ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Hel Engelsche mijnconflict. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN Z ATERDAGS IN ALLE PLAATSEr VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK TNO,02T BRESKENS p,°7s$4ro Zaterdag 2 Juli 1921 Nummer 2636 '^Eerste Blad. )E |iè|sch Oveizicht. piJf3m3LBT0H. uld en Boete. BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1—5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot u i t e r 1 ij k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 30e Jaargang LÊ- |'t Is wonderlijk hoe moeilijk meeste menschen de makke re weg vinden, ook al ligt i als 't ware voor hen open. !t is misschien, een soort eer- ;ht, die met een zoo makke- bereikt resultaat zich niet reden wil stellen. Maar altijd kt men het anders, zwaarder, Higer, gecompliceerder dan eenvoudigen oplossing, die zelf aan de hand schijnt te Wat is nu eenvoudiger dan men, het met een en ander eens zijnde, zegt: „Komt tens over praten". Met goe- wil van twee komt en brengt het toch vaak een heel d. Maar inplaats daarvan cessen, vechtpartijen, oorlo- Tot men toch ten slotte bij 17 aar moet komen om er over Ia iraten, maar dan allebei met kapotte neus of een paar it oogen. Ierland hebben ze mekaar s lang blauwe oogen gesla- en erger nog. Ze waren er fraai op weg mekaar hee- aal uit de wereld te slaan, eindelijk heeft Lloyd Gëorge tnvoudige en gemakkelijke gevonden en tot De Valera gd: „Kom er eens over :n", Ik weet wel, dat hem «geland daarvoor heel wat en weg zat. Het was hier enkel de gewone eerzucht, zoo graag de moeilijksten gaat en den eenvoudigsten laat liggen. Men spreekt g van de hoogheid van het tagezag. En dat beteekent in dit geval, dat dat gezag met zich kan laten praten, B onverbiddelijke onderwer- jjeischt. Dat heeft ook Lloyd 'ge lang volgehouden. En hem hebben feitelijk alle 2Jelsche regeeringen het ge- 5» Eerst onderwerping. De zijn Engelsche onderdanen e onderdanen staan niet op 6.51) Ij «ds had hij de kruk der gegrepen, toen deze van gl 'schielijk gesloten werd. doodsangst riep hij uit hr, doe toch open", en daar a, een antwoord kreeg, nam 'lvll en bijl van een in het mid- Pft' Van ^en wa"fi hangende e en sloeg daarmede door Vtokelen slag de deur stuk. 'eo hij door de ontstane ""g in de slechts weinig Fte eetkamer trad, werd ide tegenovergelegen, op de r»ï1 tj' "'"bomende deur met Vyll1 toegeworpen maar niet ®r dat Serge gezien had, anCCar?00r een vrouwelijke ■l,ei in een donker kleurige Bekleed, ijlings vluchtte, j PHaltBlijfen wilde één lijn met het staatsgezag, maar moeten beginnen zich ge wonnen te geven. De leren bezagen het een beetje anders. Zij beschouwen zich als een onderworpen volk, dat op weg is zich vrij te ma ken en als zoodanig voeren zij oorlog met Engeland. Zij hebben hun eigen parlement, hun eigen regeering, hun eigen president De Valera. En hun eisch is eerst vrij. Daarna willen ze wel met Engeland praten teneinde de wederzijdsche verhouding te re gelen. Maar ze willen dat alleen doen als gelijkberechtigden partij Wanneer ze bijvoorbeeld in be paalde Engelsche eischen willen toestemmen, dan toch alleen bij overeenkomst en niet als voor waarde voor het verkrijgen van hun vrijheid. Tusschen deze twee opvattingen schijnt geen verzoening mogelijk, omdat de Engelsche de lersche als 't ware uitsluit. Tenzij een van twee de wijste is en zegt „laten we nu niet over den vorm twisten, niet kibbelen wat eerst moet gebeuren en wat laatst, maar laten we alleen maar trachten uit te maken, hoe de verhouding tusschen onze twee 1 landen in de toekomst zal zijn". Zal het Lloyd George wezen Zijn imitatie aan De Valera sluit de waarschijnlijkheid als 't ware in. Want feitelijk beteekent die een erkening van het lersche standpunt, zij het geen formeele. Lloyd George stelt geen voor waarde meer, maar noodigt uit tot onderhandelen. Dat was de eerste noodzakelijke stap. De tweede moet zijn, dat de Engel sche regeering de voorstelling loslaat, alsof het Ierland een regeling heeft op te leggen. Doet zij dat en erkent zij daarmede als 't ware Ierland's vrijheid, dan zullen de Ieren waarschijn lijk wel bereid zijn die vrijheid een beetje in te perken en wel licht zoover als Engeland's levensbelang eischt. En zij moet dat doen, omdat het de eenige weg naar den vrede is en omdat toch het zelfbeschikkingsrecht. de vluchtende naloopen, toen hij struikelde en op zijn, op den grond liggendep vader vielte gelijkertijd viel hem een sterke geur van heliotroop op, die in de kamer verspreid en blijkbaar afkomstig was van de vrouwe lijke persoon, die hier met den commandant had geworsteld. Serge vergat echter al het overige, zelfs de vervolging van de ontvluchtte, bij den aanblik zijns vaders, die lang uit bij de ingangsdeur op den vloer lag. Het bloed guste hem uit de wonden, die hem toegebracht waren. Terwijl de jonge man beproefde den steunende op te richten, sloeg deze de oogen op en stamelde: Hal Serge! bent gij het Ja, vader, maar wat is er voor gevallen O, die rampzalige die ellendige 1 Wie wie dan Spreek, ik bezweer het u I Ja, dat waren we bijna ver geten. Er is een tijd geweest, dat daar veel over gepraat werd en dat het de Engelsche regee ring was, die daar veel over praatte. Dat legt haar zekere verplichtingen op. Want de Ieren, nietwaar Maar men hoort er tegen woordig liever niet van en denkt er zoo weinig mogelijk meer aan. Tegenwoordig beslissen andere eischen dan die van zelfbeschik kingsrecht en nationale vrijheid. Dat zijn dezelfde, die, naar presi dent Wilson's zeggen, in de toe komst niet meer beslissen moch ten. De landen hebben het ondervonden, die bij Zweden wilden behooren, maar door den Volkerenbond aan Finland zijn toegewezen, omdatNou ja, om allerlei redenen, waarmee Aaland en de Aalanders zelf niets te maken hadden. En zoo zal het ook wel met de Opper- Sileziër's gaan. Hoe dit gewest verdeeld en of het verdeeld en aan wien het zal toegewezen worden, is nog duister. Maar één ding staat vast, dat de te treffen regeling niet zoo zal zijn, en omdat de Opper-Sileziër's ze zoo willen, ook niet omdat Duitschland en Polen als de twee meest geïnteresseerden het zoo willen of_ een dergelijke regeling het meest in hun belang zal zijn, maar omdat het belang der Entente, van Frankrijk en Engeland en Italië misschien het zoo wil en de Entente-politiek het zoo voorschrijft. En daarvoor slaan nu Polen en Duitschers elkander dood. Zouden ze niet iets van Lloyd George kunnen leeren En zou Lloyd George zelf niet misschien iets van zijn uitnoodiging kunnen leeren'? Ier land is een leerrijk voorbeeld ook voor de boedelberedderaars in Opper-Silezië. Intusschen schijnt men nu aan een overeenkomst toe, die er allereerst de orde herstelt. Polen en Duitschers zullen dan ieder van hun kant successievelijk het Opper-Silezische gebied ontrui men. Dat hebben dus de Duit- scher8methun zelfweerbaarheids- Mijn zoon mijn dierbre zoon vaarwel. Lieve vader, stamelde Serge in wanhoop. De commandant viel loodzwaar achterover hij was dood 1 Serge bleef, wezenloos van schrik, voor hem op de knieën liggen. De oogen op het gelaat van den doode gericht, wist hij niet, of hij waakte, of wel of een vreeselijke droom hem om ving. Slechts met moeite kon hij zijn gedachten verzamelen. Hoe verheugd was hij thuis gekomen, om z'n vader zijn ge luk te verkondigen en met hem allerlei plannen voor de toekomst te bespreken en nu waren eens klaps al die blijde vooruitzich ten verwoest, want zijn geliefde vader, zonder wien hij zich geen volledig geluk denken kon, was dood. Een vrouw had hem ver moord en hij waagde het niet eens zichzelve af te vragen, wie de moordenaarster geweest was. corpsen toch weten te bereiken. Want zonder hunne actie zouden ze aan Polen wel het veld heb ben moeten laten. Hierna kan nu de eigenlijke regeling begin nen. Maar blijkbaar zal de Oostersche kwestie voorgaan. Aan Griekenland is de be middeling der Entente aange boden. Maar er is weinig kans, dat het op die aanbieding in zal gaan. En zijn oorlogsverklaring aan Rusland, dat immers de bond genoot van de Turksche natio nalisten is, wijst er wel op, dat het nog niet aan hef einde van den strijd gelooft. Als de Griek- sche schatkist daar nu ook maar niet aan gelooft. Want zoo het geld al overal den baas speelt, in Griekenland heeft het op 't oogenblik in bijzonderen zin de I beslissende macht. Zonder geld ook geen oorlog. Als de Grieken ook eens den makkelijken weg insloegen en er over kwamen praten Het Engelsche mijnconflict behoort tot het verleden. Het begon op den eersten April, en heeft dus drie maanden geduurd, 't Brak uit op een oogenblik, waarop de malaise in de En gelsche industrie reeds het peil bereikt had, dat men als „een hoogtepunt" pleegt aan te duiden Er kon op dat moment niets ergers gebeuren dan een stop zetting van het bebrijf, op welks activiteit alle overige takken van industrie gebaseerd zijn, en van welks welzijn de welvaart der gansche Engelsche nijverheid afhangt. Tot deze. stopzetting werd niettemin besloten. De mijneigenaars noemden het een staking en de mijn werkers een uitsluiting. Tot op den huidigen dag, nu eindelijk een overeenkomst is bereikt en de arbeiders door hun Federatie zijn geïnvivteerd om den arbeid a.s. Maandag te hervatten, zijn de heeren het er over eens ge- Hij huiverde bij de gedachte, dat de woorden zijns vaders wel eens op Therese betrekking zou den hebben. Plotseling stond hij op, liep naar het buffet, lichtte van de daarstaande lamp de kap op, ten einde de kamer beter te kunnen overzien. Allerwegen heerschte de grootste wanorde, de tafels waren op zijde geschoven, meer dere stoelen waren omvergewor pen, en onfeilbaar ware ook de lamp omgevallen, had zij niet toevalligerwijze op het buffet, in plaats van zooals gewoonlijk op de tafel in het midden van de kamer gestaan. Naast de tafel lag nog een geopende brief; Ser ge wilde hem lezen, doch hij was er niet toe instaat. Tranen omfloersden zijn blik en hij legde den brief weder neer. Nu eerst bemerkte hij, dat zijn handen vol bloed zaten, want hij had, door het opnemen van den brief, ook dezen met bloed bevlekt, woiden wat het eigenlijk geweest is. 't Doet er trouwens weinig toe. Noem het „een conflict". Alleen de resultaten zijn van belang, en die zijn zoo geweldig dat men de verliezen niet eens in globale cijfers kan benaderen. Ontzaglijke financiëele nadeelen staan nevens een productieverlies aan kolen dat in de tientallen millioenen tonnen loopt, een ver der productieverlies in overige industrieën dat niemand kan taxeeren, een achteruitgang in Engelands positie op de interna tionale markt, die nog jarenlang zal nawerken want andere landen met gunstiger valuta-ver houdingen hebben van de mooie kans geprof teerd, en drie maan den tijd gehad om zich stevig op de open plaats te nestelen en ten slotte is er „de moreele klap", die de Engelsche industrie op de wereldmarkt ontvangen heeft, en waarvan men de beteekenis niet kan onderschatten. Mr. Frank Hodges, secretaris der Miners Federation, heeft op het Labour Congress een lofrede gehouden op de stugge volhar ding der mijnwerkers. Hij heeft hun stijd betiteld als „een epic fight"» en 's scherp aangevallen op deze woorden. Niet op het congres, dat hem toejuichte, maar in de pers. Terecht. Deze heroïeke strijd heeft iedereen zonder uitzonde ring enorme verliezen gekost, en niemand winst gebracht. Voor Engeland is zij een ramp geweest. Noch de mijneigenaars, noch de mijnwerkers-leiders kunnen van een overwinning spreken. De laatsten hebben ten slotte bak zeil gehaald en afgezien van hun eindeloos-besproken, bestreden en verheerlijkten eisch de „National Profits Pool". Veertien dagen geleden hadden zij de mijnwerkers er nog over laten stemmen. Zeventig procent hiel den er aan vast, dertig procent waren voor hervatting van Men arbeid. Als de verhouding 65 35 was geweest, zou het con flict toen beëindigd zijn, maar zelfs ondanks de wonderlijke bepaling dat er een meerderheid Zijwaarts van dezen brief bemerkte hij nu ook een hand schoen, een langen dameshand schoen, die insgelijks een sterke heliotrooplucht afgaf. Toen Serge zich nu weder omkeerde, en het volle lamp licht het gelaat van den doode bescheen, toen overmande hem de smart, snikkend wierp hij zich over zijn vader, en kuste diens reeds koud geworden voor hoofd. Daarop verzonk hij weder in een half bewusteloos gepeins, dat hem ongevoelig maakte voor alles, wat er om hem heen voor viel. Eindelijk rees hij op en wilde de kamer verlaten om hulp te gaan halen toen hij echter nog maals op 't lijk zijns vaders neerzag, bemerkte hij eerst dat in den linkerkant der borst nog een groot mes in de wonde stak. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1921 | | pagina 1