingeboet.
Maar tegenover dit verlies staat
een winst aan praktische levens
wijsheid en voorzichtigheid. Men
kijkt uit en luistert naar wat an
ders dan den oppervlakkigen zin
der woorden en den parel der
glimlachjes. Dieper hoort men
den toon, die de woorden zin
reeft en de toon van het hart is.
in het kan zijn, dat een enkele
uitdrukking voldoende is om de
ware houding en bedoeling te
openbaren. Dan laat men de
imlachjesen vriendelijke woord-
es voor wat ze zijn en glimlacht
itil in zichzelven, omdat men
begrepen heeft.
Het is mogelijk, dat Briand,
Frankrijk's Minister-President,
ook geglimlacht heeft, toen hij
de Engelsche nota in ontvangst
nam. In de wereld der diploma
ten en politici pleegt men nog
meer te glimlachen dan in die
der gewone menschen en de
glimlach heeft daar eerst recht
ten verbergende bedoeling. Maar
Briand's glimlach zal wel een
beetje bitter geworden zijn, zoo
hij zich buiten het bereik
der spiedende Engelsche oogen
wist.
Men leest tegenwoordig weer
heel veel over de hartelijkheid
der Fransch-Engelsche betrek
kingen. Van beide zijden verze
kert men dat Engeland en Frank
rijk het ten opzichte van Opper-
Silezië nu geheel eens zijn en
14)
He notaris beschouwde de haren
teer opmerkzaam door zijn
lorgnet en zeide eindelijk met de
grootste zekerheidJa, dat is
het haar van de kleine Therese.
Woedend stoof Serge op. Hoe
kunt gij, mijnheer, zulk een
fwaarwegende bewering op zulk
«n lichtvaardige wijze uit-
'preken?
Deze echter antwoordde ver-
'cbtelijk t Och ja, ik kan me
tast vooratellen, dat het u minder
"ngenaam is. Ik ken u maar
•1 te goed en weet tot welke
tartstochtelijke opwinding ge in
'tast zijt. Doch van u kan hier
verder geen sprake zijn, daar
i ®ei1 u, op heeterdaad betrapt
i "eelt. En zich tot den politie
let wendende, liet hij er op
'flgenHeeft men die Therese
"fancier reeds gearresteerd
Nog niet. Weet gij waar ze
woont
Zeker, Haar deugniet van een
de kwestie is geregeld. Dat zijn
de glimlachjes en vriendelijke
woordjes, waarachter een levens
wijs man de verborgen waarheid
zoekt en die soms plotseling in
een enkele uitdrukking, in den
toon der woorden zoo wonder
duidelijk naar voren springt.
Briand heeft dien toon ongetwij
feld ook gehoord en de betee-
kenis ervan verstaan. Want de
toon der Engelsche nota is on
danks alle vriendelijkheid een
beetje kort en klinkt zelfs onge
duldig. De Engelschen worden
blijkbaar eindelijk het Fransche
imperialisme een beetje moe. En
de gunstige stand der lersche
kwestie zoowel als de nederlaag
der Turksche nationalisten geven
hun de gelegenheid dit te toonen.
Zij zijn een en al vriendelijkheid
en tegemoetkomendheid en wil
len graag alle middelen over
wegen, waardoor zij Frankrijk
van dienst kunnen zijn. Maar
zij vinden, dat de Opperste Raad
nu eindelijk ter regeling van de
Opper-Silezische kwestie bijeen
moet komen, dat er voor het
zenden van nieuwe Fransche
troepen geen reden en dit zon
der goedkeuring van den Raad
ongeoorloofd is en willen nu
eindelijk wel eens weten, waar
Frankrijk naar toe wil.
Die laatste woorden vooral
moeten den glimlach om Briand's
lippen tot een bitterder trek ge
plooid hebben. Dat klinkt zoo
heelemaal niet bondgenootschap
pelijk, zoo bijna alsof men het
vertrouwen op zei. Wanneer de
oorlog er niet geweest was en
de gezamenlijke Duitsche vijand,
dan zou men bij zoo'n uitdruk
king denken aan den vooravond
van een ultimatum en van een
Fransch-Engelschen oorlog te
staan. „Totdat Engeland een
helder inzicht gekregen heeft in
de bedoelingen van Frankrijk",
zoo plachten de regeeringen el
kaar toe te spreken, wanneer een
ernstige oneenigheid tot een
broer is immers klerk bij mij.
Clade Garancier
Juist. Broeder en zuster wonen
met hun moeder in de Rue des
Dames No. 58.
Denzelfden agent tot zich
wenkende, die zooeven naar de
notaris was gezonden, zeide
de chef
Begeef u met twee agenten
naar het aangeduide huis, infor
meer er ongemerkt of juffrouw
Garancier thuis is, en wanneer
dat het geval is, laat ge het
huis door de agenten bewaken.
Tot de arrestatie van de ge
noemde dame gaat ge alleen
over, wanneer zij het huis ver
laten wil.
Serge verbleekte, toen hij dit
bevel hoorde. Nadat de agent
zich verwijderd had, zeide de
chef tot den notaris Kent ge
de familie Garancier meer van
nabij
Ik ken haar, helaas, maar al
te goed. De vader was officier,
die, toen hij zijn pensioen ge
nomen had, zich met huizen
speculatie inliet. Hij ruineerde
zich daarbij en toen hij stierf,
liet hij zijn familie in armoede
oorlogsconflict niegde. Dat oor
logsconflict dreigt nu nog niet.
Vrees voor herleving van het
Duitsche gevaar beschermt er
tegen. Maar hoe lang nog Wer
kelijk het ziet er met de Fransch-
Engelsche vriendschap bedenke
lijk uit. En alle vriendelijkheden
en glimlachjes kunnen dat feit
niet verbergen.
Met de Grieksch-Turksche
vijandschap gaat het wellicht
wat beter. De Turkén hebben
blijkbaar slaag genoeg gehad
om te ontwaren, dat een goede
buur beter is dan een verre
vriend. Ze spreken nog wel van
Turksche overwinningen en van
verdediging van den vaderland-
schen bodem tot het uiterste,
maar dat zijn ook een soort
glimlachjes, waarachter men de
waarheid pleegt te verbergen.
En het zou geen wonder zijn,
wanneer ze nu tot de ontdek
king kwamen dat een bemidde
ling der Entente-mogendgeden
het beste middel tot oplossing
van hun geschil met Grieken
land en van de Klein-Aziatische
kwestie is.
Voor Sowjet-Rusland zou het
ook een leelijke tegenvaller zijn.
Het nationalistisch Turkije is een
waardevolle bondgenoot voor de
communistische propaganda in
Azië. En van te meer beteekenis,
nu die propaganda in Europa
hoe langer hoe meer in het
gedrang dreigt te raken. De
Servische regeering heeft er zelfs
de doodstraf op gesteld. Geen
halve maatregel zeker. Maar of
het helpen zal Men zou haast
gelooven, dat er van die pro
paganda en van de communis
tische leer wel een bijzondere
kracht moet uitgaan, als der
gelijke straf bedreigingen'noodig
worden. Maar ook met de dood
straf houdt men geen nieuwe
leer tegen, bevordert men ze
veeleer. Dat moesten regeerin
gen als de Servische en Hon-
gaarsche bedenken.
en gebrek achter. Tot mijn
ongeluk kende mijne dochter die
Therese Garancier nog van de
kostschool, waar beiden onaf
scheidbare vriendinnen waren
zij bleven het zelfs nog later,
hoe sterk ik er mij ook tegen
verzette. Ge moet namelijk weten,
dat mijn dochter zeer eigenzinnig
is en dat zij een macht over mij
bezit, waaraan ik niet in staat
ben mij te onttrekken.
De politieagent glimlachte en
vroeg toen
En de familie Garancier
Moeder en dochter houden
zich sinds hare verarming bezig
met het maken van dames
ondergoed, de zoon heeft in de
rechten gestudeerd en ook reeds
de eerste examens gedaan.
In plaats van zich echter na
den dood zijns vaders een ander,
winstgevender beroep te kiezen,
wilde hij volstrekt in zijn vak
blijven doorwerken, om metter
tijd nog eens advokaat te worden.
Tot dit doel moest ik hem op
verlangen van mijn dochter op
mijn kantoor als schrijver nemen.
Ik kan niet ontkennen, dat hij
een talentvol jurist is. Waar een
De bolsjewiki in Rusland
lachen ongetwijfeld in hun vuistje
bij deze nieuwe bedreiging. Het
gaat hun niet te best tegen
woordig, ze kunnen zoo'n hulp
best gebruiken.
In het N. v. d. D. vinden we
een beschrijving van de inrich
ting van de „Merope" van de
Kon. Ned. Stoomboot Mij., waar
mede H. M. de Koningin, verge
zeld van prinses Juliana heden
de reis naar de Noorsche fjorden
heeft aangevangen
Het stoomschip „Merope" is
een van de kleinere vrachtbooten
van de maatschappij, een schip
van 2000 ton een klein vaartuig
vergeleken met de trotsche zee-
kasteelen welke de Amsterdam-
sche vloot tegenwoordig telt,
maar een best schip, goed ge
bouwd, vast op het water en
aangenaam in de vaart en, zoo
als thans is ingericht, een pret
tig en comfortabel verblijf voor
een rustigen vacantietocht in de
romantische heerlijkheid van de
Noorsche wateren. Niettegen
staande de veranderingen en ver-
beringen heeft het schip zijn
karakter en uiterlijk van vracht
boot behouden. Op het dek staan
nog de laadmasten en lieren,
maar die werktuigen zijn met
nieuw blank zeildoek dichtge-
dekt en het dek zelf is afge
schuurd en opnieuw gebreeuwd,
zoodat het niets meer op het
rommelige dek van een vracht
boot gelijkt, maar veeleer aan
het keurig geboende dek van
een luxejacht doet denken.
Het voorste gedeelte van het
schip, onder de commandobrug,
is voor de vorstelijke gasten in
gericht en daar binnen is door
de goede zorgen van de maat-
ander zich den heelen dag over
zit af te sloven, dat doet hij in
een paar uren, doch ik kan er
hem maar niet toe krijgen, om
tot aan het einde der gewone
kantooruren door te werken,
gelijk mijn arme klerken.
Vooral gedurende de zomer
maanden is hij niet te houden.
Dan doet hij 's morgens in de
vroegte de werkzaamheden af,
maar van den middag af is er
van hem verder niets meer te
zien, want dag aan dag drijft
hij met zijne vrienden op de
Seine rond, waar zij in hun
zonderling gevormde roeibooten
zich aan de zoogenaamde edele
watersport overgegeven. Ik voor
mij ben evenmin gesteld op het
water als op de watersport en
haar aanhangerswat laatst
genoemden aangaat, zoo weet ik
bij ondervinding dat zij allen
tot niets anders bruikbaar zijn.
De politiechef kon zijn onge
duld niet geheel en al bedwin
gen, 't geen niet belette, dat
mijnheer Fourmont kalmpjes
doorging Reeds meermalen wil
de ik den onverbetelijke uit mijn
dienst ontslaan, doch mijn doch-
schappij met veel smaak en prac-
tisch overleg, een alleraardigst
verblijf ingericht met betrekke
lijk eenvoudige veranderingen.
Van het benedendek voert
een deur naar een keurig wit
gelakte vestibule, waar rechts de
pantry op uitkomt, de dienkamer,
waar naar zeemanstrant, de kop
jes en glazen in lange rekken
hangen en al het vaatwerk en
verder gerij zeevast is opgebor
gen. De deur recht vooruit leidt
naar de eetkamer, de vroegere
groote kajuit van het schip,
waaraan maar weinig veranderd
is. Een genoegelijk vertrek,
geheel met gepolitoerd teakhout
beschoten, een gezellige groote
tafel met groen kleed in 't mid
den, gastvrije groene armstoelen
erom heen, een klein buffet in
een der hoeken, voor de ramen
groen saaien gordijnen, koperen
lampen boven de tafel en in 't
midden van den wand de een
voudige scheepsklok. Een aan
genaam, rustig vertrek, dat ge
heel en al het karakter draagt
van een gezellige scheepskajuit.
Hieraan grenst het slaapvertrek
van H. M. de Koningin, met
een vroolijk licht behangsel en
gordijnen van geribde, gebloem
de zijde en een wit porceleinen
waschtafel. In dit vertrek, waarin
een toilet- en badkamer uit
komen, is behalve de couchette
voor Hare Majesteit, ook een
bedje voor Prinses Juliana ge
plaatst, een lieve, moederlijke
zorg van de Koningin, die, als
het schip op reis eens storm
weer ontmoeten mocht, haar
dochtertje bij zich kan hebben.
Overigens heeft de Prinses
ook haar eigen slaapvertrek, een
echt scheepsverblijf, met allerlei
aardige, verrassende dingen,
voor een jong meisje om ge
zellig en knus te vinden, zooals
de couchette die meteen latafel
is en de scheeps-waschtafel, die
geheel in den wand verdwijnt.
De wandbekleeding en gor
ter dulde het niet, want zij heeft,
gelijk zij zegt, groot medelijden
met de familie van den jongen,
die alles wat hij verdient, tot
op de laatste centime aan zijn
moeder afgeeft, ter bestrijding
van de kosten van het huishou
den. Doch morgen zend ik hem
zonder genade weg. En in stilte
voegde de notaris er aan toe
Alleen uit straf daarvoor, dat hij
het waagt mijn dochter het hof
te maken.
Het gewichtigste uit deze lange
uiteenzetting was voor den poli-
tie-chef het daaruit geputte
vermoeden, dat Claude, aan
gezien hij werkzaam was op het
kantoor van den notaris, ook het
testament van Paul Morain had
gelezen. Hij vroeg daarom
Was Claude heden op uw
kantoor
Ja, alleen vóór den middag.
Toen ik om twee uur naar hem
vroeg, was hij reeds lang weg.
Doch hij zal toch zeker wel
den noodigen tijd gehad hebben,
om inzicht te nemen van het
testament, dat uw collega uit
Bayonne u toegezonden heeft.
(Wordt vervolgd.)