VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM—BLIEK
30e Jaargang
Woensdag 13 April 1921
Nummer 2614
Vernieuwing.
Ontmaskerd.
Groote Veenbrand.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
met 10 cent dispositiekosten.
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
Telefoon rpfckpmq Postgiro
No. 21 d K C. IV t IN 5 n704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Tijdelijk verhoogd met 20 pCt.
Advertenties worden aangenomen tot u i t e r I ij k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
„Een nieuwe lente, en een
nieuw geluid", zoo begon een
onzer beste dichters van den
lateren tijd in zijn prachtig ge-'
dicht „Mei".
De nieuwe lente is er. Maar
het nieuwe geluid? We hooren
het nog niet. Maar wil dat
zeggen, dat het er nog niet is.
We zijn zoo licht geneigd al
leen als bestaand te erkennen,
wat we met onze zinnen waar-
nemen. Maar het leven werkt
onzichtbaar. Alleen straks, wan
neer al de boomen in nieuwe
bloesempracht en nieuwen bla-
derendos staan, worden we die
werking van nu gewaar. Dat
moest ons voorzichtiger stemmen
met onze beslissingen.
De nieuwe lente is er. We zien
haar in volle pracht. Meizoentjes
steken hun hoofdje boven het
lage gras. Paardebloemen kleu
ren al met hun fel geel onze
weidevlakten. Aan de boomen
beginnen de dichte knoppen te
botten en peren staan al in hun
eerste bloesempracht. En een
luwe lentewind streelt ons soms
verrassend om ons hoofd. We
weten, dat het nieuwe leven bezig
is te ontkiemen en weldra in
zijn heerlijksten bloei voor onze
altijd opnieuw verwonderdeoogen
zal schitteren, dat de regelmatige
vernieuwing van het leven, die
altijd uit het oude en voorbij
gegane de nieuwe vormen wekt,
zich voltrekt en tot haar heer
lijkste uitdrukking komt. Zouden
we dan aan het nieuwe geluid
twijfelen
De wereld van thans wacht
er op. Het is, of voor haar
al het oude is voorbijgegaan.
Maar het is nog niet nieuw ge
worden. Dat nieuwe, de nieuwe
dingen en nieuwe vormen zoekt
zij, die haar de verlossing zullen
brengen. Zij verlangt en hoopt
en luistert. Maar het nieuwe
geluid is er nog niet. Of is het
alleen maar, dat zij het nog niet
verstaat In de boomen, in dé
bloemen werkt al lang het nieuwe
leven, voor we zijn uitwerking,
zijn resultaten zien. Mogen we
97)
De prijs, die ik verlang voor
de afgave van het stuk, zal ik u
noemen. Dat het u 't onbepaald
recht verzekerd, eigenaar van
het slot te blijven, behoef ik u
niet te zeggen. Nu heer graaf,
het zal u recht en billijk toe
schijnen, dat ik ook mijn recht
wil terugvorderen. Dus recht
tegen recht I Geef mij mijne
dochter weer Zeg mij, waar ik
Lucie kan vinden, en gij zult
het stuk in ontvangst kunnen
nemen. Doch weet wel, dat ik
enkel om dezen prijs zal afstaan.
Nooit zal iemand weten, waar
het op dit oogenblik bevind. De
prijs die ik er voor verlang is
Lucie de jonge gravin van
Rheinsburg. Want ik weet, dat
't mijne dochter is, die hier de
gelooven, dat ook in ons inen-
schen-leven de vernieuwing bezig
is zich te voltrekken, ofschoon
we haar nog niet vernemen
We hebben die vernieuwing
noodig, wij ieder voor ons af
zonderlijk en wij allen gezamen
lijk. In ons eigen leven hebben
we ze noodig en in het groote
leven daarbuiten van volken-en
maatschappijen. Nooit als in
dezen tijd misschien heeft de
menschheid er naar uitgezien.
Er is een zoeken, een tasten
overal. Maar het is veelal nog
als het tasten van een kind in
een donkere kamer, waaruit het
vergeefs een uitweg zoekt. We
hebben veel geleerd de laatste
jaren en allen zijn we tot de
zekerheid gekomen, dat het
anders moet. Maar we weten
meestal nog niet hoe. En wan
neer we het al vermoeden, dan
kunnen we nog zoo moeilijk op
den nieuwen weg raken. De
mensch kan zoo moeilijk de
oude paden verlaten. En als de
mensch is de menschheid. Dat
maakt, dat alle vernieuwing zoo
moeilijk en als onder zware
barensweeën haar beslag krijgt.
Wij zeiven weten het wel,
wanneer we ouder geworden
zijn, dat het strijd kost en veel
teleurstelling en bitterheid, dat
het leven juist zoo moeilijk
maakt. Maar we erkennen ook
de noodzakelijkheid en weten,
dat het leven naast moeilijk
heerlijk maakt als een nieuwe
lente met haar bloesempracht en
geurenweelde. Daarom zoeken
we de vernieuwing juist vaak in
de moeilijkste dagen.
Gaat het de menschheid fei
telijk niet evenzoo Minder be
wust misschien, maar even
onvermijdelijk tast zij naar de
nieuwe vormen, wanneer de
oude vormen haar behoeften en
verlangens en aspiraties niet
langer kunnen bevredigen en hun
knellenden druk doen gevoelen.
Maar als de mensch ook, tast
zij vaak lang voordat zij vindt.
In dat tasten en zoeken werkt
het nieuwe leven. Het is de
vernieuwing, maar die wij nog
niet zien, het nieuwe geluid, dat
rol van gravin van Rheinsburg
speelt.
Enders had zoo zacht gespro
ken, dat alleen de jonge graaf
hem verstaan kon. Geen woord
van dit geheim zou de muren
doordringen.
Bij de liefde die ik mijn kind
toedraag doe ik de belofte te
zwijgen. Nooit zal een menschen-
ziel van mij vernemen welke rol
om de bedriegerijen die ge
pleegd zijn, te kunnen uitvoeren
mijne dochter als gravin van
Rheinsburg gespeeld heeft!
Als zij teruggekeerd is, zullen
wij zeer ver weggaan van hier,
tot daar waar geen spoor meer
van ons ontdekt kan worden.
Dan kan de jonge gravin zijn,
wat zij vroeger wa», voor dat het
waanzinnig besluit in haar op
kwam, de rol van gravin te spe
len. Geef mij mijne dochter we
der dat is alles ,wat ik van u
verlang, heer graaf. Geen cent
zou ik als zondegeld willen aan-
we nog niet hooren. Is het niet,
of wij ook nu uit de verte zijn
vage klanken hooren aanruischen
over de lange, wachtende wereld?
Het lijkt duister in de wereld
den laatsten tijd en iedere nieu
we gebeurtenis schijnt die duis
ternis slechts te verdichten. Maar
wordt niet juist uit de duisternis
het licht geboren. Wat confe
renties te Londen en dergelijke
bekokstoven, dat is niet wat de
menschheid wil. Zij zoekt andere,
nieuwe paden. Maar de oude
vormen hebben nog macht over
haar. Zij worstelt om vernieu
wing. En wanneer soms verre
vreemde klanken ons in hun
onzekerheid verschrikken, laten
we dan gelooven, dat het de
nadering is van het nieuw
geluid, die de nieuwe lente der
menschheid aankondigt.
Gevangenisstraf voor
belastingontduiking.
Men schrijft aan het Alg. Han
delsblad:
Leest men de strafbepalingen
van onze direcle-belasting-wetten
dan blijkt dat ten aanzien van
bepaalde feiten de wetten op
de Rijksinkomstenbelasting en op
de vermogensbelasting uitslui
tend gevangenisstraf bedreigen.
Voor het overige staat het den
rechter vrij om, evenals dit het
geval is bij het constateeren van
strafbare feiten ten opzichte van
dividend- en tantiemebelasting,
gevangenisstraf óf geldboete op
te leggen. Ook de wet op de
oorlogswinstbelasting kende in
bepaalde gevallen slechts het
opleggen van gevangenisstraf.
Volgt men in de dagbladen
de fiscale bekeuringszaken, dan
treft het hoe uiterst moeilijk de
fiscus het telkens heeft om het
pleit te winnen. En ook valt het
op, dat het aantal voorgebrachte
zaken betrekkelijk zoo klein is
tegenover het zeer groote aantal
belastingaangiften.
Onwillekeurig gaat men zich
afvragen heeft de bedoelde be
dreiging met gevangenisstraf
practisch inderdaad het resul-
nemen want het zou branden in
mijne hand als vuur en mij me
deplichtig maken aan het schan
delijk bedrog, dat gij aan den
ouden molenaar gepleegd hebt.
Enders was op den graaf toe
getreden die als wezenloos voor
hem stond en zijne blikken
strak door het venster wierp.
Was dat wezenlijk het park van
Rheinsburg Stond hij hier nog
op 3en bodem der werkelijkheid
of had een waanzinnige droom
zijn denken in onmacht geslagen?
Deze schrijver, die hij steeds
voor een nietig wezen had aan
gezien, die hij steeds zoo min
achtend behandeld had, hield
zooveel van zijn kind. Deze man,
die hij voor een afzetter had
aangezien, wilde niets voor zich,
dan zijn recht 1 Zijne dochter,
die hij eene vaderlijke liefde
toedroeg.
Hij gruwde plotseling voor
zich zelf en voor het schoone
karakter van dezen eenvoudigen
taat opgeleverd, dat men er van
mocht verwachten?
Ontduikt het publiek nog
slechts sporadisch de belasting,
uit vrees in aanraking te komen
met den strafrechter Of ont
duikt men er lustig op los in de
stellige overtuiging, dat het met
de bekeuringen zoo'n vaart niet
zal loopen
Een antwoord behoeven we
hier niet te geven. Over de men
taliteit van het groote publiek
ten aanzien van de rich'tinge na
leving onzer belasting is in den
loop der jaren of waren het
eeuwen? reeds herhaaldelijk
een boekje open gedaan.
Zien we de zaak goed in, dan
gelooven we, dat men in fiscale
kringen er wat beu van is ge
worden om fiscale zaken voor
de rechtbank te brengen. Het
tijdverzuim met al den romp
slomp, verbonden aan het aan
hangig maken van een zaak, de
lange duur der procedure waar
door men er geheel „uit" raakt,
de geringe voldoening en het
verleenen ten slotte van gratie,
werken niet animeerend. Zoodat
men geneigd is te vragen, of op
don thans gevoigden weg moet
worden voortgegaan. De directe
belastingen zijn steeds hooger
opgevoerd. Voor wie altijd eer-
li]k opgave doet van zijn inkom
sten is het alleronaangenaamst
te bedenken, dat er nog veel
en misschien zéér veel medebur
gers zijn, die een gedeelte van
het wettelijk door hen verschul
digde weten te ontgaan ten koste
van de eerlijken, die naar rato
zooveel te meer moeten opbren
gen.
Sporadisch komt het voor, dat
eens iemand zich inderdaad tot
gevangenisstraf veroordeeld ziet.
Is dit stellen van een voorbeeld
nu van eenig voordeel voor de
algemeene fiscale belangen De
groote massa let niet meer op
het feit van zoo een enkele
veroordeeling. Zij zou mogelijk
leering trekken uit het voorbeeld,
indien bij de uitgereikte aan
gifte-biljetten een opgave ge
voegd werd van de namen van
de veroordeelde personen, het
man. Tegelijk steeg een schrik
kelijk visioen, een afschuwwek
kend beeld voor hem op. Hij
zag het voorval in het krankzin-
nigengesticht, waar Lucie zich
aan hem vastklampte en hem toe
riep, zich over haar te ontfermen
en haar niet te verlaten. Hij
hoorde hare doodsangstige stem
en zag haar vertwijfelden blik
als de geneesheeren en de
wachteressen binnentraden en
haar de boeien aanlegden.
Dit gruzame schouwspel bracht
een koude huivering over zijn
lichaam.
Doch 't was onmogelijk wat
Enders van hem verlangde. Lucie
was van de wereld verdwenen
en moest dit blijven 1 Nooit meer
mocht haar schaduw in zijn
leven, te voorschijn komen!
Het was alsof hij plotseling te
samenstortte, toen Enders hem
de hand op den schouder legde.
Heer graaf! De stem van den
schrijver klonk hol, als kwam zij
gepleegde strafbare feit en de
opgelegde straf
Zou het niet wenschelijk zijn
de gevangenisstraf uit te scha
kelen en er yoor in de plaatste
stellen een hoog opgevoerd
boetestelsel buiten en behalve
het navorderingsrecht, dat de
wet ook thans aan den Fiscus
toekent een boetestelsel n.l.
dat tevens verband houdt met
het aan de schatkist veroorzaakte
financieele nadeel.
Ongetwijfeld zou dit wapen
zich lichter laten hanteeren, er
zou eerder naar gegrepen wor
den, terwijl het grootere per
centage veroordeelingen, dat zou
volgen méér afschrikkend zou
werken dan de dood-enkele ver
oordeeling tot een paar dagen
gevangenisstraf van thans.
Omtrent de groote Veenbrand
in Drente, deelt men aan de
Courant het volgende mede
Hij is weer bezig in Oostelijk
Drente, de gluiperige vijand, die
veenbrand heet. Vier jaren ge
leden hield hij er ook huis. Men
zal het zich nog herinneren hij
legde huizen en hutten in asch,
deed mannen, vrouwen en kin
deren een vreeselijken dood ster
ven, dompelde tal van gezinnen
in rouw en nog meer in diepe
armoede. Nog ligt die tijd van
verschrikking in 't geheugen van
de bewoners dezer streken en zij
gruwen van hem, den verrader
lijken, kwaadaardigenveenbrand.
Zij hebben hem toen van z'n
allerslechtste zijde leeren kennen.
Nooit te voren hadden zij ge
weten, dat hij zóó gevaarlijk
kon zijn.
Nu is hij teruggekomen en hij
is weer in zijn ouden doen. Hij
heeft weer de kracht van vier
jaar terug, nu hij den steun ge
niet van zijn grooten helper,
den scherpen Noord-Oosten wind,
die over de vlakte giert. Waar
hij dien steun geniet, dat is
schier overal op dit vrijwel ge
heel open terrein van uren en
uit het graf. Ik vroeg u of gij
mijn voorstel wilt aannemen.
Thans draaide zich de graaf
om en zeide op hoogmoedigen
en kouden toonGij lijdt aan
waanzinnige gedachten, mijn
beste Enders 1 Het zou goed
voor u zijn, dat ge een genees
heer ging raadplegen. Overigens
zou u verandering van lucht
zeker aan te bevelen zijn. Ik
wensch u eene goede reis en
het beste voor de toekomst I
Mijne aanbieding u tienduizend
mark tegen inwisseling van het
stuk te geven, is zeker een meer
dan schoon aanbod. Ik geef u
acht dagen tijd om de zaak te
overleggen. Het zal mij nu wel
mogelijk zijn op grond van uwe
mededeeling een afschrift van
het stuk te krijgen aan het ge
recht. Wat uw andere belache
lijke mededeeling aanbelangt,
wil ik mededeelen, dat de ver
trekken voor mijne gemalin in
gereedheid gebracht worden en
zij spoedig terugkeeren zal.
(Wordt vervolgd.)