ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN erij VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN DE.I an ere I Het Ultimatum aan Duitschland. 28 f E. 30e Jaargang Woensdag 11 Mei 1921 Nummer 2622 Ontmaskerd- Napoleon's Sterfdag. itclitr BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 met 10 cent dispositiekosten. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. sier. i alle EEL I De ofticieele tekst van de 'n£ iverklaring der geallieerden luidt 'als volgt I De geallieerde mogendheden fconstateeren, dat, in weerwil van Je concessies, die in het tijds verloop sedert de,ouderteekening va het verdrag van Versailles our de geallieerden zijn gedaan, o in weerwil van de waarschu- ving omtrent de sancties, waar de te Spa en te Parijs was ploten, alsmede de sancties, relke van uit Londen aan jqitschland zijn medegedeeld n die sedert dien in werking ijn getreden, de Duitsche re dering in gebreke is gebleven zake de vervulling der ver- ilichtingen, die op Duitschland usten krachtens de bepalingen an het verdrag van Versailles etretfende lo. de ontwapening; 0. het betalen van het bedrag (ld 12 milliard goudinark, dat volgens art. 235 van het verdrag voor 1 Mei 1921 verschuldigd was en waaromtrent zij reeds ioor de Commissie van Herstel rerd gesommeerd 3o. de ver- ordeeling der oorlogsmisdadi gers, zooals die werd omschre- en in de nota's der geallieerden 1.d. 13 Februari en 17 Mei 1920; lo. eenige andere belangrijke westies, met name die, welke vorden behandeld in de art. 164, 267, 269, 273, 321, 322 en 527 van het verdrag. De geallieerden besluiten, van leden af over te gaan tot het lemen van alle noodzakelijke oorbereidende maatregelen voor Ie bezetting van het Roerdal loor de geallieerde troepen aan len Rijn. Zij verzoeken de Commissie tan Herstel ingevolge art. 233 tan het verdrag de Duitsche regeering onverwijld de tijdstip pen en modaliteiten mede te deelen, waarop Duitschland zijn fchuld moet voldoen, en de Duitsche regeering met haar be- ilissing daa'romtrent uiterlijk op Mei in kennis te stellen. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever BOO M—B L I E K BRESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Tijdelijk verhoogd met 20 pCt. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur ;-; 105) Met een afwijzend gebaar wenkte zij de heeren te vertrek ken. Ik heb het recht u hier niet toe te laten, want bij af wezigheid van mijn grootvader vervul ik hier zijne wenschen en hevelen, ben ik meesteres en in zijne plaats verzoek ik u, mijn heer graaf van Rheinsburg, den grond van den Rotbachmolen in het vervolg niet meer te betre den. Zij was dichter op hem toe getreden en voegde hem op 'cherpen toon toe: Na onze ontmoeting in Amerika hadt gij het zeker moeten ver mijden mij nog onder de oogen 'e komen. Terwijl Gerda met eene ver- achtelijke uitdrukking in hare "em, omdat zij het vrije op Zij sommeeren de Duitsche regeering, binnen zes dagen na den datum van ontvangst van bovengenoemde beslissing cate gorisch mede te deelen, dat zij: lo. zonder voorbehoud of voor waarden haar verplichtiging zal nakom m, zooals die door de Commissie van Herstel zijn vast gesteld 2o. zonder voorbehoud of voorwaarden de waarborgen voor het nakomen harer ver plichtingen zal aanvaarden, zoo- als die door de Commissie van Her tel zijn vastgesteld 3o. zonder voorbehoud en onverwijld de maatregelen zal nemen, die tot ontwapening van het leger, de vloot en de lucht vaart bij schrijven van 19 Januari 1921 door de geallieerde mo gendheden aan de Duitscne re geering zijn medegedeeld de maatregelen, die reeds uitge voerd hadden moeten zijn, dienen onmiddellijk genomen te worden, de overige op de daarvoor vast gestelde tijdstippen 4o. zonder voorbehoud en on verwijld zal overgaan tot het veroordeelen der oorlogsmisda digers en tot de uilvoering van die gedeelten van het vredes verdrag, waaraan zij tot dusver nog niet in voldoende mate uit voering heeft gegeven en waar van sprake is in het eerste ge deelte van de onderhavige nota. De geallieerde besluiten, op den 12den Mei over te gaan tot de bezetting van het Roergebied en het nemen van alle andere militaire maatregelen te land en ter zee, wanneer de Duitsche regeering in gebreke blijft, aan bovenvermelde eischen te vol doen. Deze bezetting zal zoo lang duren als Duitschland de voorwaarden, welke in deze nota zijn opgesomd, niet heeft ver vuld. Londen, 5 Mei 1921. (get.) LLOYD GEORGE. BRIAND. SFORZA. JASPAR. HAYASHI. treden van den graaf laakte, tot dezen sprak, hadden de beide geneesheoren een blik van ver standhouding gewisseld, die als het ware wilden zeggen „aan de wijze van spreken zou men zeggen dat zij krankzinnig is". Er viel een ongekenden haat tegen de Rheinsburgers uit al hare woorden op te maken. De jonge graaf, die op dit oogenblik innerlijk van woede sidderde, moest zich geweld aan doen, om kalm te blijven, want hij wist wat voor dit oogenblik van hem afhing. De minste onzekerheid in zijn optreden kon toch mistrouwen bij de genees- heeren opwekken, en dat moest hij voorkomen. Alhoewel hij bleek als de dood was van woede, durfde hij zich door niets ver raden. Met brutale hand had h-4 den teugel van het noodlot ternd genomen, hij werd er steeds voorwaarts door gedreven op Het volgende ontleenen wij aan een artikel in de Avondpost, omtrent het leven en sterven van Napoleon Napoleon Bonaparte werd 7 Januari 1768 geboren te Ajaccio, dus in hetzelfde jaar waarin Cor sica door de Genueezen werd afgestaan aan Frankrijk. Hij is niet minder een „soldat de for tune" dan de meesten zijner latere groote veldmaarschalken en generaals. Door protectie van graaf De Marboeut, den toen- maligen FVauschen gouverneur van Corsica, werd hij in 1779 kosteloos geplaatst op de mili taire school te Brienne, van welke hij in 1784 overging naar die van Parijs (Sait Cyr). Ilij wis volstrekt geen uitmuntend leerling, hoogst eenzelvig, had wel eenigen aanleg voor wis kunde, doch zijn lievelingsvak was geschiedenis. Hij werd 1 September 1786 sous-lieutenant bij het artillerie-regiment Lafère te Valence en in £789 luitenant te Grenoble. Kort daarna brak de revolutie uit, het leger werd ontbonden en Napoleon keerde terug naar Corsica, waar hij trachtte de democratische ideeën ingang te doen vinden en zijn lang verlof te benutten om zich een persoonlijken aanhang te verzekeren ten einde het eiland, zoo mogelijk, weer onafhankelijk te maken. Na het opmaken der radicale elementen in Frankrijk's hoofdstad, sloot hij zich op Cor sica aan bij de partij van Pascal Paoli, welke zich echter weldra verklaarde tegen de replubli- keinsche regeeringen te Parijs. Hiertegen kwam Napoleon op in een hartstochtelijk schrijven, dat tot gevolg had, dat ofschoon wegens zijn achterblijven van verlof, zijn ontslagbrief reeds geteekend was, hij zijn plaats in het leger herkreeg en in 1792 zelfs werd bevorderd tot kapi tein. Hij wierp zich nu geheel in de armen der Franschen en deed in Mei 1793 zelfs een po ging om de citadel van Ajacio te overrompelen, een feit waar den eenmaal betreden weg, terug kon hij niet meer. Alleen de grootste koelbloedigheid kon hem den weg banen, die hem tot de zegepraal zooals hij zich die voorstelde, kon voeren. Met eene vrijpostigheid, alleen hem eigen, nam hij de hand van Gerda en zeide Geliefde nicht, wees verstan dig en kom naar het slot toe, waar uwe familie met ongeduld wacht. Terug, riep Gerda, ga weg van hier De oudste der geneesheeren was thans op haar toegetreden en zei Bezin u, waarde gravin, en denk dat uwe familie het goed met u meent, en alleen uw wel zijn op het oog heeft, als zij u in haren kring wil doen terug- keeren, en waar gij ook door uwe afstamming verplicht zijt aan te gehoorzamen. Op het slot Rheinsburg is uwe plaats, voor hij met zijn familie vogel vrij werd verklaard. Hij vluchtte naar Parijs, waar hij getuige was van den val der monarchie en niet minder van de onmacht der nieuwe regeering. Van nu af ontplooide zich in hem de berekenende, voor niets terugdeinzende egoïst. Hij sloot zich na den staats greep van de Bergpartij aan bij de sterkste partij en wist zich in te dringen bij zijn landsman Salicetti, commissaris der con ventie bij de belegering van Toulon. Bij dit beleg gaf hij \foor den eersten keer blijk van zijn veld heerstalent. Den 19 October 1793 bevorderd tot majoor leidde hij het artillerie-vuur en dwong daardoor 18 December 1792 de Engelschen en de Spanjaarden te kapituleeren en Tulon te ver laten. Zijn belooning daarvoor was zijn benoeming op 6 Februari 1794, dus op even 26-jarigen leeftijd, tot brigade-generaal. In Maart 1794 trad hij op als mili tair raadsman van den jongeren broeder van Robespierre, com missaris in de Armee d'Italië, welke spoedig werd gedwongen de Zee-Alpen te ontruimen, doch de val van Maximiliaan Robespierre, 27 Juli 1794, sleepte hem mee. Hij werd aangeklaagd van verraad en hoewel hij reeds na 8 dagen in vrijheid werd gesteld, werd hij overgeplaatst bij de infanterie en begin 1795 ingedeeld bij de West-armee. Hij weigerde te gehoorzamen aan dit bevel, simuleerde ziekte en begaf zich naar Parijs. Des- wege werd* hij 15 September 1795 voor de tweede maal ont slagen uit het leger. De opstand der conservatieven, die de Conventie bedreigde, gaf hem weer een kans. Zonder iets te ontzien, dempte hij 5 October 1795 dien opstand en Barras vertrouwde hem nu de verdere leiding der verdedi ging toe. De Conventie schonk hem den titel „Redder van de Volksvergadering, de republiek en het vaderland" en benoemde hem 16 October 1795 tot divisie- niet hier in deze boerenomgeving, waarin gij toch ook niet zijt grootgebracht. Wat wilt gij toch hier in dezen molen uitvoeren, waar gij slechts van lieden om geven zijt, die niet tot uwen stand behooren. Deze woorden had hij als het ware op zachten, vaderlijken toon gesproken, daarbij had hij echter de hand van Gerda, die stijf en koud als die eener doode in de zijne lag, omsloten ge houden. Hij zag dat Gerda als een beeld voor hem stond, hoe hare schoone gelaatstrekken als het ware versteenden en een vreemden uitdruk aannamen, hoe zich hare mond wijd open den, als aanschouwden zij iets schrikwekkends, dat zijne klau wen naar haar uitstrekte. Uit haren btik sprak grooten schrik, vreeselijke ontzetting, en dit sterkte den geneesheer in zijn vermoeden, dat zij waanzinnig was, dit schreef hij ook toe aan generaal en 23 Februari 1796 tot opperbevelhebber van de Armee de l'i.itérieur. Als contra prestatie huwde hij 9 Maart 1796 Josephine Tascher de la Pagerie, weduwe van generaal De Beau- harnais en vriendin van Barras. Barras had den eens zoo een- voudigen artillerie-luitenant 2 Maart 1796 het opperbevel toe vertrouwd over de slechts 37000 man sterke Armee d'Italië. Na den vrede van Campo Formio (17 October 1797), welk een einde maakte aan een onafge broken reeks schitterende wapen feiten, keerde Napoleon 5 De cember terug te Parijs, waar inmiddels 4 September 1797 de staatsgreep der radicale Direc toire tegen de consei vatieve meerderheid der Kamer had plaats gehad, waartoe Napoleon in den geest der radicalen door onthullingen over Pichegru had meegewerkt. Het Directoire zag met leede oogen den toen reeds uiterst populairen en hoogst eigenmach- tigen generaal in zijn nabijheid, deed alles oin hem uit Parijs te verwijderen en droeg hem daar om het opperbevel op over de Armee d'Angleterre, die werd saamgetrokken aan de oevers van het kanaal en zou landen in Groot-Britannië. Napoleon zag alras de onuit voerbaarheid van deze onder neming in zonderling, dat hij in 1804 een dergelijk plan over woog en daartoe o.a. troepen concentreerde op de Zeister- heide, waar de pyramide van Austerlitz nog herinnert aan dat voornemen en besloot, Enge land te bestoken in Egypte. Den 1 Juli 1798 landde hij te Alexandrië, doch de loop van den tweeden coalitie-oorlog deed hem 21 Augustus 1799 het be vel over de Armee d'Egvpte eigenmachtig overdragen aan Kleber, waarop hij, de Britsche blokkade ten spijt, 9 October 1799 te Fréjus landde, en 16 October terugkeerde te Parijs, waar hij 9 Nov. 1799 den staats greep uitvoerde, welke het Di rectoire (dus ook zijn weldoener den starren blik, dien zij doel loos in de ruimte richtte. In waarheid was het, alsof Gerda het spook van den waan zin tegen grijnsde, als gevoelde zij de klauwen, die zich om haar wilden vastklemmen. Een naamlooze doodsangst maakte zich van haar meester, omdat zij zich geene verklaring kon geven van het tooneel, dat zich voor haar afspeelde, doch instinctmatig gevoelde, dat het een gruwzame beteekenia had voor haar en voor hare geheele toekomst. Langzaam, met eene moeielijke beweging, als droeg zij eene keten, hief zij hare hand uit die van den geneesheer op en bracht ze aan haar voorhoofd, dat geheel koud was. Eene koude siddering doorliep ook haar lichaam, alhoewel de zon een brandende hitte verspreidde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1921 | | pagina 1